vo^dzai^er 3 als dat van anejpre Rochen.
3. De G ladde R o c h , of de S p ie -
g e l - K ocii , Raia occulata; die is een foort
van R och, die twee gedaanteiis van Oogen
op dep rug heeft, en ’t ge en vlakken zyn tfié
naar kleine fpiegels gelyRen, Zy&, bék«is?
kraakbeen achtig en dqoijfchynende , zyn lier.
haam bruin aan .de b o v e p z y d e z y n . huit,
is glad en niet twe.e.grQotevinne« bezet,zy-
ne fteekels zyn veel meenigvuldiger als van
Rochen met een lange en fpitze bek, het on-
derfte van zynen muil is ruuvy, Zyne oogen-
die.zy\yaart§;z,ien, zyn met twee fteekels bezet
, en de ftaart is. ’er geheel, in drie- ryen
mede bedekt, hy heeft ’er mede eenige aan
de andere zyde , naby den mond, deze .zyn
indiervqegen gefchikt, dat zyde vifichen yaft-
houden kqnnen met welke hy zich voed. De
open in gqn die.hy hy de oqgep. heeft, zyn zoo
groot, dat men ’er een vinger in^fteeken kan,
De mond is. met harde beenderen,, in plaats
van tapden bezet. Deze vifch heeft gelyk
alle foorten van Rochen , eerft een-wild-
fmaak;,- ep in den beginne eenkwaade zee-reuk,
die, echter verdwynt wanneer mep hem e enigen
tyd bewaart; hierom is hy fmakejyker
wanneer hy binneris-lands vervoert i s , als
naby de zee. Zyn vleefch is hart en moeije-
}.yk om te verteeren, het is beter in den win-:
ter als in den zoom er 9 zyn leever is uitnee-
ment, men wil dat- alle zyne ingewanden
even goed tot fpyze zyn.
4. De G e MEE NE GLADDE RpCH ,
Raia ïcevis, dit is de Fumat der Languedok-
kers.: zyn hult is glad, en hy heeft een foort
van twee; groote vinnen , en een fteekel op
ieder oog. De rug-lyn is met een rei iteekels
bezet die verre van'een verwydert zyn , maar
hy heeft ’er drie op den ftaart, hy- heeft ’er
mede eenige aan de onder zyde , naby den
mond , deeze zyn gekromt en in diervoegen
geplaatft dat hy de viflehen mede vaithoü-
den kan , welke deze. Roch ten prooi ver-
itrekken. Men noemt hem Gladde ^ö^,.om
dat hy weinig iteekels , in vergelyking van
de andere Rochen heeft. Zyn bek is een zagt
kraakbeen, dat half doqrfchynent is , en een
middelmatige lengte heeft, de.gaten der oogen
zyn zoo groot dat men ’er den vinger in
Iteeken kan, de mond is booven dezelve geplaatft,
hy is met harde beenderen, in plaats
van,tapden bezér. 'Per wederzyden ftann de
hetmiddelrift vaftgchecht is , om.de:kiéuweiv
zelfs e_m het hapt, .yap de, maag, de leever «n
de andere deeRn die tot de ver^eerinv dienen
a f te,fcheiden.
5. De R och m e t e e n S p it z e B ek
of, S chere - S n o e t. .Eenige S,chryvci-<?n
hefeben|gelooft dat,dit d.e.Z^-Or;.oiZee-Stur
dep Ouden is , of., wel., d& Zee-Koe. . .Zie: het
verfehil van dit Dier qp hetwoörd Zee-Koe.
Deze Roch word zeer. groot , en hy heeft
kleine tanden , die'zwak én bedekt zyn. 'In
eenige. Landen noemt men hem Flafide ^ om
zyne :grootte ,. deze paa.m betekent
Kle?d.. Dit foort vap Roch heeft zeer. groote
en zeer uitgehreide vinnen 1 het lichaam
ftnal, en ’tgeep puntswys paardenkop loopt,.
zyn ft aart. is met een kleine, rei, iteekels bezet,
behalven dit gelykt hy naar de andere Rochen.
Zyn. vleefchis:zagt, en veel aangenamer van
fmaak alsde andere', vooral wa'nneer het ee-
nigen tyd beftorven hééft.; De V-iftchefs droegen
het in den rook en in de zón.
6. De R ;o ch m e t e en L an .ge. B ek.
Men betekent met deze. naam eemfbo.rt van
gladde Rpch , die mepzomtyds de Els-moc/s
noemt, de: Italianen geev.en hem dc naam van
Perefa rafa. H y heeft vlakken op den rug
die naar een Lins gelyken : naby de kieuwen
heeft hy vier iteekels', en zynen.itaart is *cr
m.et' vier ryen. van bezet , zyne! tanden’ zyn
voor dp. kaak geplaatft, ,;-zyn rug is bruin, en
zyn buik wit , en hy is zoo groot niet als de
Pylßatut. ■ .
■-7* De G ew o lk t e , o f A s-chverwi-
GE' R o c h , Raia undulata cinerea, Zyn.
.lichaam heeft geenzins de gedaante van een
ichiünze ruit. gelyk. dat van de andere foor-
tep van Rochen , maar-het is veel -ronder of'
eironder : hy heeft | op het midden van den
rug, een ftreep die met eenige: iteekels bezet
is , hy heeft ’er mede om de oogen , en drie
ryen aan den ftaart. Deze iteekels zy® groo-'
ter en dikker als die van den:gladden.Roch,
hy gelykt echter naar deze,, uitgezonden zyn
afchverwige kleur , en zyne,gewolkte en afchverwige
ftreepen. Dit is een'van de groote
foorten van Rochen; Rai z e ch t,; dat
men.’er heeft die twee hondert ponden wee-
gen.
