,.va,n het zelfde foort in de fchaal te leggen,
. om het evenwicht te' vinden. Deze Waar-
néeming llrekt zicli vry algemeen over de In-
fedten u i t ; dit is het tegengeflelde. van de
viervoetige Dieren , onder welke de mannetjes
altoos veel grooter en veel Herker als de
wyfjes zyn.
De Geleerde Lifter heeft opgemerkt dat
de Spinnekop knoopen aan de uiteindens van
die armen heeft van welke wy gefproöken
hebben., en die de Spinnekop dienen om haar
prooi tebefluuren .die' zy tuiïchen haare ny-
pers gevat heeft: het is aan het einde van deze
armen o ffprieten , dat hy een knoop Ontdekt
heeft die men aan die der wyfjes niet
ziet: hy heeft gedacht dat deze knoopen het
mannelyke deel o f zyne fcheede in de Spinnekoppen
met acht öogen is ; en dat zy beurtelings
de zelve werking in de paring verrichte.
De Heer Ly onnet r een groot Onderzoeker
der Natuur, beveiligt dit in zyneuitmuntende
aanmerkingen over de Godleerende In-
feólenkunde van Lejfer. Zie hier zyne eigen
woorden.
„ Deze knoopen zyn aanmerkelyker als zy
5, wel fchynen. Moogelyk zal men moeite
„ hebben om my te gel o o ven , wanneer ik
5, z e g , dat dit de werktuigen tot de voor t-
„ teéling in' de mannetjes zyn. Ik kan ecb-
9, ter verzekeren , als dit meer dan eenmaal
„ gezien hebbende , dat zékere foorten van
5. Spinnekoppen hier door paren., De man-
.3, netjes van dit foort hebben veel langer
„ beenen én veel dunder lichaam als de wyf-
3, jes. De Waarneeming van haare liefden s-
3, bedryven is een vry belachelyk fchouwfpel.
3, De een én' andere op haare .webben zittén-
9, de, naderen elkander.en met omzichtigheit
3, en met afgepajflê fchréeden : zy ileeken de
3, pöoten uit „ fchudden één wéinig aan het
3, web, en betalten eikanderen met het ein-
3, de van den poot, even als o f zy elkände-
3, ren niet: naderen durfden. Na dat zy e 1-
„ kanderen aangeraakt hébben, zoo 'wórden
H zy zomtyds door fchrik bevangen : zy la-
3, ten zich alsdan nedervallen, en blyven ee-
3, nigen tyd aam haare draaden hangen. Ein-
3, delyk krygen zy weder moed: ,-zy klimmen
3, weer naar booyen, en hervatten haare eer-
3, He haridelwys. Na dat zy elkanderen" een
3, geruime tyd,met een gelyke wantrouwèn-
3, heit van wederzyden' bètaft hebben , zoo
3, naderen zy elkahderen meer en meer , en
3, beginnen gemeenzamer te worden. Alsdan
3, worden dé \vèderzydfche b:etaflingen mee-
3, nigvuldiger en floütmoediger, alle vrees
„ verdvyynt ;- en eindelyk van gemeenzaam»
-,, heit tot g e m ee n z a a m he i t v o o 1; cg a a nd e ,ra a k r
,, het mannetje eindelyk in Haat -om depa-
„ ring'te voltrekken. Een der twee knoppen
van de fprieten , openen zich eens-
,, klaps , en even als door een fpringveder*
,, hier op vertoont zich een ontbloot wit lic-
„ haam; de fpriet kromt zich door een .boch-
„ tige beweeging : dit lichaam voegt zich
,, aan den buik van het wy fje, een weinig
,, lager als haar borflfchild , en verricht het
3, werk , waar toe de Natuur het gefchikc
„ heeft. ”
Wanneer men niet weet dat de Spinnekop-
pen elkanderen natuurlyk haaten , en elkan-
deren by alle ontmoetingen trachten] te doo-
den, wanneer haar oogmerk niet is om te
paren , zoo moet men zich over :de gSlige
wys verwonderen op welke zy haare liefdens-
bedryven verrichten : maar wanneer men het
grondbeginfel w e e t, ’t geen haar dus doet
handelen, zoo verdwynt de bevreemding; en
men moet zich-over de oplettenheit van de*
ze Dieren verwonderen ,yan zich met: blindelings
|ian een drifc o f een onbedachte Hap over
te geeven , die hen in hét verderf kan doen
Horten : dit is een les die zy aan den Lezer
geeven.
