der Waldenzen , verfchafc thans de 'gröotRe
en fchoonRe Rukken RotskriRal. Men vind
zomtyds eenige Rukken in de Rivieren , die
door de. afïlrooming van het water rond geworden
zyn ; de KeiReenen van Medoc, en
die geene die men in den Rhyn vind fchy-
nen in het zelfde geval te zyn..
Men giR met veel waarfchynefykheit, dat
het RotskriRal de grondflag van de Edele Ge-
fteentens ^ is* Zie dit woord , want zy ver-
lchillen 'er maar alleen door de hardheit van*
Dus geeft men h etw an n eer het gekleurt is,
.^e naam. van dat foort van Edel-GeReente,
naar welke het gelykt , met ’er den bynaam
van Valfcb by te voegen.' De KqnR maakt
van het RotskriRal gebruik., om de Edele*
GeReentens na. te bootzen. Men doet het
door behulp van een vaR Alkalyn, Zout en
Dood fmelten en men voege ’er kleurende
Roffen b y , die gefchikt zyn om ieder foort
van Edel-GeReente dat men nabootzen wil.
Het is in. de Glaskdnft van Neri, die met aantekeningen
van Kunckel. uicgegeeven i s , dat
men de handelwyzen leeren kan., om in dit
opzichte 9 de KonR byna de Natuur te doen
evennaren:. dit foort van door konRgemaak-
te Edele-GeReentens , worden Krifiallyn-
glasy o f helder fmeltglas genoemt:. men kleurt
het KriRal mede koud en warm, door de Lappen
der planten., die in brandende geeRen
ontbonden zyn : deze KriRallen wórden ge*
kleurd o f gefbhildert KriRal genoemt-
R O T S R O B Y N , Ruhinus rupium. Men
geeft dezen naam aan een foort van zeer har*
de GranaacReen, die een fchöone roode kleur
heeft, en met violet o f blaauw gemene is*
Zie G r a n a a t s t e e n ..
D T S S L A N G , Saxatilur. Dit is een
Arrikaanfche Slang, waar van het mannetje
en wyfje door Seba, in zyn Tfaef. II. Tab.
37. n. 1. 2. afgebeeld is. Deze Slang
voed zich^ met Kikvorfchen en Padden : zy
verbergt zich in de Spieeten der Rotzen, om
haaren prooi beeter te konnen befpieden en
te betrappen.
Het opperRe van haar lichaam is , fchoon
bruin., t geen lichter naar den buik word,
waar van de witachtige fchubben , die dwars
geplaatft z yn , in een bevallige order gefchikt
zyn, zoo ook- die van den rug , welke de gedaante,
van. een fchuinze ruit hebben. Haar
kop. is. met. een bleek geel fchild gedekt, ’ t
geen, een zwartachtige. en in de lengte loopen^
de ftreep heeft, die, door drie andere ftree-
pen', dwars en kruiswys , gefneeden word •
haar bek , is met zeer kleine tanden gcwi
pent: , ' ..... . . .' 6
De wyfjes Rotsflang verfchilt alleen van
het mannetje door eenige zeer ftnalle ftree-
pën o f ftraalen , die zy van afftand tot af.
ftand , tot aan het midden van het lichaam
heeft; de andere tot aan het uiteinde van den
ftaart, dife in een punt eindigt, is alleen niet
ruitswyze fchubben bezet.
R O T S S T E E N E N . DeSteenkundigen
drukken door dit woord Steenen u it , die
zeldzaam enkelvoudig zyn, en die doorgaans
door een byeen voeging van twee,, drie of
meer Steenen , gevormt .worden; deze bezit:
ten verfchillende trappen van hardheit, on-
derfcheide kleuren en- eigenfebappen; deeze
Steenen yerfchillen onderling niet van elkan-
deren, als door de deelen, die ’er de overhand
in hebben. Z y zyn in ’t algemeen in
het uitwendige én inwendige ón.derfehciden;
eenige zyn fchilveracbtig en andere korlach-
tig , en zy vertoon en. zich nooit, .glad. en ge-
lyk : zy zyn gewoonelyk bndóorfchynent,
geeven zomtyds vuuruit wanneer zy met het;
ftaal geilaageh word, enz. uien vind hen dan.
eens in lagen o f groeven, én op andere plaat-
zen- vormen zy geheele rotzen in de Bergen;
gelyk men zulks fn Dalecarlie,. en inrDuitfch-
land, naby Freiburg zien kan. . Deeze Stee.
nen bevinden zich niet los en alleen «Is?door
toeval: men vind inwendig in dezelve ‘.een
merktekenen van veffteeningen, noch ftoffen
die vreemd aan het Ryk-der Mineralen , en
zelfs niet aan de'clafle der Steenen zyn : dit
heeft eenige Natuur-Onderzoekers, overge-
haalt,, om dit geflacht van Steenén•, alsoor-
fpronkely-ke en, van alle óudheitman weezig
te befchouwen..
Het grootje getal der Steenen- die in die
geflacht begreepen zyn, worden in de, Sohrv-
veren door de naam.en van Porphyr en Granaat
beteekent;_ eenige plaatzen ’e r üè Jaspis;
mede onder , die men echter thans giR, dat,
gelyk mede de Egyptifche KeiReen , een1S
i?
lex is: zie. dit moord en-dat van Jaspis. Men
ziet uit het voorgaande, dat 'de RotsReenen
in eigenfchappen yerfchillen, volgens het
foort van Steen, uit welke zy zaamengeRelt
zyn.
