blaauw ge mengt is. De Myn werkers willen
dat de ontmoeting van een diergelyke Steen
een aanduiding van een koffbaar metaal is ;
deze Quartz is , o f duider, o f half doorfchy-
nende, Wy hebben dezelve by Dinant in
Neder-Bretagne ontmoet.
4. De Melkachtige Quartz, Quartzum
M&esces. -Deze is geheel ondoorfchynent,
en heeft een doffe melk kleur ; deze Steen is
by uitnementheit hart* Wy hebben hem in
Auvcrgne , na by Chateau-neuf gevonden ,
welk naar room geleek , die niet verdunt
was.
-- 5. De G e k l e u r d e Q u a r t z , Q iia r t-
ztm coloratum. Deze. is byna altoos ondoor-
fchynenc, en zomtyds met rood, groen en
blaaüvv gefchakeert; deze Steen heeft geen
bepaalde gedaante,
- 6. De G e k r i s t a l l i s e e r d e Quartz,
Quartzum Cryftailifatum. Men .geeft-deze
naam aan. < en Quartz waar van de kriftallen
zomtyds v y f hoekig o f zeshoekig zyn, zyzyn
altoos inwendig melkachtig, ondoorfchynent
en glasachtig. Wy. hebben ’er eenige va,n in
de holligheit van de Leigroeven, na by An-
gers, opgezamelt.
?• De DOORSCHYNENDE QUARTZ,
Quartzum cryfiallinum. Deze is vry zwaar ,
van een zamengepakt zamenweefzel, minder
■ doorfchynent als het Rots-kriHal, zomtyds
gekleurt, en van een onbepaalde gedaante.
Men vind. dezelve in de mynen van den El-
zas, onder dcT gedaante van Drufen : zie dit
■woprd.
- De Natimr-Onderzöekers befchouwen ;hec
Kriftal van Madagaskar als een doorfchynent
Quartz ; maar wy gevoelen ons geneigt om
dit onder de Berg-kriftallente plaatzen , die
-men dus eigentlyk noemr. Men vind dezelve
in vormlooze klompen,die wit en zeergroot
zyn. Men maakt ’ er in dat Land , vafen en
•kruiken van. Deze gewaande Quartz fmelt
niet zeer lichtelyk, zelfs niet door de brand-
fpiegels ; ten minften weerffaat hy de graad
van het vuur, die men door dit werktuig
voortbrengt, en die in (laat is om het koper
en de SchiHus te fmelten..
Wat de Steen betreft-die men. Feld-Spatb
noemt ( o f hart Spath der velden , || hetfchynt
ons noch toe v dat Ait niets anders als een zeer
hart, witachtig en onregelmatig Quartz is.
W y hebben 'deze Steen in meenigte in de
Bergen van A ra y , in Neder-Bretagne , gevonden.
Q U A U P E C O T L I , dit is een foort
van Das, van Nieuw-Spanje , welkers muil
zeer lang, dun en een weinig.bochtig aanhet
boven gedeelte is : :hy heeft een lange H a a r t :
zwarte pooten,en kromme nagelen: het hair
van dit Dier is lang, wit met bruin gèmengt
omtrent den buik, op de rug zwart , en aan
de andere deden wit : dit viervoetig Dier,
kan met gemak tam gemaakt worden : het is
verflindzuchrig, en eet onverichilligualles
wat men hem geeft: het is vreedzaam , en
bewyff duizent liefkozingen ; maar het is
boosaardig tegens die geene die het niet kent:
het ontbond zich gaarne in de Bergen.
Q U E E B O O M , Cydónia, Men heeft
verfcheide foorten van boomen , die alleen
in grootte en gedaante der vruchten verfchil-
len., De Portugeefche Queeboom die groóte
vruchten en bladeren heeft, word óp de gc-
meene Queeboomen geënt. .
De Queeboom, is een boom die niet zeer
hoog groeit, en is doorgaans maar. een kleine
boom, hy fchiet groote wortelen uit, die
uitgefpre.id, en meenigvuldig zyn ; en een
donkere kleur hebben ; zyn ltam , ö'f liever
zyn hout is bochtig, kwaffachtig, hart, witachtig
, en met een fchó^s bedekt, die middelmatig
dik, uitwendig afchverwig , en inwendig
roodachtig is. Zyne bladeren zyn
vry gelykvormig met die van den Appelboom,
niet getant, en aan de ónder zyde met eeiv
fyn en witachtig dons bezet; zyne bloemen
beffaan uit v y f blaadjes, die rooswysgefchikt
zyn , en naar die van de wilde Rozeboomen
gelyken, Op deze bloemen volgen de vruchten
die een weinig in gedaante verfchillen,
zy zyn-dan eens rond, dan wéder langwerpig
gelyk de peeren , zomtyds gepïooit , e.n met
een dik dons bezet,- ’t geen zich gemakkelyk
laat wegneemen. Haar yleefch is geel, zeer
welriekent , en eenigzins rins ; deze vruchten
zy n zamen trekkende , en onder de n a a a i
van Queepeeren o f Qiie'èn -bekent. Men eet
haar zeldzaam raauw ; gekookt zyn zy nuttiger
voor de maag/: het is van het vleefch der
Queepeeren dat. men .gelyen maakt: men
maakt mede Herke dranken, en een v v y n v a n
deze vruchten. De Siroop van de Queepeeren
word geacht, om de flym te doen lozen,
o f dezelve te verbeteren. Men kweekt een
; 'mcejneenigte
gemeene Queboomen aan , om dat
zy tot Hammen dienen op welke men allerlei
foorten van-Peeren griffelt» Vermits deze
boonaen niet veel hout uitfehieten; zoo gróei-
jen de -Peerenboomen die op Queeboomen
gegriffelt worden niet zeer hoog,:geeven fpoe-
-dig vruchten , en die doorgaans veel fchoon-
der zyn als die geene die men op wilde Hammen
ent.
