Getten-iool o f Geitcn-hair, aan een foort van
zwarte , rofle o f graauwe w e l d i e mep uit
de Levant bekoomt: de zwarte word hetme-
nïgvuldigke gezocht, en drent tot het vervaardigen
van hoeden. Men onderfcheid de-
■ de volmaaktheit van haare. kleur , door haare
fynheit en reuk, welke met'die van de Muskus
eenige overeenkomk heeft, en die zy
van de Geiten ontleent die haar voortbrengen.
A lle de Volken die op de Levant handelen,
koopen deze wol. Zie op het woord B o k ,
de hikorie van deze Geiten. W y moeten nu
noch eenige melding van verfcheide foorten
van Schaapen maken , die waardig zyn om
gekent te worden.- Gelyk de Yslandfche ,
de Deenfche , die van de Kaap, de Goede
Hoop, enz. -
De Yslandfche Schaapen zyn klein , zy
hebben, zecht de Heer Ander Jon , hetzelfde
lot als de Paarden van dat Eilandt, dat is té
zeggen , dat men.geen Hallen , noch in. den
zomer , noch in den winter voor hen heeft.
Dit foort van Schaapen blyven altoos in.hét
open veld , alwaar zy fchuilplaatzen onder
de uitftekken der Rotzen, en in dé holen der
Bergen z o e k e n e n zich zoo góed voéden
als zy koqnen.
Zy onthouden zich altoos by de Paarden,
die z y inden winter overal volgen, óm zich
geduurende de fterke V o rft, van de wéinige
mofch te bevoordeélen, die in de holen-ove-
rig blyft,. welke de Paarden voor zich zeïven
fflaaken, en ’t geen de Schaapen omde zvvak.-
heit van hunne pöoten , niet verrichten kpn-
nen : men heeft dikwyls opgemerkt, dat zy
door den honger geperft zynde, het hair van
de ftaarten der Paarden afknaagden , ’t geen
hen wel ras een hairbal in de maag veroorzaakten.
Wanneer het met een fterke wind
Breeuwt, zoo verlaten zy de Bergen, en loo-
pen me.tzoo veel haaft, als wilde zy den wind
vooruit fhellen;- zy ftaan alsdan den wegnaar
de zee in , en werpen zich zomtyds in dezelve
; waar door ’er dikvvyls een groote mee-
nigte omkoomt. Zoo z y , in tegendeel, door
een onverwachte fneeuwbui overvallen worden,
die zoo aanmerkelyk is :. dat zy ’ér ras'
door bedekt worden, zoo verzamelen zy zich
in talryke koppels' by etkanderen, fteeken de
koppen- by een, en blyven ftil ftaan : zy kamén
dus zomtyds dpor deitoude om. De honger
noodzaakt hen dikwyls om elkanderen de
wól van de huit te knagen, om in het lèeveiT
te. blyven , tot dat men hen te hulp koomt..
De Boe ren ontdekken de plaatzen óp Welke
de Schaapen verborgen.zyn door den dat:>
dte er van opgaat, De wol van deze Schaa-
pen is zeer grof en wreed : ee-ii fcheeft haar
nooic af, maar hy vernieuwt zich alle jaareu
omtrent St. Jan, na dat zy op den rug van-
deze Dieren een bekleedzel van door-een^ge-
vlochte draade-n gevormt heeft, ’c geenite t?e-
lyk als een opperhuid afvalt. Om hunne
vachten te vergaderen , verzamelt men hen
met jacht op hen te maken. Een Herder '
van wél'afgerichte Hónden voorzien, begeeft
zich Op-den top van een heuvel, en op het
teeken dathy met een hoorn geeft, bVgeeven
zich de Honden , ieder naar een byzondere
zyde, en dryven de Schaapen van alle plaat-
zep , in een foort van wyduitgeRrekte 'omtuin
ing , die zeer wyd aan het begin en
‘ naai’ het einde, langzamerhand naauwer
word.
