len en heimelyke gemakken léggen : hoe
yvalglyk deze wormen ook fchynen mogen,
zooa zyn zy echter de oplettenheit van een
Natuur-Onderzoeker waardig. Deze wormen
hebben onder aan het lichaam zeven
.paren korte en vliesachtige mammen , die
naar póoten gelyken , en ’er wezentlyk de
dienfl van doen. Het, vreemdfle deel dat
deze wormen bezitten, is dat zy , in plaats
van lidtekens, aan het uiteinde van.het lic??
haam een lange Haart hebben, die zich tof
aan het oppervlak van het water opheft, om
de lucht in ,te zuigen : deze Inleélen, zyn
hier om, door de Heer de Reaumur, Wormen
met een Ratte-fiaart genoemt. De buis"
die dezen Haart uitmaakt, is niet enkelvoudig:
hy beflaat uit twee. fcheden, waar van
de eene in de andere fluit gelyk de buizen
van een, Verrekyker ; beide zyn zy tot uitrekking
bekwaam, en de laatHe eindigt aan
het uiteinde door middel van een tepel, die
de lucht ingang geeft: het is door deze dat
het Infeét-ademt, en het is om . deze reden
dat het zyne Haart tot aan het oppervlak van
het water verlengt , om de lucht door dit
verlengde lidteken te ontvangen ; deze In-
feéten leven mede in geen diepe wateren,
in welke hunnen Haart het oppervlak van
het water niet bereiken kan.
Alle deze Wormen die uit de eyeren der
Vliegen 'voortkomen , ondergaan eene gedaante
verwifleling , voor dat zy tot den
Haat van Vlieg overgaan ; . zy gaan door
den Haat van Nymph , en deze Nymph is
in het vel van het Infect zelfs befloten: zie
op het woord P o p j e , wat ’er by deze
wetenswaardige gedaante-verwiflelingen ge-
fchied.
De leventbarende Vliegen brengen zoo veel
jongen niet voort, als de eyerbarende Vliegen
eyeren leggen; de eyeren beflaan weinig
plaats; waar tegens de jongen die veel groo-
ter zyn, niet meer als twee.te,'gelyk in den
huik van een Vlieg plaats konnen vinden :
bier om brengen deze Vliegen niet meer als
twee jóngen te gelyk voort, waar tegens de
eyerbarende , honderden eyeren leggen.,
Verdeeling der Vliegen.
De Schryver die eerfl onlangfch de Verkorte
Ui flor ie der Infe Eten, van de omliggende
flrekèn van Pdrys, in ’t licht gegeven
heeft, tot welk werk wy die gene wyzen,
die wydlopiger onderrichting begeren omtrent
de byzonderbeden die de verfchillende
Poorten van Vliegen betreffenalsmede omtrent
de andere Inleélenvvan welke hy fpreekt;
dezen Schryver, zeg ik , verdeelt.de Vlie*
gen in v y f byzondexe tamiliën o f gezinnen.
De eerHe famielje bevat de Vliegen wier
vleugelen verfchillende kleuren hebben, die
hen lchakeren en.vlakken.
De :tweede begrypt dë Vliegen die een
zonderling kenmerk, hebben. Alle hebben
zy op het.yoorfle gedeelte van den kop een
vliesje , dat gewpnelyk een heldere kleur
heeft, die op het Avit .o f geel trekt, ’ t geen
zich even. als opgeblazen vertoont, en het
Infect' een foort van masker vormt; hier om
heeft men deze Vliegen de naam. van Gemaskerde
Vliegen ■ gegeven. Deze Infeéten
hebben een langwerpig borHfchild , de.knoppen
der fprieten zyn veel langer als die van
de . andére foorten , en zomtyds de vleugelen
aan de uit-einden rond ach tig. Alle deze
byzonderhed.en geeven hen een gedaante,
waar door zy genaakkelyk te herkennen zyn;
de Wormen waar van deze gemaskerde Vliegen
voortkomen ,' leeven in „het water, en
ondergaan ’er hunne gedaante-verwiflelingeri
in.
De derde bevat de Vliegen wier liqhaam
zelfs met verfchillende kleuren, gefchakeert
is. Onder deze foorten , heeft men ’er eerii-
ge die zeer bevallig zyn.- Plet is met deze
famielje, dat zich de Vliegen vereenigen,
waar van de Wormen , zich met Plantluizen
voeden.
De vierde'begrypt de luiflerrykfle foorten
van Vliegen-, ’ t geen de Goudkleurige Vlie-
gen zyn. Deze foorten. zyn zoo;talryk niet,
maar veel glansrykeE door haare kleur, die,
o f goudverwig , o f koperaehtig is , ; en dan
eens bunnen buik , en dan. weder hun borfl-
fchild luiHerryk doet z y n e n dikwyls beide
te gelyk.-
Eindelyk, de laatHe famielje bevat de ge-
meene Vliegen, die gene, die het gemeenfle
zyn, en niets aanmerkelyks hebben.
Den Doorluchrigen de.- Reaumur verdeel*
de Vliegen in twee algemeene Klaflen : de
eene bevat de twee-vleugelige-, en de andere
de vier-vleugelige Vliegen. Deze twee algemeene
Klaflen bevatten vier andere , die ’er
aan ondergefchikt zyn. De eerHe van deze
vier ondergefchikte Klaflen bevat; de- Vliegen
die een fnuit, en geen tanden o f nypei'S
hebben. De tweede, is uit. de Vliegen za*
men«
mengeflelt, die een mond en geen merkbare
tanden hebben. De derde befluic in zich de
Vliegen die een mond hebben die met tanden
gewapent is'; en de vierde Klafle bevat de
Vliegen die.een fnuit en tanden hebben.
