wanneer het fchoon weder is, dat is te zeggen
, wanneer de zonneftralen die onzen
dampkring verlichten, door den tuflchen ftand
van de Wolken niet verzwakt worden, zoo
beeft de uitdamping van het water plaats, en
deze dampen verheffen zich met den rook
der fchoorfteeneri tot een zekere hoogte in
de lucht op, alwaar zy zich als Wolken vertonen
die eerft zeer dun zyn , vervolgens
meer dikte verkrygen, en êindelyk zwartachtig
worden ; zy zyn altoos het fpeeltuig der
winden, die de lucht beroeren. Het is wanneer
zy veel te dik zyn , of dat de kolom
lucht die haar onderfteunt , te veel gedrukt
word , dat de beweging ., op - een-h©ping ,
fchokking. en van een fcheiding der Wolken
plaats he.eft, en dat zy in droppen van meer
o f min grootte opgeloft worden , dit brengt
de verfchillende Regens voort. Zie dit woord,
dat van Z ee , en van Hemel * wateren, op
bet artikel Wa t e r .
Alle Natuurkundige Reizigers, befpeuren
de vorming der Wolken ligtelyk : het is genoeg
dat men in hét verfchiet :de plaats be-
fchouwt, alwaar zich de nevels der Rivieren
en Zee, en dë dampen die uit de fchoorftee-
nen der groote Steden voortkomen , naar toe
begeeven. Men heeft duizent malen ondervonden,
dat de W o lken , en zelfs de dik—
fte , die men aan den voet van een Berg ,
omtrent deszelfs top zadrby-een-hopen, en die
men vervolgens door ging om op den top . te
komen, niets anders als nevels zyn , gelyk-
vormig aan die gene die van tyd tot tyd , in
de vlaktens nederdalen. Volgens de verhe-
venheit o f ftreeken der lucht , waar in de
Wolken zich bevinden, is het water ’ t geen
’ er uit nedervalt 'dikwyls geftremt voor dat
het op de aarde nederkoomf. Zie op de woorden
Ha g e l en S neeuw.
W O L L E K R U ID , Verbascum. Dit ia
een twee-jarige Plant, die een fteel ter hoogte
van vier o f vyf voeten uitfehiet, en met
een foort van katoen bedekt is. Hare bladeren
zyn groot, zagr, katoenachtig, en aan
beide zyden wit. De bloemen zyn takswys
geplaatft , rooswys en fchoon geel : ’ er. volgen
eironde fchalen op , die in een punt eindigen.
Deze Plant bloeit in de maanden Ju-
n y , July , en Auguffus, langs de wegen.
De geheele Plant is -verzagtende , wond-
beelende en zuiverende. Hare bloemen worden
voornam en tiyk in de verzagtende garftewaters,
tegens de roodeloop, en het kolyk gebruikt:
hare bladeren geftampt en tot een foort
van zalf mee olie gebracht zynde, zyn uitne-
menc tegens de verfche wonden, waar toe zy
door de Boeren gebruikt worden. Haar gebruik
inwendig en uitwendig, is nuttig tegens
de bloedvloeiingen en de jeukingen'der
huic.-
W O L L E K R U I D - E E T E R , Goe-
dard zecht , dat de Plant die men Wolk-
kruid noemt, kleine Wormen , kleine Spin-
nekoppen , en een ander klein Dier voed,
dat nypers aan den kop heeft, die het. naar
zyne begeertens. opent en fluit. Deze Dieren
die op de bladeren van het Wollekrüid
voortkomen , verdelgen elkanderen op’ een
vreemde wyze. De Worm verftrekt de bpin-
nekop tot aas , en het Infeél dat met nypers
ge wapent is , en beide verflind , wacht geduldig
a f , tot dat zy met Wormen vervult
i s , hier na fnyd het haar midden door, en
verflind haar aanflonds.
W O L V IN . Dit is het vvyfje van den
Wolf:, zy draagt twee maanden., en. brengt
in eene dracht., v y f, zes, en zeven jongen
voort» Zie W ol f.
W O N D E R B A R E A A R D E ; Zie-,
D e l f b a a r M eel»
W O N D E R B O O M , Palma Chrifli..
Dit is een Heefter, wiens ftam en takken
even als riet zyn, en waar van de bladeren
naar die- van den Platanusboom gelyken; maar
z.y zyn veel. grooter en zwarter. De Negers
trekken uit deszelfs zaden , die men
Valjche Koffy noemt, een olie die van veel
nut in de Amerikaanfcbe Volkplantingen is,.
_’t zy om te branden, o f om het ongedierte
te' do oden, ©ff om ’er zich voor te wachten»
De Karaïbers nemen' ’er de huit in ilroken
af, en gebruiken haar als een middel tegens
de hoofdpyn, zy maken deze bladeren heet,
wryycn ’er het fmertelyke deel mede, waardoor
zy verligting bekomen. Men verzamelt
deze vruchten in November: zy openen
zich van ’t zelfs in de Zon. Wanneer
men ’er den olie met voorzorg uitgetrokken-
heeft, zoo bedient men ’er zich als een purgeermiddel
van. Acht groote zaden van dit
boompje, geftampt, en in een glas heet wa^
ter afgetrokken zynde, ’ t geen men vervolgens.
gens door een zeef laat gaan , zyn een middel
’t geen men de Negers tegens de koorts
iugeeft. • ' •
Men geeft mede de naam van Palma Cbrifti\
aan den wortel van een foort van-Orchis-of
Satyrion, die de gedaante van een geopende
hand heeft.
