wanneer zy gefmolcen, en vervolgens in
een vorm gegoten zyn : de Lapis infernalis
vormen, die nuttig is om het wilde vleefch
weg t-e byten*
Schoon het Zilver zeer fmeedbaar is ,
zoo is het zulks noch veel minder als het
Goud, Het heeft mede minder byzondere
zwaarte ; de vierkante duim z ilve r , weegt
zès oneen, v y f grollen, en zes en twintig
greinen. Men trekt' draden van het zilver,
met-het door een Draadtrekkers plaat te
laren' gaan , tot dat het-minder dikte als
eên hoofdhair heeft; men noemt d it, Zilverdraad.
-Deze dradén tufïchen twee rollen
geplet zyhde , geeft men de naam van
Geplet Zilverdraad: men wind her om Zy-
d e , door middel van een meülen ; men
noemt hét -alsdan , G'efponne Zilverdraad :
men gebruikt het mede , geplet zynde , tot
de* borduurwerken : het- is alsdan ,. dat het
zich in zynen vollen luider vertoont.
■ Eenige' Bedriegers^ trachcen zómtyds om
het Zilvér de kleur \mn het Goud te gee-
ven , :’t ;zy 'dat-Tiet tot draden getrokken ,
geplet ,- gefponnen , o f tot blaadjes geflagen
is , met; het"voor dén rook bloot te dellen,
Deze bedriegefy-is in Vrankeryk verbóden
op één boëte van twee duizént li-
Vrés, en de verbeurténis van het Zilver.
Het Z ilv e r 'to t dunne- blaadjes1 geflagen
zynde , word door de Verzilvers en Ver-
gulders^gebruikt; Hunne kond bedaat hier
in , dat zy de blaadjes, ’t zy öp metalen
o f andere doffen, gelyk hout, fchelpen o f
jdeenen leggen. In het eerde- geval maakt"
men van het vuur gebruik , om dé dukken
heet te maken , en van derkwater, om hen
te reinigen , . om dat de blaadjes- zilver ’er
naauwkeurig op hechten zouden. Wanneer
men eenige andere doffen verzilvert, zoo
bedient men zich alleen van lymerige doffen,
die in ftaat zyn om de blaadjes zilver
vad te houden.
De fhippers van hët bladzilver , worden
door de Schilders en Verzilvers gebruikt:
z y gebruiken het om te fchilderen, en men
noemt het Scbelp-Zilver.
Z I L V E R S C H O O N , G a n z e r ic h ,
Z i l v e r k r u id , Argentina ó f Potentilla.
Dit is een langlevende Plant, die zich niet
hoog boven de- aarde verheft. Hare bladeren
daan tegens over elkanderen aan den
d e e l: zy zyn getant, en met- kl'eindere
blaadjes vermengt ■: zy zyn groen aan de
boven zyde , en met kleine zilververwige
hairtjes aan de onder zyde bezet. Z y hebben
een grasfmaak , die eenigzins zoutachtig
en zamentrekkende-is , en maken het
blaauwe 'papier rood.' De bloemen zyn
geel en rooswys gevormt : de .vrucht heeft
de gedaante van een rónd hoofdje , ’t geen
met verfcheide kleine,zaadjes bedekt is.. Z y
bemint de vochtige pjaarzen langs de heggen.
Hét Zilverkruid is. zamentrekkende,
Wondheelende en zuiverende. De&zelfs,overgehaald
water is goed voor de lopingen der
oogen, de verbrandheit van het: aangezicht.
Men dampt h e t, mét Zout en Azyn , en
men lecht het op de pols o f tegens de voetzolen
in ;de verheffingen,der koores, .diehec
zomty-ds. verzagt, en zelfs zomtyds geneed.
Andere dampen het. met zout , en leggen •
het tegens de voetzoolen om de.zinneioosr
heit te genezen , ’t geen het uitwerkt met
het bloed te verdikken , t en de. rondvloei-
jtng; door deszelfs vitrioolachtige_ zouten te
vertragen. Het afkookzel ’er van met een
weinig, aluin ge mengt zynde , geneefl; de
huig. Met azyn-gekookt zynde ,. maakt het
de losdaande tanden weder vaft, door het.
tandvleefch zamen te!.trekken. .In, Engeland
, ee ten zomin i ge Lieden.-de wortel en van
deze Plant: zy hebben <een zoete fmaak ,
die met die .van de Pindernaken , overeen
koomt,
Z IM B I S of Z IM B O S . Dit is de
naam van een klein foort van eenfchelpige
Schelp ,• die men op het.- Eiland Saaiida ,*
in het Koningryk Angola vind, en tot een
geldfpecie verdrekt. De Vifïcherei van de
Zimbis, zecht Merolla , was oudstyds, een
recht, dat de Koningen van Congo , voor
zich behouden hadden; maar de Portugezen
hebben het overweldigt.
- Z I N C K , Zincum. Dit half-metaal,
evenaart de metalen het meed door zyne
halve rekbaarheit o f fmeedbaarheit, tot welke
het bekwaam is. Plet is inderdaat, dat
der halve-metalen , dat het minde fchraal
en breukig is : zyne . deelen hechten zoo
fterk aan elkanderen, dat zy een weinig
plat onder .‘de hamer worden ., en men'kan
hen verdeden , met hen te vylen , té ras-'
pen, en te fnyden. De kleur van de Zinck
is een wit dat op het blaauw trekt: deszelfs
zamenweefzel is niétvolftandig; want '
wanneer men . dat gene verdeelt,. dat men
van
Van 'Goslar beköomt, zbonmeidét'mën in d'ê
breuken vezelen' of: ftrepen op , éven als in
dié van den fchoonehi Hongaarfchen • Anti-
monie ; waar tegen de Ood-Indifche , uit
veel breukiger deelen te zamengeitelt is ,
en zy fchynen'één verzameling van Cubie-.
ke, glansryke j-en harde plaatjes te zyn.
