foort welkers lyvigheit een voedzel vórdert
dat meer zelfïlandigheit bezit, zullen in welige
weiden, en in een gunftige luchtftreek,
eên lange , fchoone en zyachtige wol ver-
fchaffen. Vrankeryk kan dus allen vreemden
toevoer ontbeeren , wanneei het de befte
raïïen wil verbeteren , zich van' de geringere
ontdoen, en ieder foort van Schaapen in een
luchtftreek plaatzen, en een voedzel verfchaf-
fen, die het befte met desfelfs aart overëen-
koomen.
Wanneer men een opflag van het oog’over
de wyze laat gaan op welke de Vreemdelingen
geflaagt zyn om de Franfchen dit foort
van Koophandel«te onttrekken, zoo kan men
verfcheïde nuttige ontdekkingen doen , om
deze o f andere diergelyke dienften aan zyn
Vaderland te bewyzen.
Omtrent het midden van de veertiende
E e uw , verftond D on P ed ro IV . * Ko-
ning van Kaftiliën , dat men in Barbaryën
Schaapen had die hunne bezitters groote
voordeelen verfchaften; hy deed hier op een.
zeker getal van dit fchoone ras van Rammen
en Ooijen oyerbrengen ; zie daar den oor-
oorlprong van de fchoone- Kaftilifche wol..
Dit ras van Schaapen Haagde- vry -wel., gè-
duurende twee eeuwen in Spanje. Wanneer
de Kardinaal Ximenes bemerkte dat zy begonnen
te ontaarden, deet hy op nieuw' Barba-
ryfche Rammen , van het fchoonfte foort ,.
overbrenger. Als; een verftandig: Staatsdienaar,
wift hy. onder de Spanjaarden een edele
na-yvór te verwekken in de zorgvuldigheden
voor hunne Kudden, in diervoegen , dat
thans de Opperhoofden van zeer aanzieneïy-
ke geflachten, het Zich tot een vermaak reken
om hunne kudden te gaan bezichtigen
en dat-de fcheertyd ,. een tyd , die nieuwe
uykdommen verfchaft, door feeften geviert
wierd.. De Spanjaarden heugt noch, dat hunne
Koningen voormaals eigenaars van het
grootfte gedeelte .dezer Schaapskudden waren
: hier van zyn die meenigvuldige- Bevel-
fchriften, Straf-opleggende Wetten , Voorrechten
, en Ontheevingen van belaftingen ,
‘vo orïgeko om en , die onder de Heerfchappy
van verfchillende Koningen , tot het beftüur
en behoud der Kudden, verleent zyn ; hier
uit is dat oude Gerechtshof ontftaan, ft geen
onder de Titel van Raad van dé groote Ko-
ninglyke Schaapskudde,. opgerecht wierd..
Het is door deze voorzorgen , dat de Schaapen
jaarlykfch , meer als dertig miljoenen
reajen in de. Koninglyk Schatkamer bxengen j',
hierom worden zy inde Bevelfchriften, door
de Koningen van Spanje het dierbare juweel
van de Kroon genoemt. Dit allés iduit aan
van hóéveel gewicht dit foort van. rykdom-
men yoór de Spanjaarden is. > De Natuur
koomt tot meer volmaaktheit en wordfchpon-
der in de hand van éeneii ryken Ëezitter ; deze
na-yver om het fchoone ras- van Schaapen
door de keus der Rammen te behouden , is
zelfs in Spanje een foort van nydigheït geworden
, die zoo groot is , dat men vermoo-
gende lieden ,._twee hondert dukaten yopr een-
fchoonen Ram heeft zien geeven. Deze zelfde
voorzorgen zyn. het., die hen Paaiden van
jècn zoo fchoone gedaante en bevallige ge.
ftalte verfchaft. Zie op bet artikel P aard.
In de vyftiende eeuw deed E düard IV.
Koning van Engeland , met toeftemming van
HenKoning van Spanjen ,. drie duizend witte
Schapen van dit- fchoone ras, in zyn Ryk
overbrengen ; door het verftandige b'eftuur,
was Engeland ten einde van eenige’ jaaren,
met dit dierbaare foort van Dieren bevolkt.
Men richte Schooien voor de Herders op,
men gaf hen de nodige onder wyzingen', en
men Haagden by trappen , om de Schaapen
te gewennen , die.uit eene luchtftreek in èen
andere zeer verfchillende overgebracht wa-
jen de koude van den winter in deppen
lucht te wederftaari. . De Engelfchen ver-
fchalkten toen de Franfchen. in den wolhan-
del door de voorzorgen die- den Voorzaat van
E düard gébruikt had, omFranfcheWerklieden
in Engeland te lokken. De Koningin
E l i z a re t n had de oplettenheit om dit ras
van Schaapen te hernieuwen., om te beletten,
dat het niet ontaarden.
Alle de Engelfche Wollen ,. bezitten dezelve
fchoonheit niet; de Engelfche hebben
drie foor ten van Schaapen die wol-verfchaf-'
fen: het gèmeenfte, foort ko.omt van de ouden
voort, welkers wol de groove Picardy-
fche wol niet overtreft ; het baftaart foort is.