W O N D K R U ID , Vulneraria rufiica....
Deze Plant groeit óp de bergachtige , onvruchtbare
en zandachtige plaatzen , en in
de krytachtige Weilanden, die voor de Zon
blootgeftelt zyn. Haar wortel is enkelvoudig,
lang, recht , houtachtig en zwartachtig.
Hy fchiet fteelen uit die omtrent een voet
hoog, dun, rond, wolachtig, en een weinig
roodachtig zyn , en ter aarde liggen : hare
bladeren zyn by paren langs een enkelvoud
dige rib gefchikt, die in-, een eenig blad ein-i
divt, gelykvormig aan die der Gekenruit^,
maar zy zyn veel meigaehtiger, wolachtig
en witachtig aan de onder zyde , en geel-,
achtig groen aan dc boven zyde, hun fmaak
is zoet, en met menige fcherpheit igemengt.
Die gene die de bloemen onderfteunenzyih
véél breeder als de..andere , langwerpig -en
vliesachtig,. De bloemen komen in de maand,
Mey en Junyaan de toppen der takken voort*,
zy zyn in trosjes by een gefchikt, peulswys,-
geel, en worden ieder door een pypswyze
kelk onderfteunt, deze is opgeblazen, wolachtig
en zilverachtig. Wanneer de bloem
a'>evallen is , blaaft deze kelk zich noch
meer op, en word een blaas die een vliës-’
achtig zaadhuisje bevat, ’t geen ge won el yk
met een o f twee rgeelachtige.; zaden vervult
is, die in de maanden July en Auguftus ryp
worden. .
Dit Wondkruid in de Tuinen aangekweekÉ
zynde, brengt een verfcheidenheit van witte
bloemen, voort; de geheele Plant is wond-
heelënde, genezende., nuttig om de . verfche
wonden tejgenezen, wanneer zy geftampt
is , en by wyze van een pap opgelecht
word.
W O N D E R - T A R W. Dit foort van
Tarw die men mede Smyrnaafche Tar.w\ o ï
Overvloeds Tarw , o f Tarw der Foorzien.ig.*
heid noemt* brengt behajyen de voornaam-
fte air, noch zylingfche airen voort., ; Vani
zeven ponden van dit graan , beköomt men
vier hondert dertig ponden graan; waar van
men goed brood bakt; maar dit zaad .flaagc
alleen in gronden die welgemeft en wjflbpbouwt
zyn, om dat het veel voédzej, nodig
■ heefe;; Men. zaait .dit graan in den. Her-fft.
Maar wanneer .het in Maart gezaait word,
als .het wéér. gunftig word,- dat. is te zeg-r
gen, wanneer het warm en vochtig is ;
zoo .levert het meer uit als het Zorgzaad
dat men in' de Lente zaait. De Wonder-
Tarw heeft ten naaften by dezelve groote
als het Zorg^Zaad; maar zyn gewicht overtreft
omtrent een twaalfde gedeelte dat van
den gemeenen Tarw.
W O R M , Vermis. Onder alle de klas?
fen der Infeéten heeft men ’er geen dat tal-
ryker als die van dit foort van Dieren is;deze
Infeéten zyn , om dus te fpreken , door de
geheele Natuur gezaait, Eenige^zyn, ons
van groot nut, gelyk de Zyworm: wy. zyn
mo gelyk van het nut van een groot aantal
foor ten onkundig, en wy zien de wezen t-
lyke onheilen , die een groot getal andere
veroorzaken, gelyk de Lindworm , enz.
• De Wormen zyn in ’ c algemeen kleine
kruipende Infeéten, die .nóch-beenderen noch
wervelbeenderen-hebbeni en die, .gelyk, alle
andere.dieren , door middel ■ van 9e. voprt-
teéling voortkomen. Zy komen in.demcnr
fchen , in de land- en waterdieren, in; alle
-fobrten van planten ,, in de fneéiiw_ zelfs ,
•en- in een menigte andere zeifftandigheden
voort*
Onder die,.gene die op. dè,planten aafen,
en die de Natuurkundige Plantarii noemen;
taften eëriige alleen de boomën,, andere,'de
vruchten, andere de peulvruchten andere
de granen, en weder andere de kruiden aan.
Onder die gene die de bomen alleen befchadi-
gen , en die men Arbor.arii noemt; bemu.-
.nen eenige het hout, andere de ichörs,, deze
-de bladeren,. gene de; bloemen ^ en eeni-
:ge de vruchten. Iedere boom,.;zecht men,
heeft een by.zo.ndere. Worm, en dus mede zyn
fchors , zyne vruchten , zyne bloemen en
bladeren. Iedere Plant voed mede haar Worm.
Het koren heeft de Kalanders. q£ Korenwormen
; de moeskruiden , de geneeskrachtige
kruiden, en de welriekende kruiden , voe-
ffen1 .andere wormen met haréc fappen* Ee-
-nige leven alléén in de Men fchen , andere
•in de Viervoetige Dieren, en in zekeredee-
lèn van dezelve-; deze in de ingewanden der
Paarden , die in den neus der Schapen ;
eenige in het Strottenhoofd der Herten ,
andere -óp den rug der Hoorndieren , renz.
Defteenen, zecht men, zyn zelfs niet be-
R r r r r '3 vry-d