Het achterfle gedeelte alleen is noch van
nut om de verfcheide geflachten van Vliegen'
van elkanderen te onderfcheiden. De Vliegen
'die met de angels gewapent zvn , wier
Heken men ducht, bezitten niet dan -te veel
kenmerken óm zich te doen onderfcheiden;
andere hebben aan haar achterfle gedeelte een
foort van booren-, die in een fchede verborgen
zyn; het zyn. de. wyfjes die deze lange
Haarten hebben , gelyk verfcheide wyfjes
van de Ichneumon- Vliegen,,, zie dit'woord.
Dus heeft men Vliegen die een angel , en
andere die een boor hebben. Men heeft verfcheide
foorten van Zaag-vliegen , die dezen
naam verdienen , om een zonderling wapentuig
, waar van zy voorzien z y n e n ’t geen
zy. niet vertoonen , zoo men haar hier toe
niet noodzaakt met haar het lichaam te drukken.
Andere Vliegen hebben: lange draaden
aan haar agterfle gedeelte-, die door hunne
gedaante en zamenflel eenige gelykvormig-
heit met de fprieten hebben. Onder de vier-
vleugelige Vliegen , hebben de Vliegen van.
een clach deze draaden. .Zie het Woord Haft..
Onder de twee-vleugelige Vliegen ; hebben
de mannetjes der Gall-Infeóten , mede dier-
gplyke draden. Zie G a l l - I n s e c t e n .
Het is door middel van deze twee algeme-,
ne Klaflen, die de Heer de Reaumur bepaalt
heeft; door de Klaffe van den tweeden rang;,
door de verfcheidenheden in het dragen der
vleugelen, en in het zamenweefzel van deze
vleugelen; door de verfcheidenheden van de;
fprieren, en van den fnuit; door de verfchillende
wyzen om hen te dragen ; door de verfcheidenheden
van hunnen kop , lichaam,
borflfchild, beenen , en achterfle gedeelte;
het is eindelyk door de verfcheidenheden van
grootte en kleur, als mede door die van den
angel, en door vernuftigheit van déze In fe e - ;
ten, dat den beroemden de Reaumur, alles
uit den verwarden Chaos heeft weeten op te
delven, ’t geen de V liegen betreft. Men
kan, wanneer men zyne derde Memorie, van
het vierde Deel le e ft, op Haande voet lee-
j*en kennen , tot welke Klafle die Vliegen
behqoren, die men in het veld ontmoet, en
door welke kenmerken het geflacht tot welk
zybehooren, van de andere geflachten van de-
zelve Klafle onderfcheiden is. In den Zomer
kwellen de Vliegen de Menfchen en de
Dieren; dit is een geil en zeer fchadelyk Diertje
, ’t geen zich zeer gemakkelyk met alle
foorten van zaken voeden kan. De gemeene
Vliegen leeven. een zeer korten tyd, degroo-
te een weinig langer ; zy byten o f fleeken
veel geweldiger wannéér *er een onweder op
handen i s , als in andere tyden. Deze In-
fecten beminnen de warme en vochtige Landen
: men heeft ’er een groote meenigte in
de Pouilje: in Egypte is het getal zoo groot,
dat de lucht zomtyds weergalmt van het gc-
luit dat zy onder het vliegen maken. Voor-
maal.s was ’er Spanje indiervoegen mede, vervult,
dat men lieden had die aangeflelt waren
om hen te beoorlogen. Zy ontwyken de My-
nen,om de dampen die’er uit opflygen. Om.
de vruchten voor de Vliegen te bewaren ,
kan men vleflchen aan de boomen ophangen
die met een honingachtig water vervult zyn :
v dit vocht is een lokaas voor haar, en zy verdrinken
in de vleflchen.
De aanmerkelyke Vliegen.
De Byeswyze Vliegen, o f Vliegen die de gedaante
van Byen hebben, zyn twee vleugelige
Vliegen , die een zoo groote. fchynbare
overeenkomfl met de Byën in kleur, grootte
, gedaante en evenredigheden hebben , dat
men hen voor Byen aanziet, en dat men
haar by ge volg in de hand niet durft nëemen,
om dat men voor een angel beducht is: maar
deze Vliegen hebben ’er echter geen. Wanneer
men haar op de bloemen ontdekt, waar
na zy zeer gretig zyn,,zoo maken zy ’er ten
naaflen by dezelve beweegingen als de Byën.
op, zy zoeken deze waarfchynelyk niet om
’er een inzameling van Wafch op te doen,
maar zy bezitten een Snuit waar mede zy ’er
den Honing uitzuigen*
Men heeft verfcheide foorten van deze
Vliegen , die onderling in grootte en verfchillende
fchakeringen van de bruine kleur
verfcbillen. Deze vliegen komen-van wormen
voort, die men Varksns-Wormen noemt,
om dat men hen in de floiTe vind , met welke
deze Dieren zich voeden.
Men heeft nog andere foorten van Vliegen
die de gedaante van Wespen hebben ; maar.
dit zyn mede niets ander als twee vleugelige.
Vliegen, zy hebben geen angel, en koomen
van het foort van Worm voo rt,. die men
Worm met een Rotteflaart noemt.
Men kent noch andere foorten. van twee-
Z z z z 3 vleu