_die , welke door de Schaapen yoprigebragt
word, die van Spaanfche^Rammen , en,Engel
fche Ooijen zyn vöortgekoornen , deze
geeven een wol die het middelfoort in deugt
uitmaakt ; en. eindelyk het, derde foort, k
geen de wol van d£ Schaapen is die uit Spanje
zyn overgébraeht.. Het is waardig aangemerkt
te worden ,. dat het verblyf van de
Spaanfche Schaapen in Engeland hunne wol
geheel van aart heeft doen veranderen.: Zy
is-veel langei^maarzóö fyn niet als de Spaanfche
ft ge en. waarfchyne 1 yk. van den aar t der.
geiden en der luchtftreek is. Zy is mede veel
witter en zuiverder , om dat mem de voorzorg
gebruikt om de Schaapen reinder als in
Spanje-te houden. Een der algemeene oor-
zaaken die het meefte tot de fchoonheit en
witheit dér wol kan toebrengen , isd a t men
de Schaapen wafcht, vooral wanneer men
hier toe zèep-achtig water gebruikt, gelyk
eenige fonteinen uitleveren ; deze waflching
zuivert de wol'volmaaktelyk.
In de voorleden eeuw brachten de Hollanders,
door het vóorbéelt der Duiven , Kalkoenen
, en andere overgebrachte Dieren ,
oyergehaaltzynde, dat de foorten van de Oost
terfche Landen , wanneer zy eenmaal aan de
Europifche lucht gewoon zyn , hier vruchtbaarder
in worden , en naar weiifch vermee-
nigvuldigen, een foort van Schaapen en Rammen
over , die hoog, fcheutig , en dik van
lyf waren , en welkers wol , de Engelfche
wol, byha, in fynheic en fchoonheit, evenaarden.
Dit ras op Texel en in Friesland
övergebragt zynde , Haagde hier zoo wel ,
dat de wyfjes vier jongen in een jaar wierpen.
In ’t algemeen heeft de ondervinding
altoos geleert, dat de Schaapen'beetervoort-
koomen wanneer zy aan de koude gewoon
zyn, en dat' zy geen verandering ondergaan
als zy uit een warm Land in'een koud over--
gebracht worden. Het is een geheel andere
zaak, wanneer men hen uit een koud Geweft
in een luchtftreek overbrengt, die veel warmer
is. .
Op Texel trekt men van deze ruit Ooft-
Indiën overgebrachte Schaapen, vachten die
van tien tot zeftien ponden , lange, fyne,'
en zyachtige wol uitleveren, met welke men
koophandel dry ft , onder den naam. van En-
gelfchë wol. De Hollanders ftondèn aan de
Vlamingen toe , om eenige van deze Indi*
aanfche Dieren naar Rylfel en Verneton te
voeren ; zy Haagden hier zoo wel , dat het.
geheele foort, dat men uit Indiën overgebrachi:
had, de naam van Vlaamfthe Schaapen ver*
kréég.:
Schoon de Zweden , onder een ftrenger
luchtftreek woonen , zoo hebben zy echter
het befte foort van Engelfche en Spaanfche
Schaapen in hun Land overgebracht; en doof
de voorzorgen die zy gebruikt hebben , zamelen
zy tegenswoordig een wol in, die zoo
tchoon als de Engelfche, en Spaanfche wol
is.
Moeten diergelyke voorbeelden de Europeanen
, in ft algemeen , niet aanfpooren?
Laten zy trachten om het foort der Vlaamfche
Schaapen, te vermeenigvuldigcn , derzelver
ras, zuiver en zonder vermenging , te bewaren
, en door alle Landfchappen te verfpreideri
in welke zy voedzel vinden kannen, en men
zal hier door in ft vervolg Hamels bekoomen,
die met een fchoone en overvloedige wol bekleed
zyn zullen; want de Hamels hebben
gewoonelyk een derde meer wol als de Rammen
en Ooijen. 'Wanneer de Franfchen in
Corentin, ft geen een Half-Eilapd van Nor-
mandyën is , de Engelfche Schaapen aankweekten
, zoo zou den aart der weiden , de
gefteltheit der plaats, en alle andere omftan-
digheden, het vooruitzicht belooven , dat
men ’er een wol zou inzamelen, die voor de
fchoonfte Engelfche wol niet zou 'behoeven
te wyken. En men kaïi dit foort van Dieren
vervólgens door andere Landfchappen ver-
fpreiden , volgens den aart van derzelver
iuchtgefteltheit.
Men móet in het oorfpronkelyke gefchrift
van den Schryver , wieris werk wy hier uitgetrokken
hebben , . de redenen nafpooren ,
die de ontaarding van de befte foorten van
deze Dieren in Vrankeryk Veroorzaakt hebben
, benevens de misbruiken die de volmaking
der Franfche wol fchadelyk'zyn geweeft,
en de middelen die hy voofftelt, op het voorbeeld
van andere Volken, om Hezen tak van
Koophandel te Kerftellen; tot deze behoo-
ren het oprechten van Herders-Schoolen, en
het aanleggen van Parken en Stallen. Deze
omfchryvingen die völftrekt huishoüdelyk
zyn , zouden ons te verre doen afweiden. De
vooruitzichten van dezen Beminnaar van zyn
Vaderland konnen mede zeer nuttig zyn ,
wanneer zy op een ander foort van Dieren
toegepaft worden, van welke men reeds zoo
veel voordeelen trekt, ik wil van-de Bokketi
en Geiten fpreeken. Zie B ok. .
Vermits Vrankeryk alle de voordeelen niet
geniet die het van zynen eigen grond trekken
kan , zoo is het genoodzaakt om' tot zyiie
.ftofweveryen, over Marfeille -, een meenig-
te wol uit de Levant te doen koomen» Smir-
na.en Conftantinopelen verfchaffen de befte
foorten. De nieuwe wol is altoos-, het hoog'-
fte te waardeeren, om dat zy door lang inde
Pakhüizen te leggen, geel en olieachtig word.
Wanneer men de wol in dé Levant infeheept,
zoo moet zy naauwkeurig droog zyn , uit
v^ees dat de vochtigheit haar in de fcheepen
niet' doet broeden, waar door zy verderft.
Men "geeft in den Koophandel de naam van
Aaa 3 Geb*