en fchikt hen by wyze van een gewelf, met
hen door Zyde draaden , aan eikanderen te
hechten ; dit werk is met zoo veel naauw-
keurigheit gemaakt, dat men de plaats , op
welke het tonnetje zich bevind , niet onder-
fcheiden kan, als alleen aan den kleinen heuvel
, die dit gewelf vormt.
Men vind , in de maand Mey , op de Ei-
kenboomen, edoch zeer zeldzaam, een Rups
die zich van de boven fchors der takken, met
alle verbeeldelyke konft bedient, om ’er een
korfswys' tonnetje , van zaamen te Hellen; ’t
geen dus om zyne gedaante genoemt word.
Om een naauwkeurrg denkheeld van de wyze
te vormen welke de Rups volgt, om zich dit
korfswys tonnetje te vervaardigen, moet men
zich een korf verbeelden, die in de lengte
doorgefneeden is , welke de zak vormt, en
van welke men de beide zyden omgeboogen
h e e ft, in diervoegen , dat zy zoo veel als
twee vleugelen vormen, ter wederzyden een;
dit is de eerfte vorm die deze Rups aan haar
tonnetje geeft. Z y fnyd de opperfchors van
den tak a f , op de plaats op welkë zy haar
tonnetje plaatzen w i l , en neemt haar in ge-
lyke en vierkante ftrooken , welke v y f maaien
meer lengte als breedte beflaan , van de
onderfchrors weg. Z y plaatft deeze {trokken
ter wederzyden , naait, en op eikanderen
, in de gedaante van een rechthoekige
driehoek. De Rups vereenigt de twee
vleugelen met hen eikanderen te doen naderen
; en zy hecht hen , door middel van Zyde
, zoo volmaaktelyk aan een , van boven
naar onderen, dat de zaamenhechting het oog
ootfnapt. Z y fluit de opening die aan het op-
perlte gedeelte is , en zy bekleed de wanden
yan dit foort van korf met Zyde. Deze Ar-
beidlter die zoo luilterryk in haare voortbrengzelen
is , heeft geen uitwendige gedaante
die met haar vernuft evenaart: dit is een
ruige Rups., van een middelmatige grootte,
welkers hairen ros en in pluimen by een ge-
fchikt zyn; de kleur van haare huit, is geel-
schtig wit. Het is'aanmerkenswaardig, dat
haar rug yeel platter als die van de-gemee-
ne Rupzen is. Z y verandert in een Vlinder,
die een heldere graauwe kleur heeft;' De
vleugelen van dezen Vlinder zyn breed , zy
bedekken zyn gehecle lichaam , en breiden
zich nederwaarts , by wyze van een kap uit.
Men heeft vry Veel moeite , om de. tonnetjes,
op de takken te vinden , vermits zy dezelve
kleur hebben , zoo ziet men heti voor kleine
knobbels aan die op de takken voortkopmen.
Men vind mede op de takken der Wilgeboo-
men korfswyze tonnetjes, maar deze zyn alleen
van enkele Zyde te zaamengeftelt, en
die , fchoon zy meer luifter bezitten, echter
£oo veel vernuft niet aanduiden,
Rupzen die zich aan haare pooten ophangen
om zich in Popjes te veranderen. ’
Zekere foorten van Rupzen , gelyk de
Doorn-Rupzen , en vooral die zich op de
Brandnetelen onthouden , - en eenige gladde
Rupzen, fpinnen geeft tonnetjes voor dat zy
tot den Raat van Fopjes overgaan ; maar zy
hangen zich aan de pooten op. Alle de Rupzen
die zich aan ,de pooten willen ophangen,
hechten aan het oppervlak van het 'eene of
andere lichaam een zeker getal yan Zyde draden.
Op deze Zyde , fpinnen zy andere,
by wyze van een kleine krol, die de gekrulde
Zyde riabootft. Het is in het midden-van.
deze Zyde , dat de Rups haare tweeachter-
fte pooten vafthecht: zy laat haar lichaam
vervolgens nederhangen, het hoofd naar be-
needen , én blyft in deze Rand tot, dat zy
zich in een" Fopje verandert, De Rups bezit
de konft. om in deze ftrekking de buit af
te leggen die haar omkleed , zonder dat zy
echter ned_ervalt. Z y kromt haar.lichaam ,
en dóet , haar eerfte ringen opzwellen , . en
door deze pooging barft-de huit op den*rug,
naby den kop. Uit deze opening koomt de
helft van het Dier alleen vo o r t, en de Rups,
ontbloot het overige van haar -lichaam van
het andere gedeelte van het V el; het is in dit
oogenblik ,' dat het fchynt dat het Popje van
het vel van de Rups ontbloot zynde , neder
moeft vallen, De ringen van het Popje die
in eikanderen fluiten , nypen het vel ‘van de
Rups, en het hóud' zich op door de voortgaande
vafthouding*,. van den óenen ring tot
den anderen : ,h y doet dezelve tot aan den
ftaart opklimmen , en het, houd niet eerder
op mét het vel te nypen , waar door het on-
derfteunt word, tot dat hetdeszelfsftaart,die,
by wyze van een rasp gevormt is , vaftge-
hecht, en in het bosje Zyde geftrengelt.
heeft. Het laat alsdan het vel los : , liet
maakt eenige béweegingen , en draaid, zich
fond , om zich van het vel te ontdaan , ’c
geen het nevens zich heeft, en waar door
het belemmert word. Deze verrichting die.
een lange befchryving noodig heeft, is het
werk van een minuut: een oogenblik te voren
, ziet men een Rups hangen , en een
' óogenoogenblik
hier na , is liet een goudkleurig-
Popie Zit de Befchryving van Doorn-Rupzen,
op het woord D o o r n -R ü p s.