Alle de foorten van Yslandfche Schaapen,
. hebben.byuitkek groote en gekronkelde hoornen.;.
men heeft ’er die^ ’er vier hebben , en
zomtyds acht, benevens eene ,. die recht uit
het voorke gedeelte van den- kop voortk
om t. In tegendeel, hebben de andere IJoorri-
dieren van andere Landen, ’er in ’t geheel
geen wanneer zy eenigen tyd op Ys-
Jand ge weeft zyn. De hoornen zyn van
een-,groot nut voor de Yslandfche Schampen,,
om zich tégens de Roofvogelen van allerlei
foort.te verdedigen , die. zeer meenigvuldig
op dit Eiland zynV . C '": \\
Op zekere plaatzen van- Ysland, beftaat
den Koophandel voorn amen tl yk in Schaapen;-.
dé Boeren,, hóuden de Ooi jen naby, hunne
wooningen, en dryven de Rammen naar de
Bergen..
Wanneer men de Schaapen in- den Herfft
flachten w il. rot jvoorraad voor de Schoepen
die op dp Reede liggen , zoo dryfe mén hen,
door middel van Honden, in.tegenswoordig-
heit .der Rechters, by elkanderen , om dat
een ieder geen andere als die. gene., zich zou.
toé-eigenen, welke met zyn merk geceekent
zyn.. ......... °
Dp Schaapen van. dë Deenfche Eilanden,
o f die van Ferpë, zwerven in het wilde om,.
gelyk de Yslandfchë;,zy verfchuilen zich deswinters
onder de Rotzen ,. en. plaatzen zich
zoo na by elkanderen als mögelykis:. die gene
.die geheel verwarmt in net midden van
den koppel geworden zyn , vervangen beurtelings
de buitenke van den hoop , welke
mede. warm geworden zynde., op hun.beurt.,.,
S vojan-
Voor andere plaats maken. Wanneet dé harde
zoo verre bevroozen i s ,; dat zy de'heide
met hunne pöoten niet meer bereiken konden
zoo.kriaagen.zy elkanderen de wol yan
de huit, waar mede zy het leeven behouden,
tot.dat het begint te dooijëo : in den - gopier
hebben'zy vry goede weiden. •: ;: ■ V;’., v
De Schaapen van de Kaap de Goede Hoop
zyn zeer talryk ; hun vleefch heeft een goe de
fmaak.: de arme lieden gebruiken ,hun vet
in plaacs van booter. De kaarten van deze
Schaapen.',. gelyk mede die van Madagaskar,
vveegen vyftien o f twintig ponden.
De Schaapen van de Kuk van Yemen en
Zeila, hebben witte wól op het lichaam , en
zwartê pp den kop: aan het uiteinde van;den
rug hebben zy een groote. vleefch klomp afhangen
,- uit welke ee-n kaart voortkéomt,
die naar die van een Speenvarken gelykt. De
Sphaapen,vah de Gambi a hebben kaarten die
zoo groot.,vet en zwaar zyn, dat de Herders
zich genoodzaakt vinden , om hen door een
foort van wagentje te pnderkeunen-, om het
Dier het yoortgaam gemakkelyker. te maken.
De kaarten der Schaapen der Eleuthas in
Tartatyën zyn tot tachtig ponden zwaar:
zy hebben , gelyk de Kameelen een bult op
den neus , en afhangende ooren.. Eenige van
deze Dieren hebben , tot zes verfchillende
hoornen | van onderfcheiden gedaantens*.
