Spanjaarden , noemen deeze Eenfchelpige
Schelp, Caragolo en Scanagoh. Deze Schelp
is uitwendig geftreept en met putten uitge-
holt, en inwendig glad en gepolyft; zy heeft
nooit minder als twee flangecrekken o f voren}
en nopit meer als tien. Haar mond is in de
Zee met een kalkachtige Sluitfchelp bezet,
die de gedaante van een Navel heeft ,/ zy is
roodachdg aan de booven- en witachtig aan
de onder zyde, ’ t geen dezeSchelpvifch, gezwavelde
Scbelpflak heeft doe.n noemen. Wanneer
het Infeéfc voedzel wil neemen, zoo floot
het deze fluitfchelp weg, en opent haar; en
wanneer het verzadigt is , zoo trekt het haar
weder tot zich , en fluit haare fchelp zoo
naauwkeurig toe , dat ’er het Zee-water niet
indringen kan. ,£)eze Sluitfchelp wierd voor-
maals meenigvuldig in de Geneeskonft'gebruikt..
°
VerdeeJing der Zee -Slakken, o f Maan-
Hoorns.
De Heer Adanfon maakt ’er drie geflachte
van , die door de gedaante van hunne monden
onderfcheiden. worden* -
ï . De Maan - Hoorns , gelyk de Burgau.
waarvan de Werklieden een fchoon paarlemoer
vervaardigen, deDolphyn, heiBokken-
°9§ •> de Goud mond ^ de Zilvermond, de Nas-
{omver, de Smaragd, en verfcheide andere:
waar van eenige glad., andere geftreept, o f
ruuw zyn» ' ;
2. De Halve Maan-Hoorm-, deze Schelpen
hébben een kleine omtrek , en het uiteinde
van den flangentrek fpringt weinig uit. Dit
jjeiiacht bevat verfcheide byzondere kenmerken
, die vry aanmerkelyk fooxten vórmen,
zecht de Heer dfjrge,wille , gelyk de Halv/e-
Maantjes , die in hunne halve ronde monden
tandvleefch hebben , andere zyn genavelt,
enz*. . y
JDe. Maan-Hoorns met een platachtige-
■ mond : deze verfchillen van de andere'door
hunne platachtige en eironde mond cn kegelvorm,
ge gedaante. Dit gedacht bevat noch
lootten die alzoo zonderling als de voorgaande
zyn: men heeft ’er welkers hoofd zich pv-
ramiedswys verheft, en-verfcheide {lange-,
trekken vormt, en dit zyn w.ezentiyk Tollen-.
andere verheffen dit gedeelte omtrentdehelft.
minder,. en .bewaren de gedaante van .Schelp-.
flakken boeter : andere eindelyk zvn ,
Platachtig gelyk de antieke
aaPmer^Pg«n , zecht onzen
Schryver , doet zien, dat de verheevenheir
van gedaante het ware kenmerk van een Schel !
met bepaalt. Tot dit iaatftegeflacht van TV
ten , behooren de fchelpen die men de CV I
n eefeb e Toorn , o f de Pagode, de Prins Rn/,'
h e r ts -K n o o p en , de * . U i t b e n s - H o o rn de"
^ e e -S p o o r de Z o n n e -H o o r n , enz. noemt.
. Dit is de rangfehikking van de Zee-Schelp.
Hakken of Maan-Hoorns van den Heer d 'J r -
g in v i l l e , . die,. door ondervinding,zecht nV
het voordeel , dat de Maan-Hoorn met een
platachtige mond, boven de twee andere be
zit, , is dat hy nipt aan de vorming en naauw-
keunge evenredigheit van gewicht van zvn
lichaam met de vleesachtige, plaat onderhui»-
is over W.elke- hy kruipt, noch vanom te flor
ten wanneer hy zich over fteile plaatzen beweegt
: in plaats dat de andere wanneer zy
over dezelve, plaatzen gaan, door het gewicht
van hunne fchelp overwonnen worden ; die
dóór haare grootte weinig evenredigheit’ met
de krachten van het dier heeft , en hier door
omftort, en verplet en gekwetft word, voor
dat het ’er zich voor befchutten kan met
zyne hoornen in te trekkenen fchielvkin?v
ne fchelp te wyken.
« J-Jez-pzelfde verdeeling wan de Zeè-Schelp-
liafeken , is meede óp de Land-en Rk-irr
Schelpflakken toepaflelyk. ;
deze laatften zyn zeer bros:, men noemt hen-
Moeras-Schelpflakken.
De Heer Adanfon , wiens, verdeeliiw ivv
op het woord S c h e l p d ie r -opgegeeven-
hebben, zecht , dat de Schelpdieren, welkers
fchelp uit een e-enig ftuk bc'ftaat Welke
eene gedaante zy öok hebben mag ’ o f uk
twee,ftukken, waai- vanlbet eene ERnfl.i;i-
getrek gekronkelt is, degemèene-naam dra- en
van Schelpflakken. § Hy verdeelt de Schelr-
flakken in eenfchelpige, en in die welke fliiit-
fchelpen hebben. Zyne leérwyze vordert
dat men in de fchelpen der Schelpflakken op-
zes voornaame deelen acht geeft,«deze zyn de-
jlangetrekken , de top, de opening, de B u it-
Jd/elp, het paarlemoer, en het vlies. Hv be- |
fthouwt.meede v y f wczentlykc deelen in de
Dieren die de fchelpen bewoonen; te.wee-
ten, de hoornen, de oogen, de mond, de lucht-
pypp en de voet,. Men.- kan de betekenis en
de belcnry ving van deze deelen 9 op het woord
S c h e l P'D'ie r vinden; Ten opzichten van
de Zee- Schelpflakken, die fluitfchejpen heb—
heil,,
ben keclif -de Heer Adanfon, dat deze Slüit-
feb^ ; van die der eenfchelpige Land-Schelp-
flakken verfchilt , om dat de Zee-Schelpflak
haar by de geboorte verkrygt: in plaats dat
die van de Land-Schelpflakken , alle jaarèn
een of meermaalen óp nieuvv gevormt worden,
en wel op de tyd dat het dier zich voor
de droogte.befchutten w i l, die door de hitte
of koude veroorzaakt word : het beflaat gelyk
wy gezecht hebben uit e‘en lymerig lcwyl
dat uit het lichaam van het dier voortkoomt,
en tot een korft verhart, die wit, vry dik,.