Rupzen die zich een Gordel vórmen,
* in Popjes te veranderen.
zich
De Rupzen van welke' wy hier voor ge-
fprooken. hebben moeten hangen , en de
kop nederwaarts geftrekt hebben , om haare
gedaante-verwifleling te ondergaan ; zie -’ er
hier andere , die ’ er niet toe geraaken kon-
nen, zoo zy den kop niet opgeheeven , o f
evehwydig met den gézicht-einder hebben.
Op wat wyze kan de Rups zich in deeze;
ftand onderfchraagen , wanneer zy haar vel-
ais Rups afgelecht heeft, en dat.zy in een
lichaam zonder leeden verandert is , die haar
zouden konnen vafthouden? De'Natuur
heeft haar in de konft onderweezen om hier
in te voorzien. Onder de klaffen der Rup-;
zen, die zich'een Gordel -vormen , onder-
fcheid.men drie foorten , welke een weinig
veifchilïen in de wyze om hem te vervaardigen
: maar-zy geraaken echter alle tot het
Zelfde oogmerk. De, Ko o l-Rup s , die wy
tot een voorbeeld zullen neemen , en waar
van men een_ Befchryving op het woord
Koól.-R-ups vinden kan , r- begint met -een
klein Zyde, Tapyt te fpinnen, óp de plaats
alwaar zy,zich zet, en ’t geen de lengte van
haar lichaam heeft. Z y maakt ’er haare poo-„
ton naauwkeurig in vaft , en zy begint vervolgens
te arbeiden om zich een band te
Vórmen, die offi haar lichaam gaat.- Deze
band moet zeer naauwkeurig vaftgehecht
zyn', en om haar lichaam een Gordel vormen',
die noch te vaft toegetrokken, noch
te los.is., Inderdaat, zoo by te naauw floot,
zoo zou by de Rups beletten , om haare oude
huit. af te leggen; wanneer hy te los was,
zoo zou hy haar lichaam te veel laten hangen.
De Rups mift niet, om dit vereifchte
midden te treffen. Vermits haar lichaam zeer
zwak js , zoo doet zy haar kop aan een van
haare zyden naderen, en hecht ter zyden van
zich , den eerften zyden draad vaft , en met
haar hoofd te buigen en over haar lichaam te.
draaijen , zoo maakt zy den draad, die uit
haar fpingaatje voortkoomt aan de tegen over-
geftelde Zyde vaft : zy verdubbelt vervolgens
dezen eerften .draad, en vervolgt deeze-
handelwys-, veertig o f vyftig maaien. Alle
déze Zyde draadjes met eikanderen vereenigt
aynde, vormen maar een' eenigen die men
niet als met veel oplettenheit, kan gewaar
wordem De Rups trekt haar kop vervolgens
uit dezen band , die alsdan zeer flap
fchyn t; en zy leeht ten einde van eenige
daagen haare huit op dezelve wyze a f , als
wy reeds befchreeven hebben : zy vertoont
zich onder de gedaante van een Popje , waar
van het lichaam meer in een gedrongen zynde,
-bygevolg mede meer middellyn beflaat;
en de Gordel o f band fluit zoo naauwkeurig,
dat hy voor het grootfte gedeelte , in de ringen
van het Popje verborgen is.
Üe Venkel-Rups , die het zelfde oogmerk
als de voorige tracht te bereiken , verricht
deze handel wys. ;op eenigzins verfchillende
wyze : zy heft.het geheele achterfte gedeelte
van haar lichaam op, en neemt de_ geftal-
te van een man aan die nedergeknielt is. Na
dat zy eenen draad aan haare eene zyde vaftgehecht
heeft, zoo verlengt zy hem , en on-
derfchra-agt hem door haare fcbubachtige
pooten, even als door twee armen ; en met
fpinnen vervolgende, zoo maakt zy hem aan
de andere zyde vaft: deze,eerfte draad is een
voorbeeld van alle de andere. Alle deze draden
op dit eerfte paar pooten vereenigt zynde,
gel-yken volmaaktelyk naar een ftreng Z yde,
die zagt en buigzaam is , en waar van de
draaden met eikanderen niet verknocht zyn,.
De konft van Se Rups vertoont zich alsdan
om hen over haar hoofd te doen gaan, en
hen tot aan haaren vyfden ring pver te fchui-
ven. Wee de Rups , zoo deze ftreng haar
ontglipt, o f wanneer de draaden verftrooit
raaken: zy kan geen nieuwe Gordel vormen,
om dat zy alleen de nodige ftoffe voor deze
bezit: haar leeven is ’er echter aan verknocht
dat zy opgehangen blyft. Wanneer zy hier
in niet kan (lagen , zoo blyft zy hangen , en
het is haar onmogelyk om in een Popje te
veranderen , zy fterft in haar oud vel , na
dat z y ' haare krachten vergeefch uitgeput
heeft. ,
R U P S , bygehaamt de C a s s i n i . Dit
is een der Rupzen die om den ftant in- welke-
zy haar leefcyd doorbrengen , aanmerkenswaardig
is. Deze, die men' gewoonelyk op
de Eikenboomen vind ,. heeft haar kop op>
den rug achterwaarts, overgebogen, en fchynt
den Hemel geftadig te befchouwen , ’t geen
haar de naam van dien Beroemden Man verworven
heeft, die alleen gebóoren fchecn ,
om de -Starren te befchouwen. Deze Rups,,
die van een middelmatige grootte is , heeft:
l i i a ' eea