De Schaapen van de Kuk van Malaguetta.,
hebben maanen, yry overeenkomkig met die
der Leeuwen: die van de Goud-Kuk hebben
haair in plaats van wok; dit heeefc^r/wr doen,
zeggen ,. dat de Natuur in dat Land,, omge>
keert i s d s Menlchen hebben.’er wol, en
de Schaapen.hair.. Het gebleet der Schaapen
van-Guinee , verfcliiit volkrekt van dat der
onze: zy vcrfchMlen ’er noch mede door hun
bruin en zwart hair van.,
De Schaapen van de Baai van Sambras zyn
.zeer groot, en by uitkék fchoon ;.zy hebben
mede, in plaats van wol , hair, ’ t. geen naar
dat der Geiten gelykt ; hunnen kaarrbëfl'aat
byna twee voeten in pnitrek. ;
De Schaapen van Indokan , en Perziën,,
hebben een korte en zeer fyne w o l, die van
-t zelfs op zekere tydèn uitvak..
Men-geeft in Afrika dé naaiïi van Schaap
van vyf kwartieren aan een Dier dat van on-
Schaapen .door de hoornen en kaart ver-
khilt, die dik. en rond is , en die langer word
baar mate dat hy ih vetheit toenéëmt..
Men heeft altoos in deze vreemde gèwes—
tfcb , gelyk. in de onze ópgemerktdat. hoe
kouder een Land, en hoe minder grasryk het
is ; hoe m,ee.r de. Schaapcrrmet een wreede ,
niet zeer’ witte, korte en flechte wol bedekt
zyn ;. maar hoe zagter een luchtkreek , en
- hoe overvloediger de weiden zyn , hoe zagter
, fyncier.cn langer de wol der Schaapen,
en het hair der Geiten zyn zal , en hoe beter
deszplfs.eigenfchappen zyn zullen. Een andere
waarneèming,is ,• dat wanneer de Schaa-
pên een geheel jaar op eene plaats blyven,
.eiTdes; winters geduurende de nacht in kallen
opgeflöoten worden, hoé groóver hunne
wol zyn zal; waar tegen, wanneer de Schaapen
altoos in de open lucht blyven ; en tweemalen
in het jaar van verblyfplaats veranderen
,. hunne wol fyn, zyn .za l, gelyk men
zulks in Dauphïrié, Provence en Languedoc,,
opmerken' kan,, alwaar de bergachtige weiden,,
en het gras , nuttig voor deze Dieren
zyn,mits men in acht neemt om hen de winter
in gematigde ylaktens te doen doorbrengen,
en dat den Herder hen geen . zout laat
'ontbreeken; dit brengt 'veel toe om de gezondheid
der Schazperi te onderhouden , en
om hunne gekeltheit vaker te maken wan--
neer zy op kleiaardachtige gronden weiden;
want zoo de. aarde van hunne weide , met
kalkachtige aarde vermengt.is, zoo zullen zy
het zout verfmäden;. en zy hebben het als dan
wezen tl yk , niet nodig. Men kan mede niet anders
als die gene ten hoogkén pryzen , die
yan tyd tot tyd hunne Schaapen met éen water
waflehen ,. ’t geen met zeepachtige, aarde
beladen is»."
Men geeft in dé Starrekundè mede de.naatm
van Ram, aan het ëerke van de twaalf tekenen
van den Zodiak o f Dierenriem : Zie het
woord Z amens t .a r r i n g .
'R A K E T T E , Eruca. Mén onderfcheid
verfcheide foorten van deze Plant. W y zullen
alleen de twee voprjiaamke befchryvcn ;.
Waar van de eene aangekweekt , en de andere
wild is.. .
I. De T u iN R a k e t t e , Eruca Sativa;
haar wortel is w i t , -houtachdg , dun , hart—
levende, en fcherp van fmaak : haar keel en
zyn omtrent twee voeten hoog', en een.
weinig wolachtig ; haare bladeren -gelyken
naar die van het mokaartzaad ; zy zyn wit,,
läng, fmal, diep ingefn eden, malfch , glad,
en van denzelven fmaak als den wor:el: aan’
de toppen der keelen , koomen kruiswyze •
bloemen voo rt, die een blaauwe kleur heb-
A'-aa 3, ben-,,