maar niet zeer .fterk is , en veel eerder taai
als kraakbéenig is. Deeze djeren die geen
kaaken hebben ^ bezitten in derzelver plaats-
een foort van füuit , die hen tot een boor
dient om de fchelpen te doorbooren, welkers
vléefch zy uitzuigen : men heeft alleen
een klein getal Slakken die leevemb^rehde
zyn. ! • 5
Wy hebben op het woord S ch el pd ier
gezecht , dat-fchoon de Zee-Schelpflakkeh
gewoonélyk in zich de deelen der beide Sexen
bevatten , zy 'echter zich zelfs niet genoeg''
zyn , en dat dit foort van Hermaphrodieten,
de hulp van een ander'dier van hun foort nodig .
hebben, om elkanderen wederzydfch, en te
gelyk te bevruchten , het eene doet de werking
van manneej-e aan het andere , terwyl
het ten zynen opzichten-te gelyk tot een wyf-
je verilrekt. De Heer Adanfon, heeft in zyn
Schelpkunde op de eerfle plaat, twee Schelpen
afgebeelt,: de eerde van deze is een kleine Ri-
vier-Schelpflak, die men de vliesachtige noemt.-
Hy zecht, dat haar Hermaphrodismus, fchcbn
zy de beide foorten van teeldeeleri bezitten,
de vereeriiging vhn twee andere dieren noo-
dig heeft, maar dat zy elkanderen niet te ge-
lyktydig wederzydfch bevruchten koniien ,
om dat haare teeldëelen te verre van elkande-
Kn verwydert- zyn. Zie S ch el pd ier ..
Freeinde Schelpflakken.-
Men merkt een verbazende verfcheidenheit
in- de Schelpflakl een van de Kaap de Goéde.'
Hoop op ; men heeft ’er onder andere, de!
bcbelpflak Kegel, die door de Zee .in groote
ineenigte op het Arand geworpen'word , én
de grootile fchoonheit bezit. Men geeft haar
tot een gefchenk aan de Vreemde Liefhebbers.
Uit de Befchryving die Kolhe van vér-
fcheide.' andere foorten van Schelpflakken
geeft} zoo herkent men ’er de Schippersr de-
Aoornacbtigp Oef e n . ■ enz. ouder.. De Lam^-
bis ' van Amerika , is meede een foort van
Schelpflak. Zie L a m b i s .
Eigenfchappen der Schelpflakken.
Alle de Schelpflakken en andere Slakken
zyn van een lymerige flymachtige zeifftandig-
heit:-fchoon haar vleefch wel toebereid is,
zoo brengt her echter altoos groove vochten
in het menfchelyke lichaam voort , die in
ftaat zyn om de rondvloeijing van het bloed
te vertragen: dit is het gevoelen van de Schry-
verx van het Vervolg van de Mat. Medicale.
Echter maakten ’er de Grieken en Romeinen,
die alzoo kiefeh in hunne maaltyden als
wy waren , een meenigvuldig gebruik , als
een voedzel- van. De TaatAe hadden zelfs
hokken en vyvers , waar in zy de Slakken
rneften , ,om een des te aangenamer gerecht
te zyn : zy fchatten die geene zeer hoog die
van de Eilanden Sardaigne, Chio en Siciliëir
kwaamen, als mede die van het Alpifche gebergte
, en de Ligurifche en Afrikèanfche.
Men zecht,. dat de Inwoonders van Silefiën
de Huisjesflakken met zekere Planten voeden,
om haar vervolgens te eeteii , .en dat
men in dé Tuinen te Brunswyk, de Schelpflakken
bewaart, die men des Zoomers vergadert
, men plaatft haar in een foort van
vierkante grachten, welkers randenqiet hout
befchooten, en de openingen met éen tralie-*
werk van yzerdraad geflooten zyn , om hen
des Winters te eeten. W y hebben in de na-
buurfchap van Rochelle , de Boeren onledig
gezien met kleine Schelpflakken te verzamelen
, die met geel en zwart gefchakeert w a»
red , zy plaatflen haar in tonnen die kruis—
wys met takken hier en daar bezet waren ,.
om dat de Sl akken zich aan deze vermeenig vul- -
digde opper vlakten s zouden konnen vaAhech--
ten.. Deze inzaameling van Schelpflakken,
was voor Amerika gefchikt, want in zommi-
ge jaaren dryven de Kooplieden van dat Land
Koophandel met deze leevendige dieren. Deze
Slakken hechten zich aan de takken , en
konnen op deze wys óver zee gevoert worden,
zonder dat zy van honger fterven , om
dat zy alsdan , weinig van haar flymachtig'
vocht verfpillen. Wanneer men haar eeten'
w il, bereid men ze met peper,-zout, wyn,.
olie o f boter, en fpeceryën.
vDe Schelpflakken',die in ons Land 'het-minA'
fchadelyk voor de gezond-heit zyn , vind men
in de heggen, wynoaarden, en in de tuinen,,
om.-dat zy van de .Wilde T-vm? Polei, Ore—
E rp. 3j ‘ . g ^ .