behor’en-rnede tot het zamehHel'van detl pyn~'
Hillénde Balfem.
Men vind in Brazil. een. Pad:,, welkers buit
helder rood en gekorrelt is, ’t-geen haar even.
als met paarlen doet bedekt fchynen. Haar
kop is byna driekant, even als een Prieflers
muts', die met fpitze franjes bezet is , en tén
naaHen by gelykvormig aan een, Bifïchops
myter. Hare oogen zyn vol vuur; haare huit
is bruin rood ;, hare poten zyn geparelt en
hare nagelen getant. De Virgin iaanfche Pad
is niet minder aanmerkelyk : zy is wanfcha-
pen, heeft hoornen en doornen , en franjes
aan de. poten : men vind hier mede de Pad
Acephalus , die gevaarlyk is. Haar kop is.
byna met haar lighaam vermengt.
Die van de Goudkuil, en de Surinaamfche
zyn van een wanfchapen grootte : die gene
die door de Amerikanen Pipal, o f Pipa ge-
noemt worden, zyn zeer beroemt onder de Natuurkundigen
, om dat derzelver wyfjes de
jongen in hare huit en op den rug voorttee-
len; ’t geen byna tcgens den gewonen loop
der Natuur ilryd. Z y hebben een foort van
o o^ n op den rug, ’c.gee.n zoo veel .eyeren
zyn met hunne fchaal omkleed; deze eyeren
zyn diep in het vel in.gedru.kt,? en met,,een
vleesachtige koril overdekt, die een geeïach-
tige roiie en blinkende kleur heeft; de tus-
fcnenwydtens tuilchen dit foort van oogen is
met kleine heuveltjes bezet, welke naar paarlen
gelyken-, De zwarigheit beilaat hier in,
om te begrypep, hoe dat het zaadvocht van
het mannetje door-den beenachtigen rug van
bet wyfje dringen kan,.om ze, te bevruchten:
deze zaak is verwonderenswaardig, en geheel
buitengemeen-. De Negers in- Amerika
houden de dyen van de mannetjes Pipa voor
een by uitilek aangenaam gerecht. Deszelfs
zwadder en pis veroorzaaken droevige toevallen,
zoo* als mede deszelfs bloed ingeno^-
men zynde.. Eenige booswichten vergiftigen
in dat land, die géne die zy willen on>
brengen, met het poeder van dit foort van
Pad.
A lle de Padden verfchillen- onderling in
grootte en kleur, die volgens het weder ver-
-fchilt, zy verfehillen mede in de gedaante
der popten, en door de, vergiftige kracht van
het vocht dat zy uitwerpen. De gevaar! yk-
ite. is de groenachtige Pad;.voor ’t overige
zyn alle die gene dié zich aan de voeten der
oude müiiren onthouden gevaarlyk: zy maken
holen op dezelve wys als de mollen ;
vooral in. de. Hallen en kelders :.zy verwoeflen
de Aaafdbeziënhédden: :in de tuifoen. ' De
Tuinlieden verdryyen haar met oud-, leder te
branden.
