lo ¥ A L D W E v
de Maluwe, met olie en azyn eeteh,. om een
open ly f te verkrygcn. Deze beide foorten
v;m Maluwe bevochtigen , verzagien , en.
zyn pisdryvénde. De Maluwe is de eerfte-.
der vier verzagcende planten, welke de Malu-
ive , ■ de Geels lllaiuwe , de Zoiarte Violeiten,
en de Beerenklaauw zyn. Alle zyn zy even
nuttig in pappen cn klifteeren. Het af kook-',
zei van de bladeren der Maluwe, ftilt de ont-
fteking van de nieren , de blaas , de lyfinoe-
der, en pisbuizen.
, De T uin M a luwe o f .StA-k ro -os
Mnlva rofea , men kweekt deze foort in de
Tuinen om de fchoonheit van haare bloemen
aan. Haaren wortel is wit , lang , en flym-
achtig. Haaren fteel fchiet ter hoogte van!
een klein boompje op: hy is dik, recht, lte-,
yig , wollig , en een weinig getakt. . Haare
bladeren zyn breed,, rondachtig, wollig, gerant,
aan de boven zyde groen-, en, aan de
onder zyde witachtig. Haare bloemèn zyn
fchoon , uitgebreid en gelykeu.naar die der.
gemeene Maluwe, maar zy zyn zoo groot als
roozen , veeltyds enkelt, en zomtyds dubbelt
, haare kleur is doorgaans vleefchkleung
rood , dat met wit gemengt is : op de bloemen
volgen platachtige vruchten.
De bloemen van deze plant in melk gekookt
zynde, verfchaffen een. verzagtentgor-
gelvvater, dat uitmuntende voor de gebreken,
der amandelen , en die der keel is : net overige
van de plant is wondhelende, en zamen-
trekkende-
De B OO-MACITTTGE M‘A LUW E; o f ZeE-
m a l .uwe , Malva ar.bor.ea ; 'dit is een foort
van heefter,. die men meede -in de tuinen aankweekt.
Zyn en fteel is dik , ftevig, en in
de aarde door verfcheide vezelen vaftgehecht.
Zyne bladeren zyn groot, rondachtig ; ge-
lykvormig aan die der gemeene Maluwe , en
zoo zagt in ’t aanraken , als die der Geele
Maluwe. Zyne bladeren zyn fchoon rood ,,
en gelykvormig aan die der gemeene Maluwe.
Opaezelve volgen groote platte vruchten ,
gelyk die der andere foorten. Zyne bloemen
en. bladeren, zyn oploflende J en verzag-
■ rende,
De W i l d e M a h tw e o f Sigmaarts-
sruid , Alcea vulgaris.. Deze plant die ger
woonelyk in de velden, groeit , verfchilt van.
de Maluwe , en Geele Maluwe , door dé m-
fnydjng vaa haare bl.ader.ent. Haaren. w.or.tel;.
M A M O N E T .
is wit en-hpptachtig : haare .fteelen zyn tal--
ryk, twee en e én half voet hoog : haare bla-.
deren zyn diep ingefrieeden , én aan de ach-
terzyde w o llig , zy hebben een bruine-groene
kleur. De bloemen wafichen, alleen maande
, zy .gelyken naar die der Maluwen , en
hebben een vleefeh kleur: 'op dezelve volgen
zwarte en wollige zaden.
Mén gebruikt.de bladeren en de wortel van
deze plant alleen by gebrek van de Maluwe.
Haare krachten zyn ten Haaften by dezelve.
De Wilde Maluwe .is .echter nuttiger in oe
beünettelyke roode-lóop.
'M A L U W E £HEKSTE.RA.CHTIGE5,0f
G e e l e KotNrNGS M a l u w e , Altbea.B'ru-
te:c. Dit is een klein boompje dat men tot
fieraad der tuinen aar.kweekr. Zyne bloemen,
gelyken naaf die der Volublilis- o f Groote Win~
de maar men heeft, ’ er van verfchillende
kleuren, geftreepteroode, purpere violette,
en witte..
Dit boompje werd door afzetzels , in- de
maand September vermeenigtvuldigt, o fw e l
vanzaad in de maand Maart. Het. koomt in
alle gröhden zonder aankweking v o o r t, en
fchroomt de koude n ie t: het heeft om zyne
bloemen, een. bevallige gedaante , wanneer
men. het op dé hoeken der tuinbedden plant „
en rondfeheert: het doet meede een fraaije.
uitwerking, in de bofchjes. Zyne bladeren
zyn meenigvuldig , en vertoonen zich geduu-
rende de irihand Mey. Zyn hout is geelachtig
,. en zyne bladeren gelyken- naar die van
den wyuftok.. 1
M A L V E Z I T , deze naam geeft mén e i-
gentlyk aan de wyn van het Eiland Candiar.
zie her artiket W * «*»’•?? moert W y n -
STOKk
M A M M O N , dit is dé naam.van.de:
fchoonfte Indiaanfche Kat:.zie:K a t .
M A M O N E T , dit is een fóort van-Aap;
die een varkenskop , geen- Haart, en een*
roodachtige kleur heeft; hy is zeer groot, e»
heeft een affchuwelyke. geftalte., ColleSt. Aca~-
dem. Tom. IP.
M A N A G U R E L , . dit is een fóort va»
Stekelvarken van Nieuw - Spanje ,. deszelfs.
vleefeh heeft een uitnemende fmaak : zie opa
bet ivoort. S t.e k e l .v a ,r.k e .n#.
MAm
a n b a l a , m a n c e l i n i e r .
M A N A T E R , zie Z e e -K oe.
