flok aan raakt; maar ’er zyn ’er waarfchyne-
lyk geen, (Tchoon de Heer Perault zulks echter
w il} die de handen der Viffchers verdoven,
welke het net valt houden waar in zy
gevangen zyn.
Men heeft geen redenen om te gelooven ,
fchoon eenige Schryvers zulks voorgeeven ,
dat deze verdoving door een ükvloeijing van
zekere byzondere deeltjes veroorzaakt word;
want de Vifch zou hen niet uit zyn lichaam
konnen uicdryven, dan wanneer hy hen
uit zyne eigen zelfllandigheit uitdrukten door
de zamentrekking van zyne fpieren: maar dit
is het oogenblik niet op welke de verdoving
zich doet gevoelen; in tegendeel , het is dan
wanneer het dier zich ontlpant, en zyne na-
tuurlyke gedaante weder aanneemt. Behal-
ven d it, zoo deze ükvloeijing plaats had, zoo
zou men dezen indruk op eenigen aflTand van
den Stompvifch gewaar worden , en het zou
niet nodig zyn dat men hem aanraakte ; de
verdoving zou van het eerfte oogenblik tot
de volgende vermeerderen, enz.
Arifloteles, Plinius , en het grootfte- gedeelte
der Natuurkundige Schryveren verzekeren
dat deze eigenfchap den Stompvifch
nodig is om de viffchen te verfcbalken. Het
is zeker,, volgens het verhaal-der Viffchers
dat hy zich met viffchen voed , en dat men
’er dikwyls in zyne maag vind. Echter onthoud
den Stompvifch, gelyk het grootfte gedeelte
der platte viffchen , zich op het zand
©fop de flyk.
Wanneer de Heer de Reaumur eenige levende
Stompviflchen bekomen had , zoo plaat-
fle hy een Stompvifch met een Eend in een
zelfde vat. dat met Zee-water vervult was ,
om dat hy op. die tyd geen leevondige vis-
fchen by de hand had , hy gebruikte alleen
de voorzorg om het var met een ftuk lyn-
waat te bedekken , om dat de Eend niet weg
vliegen zou. Hy vond deze Eend ,. na verloop
van eenige uuren, dood. Z y had waar-
fchynelyk de Stompvifch. te dikwyls- aangeraakt,
en dit kofte haar het leeven.
De Heer Kdmpber , dezen. Waarheid -dievende
Reiziger, zecht, dat wanneer hy na-
fporingen omtrent den Stompvifch deed , hy
een. Afrikaan zag die deze- Viffchen zonder
eenige tekenen van fchrik aangreep, en
hen geduurende eenigen tyd mét dezelve
gerufthëi't behandelde , eindelyk verkond, hy
dat het geheim om de verdoving voor te kosten
, hier in beftond , dat men zynen adem-
ïillueld; hy bezocht dit op.het oogenblik., en.
het gelukte hem vol maak te ly k , als mede alle
die gene die zedert deze Proefneeming gedaan
hebben ; en zy zeggen dat zoo ras men
den adem uit zynen mond laat gaan, men de
verdoving aanflonds gevoelt.
Men verzekert, in de Hiftorie van Abys-
finic , dat men zich in dat Land van Stomp-
viffchen bedient om de kotyis te geneezen.
Zie hier op wat wyze de Abyffiniers zich "
zoo men zecht, van dit middel bedienen. Zy
binden de zieken zeer vafl op een tafel; vervolgens
raken zy beurtelings alle zyne leden
met een van deze viffchen aan. Deze wyze
van geneezen , doet-den lyder veleTmerten
uitkaan, maar zy geneeft hen onmisbaar van-
de koorts.
Wanneer den Stompvifch dood i s , zoo
fchroomen hem de Viflchers niet meer: zy
eeten hem gelyk andere viflchen , zyn vleefch-
heeft echter geen aangename fmaak , en men
. kan ’er maar een geringe hoeveelheit van gebruiken
: men werpt de twee groote fpieren
weg , waar van wy gefproken hebben , omdat
zy byna niets anders als een zagte ftoffe-
van een laffe fmaak bevatten. Het geen zy
voornam-entlyk van dezen vifch eeten, is zyne
lever , die groot is , en die naar die van
een Roch gelykt.
_ Men heeft in ï Amerika -»Stompviffchen
die door hunne uitwerkzelen .naar de onze
gelyken ; maar. echter een verfchillende.gedaante
hebben. Men vind , in de Memorïèn
van de Franfcbe Akademie der Wetehfchap-
pen van Parrys, voor het. jpaar 1677-, van een
foort van Stompvifch gewach gemaaktdie
men -by een- Kon gen- Aal vergelykr;. dat is te-
zeggen , dat zyne gedaante met die van een-
Aal overeenkoomt : hy verdooft den arm
wanneer men hem a-anraakt, zelfs wanneer
dit door middel van een flok geichied, en-
zyne uitwerkselen gaan zelfs zomtyds zooverre
, dat zy hoofdpyn-, verwekken.