Q U E L L E . Deze naara geeft men in
het land der Negers in Afrika aan den.Luipaart:
men noemt ’er de Tyger Quellyqua. Zie
L u ip a a r t en T y g e r .
Q Ü E N D E L , z ie W i l d e T i i ym.
Q U E R E I V A . Dit is een Braziliaan-
fche Vogel, van welke de Wilden veel werk
maken om de fchoonheit van zyne vederen:
zyne vleugelen zyn zwart y en het'overige
van zyn lichaam is fchoón hemelsblaauw.
Q U E T -P A T E O, Dus noemen deBra-
ziijanen een vry aanmerkelyke-Haagdis : de
kruin van haar kop is; met,kleine fchubben
bedekt, die door andere., die veèl grooter
zyn, omringt' worden; die van het voorhooft
zyn.groot en witachtig 9 die gene die het op-
perHe van het lichaam , de dyen en de poo-
ten bedekken , zyn gelykvormig en graauw-
achtig ; de rand der ooren is bruin : in den
nek heeft hy een zwarte ring, die in het midden
verdeelt is. De geheele Haart, die uit
ringen, fchynt zamengeHelt t-è zyn , is,zeer
dun , en zeer fpits aan het einde ; h-y is met
breede on Heekende fchubben bezet, die van
een foort van hoorn fchynen zamengeHelt te
zyn, QSeba). * ^
Q U F O N S U op Q F O N SU T Dit is
een Vogel die byna de grootte van een Raven
heeft : nien vind hem in het Koningryk
Quoja, in het land der Negers : zyn lichaam
|s zwart, en zyn hals wit. Zyn neH , die-
r.y.op rie boomen vormt, is uit doornen en
kleiaarde zamengeHelt: de Negers zeggen,
dat wanneer zyne jongen op het uitkoomen
zyn , het wyfje haare vederen uitplukt om
naar te bedekken , en dat het mannetje hen
alsdan begint te voeden tot dat zy in Haat
zyn om hun eigen voedzél te z o e k e n e n '
hcefc moe^er we^er vederen gekreegen
D ï e l .
Q U I B E L . Dit is een vergiftige plant
van eenige Amerikaanfche Eilanden ; zy is
doodelyk voor de Dieren: haare bladeren zyn
Heekende , en haare bloemen gelyken naar
de violetten.
Q U IM B A . Dit is de naam van een WeH-
Indifche plant, welkers zaad, dat wit is, tot
voedzel aan de Inwoon ders van verfcheide
Landen verflrekt: zy Héllen ’er meede een
drank van te zamen. De Quimba fchiet ter
hoogte van een mans lengte'Op,en haare bladeren
gelyken naar die van de May er : haar
bloem is : purperaehtig, en haaf zaad in .airen
bevat;.' ; -
Q U IN C A JO U . Dus noemt men een
Amerikaanfch viervoetig dier , dat de grootte
van een Kat, en ros-bruin hair heeft ; het
is met fcherpe .nagelen gewapent; het heeft
een lange Haart die twee o f drie bochten op
zyn rug maakt: dit is de Vyand van den OWg-
nac , ’t geen een’ foort van Eland is. Zie
E l a n d .
: De Quincajou is zeer vlug ; hy klimt op
eeri boom, en plaatH zich op een tak.; wanneer
’er een Órignac vporby koómt 6 zoo
fpringt hy behendig op.deszelfs hals, vat hem.
met zyne klaauwen, en laat-hem niet los voor.
hy hem nedergevelt heeft. De Orignac tragt
zich in het water te werpen, ’t geen zyn en
Vyand ducht, die op het Land fpringt, zoo
ras dit Dief in ’t water gaat, en het verlaat.
Men zegt dat de Vos en Quincajou, tezamen
op de Órignac jagen : verfcheide Voffchen
zoeken een Orignac op den reuk ; eh wanneer
een hunner’er een door zyn gehuil heeft
doen opHaan , zoo houden zich de andere
Voffchen Hil, die hem ter zyden vervolgen,
tot dat zy nodig oordeelen om de Orignac in
zyn. vlucht, naar de plaats te doen wyken,
in welke de Quincajou in hinderlaag lecht:
deze verzuimt niet om hem by de keel tegry-
pen , en hem zoo lSng te byten , tot dat hy
nederffort ; zy plaatzen ’ er zich alsdan alle
om, en verflinden hem.
Q U I N A -Q U I N A , zie K in a - K in a .*
Q U IO -Q U IO , dit is de naam van het
vet dat men uit de Aouara trekt: zie dit
woord.
Q U I S. De Myn werkers geeven dezen
naam -, o f die Van Vitrioolachtigen Steen aan
Z z - ëe