8. De S't e e k e l ig e R o c h , Raia oen-
latai deze heeft ge darmens, van oogen op de
vihnefi o f vleugeltjes , hy is met fteekels aan
den kop, op den rug, aan'den ftaart, en-aan
de vinnen ge wapent: die van den ftaart zyn
de grootfte, de fterkfte en de talrykfte, Zyn
vleefch is hart en van een ilechte hoedanig-
heit: men geeft de naam van Steekende gedamde
Roch , aan het foort, dat aan de zy-
den, en op den ftaart,; itarren heeft; hy heeft,
in plaats van tanden , harde en ruuwe beenderen
in den mond. ^ Zyn vleefch is hart en
droog, en zyn huit is zeer doornachtig.
De verfchiilende foorten van StompviJJchen,
Squatinaas o f EngelviJJhhen, zyn mede foorten
van Rochen , . zie deze woorden. Men
heeft Rochen van een onmatige1 grootte, gelyk
blykt aan die geen e , die men in het jaar
1734 , ;by het Eiland St. „Chriftoffel, vong;
die, fclioon hy met harpoenen op verfchéidè
plaatzen gefchooten was , en hier doof veel
bloed verloor, echter langen tyd aan veertig
mannen weerftand bood,, welkejn twee barken
waren, hy had twifaff voeten lengte, en
tien breedte. , Lahat fpreekt van een andere
die noch veel grooter was. Hoe nader men
dezen vifch .aan het ftrand vangt; hoe kleinder
en malfcher hy i s , waar tegen de gfoóte
Rochen, die men in de volle zee. vaiigt,- hart
zyn. By de-Antillifche Eilanden vangt men
een kleine Roch., -wiens ftaart zeef lang,
en pyramidaal is.' Aan den oorfprong van
dezen ftaart, zyn twee kleine fchichten geplaatft
, die de gedaante van een vifch-hoek
hebben , en welkers fteeken döo'dëlyk zyn ;
maar om ’er van te geneezen , behoeft men
maar alleen zoo men zecht, een ftuk van
het vleefch van dezen vifch op de wond te
plaatzen. De Roch van de Kaap de .Goede
Hoop , heeft ter wederzyden van den mond ,
è.en groote ronde vlak, die om haaren glans,
naar fpiegels gelyken. Deze Roch fchiet veel
kuit^ men vind tot twee en drie hon,defc ei-
des .in de kuit van een Roch Van dé Kaap.
Hy heeft een kwade fmaak, waar tegen die
van de Goudkuft uitmuntent zyn.'
_ De R och v a n C e r a m , heeft beeter
Jmaak, en is veel-aangenamer als de Europi-
Iche; zyne'huit is zoo hart en zoo fraai ge-
inarmert, dat de vrouwen van dat Land, zich
ervan bedienen om haare naaktheit re bédek-
ken Eindelyk, de Heer Barrere maakt, van
vyt foorten van Rochen gewag', die men na-
by het Eiland Cayenne vangt. Men heeft
er onder andere de Duivel-Roch die zeer wan-
enapen is , hy is meer als twintig voeten lang:
hy fpringt uit het water tót een zekere hoogte
, en laat j’e r :zich weder eensklaps invallen,
waar doör h y een verfchrikkelyk geluit
veroorzaakt : hy vecht met de Zwaardvifeb.
Zie dit woord op hét artikel W a l y is c h .
R O E K , Cornix frugilega ; dit is een
foort van Kraai, die zich gewoonelyk door
de velden verfpreid , maar die zyn aas in de
bdflehen zo ek t, alwaar hy zyn neft maakt.
Deze Vogel is vry diklyvig, hy is zeer vleè-
zig , en maakt een middelfoort tuflehen den
Rave en de Kraai u it , hy fchreeuwt «menigvuldig
, en deze Vogelen vliegen in talryke
troepen. Zyri bek is zeer zagt, lang en fpits;
hy bedient ’er-zich van om aezaaden en wormen
uit dë aarde1 te delven. Men ziet deze
Vogelen in Italië n ie t, maar zy onthouden
zich in een groot aantal in Engeland. Vele
lieden zien hen voor wëzëhtlyke Krayen aan,
maar.de Landbouwers weeten hen zeef ge-
makkelyk te onderfcheiden. Z y verdryven
hen met eëmeroot gerucht met ketels te maken,
o f met fteenen in hunne neften te werpen
, en met werktuigèn op- de boomén te
plaatzen, dié vleugelen % gelyk windmoolens
hebben, enz.
R O E R D O M P , dit is een foort van Reiger,
Zié dit 'woord.
R O E S T . Dus noemt men een foort van
Oker, dat natuurlyk, ofdoorkonft , op eenige
metaalen voortkoomt, welke aan den
invloed der lucht bloot geftelt zyn , o f géfta-
dig door zuure vochten , bevochtigt worden.
Het Yzèr geeft een bruinachtige o f geelachtige
roëft ; het Koper brengt ’er een voort
dat groen is , en dat van het Lood is witach-
tïg o f graaüwachtig. Zie' óp wat wys deze
roeft zich vormt, op het woord O k e r .
R O E S T K L E U R I G E W O U W ,
Milvus ZEruginofus. Dit is een Roofvogel,
die de grootte van een Kraai heeft, de kleur
der vederen van het lichaam, is een donkere
roeftkleur ; de kruin van zyn kop is rosachtig
geel, zyne beenen en pooten . zyn geel,
de buitenfte vinger is met een vlies aan de
middelfte vaftgehëcht. Het is 'aanmerkelyk
dat de inwendige zyde van den nagel van den
middelfte vinger fnydent is.
R O E T , zie S c h o o r s t e e n r o e t .
F f f 1 ROG