S T O R A X B O O M , Styrax o f Storax'
Arbor. De Storax- o f Styraxboom , is een
Boom die de grootte van een Olyffbootn heeft;
hy groeit in de Boffchen van Pro ven 9e , on*
het Karthuizers Kloofeer van Monrieu , te
Baugencien , te Soliers | en- tuffehen Sainte
Baurac en Toulon:; hy gelykt door zynftani
naar een Kwecboom , als mede door zyne
fchors en zyne bladeren, wélke-groen-aan de-
boven z y d e e n wit en wollig aan de onder
zyde zyn. Zyne bloemen beftaan uit. een;
eenig> ftuk, zy gelyken naar die. van. de Qrtuiieboom
en zyn wit en' welriekende : zyne
vruch t is een Bezie die eenigzins vleesachtig
is * en twee pitten bevat. Deze boomen geven
in Provencè zeer weinig.harfl u i t : men
bekoomt een groote hoeveelheit uit die gene
die in warme Landen groeijen, gelyk in Sy-
riën en Ciliciën.
Dezen Boom die in de Lente .te waardee-
ren is om de fchoonheit van zyne bloemen;
js zulks noch meer door een zuivere harfl,
die ’er uitvloeit dóór middel van de infny-
dingen die men in de flarn en takken maakt,
en die men in de Drogiffcwinkels onder de
naam van Storax o f Styrax verkoopt. Dezen
harfl moet, om goed te zyn , zuiver , zagt,
en vet zyn, en een zagte en aangename reuk
hebben : hy is ©ploffende , cn men gebruikt
hem als een reukwerk.
De Heer D u h am e l zecht, dat hem een
Reiziger onderricht heeft, dat een kleine
Worm op dezen Boom voortkoómt, zyn
fehors doorknaagt, en een' gat achter laat,
’z geen uittocht aan den Storax in tranen ver-
fchaft, die , door dit toeval, uit den boom
vloeit, zy is alsdan met een meelachtige zei ff
flandigheit bedekt. Deze Storax is hard.
Men heeft in de winkels noch een Vloeibare
Storax, wiens oorfprong onzeker fchynt. Zie
Vloe i bare Sto r a x .
Deze koflbare Harfl die dezen Boom ver-
fchafc, is onder de naam van Storax Calami-
ta bekent. Deze Harfl is glansryk, graauw-
achtig, yry v a f l, en een weinig v e t , hy
word zagt tuffehen de tanden, en is uit wie-
.achtige ftukjes zam en geilek, die naar geftoo-
te Amandelen gelyken , deze zyn in een krui-
melachtige Harfl bevat; hy heeft een harfl-
achtige, eenigzins1 lcherpe , en vryaangename
fmaak , en een reuk als Peruviaanfche
Balfem, d ie zeer doordrifrgent en lieflyk is*
Wanneer dezen Harfl eerft verbroken word,
en men hem op gloeyende kolen werpt, zoo
ftnelt hy aanflonds, en ontbrand zoo ras men
hem by een kaars brengt, hy geeft een heldere
vlam uit. De bynaam van Calamita is
hem gegeeven , om dat men hen voormaals
in buizen van r ie t, uit Pamphiliën over-
hrachté
De Storax StaSiê is vet, even als honing-
en men Ontdekt geen witte tranen in
dit harflachtige fap.
Men vind in de Winkels een Storax in Saril-
welke niets anders als een zaagzel van rood
hout is, dat met een weinig Vloeibare Storax,
en Storax Sta,dié. gemen-gt is :in dezen Haat is
'het een der uitmuntentfle reukwerken : men
fchat het zelfs om te branden, hoger als de
zuivere Storax; maar men verkiefl deze laat-
•fle. tot het gebruik inde Geneeskonft : men
gelooft dat dit het ware Thus Judceorum is dat
de Wyzen uit hetOoflen, aan Chriflus, aanboden.
De Storax in Tranen , is doordringender
als de Benzoin : men gebruikt hem in de fly-
merige engborfligheit: men pryfl hem om
zynen zagten reuk aan, om het brein te verkerken
, de dierelyke geeflen op te wekken ,
en om derzelver onregelmatige beweegingen
te ftillen; men gebruikt hen met vrucht in de
hanverfterkende tegengiften en als een rook-
tniddel. Men vormt ’er reukkoekjes van ,
om in de Kerken te branden. De Scheikundigen
bereiden een afverfvzèl , en bloemen
van Storax, gelyk zy zulks van den Benzoin
doen.
’Er vloeit uit een Boom die men Liqui-
dambar noemt, een vloeibare Harfl, die eenige
overeenkomfl in reuk , met den Storax
heeft. Zie L iq ü i d a m b a r .
S T O R M. Dit is een zeer geweldige
beweeging der Winden, die het water der
Zee , zeer flerk beroeren. Men geeft de
naam van onweder aan een vermenging van
Wind , Regen , Hagel Donder en Blixem.
Zie deze woorden♦
S T O R M V IN K . Dit is een Watervogel
van het Eiland Fara , hy is een weinig-
grooter als een Mufch ; zyne vederen zyn
graauw , en hebben geen vlakken ; zyn bek
is dun: deze Vogel gaat met een uïtneemen-
de fnelheit over het water v o o r t: hy kondigt
de flormen en onweders aan, QRitifcb. de
Avib. ^>.129).
S T R A A L V I S C H . Dit Is een Oofl-
Indifche V ifch , die zynen naam van de flra-
ien ontleent, die uit zyne oogen voortkoo-
men : deze flralen vormen donker-roode vlakken
: hy is met -doornen op den rug ge wapent
; zyne vinnen zyn rond , uitgezonden:
die van den buik ; zyn kleur- is blaauw , en
met breede roode flréepen gemengt r de In-
woonders van Amboina , eeten hem; maar
het grootfte gedeelte maakt ’er geen werk
van.
S T R I N C Z A of B O T R I S S A . Deze
naam geeft men in Lombardyën , en het