Zie daar een wyze van paren die geheel
zonderling is., en zeer veel van die gene ver-
fchilt dié alle dé andere. In fecten ons doen opmerken.
Hare zonderlingheit is(echter.geen
réden óm haar te ontkennen : de Natuur die
alzoo ryk als verfcheiden in haare voortbrengzelen
is , doet oïis ieder oogenblik zien , dat
zy tot dezelve oogmerken door duizent ver-
fchillende middelen weet tegeraaken.
• De Ouden zeiden , in navolging van /lri-
Jioteles , dat de Spinnekoppen achterwaarts
paarden en eenige latere Sc.hryveren 'willen
, dat. dit,, bui.k' tegens buik,.vgcfchied.
De Schryver van de Memorie over de Wa-
ter-Spinnekoppen, zectit, dat'hy aan het ach-
terHè gedeelte van het mannetje een gekromde
buis. opgemerkt heeft :. deze buis is
veerkrachtig*. Wanneer men haar .pplicht
om haar óp het borHfchild tc krommen,
zoo ontglipt zy de fpelde met welke. men
haar. opheft, en zy herneemt; haaren vóori-
gen Hand. Deze Scbryyer gelooft., dat deze
gekromde buis, niets anders als de fcheede
is; want men Ontdekt ’er een zwart werktuig
in. De gefleltheit van het deel dat het kenmerk
van het wy fje uitmaakt, is niet fwy-
felachrig'; dat gene dat het kenmerk van het
mannetje uitmaükt, is op verfchilleride wyze
! f
geplaatH. I k .geloof,, dat..men yolgenß de
Waarneemingen vän deze dOQiluchttge Na-
tüur-Onderzoekers, -denken kan , dat de wy-
Zè van paren zeer veel volgens de verfchijlende
foorten van Spinnekoppen onderfcheiden
1 'fjoe het mét deze paring pok zyn mag, alle
de foorten van Spinnekoppen .zyn eijerbarende
Dieren ; metvdit;onderfchéid:,, dat de
eene foort een grpote meenigte eijeren lecht,
gelyk de Tuin-Spinnekoppen , en die; gene die
men Hooiwagens noemt; en andere zeer weinig,
gelyk de Huis-,Spinnekoppen. Haare eijeren
zyn rond,, zy hebben de grootte van
Papaverzaden, hun, pmkleedzel is zagt , door-
fchynende ;en vliesachtig : zy verfchillen in
kleuren volgens de foorten der Spinnekoppen
tot welke zy behoor,en*
De Spinnekoppen: fpihnen noch een Zyde
die Herker is alsdié gene waar uit haar web
zamengeHelt is y om hane/eijeren in te bewinden
,. ten einde hen vóór de koude en de IpT
feélen te befchutten die hen verüiuden zouden.
Dc tonnetjes der onderfcheide lóor.ten v^n
Spinnekoppeh. verfchillen yeel in .gedaante en
kleur; zekere Spinnekoppen, fpinnen twee of
drie kleine bolletjes van een roodachtige kleur,
in welke haare eijeren bevat zyn : ,zy- hangen
haar taan draadén op , en zy zyn achter de
verdorde bladeren verborgen ; andere geeven
aan haare tonnetjes de gedaante .van een Peer
die zy aan een, 4 ^ ^ ''PHhangen--; w.ejder andej
re fpinnen kleine ronde tonnexjes die fehooii
wit zyn,' en- de grootte van een Er weet hebben,
men vind fien in.de bladeren die:dóór dé
Rupzeh ’gekrphit zyn.
De. Spinnekoppen bebroeden haare eijeren
niet, maar. zy hebben ’ ep.de- grootHe oplet-,
tenheden voor. Wanneer mep haar doet
vluchten, zoo vqerehzy.de,tónnetjes met zich,.
die‘de hoop van hare n^koqmel-ipgsfchap bevatten.