Behalven de RotsReenen die wy tot een
voorbeeld opgenoemt hebben , onderfcheid
men.de grove RotsReenen noch ,, welke on*
" door^
doorfchynent en zandachtig zyn , zomtyds
/zyn zy mede, groenachrig o f met Mica ver-
” vult: men bepaalt hen volgens de Roffen die
er de overhand in heeft, hier om zecht men
alsdan Micaachtige Rotsfieenen, wanneer.’er
Spath in bevat is , noemt men hen , Spath-
achtige Rotsfieenen; zoo het Quartz is, Quartz-
■ achtige Rotsfieenen^ en zoo het zand is, Zandachtige
Rotsfieenen, enz. , Het is ons onmo-
gelyk om.het getal der verfcheidenheden der
Ro,sfteeneu op te tellen, vólgens:,het geene
. wy j f j van gezien hebben in onze Steenkun-
di^e nafpooringen in alle de Bergen, die den
Rhyn boorden, van den Berg St. Gothard af,
tot by, Keulen , als,mede op den Berg Jura,
. en op het Alpifche e,n Pyreneefche Gebergte,
enz. Zy veranderen door toevallen in een
.Berg: § Zie myne Mi-néraalkunde , het 31fle
geflacht, f Alles wat wy hier konnen zeggen,,
is., .dat de RotsReenen deeLen zyn, die
de ketenen Bergen mede uitmaken ,. en dat
men enkelvoudige , en'zamengeRelde heeft;
dé Myn werkers zeggen mede, dat men ’er
'woefte heeft; dat is te zeggen , van welke
de order der lagen o f Roffek die hen zamen-
.Rellen, ‘ geheel verwart is : : zie M e t a a l -
ADEiEN , en de waarneeming die aan het
einde van het artikel H o o r n s t e e n , ge-
plaatR is.
\ R O T S V O G E L , Avis Charadrios,. Dit
-i-s eep Nachtvogel, die. zich. aan de oevers
..der wateren, onthoud : hy heeft de grootte
wan een Pluvier,.' en een lange, en dunne bek;
•men ziet deze Vogelen meenigyuldig op de
Bergen,van Lapland.
. R O T T E N K R U ID , Aïfenicum* -Dit
:is een-zwaare, vlugge ,. by uicRek brandende
en bytende zelAbilidigheit; ,’t geen haar
een der geweldigRe vergiften doet zyn.
Het Wit Rottenkruid, ’t geen men nieede
-enkelvoudig Rottenkruid noemt, is, om ei-
gentlyk te fpreeken, niets anders als een me-
itaalachtige kalk , die wanneer zy met een
brandbaar lichaam vereenigt is , de Regulus
van Rottenkruid vormt, , ’t geen een wezent-
-lyk halfmetaal is. De Metaalachtige Kalk,
.van het Rottenkruid heeft zonderlinge -^igen-
.lehappen , die het eenig in zyn foort maken.,
.en over welke de Heer Macquer,, nafpoorin-
•ten ,gedaan heeft, ,welke men in het Woordenboek.
der Scheikunde vind., naar welk wy
wyzeni, ten.opzichte van alle onderwerpen.
dic.tQt;dè- Scheikunde, behooren..
Het Rottenkruid.maakt alle Metaalen bros
eii/breukig met welke het zich vereenigt,zoo
men ’er het Tin van uitzondert, dat, wanneer
het ’er mede vermengt is, hier door veel
harder en moeijelyker om te fmelten word.
Het verfchaft het Koper de witheit van het
Zilver , ’t geen tot'zoo een hooge trap is ,
dat ’er de Valfchemunters, misbruik van gemaakt
hebben.
Het Rottenkruid bevordert de fmelting van
verfcheide weerfpannige Roffen; dit is de reden
waarom men het tot de zaamenRelling
van verfcheide kriffallen georuikt, aan welke
het veel zuiverheit en witheit geeft, ten
naaRen by gelyk de Borax. Zoo de hoeveel-
heït die men ’er by voegt een weinig te groot
is , zoo worden deze KriRallen veel fpoedi-
door .de werking der lucht befraet.
Het Rottenkruid en z.y-nen Regulus o f Ko--
ninkje, konnen-zich met verfcheide Metalen
, vereenigen, men voegt hen hier om by zekere
zamenRellen , gelyk het wit Koper , o f de
witte Tombac, en in de me taaiachtige zameh-
Rellen van Kopér en Tin , die men tot de
Brandfpiegels gebruikt.
Het Rottenkruid is een der bytenRe vergiften:
zy dié ’er mede vergeevên zyn, worden.
door brakingen, koude zweetingen, Ruïp-
trekkingen , en anderë toevallen aangetaR ,
wrelke van de dóód gevolgt worden, zoo men
niet fpoedig hulpmiddelen ingeefc. De beRe
middelen zyn Olie en Melk; mögelyk'zou-
der de oploflèndë en Alkalyne Roffen , gè-
lyk men in het Woordenboek dér Scheikunde
zecht, nuttige * uitwerkzelen voortbrengen ,
om dè eigenfehap die het Rottenkruid bezit',
om zich inzekervoegen , met deze Roffen te
vereenigen, en ’ er geenflachtig mede te worden.
Men kan gemakkelyk ontdekken , o f een
Roffe met Rottenkruid vermengt is : men
behoeft maar een weinig van het geene in welk
men dit vergift vermoed , op een gloeijende
fcliop te werpen , en ’er zal zich aanRonds
een lookreuk doen gewaar worden, wanneer
het ’er in bevat is.
Het Rottenkruid dat men in den Koophandel,
heeft, word in Saxen in de groote bear- „
beidihgen verzamelt, welke men ’erde Kobalt
doet ondergaan, om ’er het Aziiurbiaauw uit
te trekken..
R O T T E N K R U ï D - A A R D E , Terra
Arfenicalis.. Dit is een foort van zagte,.
graauwachtige o f blaauwachtige Aarde , die'
Hh h 8 eem