P A D D E S T E E N , Bufonites. Dit \ is
een verHeende vifchtand, men heeft ;hem de
naam yan Paddefleen gegeven om dat mei\ger
loofde,, dat hy zynen.(poriprong yan de .Padden
ontleenden. Een naauwkeuriger onderzoek
der Natuur heeft geleert, dat het wezen
tlyk een maaltand van den Goud - Braajfm
o f van een Braziliaanfche vifch is , die men
Knorvifch noemt: men bewyfl dit door de
qverëenkomH der gedaante. De geheele* inwendige
oppervlakte van de kaken van den
Knorvifch, is even als met knobbels van een
ongelyke groote bezet,, zy Haan naaft elkan-
deren , en zyn zoo veel tanden; zy zyn-inwendig
ho l, en vry dun. Wanneer zy yer-
fleent zyn, zoo geeft men aan de grootfle,
de naam van Paddefleenen, en aan de..klein-
He die van Slangen-oogen. De Paddefleenen
zyn uitwendig glad; men heeft ’er die geheel
rond.zyn; eenige zyn graauw, andere ros ,
bruin, wit, zwart, o f groenachtig; zommi-
ge hebben gekleurde vlakken.. De PaddeHeenen
wierden voörmaals, als draagmiddelen 'gedragen
; maar men heeft reeds zedert lang
geen vertrouwen in derzelver ingebeelde
krachten meer geflelu,
P A D D E S T D E L , K am p e r n o e l j e ,
D ui v e l s b r o o d -, Fungus,., P i t i s e e n g e -
flacht van planten, waar van de verfchilleh-
de foorten een. voetfleeltje hebben, da&een
hoofdjé onderfleunc, ’t geen aan de boven
zydc bol,, aan- de onder zyde. h o l, ep ze'ldr
zaam aan de bolle zyde ge voort is-,; - het js
aan hólle zyde gebladert, of pypswys , - dat
'is- te_zeggen met kleine buisjes bezet...
. . Dit foort van plant, moeto.nzc nicii.wsgic-
righeit door derzelver zonderlingheden, ^by.-
zondere kenmerken, en de buitegemeene fpocd
met welke zy groeit opwekken., lie t is van
des te meer aanbelang, dat/men ’er- de foor--
ten van onderfcheiden kan , om,dat eenige in
de Geneeskonfl en andere in de Kon Hen gebruikt
worden;, tot 'deze behoren de Wolfsr
veeften, het Eikenzmam, en dat van den Lorkenboom.
Zie. A g.a r ik d e r .E ik e n .
De andere, foorten yan PaddeHoelen in tegendeel
, zyn. o f zeer 'hevige vergiften , o f
verdagt van zulks zyn ,.fchoon zy tot een aangenaam
gerecht verflrekken.
Het. foojt der planten, met welke de Pad-
' dedefloelèn
hat- mëefle overeen komen, • zyn^
volgens de waarneemingen van, den Heer de
yujfieu ^de LicbenS y waar■ van men een foort
heeft,, dat. op. de Kanarifche Eilanden en in
de Noofdfche Landen groeit,. en waar van
nieh menigvuldig gebruik maakt , tót-het za-
menflel der verfHof die méxisOrfe.ille noemt.
De: PaddeHoelen hebben :gelyk de Lichens
geen Helen, takken o f bladeren; ;zy komen
gelyk-cieze op de Hammen der bomen, Hukken
verrot ■ hout, en op de deelen van alle
foorten van planten voort, di,e tot mefl vergaan
zyn,:en zy trekken ’ er haar voedzel uit:
zy gelyken haar mede door haaren fpoedigen
aangroei, en door de gemakkelykheit met
welke'het grootHe gedeelte droog word, en
-in het water deszelfs vorige kracht weder ver-
krygt. Men heeft èindelyk tuflehen de een
en. andere,- een gelykvormige wyze- om hare
zaden voort te brengen. Deze .overeenkomfl
is van dies :te. me er aanbelang, om den aart
van- de PaddeHoelen te leeren kénnen , om
dar eenige oude en. latere Schryveren haar
niet als planten,• maar alleen .als’ uitwas-
fchen befchouwen. Wanneer men hare zelf-
flandigheit, werktuigelyk geflel, en verfcheï-
denheden , maar eenigzins onderzoekt., zoo
zal men niet langer twyfèlen dat zy wézent-
lyke planten zyn..'..
De betoging hier van is- volledig^geworden
, door;de:0-n*td-ekking die. Micbell van de'
bloemen en zaden inde verfcMHen.de foorten
gedaan heefu Men kan echter de PaddeHoelen
in twee rangen verdeel’èn , waar' yan de
eene alleen zaden-, - en de andere zaden en
bloemen vóórtbrengen. Die gene die alleen
zaden dragen, zyn de eigen tlyk, gezegde PaddeHoelen,
faPorieachtige, de Èoornapbtige,
de Moriljes, de^ Fongoïdes , de Wolfsveeflen•,
de Agarikkett,: de .Corallefungui en de Truffels.