Zoo- ras de 'jonge n uitgekpomèp zyn |
'c geen ten .einde van een en twintig, dagen
gebéurt, beginnen zy .te fpinnen , 'en gröei-
jen .op een merkbare wyze. Zelfs * wanneer
zy nqch géén Vliegen aan tallen , pieemen zy
dagelyks meer,als hetdubbejt van haare grootte
toe, v zonder dat zy eenig mérkbaar, vpedzcl
gebruiken.
Van de Zyde der Spinnekoppen.
Men is , om dus te fpreeken, zoo veel erkentenis;
aan de yvérige Bprgefs ver.fehulciigt,,.
‘he in huhiie nafpöbringeü hes, aVgemeßpe;bjit
i betracht hebben zonder dat z y het geluk gehad
hebben óm in hunne oogmerken te 11a-
, g e n a l s aan die , welke met dezelve voor-
'uitzichtêia, hun, doelwit bereikt hebben. De
eerHe haddeja dezelfde meening: zy hebben
den weg aangèweézen ; zomtyds moet ’er
maar een Hap ,verder gedaan worden om tot
de yolmaaktheit te koomen ; maar deze Hap
.is v,oor de nakooiiïelingfchap bewaart. De
Heer Bon\ eerïle Prefident van de Rekenkamer
yan Montpellier, heeft in het jaar 1709,
aan de Akademie der Wetenfchappen • van
Parys, handfchÖenen en kouflen gezonden,
die van de Zyde der Spinnekoppen vervaardigt
waren. Deze kouflen en handfehoenen
waren zoo fraai , en byna zoo flerk, als die
gene die men van de gemeene Zyde maakt.
Zie hier eèn fchèts- van de wyz,e. op welke
hy deze Zyde'deed bereiden. Na dat de Heer
Bon, een groote meenigte tonnetjes van Spinnenkoppen
X dit zyn de kleine Zyde bolletjes
in welke de Spinnekoppen haare eijeren verbergen)
had by een vergadert, zoo deed hy
hen een-geruimen tyd kloppen , om ’ er al de
Hof-uit te dryven : men wafchte. haaf vervolgens:.
in laaiiw' water.. Mén liet haar in een
p ó f met water weeken *, ,\yaar in Zeep, Salpeter
,0 én een weinig/ Arabifche Gom ontbonden
was. Men liet alles twee o f drie
uuren kooken: men wafchte alle deze tonnetjes
vervolgens, weder , in, laaüw water , om
’éfi al. het zeepachtige naauwkeurig uit te was-
fcheh. Men liet,déze zyde drQpgèn :f,én deed
haar een weinig tuflehen d’e'vingeren, wryven
om' haar zagtÓtë dóen Vprdén:,. eti(^ii^.hjaaf
gemakkelykér ' te könneri kaarÓen.' Men geT
bruikte voor déze.Zyde veel fynder. kaarden
als voor de gemeene Zyde , en men bekwam
door deze .middelen een Zyde die een bevallige
gnaauwe kléuf had, w.elkè, haar, het muis-
graauw . geleek : men fpoh; haaf yeryolgéns,
en bereide ;’èr kouflen en handfehoenen van.
Déze Zyde neemt gemakkelyk allerlei foor-
ten: van kleuren aan.
Deze . ontdekking bood zich met een vry
gunHig voorkomen aan, en verdiende voort-
gezec. te worden. ‘ 'De Akademie . van Parys
benoemde de' Heéf,^f Rèaumur, en een
ander Lid , :óm dóóntd^kkingên van den Heer
Bon van nabyfté' AhCerzoêkenJ De. beroemde
itie 'R e d ü m j t r . , deed dit met zjmen gewoon en
yver ; maar hy bevörid dat dë webben. aèr
Spinnekoppen in ’t geheel niet in Haat zyn
om -be-arbëid te. worden, pip dat.’er de.draa-
dën veel té öhHerk yan zyn , ép.dat er ne-
A aaa 3 ‘ " ^ gciitig