M A N B A L A , dit is een van de fchoonfte
flangen welke men op het Eiland Cylon
heeft: haare huit heeft een kaftanje kleur, en
'is met een verzameling van eironde en gemarmerde
• ringen ’verzien;; haaren kop ge-
lykt naar die van een hond; de fchubben van
het vóorfte gedeelte van haaren kop , en van
de kaken , zyn met rood geverft; haaren bek
is met lange tanden ge wapen t.,- en haare oo-
gén zyn groot en glinfterende ; het vel van
haaren buik is geel , en zeer fchoon gemar-
.mert: deze Hang vernielt zeer veel gevogelte
: hierom verdryven de Inwoonders allé de
■ vogelen, welke fchade in hunne tuinen o f
velden doen, door middel van de Man-
bala,
M A N C E L I N I E R o f M A N C H E -
L I N I E R ,. Manc Anilla. De Vader P!u-
tnier zecht, dat men dezen naam in Amerika
aan een boom geeft die zeer fchoon , maar te
gelyk zeer gevaarlyk is : hy heeft de hoogte
van, onze Nooteböomen ; en zynenftam heeft
twee voeten middelyn : zyne fchors is vry
glad en graauwachtig : wanneer men ’er een
geringe infnyding in maakt, koomt ’er ftraks
een melkachtig fap uit voort, dat een fcherp,
brandent, en doodelyk vergift is : de Indianen
doopen ’er de punten van hunnepylen in,
welke. zy vergiftigen willen, om ’er zich in
den ftryd van te bedienen.
Het hout van dezen boom is zeer fchoon,
hart, en vaft ,. gelyk dat van de-Nooteboo-
men ; en op zommige plaatzen met graauw-
achtige , en zwartachtige aderen geftreept:
men maakt ’er. huisfieraden van : zyne bladeren
gelyken naar die van den. Peerenboom,
zy zyn inwendig melkachtig , en bygevolg,
in Haat om te vergiftigen: zyne bloemen zyn
katjes , welke de gedaante van een air hebben
, en omtrent een half voet lang , en met
verfcheide vleefchachtige knoppen bezet zyn,
en- een. zeer fchoone roode kleur hebben: zyne
vruchten kooraen op plaatzen voort welke
van deze katjes afgefcheiden zyn; het zyn
een foort van appelen , welke -uitwendig in
groote, gedaante,en kleur, naar de franfche
Api appelen gelyken , zy hebben een zeer
goeden reuk: haar vleefeh is met een wit fap
vervult, dat naar het fap van de fchors en
de bladeren gelykt; dit is mede een geweldig
vergift: in ’c midden van dit vleefeh, vint
men een n o ot, diode groote van een kaftan-
M A N C E L IN I E R . n
je heeft, en hart en houtachtig is. Men noemt
deze vrucht Mancenilles, o f ManzatiiUes.
De Mancbelinier groeit op het grootfte gedeelte
der Antülifcne Eilanden , aan de oevers
der zee : wanneer men zoo Hout is om
in zyne fchaduwe te ruften , zoo heeft men
wel ras hier van berouw, want de oogen ont-
fteken, en men zwelt op : de daauw en regen
die van de bladeren afdruipt, doet blaren
pp het v e l , even als door trckplaafters
koomen. De bladeren veroorzaken zweeren
op het vel, op de plaatzen alwaar zy hetaan-
'raken. De Caraïbers welke deze boomen naderen
om hunne pylen te vergiftigen, kceren
het hooft om , wanneer zy in de fchörs fny-
den„ om te beletten , dat het fap hen niet in
de oogen fpringt. Zomtyds vallen de vruchtenvandezen
boom in het water. Hetvleêfch
der viflehen en der Schelp- en Schaalviffchen
welke ’er van eeten , word ’er door vergiftigt
: eindelyk deze boom bevat, in alle deszelfs
deelen, een bytent vergift, dat voor de
Amerikanen zeer te duchten is. Men wil dat,
'wanneer men ’er zonder zulks te weeten, een
weinig van deszelfs vrucht gegeeten heeft,
' men zich geneezen kan , wanneer men , met
lange teugen een groote beker met zee-water
drinkt; vermits dezen boom alleen op den
oever der zee waft, zoo heeft men het hulpmiddel
regens zyn vergift ftraks by de hand.
De wapenen en pylen , welke men in het
fap van de Mancelinier doopt , bewaaren
zeer lang hunne vergiftige eigenfehap. W y
hebben ’er het uitwerkzel van in het Tuighuis
te Brnffel gezien, alwaar men, in tegens-
woordigheit van een Franfch Generaal, een
van deze pylen in de dei van een hondfehoot.
Schoon dezen pyl , reeds horidert en veertig
jaaren te vóoren vergiftigt was , zoo bevestigde
het ongelukkige dier echter , door een
fchielyke doot , dat het vergift zyne kracht
noch niet verlooren had. Men vind dit;,
foort van wapenen in alle de Kabinetten
der Liefhebbers van zeldzaamheden , en men
kan de onvoorzigtigheit van verfcheide pér*
zoonen niet genoeg laken , welke aan dcrzel-
ver punten zuigen , onder voorgeeven , dat
zy veël te Oud zyn om te tonnen fchaden.
Men heeft in het Kabinet van zyne Doorluchtige
Hoogheit den Heere Prinfe van Orange,
een kas , die met verfchillende wapenen ge-
vult is , welke ongetwyïelt met dit fap , vergiftigt
zyn. Men ziet ’er meede punten van
kleine pylen , welke van- een foort van palmhout
gemaakt zyn, en door de IndianenTou*
B a ’ camas,