Zy die zaden en bloemen voortbrengen,
zyn de Typboides en de Llypoxilons. De zaden
doen zich door het gevoel., by wyze van
,een meel, in de PaddeHoelen opmerken.,
welkers hoofd gebladert', aan de boven zyde
is , vooral wanneer.zy beginnen,te verderven:
mèn word dezelve vooral door middel van
een vergrootglas gewaar, in de. plaatjes van
die gene, die aan de randen. zwart zyn: men
vind hen onder de gedaante van een- Hof,,
in die geene die men Wolfsveeflen noemt.
. Men heeft weinig planten die meer ver-
fcheidenheden in groptte , hoogte , uitge-
br.eidheit en verfchil van kleuren der groeien
en. hoofden vertaonen,, als. deze doen.
‘ Men kan-een algemeene en zeer gewichtige
verdeeling van de PaddeHoelen maken, met
. haar in Jchadelyke Pa.ddefo.elen , en Paddt-
foelen die goed om te eet en zyn, te onderfchei-
.den: het is hier in dat de dwaling zeer fcha-
delyke7gevolgen heeft: de proeven die men
op die;gene genomen heeft, die de befte hoedanigheden
bezitten, zyn niet voldoende om
ons van hare heilzaamheit te verzekeren.5.
want dïe gene die men met vertrouwen ten
opzichten van haren goeden fmaak eet, wor- ^
den ligcelyk gevaarlyk, of. om dat zy te laat ‘
geplukt, o f door den aart van den grond, in
welke zy gegroeit, o f door het fap met welke
zy zich voeden , o f door de nabuurfchap
van die gepe die verrotten, o f om dat zy by
toeval yergvftigt zyn.- Men moet niet als met
zeer veel gematigheit van die gene eëteh, welke
alle de vereifchte hoedanigheden van ge-
zondheit hebben om dat harén fponsachti-
gen aart haar zeer moeijelyk om te verteren
maken. ,
De nadeelige en ■ zelfs dodelyke toevallen
die de kwade PaddeHoelen veroorzaken , zyn
vooral de brakingep ,'benauwtheden, opfpan-'
ningen van de maag en onderbuik, fnydingen
in de ingewanden,, geweldige dorit, hai'tpyn,
buikloop, bezwyming., hik, een-beving door
byna alle de leden van het lighaam,het koud-
. vuur én de dood. Uitgezondert de twee laat-
He toevallen, heb ik zelfs ongelukkiglyk alle
de andere beurtelingfch ondergaan, op een
. reis door Engeland.. Hoe is het mogelyk dat
een afbeelding van diergèlyke noodlottige
toevallen , noch niet bekwaam is , om ons
een afkeer vooreen fpys in te boefemen, die-
door de welluH alleen uitgedacht is,, en zoo .
na aan het dodelykHe vergift grepH; vooral
daar men nooit volkomen zeker is , dat men
van gezonde eet , om dat hare gedaante be-
driegelyk is , en dat men behalven. dit, noch
afhangt van dé onkunde en onachtzaamheit
van die gene ,. die hen i-n zamel en. o f gereed
maken..
Hoe het ook zyn mag de PaddeHoelen zyn
een gerecht dat by de Oude lekkerbekken r
zoo hoog als by de hedendaagfclie ge waardeert
was.
Vermits dé. weHuHHerker als dé vrees voor
het gevaar is ,, zöo heeft men ’er een konH van?
gemaakt om de PaddeHoelen op bedden van
meH,. en zelfs in het open veld anntekwekem
Mén doet haar in allé jaargetyden in dé tuinen
voortkomen. Hier toe lecht men in denmand
Juny , bedden van meH aan welke:
F f % paat