12.2 . M m s ; . m u i s ;; m u i s d o o r n ;
zoo zy ’ér niet toe 'genoodzaakt worden ; zy
veroorzaken medé z o o ,veel lehadefi niet-,
hebben veel zagter zeden , en worgden to.t
eenen zekeren trap j, taai; edoch zofider. tian-'
Meving; hoe zou tnèn inderdaad, ipma-hd be--
minnen koïraen’ die onsgeRadig hinderlagen-
lecht! zwakker zyhde; zob hébben z y in eerder
vyahden Welke zy niet o'ntfnappen , of
liever aan welke zy zich niet onttrekken konnen
, als door haare radheit, en zelfs door
haare kleinheit. De Nacht-Uilen , .en alle
nachtvogelende Katten p en Wezeltjes en-,
zelfs de Rotten , beoorlogen haar; men lokt
en verfchalkt haar gemakkelyk dopr eenig aas,
en vernielt ’ er dus duizenden ;.- dit foort van
dieren , blyft alléén door deszëlfs verbazende
vruch tbaarheid in Rand. _
De Muizen teelemïn alle jaargetyden , en
yeffehéide malen ,. in een jaar v o o r t; haare
gewoone dracht ik van v.yf.of zes jongen •;
in minder als-veertien dagen , verkrygen zy
zoo. veel kracht en grootte , -dat zy zich,ver-,
fpreiden, en haar aas zoeken konnen; dus is ;
de -duuring van het ie ven yan deze kleine dieren
zeer kort, om dat derzelver aangroeizoo*
fpoedig is,, en dit vermindert noch het dehk--
beeld dat men van hunne Rerke vermeerde--
ring hébben móet. Arïjlótéles zecht , dat wanneer
hy een .zwangere Muis , in een vat be--
floo.ten had*, hy ’er weinig tyd hierna, honden
en twintig Muizen in telde:,, welke alle-,
van deze moeder Voortgekoomen warem
Deze ‘kléine dieren zyn niet leel-yk z y
hebben een. levendig en vry fyn - gelaat , en -
een fcherp gehoor.| Het föort van afTchnk.
dat men van hen heeft , is alleen op de kleine,
verfchrikkingen ,. en op de ongemakken , die,
zy veroorzaken gegrond pdiir foprt van dieren
piffen zeer menigvuldig ,'ih hunh epis heeft ffen-
zeer onaangename reuk. Alle. Muizen zyn-
witachtig aan den buik, en men heeft, ’er die...
meer o f min bruin , en meer o f min , zwart,
zyn.. : V
Dé -roffe Rotten , ’t gegn;-de Veldaniizetv
z yn , teelen mede -zeerlterk yo o ru !z y richten
Derzelver föort is algemeen dóór Europa*,^
Azia en Afrika, verfpreid; maar men wil,.,
dat men ’êr voormaals geen in Amerika had,
en dat die geene , welke ’er thans in . groot
aantal zyn-, haar oorfprong uit onze ge--
wefien hebben..Het is zeker ,.dat het fchynt,.
dat deze kleine dieren de menfehen volgen,,
en dé onbewoonde Landen ontwyken ., door
de hatuürlyke lüR-, die z y tot brood-, kaa.s,,
fpek-:, olie boter ,. en andere fpyze bezitr-
ten y, die de/menfehen voor. zich'zelvenbe-r'-
reideo..
gelyk de kleine Veldmuizen , . op eëtad—
ge^plaatzen ^ e^n zoovgtbotewmrwöeftirt.g. pn-
dér de granctnaan , -dat zy zomtydg in jeeii-
naeht^ifaf-het graan van reontakker verflinden,
datmem binnen weinig ty d ', dacht in ;te pogsr--
ten : dit isde Grapte V rldtn.uis. Zie V E t Dheeft
in.navolgiüg, van Seba , van
de Aniefikaanfche Muis gefproken ; z y heeft
een fpitze fnuit, groote en-breede .opren, en-
het lfchaam met hairen van een lichte’róode
kleur bedekt.. , ,
In de Hißor.ifcbe Befchtyving,: dir Reizen,
werd . Van een Ratel-Muis- gelprpken die
gropt-er als ons 'Eekhorentje is ; haar. kop.;
. ke etc de gedaante. van. die van een Béér: bet
hair vau haaren rug i-s 'bruinaehcig v en dat-der»
zyden zwartachtig : haar Raart maakt .gerucht
wanneer z y yoortgaat. Dit dier, voed zich
met% noten en eikels : het onthoud zich gewon
el yk op de boomen ,. en men roemt des- ■
zelfs vlugheit zeerboog.:
Onder de Muizen van.de GoudkuR,.,on- -
derfcheid men een föort,.. welkers vel een by
ui-tRek. aangè'name muskus reuk ,, van z ich .