Schoon de Zinck zeer fmeltbaar i s , zoo
vordert hy echter tot de fmelttng een plots-
lykè en ved 'geweldiger trap ' van vuur,
als het Tin o f den Antimonie. Hy ontbrand
in een vuur van houtskolen: hy brengt ’ er
een geélachtige , o f groenaclitige' Vlam in
v o o r t, die van een gelenap en rook vergezelt
is; hy vervliegt te gelyk-in een witte
en groenachtige dattip ; zoo men hem , in
tegendeel, in een fmekkroes-ontdeekt, zoo
word hy tegens de wanden opgeheven o f
gefublimeert, onder de gedaante van vezels
van. eên witte kleur;, zonder een zeer merkbare
zwavelreuk van zich te- geven. Deze
proefneming is genoeg om te-b'ètögen dat
de Zinck ontbrandbaar is , en door het vuur
vlug gem.aakt word; de Chineefche word
geheel gefublimeert; maar ’-de E.uropifche,
o f die van Goslar1, word ’er alleen voor,
een gedéelce vlug door gemaakt , óm dat hy
altoos Lood bevat. Plet is een zonderling
verfchynzel dat de Zinck zyne vlugge of
fublimabele eigenfchap , aan allé andere
metalen , het Goud alleen uitgezonden.
mededeelt; hier om , word deze delfflof ,.
door de Mineraalkundigenhet Perflind-■
zuchtige, half-metaal* genoemt.,
W y hebben in onze Mineraalkunde- ge-
zegt , dat de Zinck zich zeer fpoedig met
de metaalachtige zêlfftandigheden , veree-
n ig t: het is genoeg-dat men haar 'gloeit,
en ’er de Zinck by laat vloeijen : niet het
Yzer alleen, véreënigt hy zich-'bëzwaarlyk ,
alsmede met' de Bi'smuth , op welke hy
dryfe, wanneer men deze zelfflandigheden
met elkanderen - fmelt. Wat het rood koper
betreft, hy v.éreenigt ’ér zich op eên
zonderlinge wy zé mede ;. hy verandert ’et
de roode kleur van in een fchoone go'ud--
kleur , volgens den aart van de flöffe die
men ’er mede Vermengt; maar zoo men dit-
metaalachtig mengzel in Kwikzilver lecht,.
zoo doet d it, ’ t . geen meer overeenko'uift
met het Koper heeft,, de Zinck ’ér affehei-
den , en het vormt op zyn beurt met het
Koper, een'ander foort van Amalgama*
kah- deze. Proefneming^op de. Tornbac,,
het Prins Robberts;'Mêtaal3 en ,het /Geél'ë
Koper. doen. ,
: De Zinck wórd in de zuuren met è enge wek
dige opbruiffehing opgeloft. Wanne ér - merl
van dén Azyn gébruik-maakt1, zoo zal fer
gedurende de oplpffing, * een aangename damp
uit opffygèn: door het vitrioliefch zuur pp>r
geloft zynde, zoo brengt hy wit. vitriool
voort. Maar' het is■ een zonderling; verr
fchynzel , dat de Zinck tot vyltzel , door
middel , van een vyl , gebracht zynde;, de
eigenfehap van het Yzer-vyltzel verkrygt,
namentlyk die , van door den; Zeilfteen
aan ge trokken te. worden.' Waarfchynelyk
hangt deze eigenfehap hier van a f , dat ak
le de Zinck - Ertzen, altoos yzerachtige
deeltjes, in een meer o f min grootte, hoe*
veelheit bevatten.
4 Men vind de Zinck zeldzaam .zuiver ,
en in zyne fo o r ta l le e n ; wy hebben ,?er
echter van in de Kalamentfteen-Mynen ,•
van het Hertogdom Limburg, en in do
Zinck-Mynen van Goslar, gevonden. Deze
beftond uit kleine, buigzame en graauw-
achtigc vezeldraden., eu heeft tot matrice,,
een ükerachtige en Yzerachtige Aarde. ?D-e
gemeende Zinck-Ertzen zyn , de Rlendr^of
de Kalamentfteen , o f D e lf bare Kalament*
fteen: zie deze woorden. .
Men vind de Blend overvloedig in 'de
Loodmynen , en vooral in die ,, van Pain*
peanein Bretagne alwaar wy opgemérké
hebben ,, dat men zé als'onnut, weg wierp r
men vind haar. mede in de Kopermynen
van St. Bel,, in. hetLyonnoifche. Men vind'
de Zinck noch mede in fiet Poi/ooï : ïdè dit:
woorïlï
Men kan de Zinck nipt als met veel
moeite van de Ertz. affeheiden.,. om zyhé
vlugheit en brandbaarheit, waarom deze b.eé
werking met veel omzichtigheitgefchie-i
den moet;. wy hebben ’ér een omfchryving.
van , in Onze. Mineraalkunde geplaatd.. Wy
zuilen, ons vergenoegen , mèt hier te zeggen,
dat, na dat de Ertz: gedampt, gezift.,
en gewaden is , men ’er dit halve-metaal!,.
door fublimatie van bekoomt, in fornuizen
die in diervoegen gefchikt zyn, dat de me-
taalaehtige zelfdandigheit-,- vervolgens , per
descenfum , in vormen van-dof van kooien
vloeit. De Werklieden noemen deze Zinck
R a u li; men zuivert hem vervolgens, door
een tweede fmelting, en giét hen tot vierkante.
Prooien.;. dit is. de. Zinckrarco ;, der,
M yn -