geeft., .. ,. ... ' ' : ; '
De -%zc\it$Ai\--zjrfc-Natuwr -
Jyke Hißorié.van %sland., dat de Muizen zeldzaam
op dit Elïmd zyn , ten oorzak-e vjp de •
doordringendekoude, en het gebr ek aan, voed- -
zei',! waar door. haar de middel en benomen •
worden.!,. om in -de. dunne aardkorR .te.kon- -
nen ieRaan-y dfe de .rotzen bedekt, en dia .
behalven dit-,;noch met zwavel vervult is ‘.
men heeft ’ér. zelfs mede eenige plaatzeri,. ouder
andere het Kerkhof vanWidoëj.o.p/’t we l--
ke wanneer men ’êr Muizen, op nederzet, zy.
aanfionds. Rerven : deze . plaats brengt ten
naaflen by hetzelve verfchynfel vo o r t, :als
het beruchte, Hpndenrhol, naby Nap'els..
M U I S .. De fchelpkundigén geven déze
naam aan een eenfchelpige fchelp van;het geflacht
dér Porcelein*-horens ; . haare Schelp
trekt op het. graauw en. heeft, zwarte punten
aan-ieder uiteinde , ’fjgeen. de óogen der
Muizen nabootR... Zie. P.or cex é.i jm.-« 0r~
R.E.NS+, , | ,
MU IS D O O R N C-S TE K E:N 3>E P Ä L-M,
Rmcus.. De ze .-p lan tdie . op, de. ruuwe en
Reenachtige- plaatzen-, in. de -b'offchén , en in
debeggemgroeit, heeft een. dikke wortel, dié.
kron*
M U I S V A L K . M U I Z E N -O O R .
kronkel achtig , ruuw , hart , bochtig, w it,
en met dikke vezelen bezet is ; zyn Rn aak
is fcherp', en , eenigzins bitter. Hy fchiet
verfcheide Reelen ter hoogte van twee voeten
u i t , zy zyn getakt, buigzaam, moeije-
lyk tè verbreken , gegroeft, en in verfcheide
takken verdeelt. Haare bladeren gelyken
naar die van de Myrtus | maar zy zyn veel
vaRer , veel ruuwer , fpits , Rekende , ze-
nuLiwachtig, reukeloos , zonder Reelen , altoos
groen, en van een bittere en zamentrek-
kende fmaak» In het midden van dekbladeren
koomen blö’emen van een Ruk voort, die
in zes deelen ingefneden, en geelachtig zyn;
9er volgen ronde beziën o p , die zoo groot
als een erweet, en zacht zyn , zy worden
rood wanneer zy ryp zyn, en hebben ëenen
zoetachtigen fmaak , ieder dezer beziën bevatten
een o f twee zaden ," die zoo hart als
hoorn zyn.
Dezê plant bloeit in April en Mey : in de
Lente fchieten *er eenige malfche en groene
uitfpruitzels uit den wortel v o o r t, die even
als Afpergiën konnen gegeeten worden. Zoo
men hen laat groeijen, zoo krygen zy blaadjes
, en worden houtaehtig en buigzaam: men
maakt ’er bezemen van. Voormaals bedekten
’ er dé Boeren in Vrankeryk. het vleefch, en
andere zaken mede, die zy voor de Rottenen
Muizen befchutten wilden; want deze vernielende
dieren, konnen ’er niet indringen,
zonder zich te kvvetzen.
Alle de dleelen van'dit foort van heeRer,
werden in de 'GeneeskonR gebruikt |j en zyn
nuttig om de lymerigé Roffe'n te verdunnen,
met baar door de piswegen uit te dryven.
Haare wortel is een der vyfgr&ote afzeitende
w o r te lenwelke die van de-Eppë , Afper-
giën, Venkel , Kapperboom, en Muisdoprn
zyn: men bedient ’er zich gemeenelyk in een
gifte , van een half ons van, ' in b e garile±-
Waters, de afkóbkzels en afzettende vleefch-
natten, welke men ;n de • geelzucht, water-
zucht, bleekezucht en het graveel voorfchryft.
Hét conferf van de beziën van de Müisdoorn
•is nuttig tegens de fcheiptens in de pis , ep
de druipert-s.
M U I S V A L K , Bat eb vulgarjs , d,it is
de grootRe van alle onze roofvogels :hy heeft
de grootte vap een Faifa-nti Zyn'e lengte is
omtrent twintig dnimfen ; de uitge.Rrektheit
van zyne vlucht is vier voeten , en zomtyds
meerder: zyne vederen zyn roeRkleurig, eh
toet zwart geaiengt. Hy h e e ft, gelyk alle
roofvogels, een doordringent gezicht, en
-zyne pooten zyn met Rerke klauwen gewa-,
■ pent.
Wanneer--dé Muisvalk vergrämt i s , zoó
• opent hy zyn bek, en Reëkt zyne tong tot aap
'deszelfs uiteinde , geduurende eenigeii' tyd ,
uit. Deze Vogel is een uitnemende jager ,
h y voed zich met Konynen, jonge Hafen en
Patryzen , .die .hy met zyne.klaauwen in de
lucht ophefb, hy zoekt alsdan een afgelegen
en eenzaame plaats, om zyn prooi te verflih-
den. Wanneer- hy niets beters ‘ b'ekoomen
kan , zoo aaR hy op Rotten , Mollen , Vogelen,
en zelfs óp aardwormen.
Men befpeurt verfcheide veranderingen in
deze Vogelen , die door den ouderdom o f
Sexe veroorzaakt worden. De eijeren der
Muisvalken zyn w i t , en met eenige rosachtige
vlakken gefpikkelt. De waarnemingen
hebben het voorgeven niet beveRigt, dat het
mannetje drie zaadballen heeft.
M U I Z E N K O O R N , zw R ó q d e D ol
IK.
M U IZ E N -O G R , Myofötis, dit is éeii
foort van plant , die volgefis Lemery , van
het Vogelkruid door de gedaante, van haarè
vrucht verfchüt. De Heer; de Tournefort,
heeft ?er verfcheide foor ten van aangehaalc.
Het foort van Muizèmoor dat het meeRe in
het gebruik is , groeit op de bergachtige plaat-
zen , byzonder op de Alpen haare wortel
is vezelachtig ; haare Re,e]en , die op de aarde
leggen , zyn wollig | en met kleine wolachtige
blaadjes bezet, welke de gedaante van
Muizemooren hebben : haare bloemen- be,-
Raan uit verfcheide bladeren , die rooswys
gefchikt zyn; op dezelve volgt een zaadhuisé
]e ,datde gedaante van een Offenhoofnheefc,
'en dat verfcheide kleine en rondachtige zaden
bevat: deze plant is zamentrekkende, en
verfrlffen.de; en haar wqrtei word nuttig yopr
de TraanfiRels gefchar. '
M U I Z E N> O O R C'K l k t n Pilofella.
Dit is eèn zeer gemeene plant die op de on-
vrüchtbaare plaatzen , op de onbebouwde
heuvels j .en in dé zandachtige gronden gioeir.
Haar wortë’r heeft de lengte yan een vinger,
en is dun en vézelachtig: zy fchiet yer-
fcheide .dunne , rankachtige , wollige , en
over de aarde kruipende Reelen uit,’ \yelke
*er wortelen in fchieten. Haare bladeren zyn
langwerpig, rondachtig aan het einde; gelyk
Q 2 het