STAPH o“8 ILO DR END RON. STAR*
deze „gedroogde Wortelen , is ten naaften
by dezelve, alsdie van d e Sa lep. Zie dit
woord.
Wanneer men de Wortelen van het Stalt
kruid als een middel gebruikt om tot het Ve-
nus-Spel aan te fpooren , zoo voegt men ’er
eenige prikkelende middelen by , die tot het
zelfde oogmerk meede werken , welke het
zaad van de Rakëtce, de Adder-Koekjes de
Scincus - Marinus $ en den Olie vao Amber
zyn.
S T A P H I L O D | E N D R O N . Dit is
volgens eenige Schryveren , de valfche Pi-
ftaflenboom , o f een foort van wilde Piftas-
fehboom , waar van de vruchten vliesachtig
en braking-verwekkende zyn : maar wanneer
men alle zyne eigenfchappen befchouwt, zoo
ziet men dat hy geen overeenkomften aietden
PiftaiTenboom heeft.
S T A R . Dit is een algemeene benaa-
ming, die men aan alle Starren geeft,, zoo
wel vafte als dwalende ; dat is te zeggen ,
aan de eigentlyke' Starren , aan de Planeeten
en aan de Komeeten.
De naam van Siar, geeft men echter doorgaans
alleen aan die Hemelfche Lichamen ,
die van zich zelven licht-geevende zyn , gelyk
de vafte Starren en de Zon.
■ Men moet aanmerken , dat geen van de
Starren die om een andere Star draayen van
zich zelfs lichtende zyn.
S T A R - A N Y S , o f C h in e e -s che-
A n y s , zie A n,y s .
S T A R - H A A G D I S . Dit is een foort
van Haagdis die men in zommige Landfchap-
pen Vanltaliën vind: men ontmoet haar voor-:
al in Toskanen, in de huizen en in de'gaten
naby de'aarde : de Italianen noemen haar
Stelli'one- Tarentole. Deze Haagdis verdryft
de Spinnekoppen gewoonelyk : zy heeft op
den rug ftarswyze vlakken die een giinfteren-
de kleur hebben, hier van ishaaren naam van
Si ar-Haagdis, voortgekoomen. Zy neemt.des
winters haar yerblyf in de huizen aan dehoe-
ken der vengfters en deuren. Die: gene die
de Star-Haagdiffen trachten te vangen, gëe-
ven achtcOp de gaaten , waar in zy zich' in %
begin van de Lente begeeven , en plaatzen
een foort van vallen van riet voor dezelve
om haar te vangen , met,oogmerk om haare-
■ veilea te bekoomen , die: nuttig voor de val-
STAR-HAAGDIS. STARREKYKER.
lende ziekte gehouden wordeii. De Star-
Haagdiflen leggen haar vel gelyk de Slangen
a f : de,Beeten van dit Dier , zecht Le-
mery , verdikt de,., vochten , en verdooft de.
zinnen. De Theriakel , en de vlugge Zouten,
zyn nuttig om ’er de geneezing van me
te werken: men verzekert dat het vleefch der
Star-Haagdiffen het zweet verwekt, en het
vergift wederftaat.
S T A R R E K Y K E R . Dit is een fchoo-
ne Vifch van de ftranden van de Middeland-
fche-Zee , die doornachtige vinnen o f vleugeltjes
heeft: hy fl.aaptgeduurende den dach
op het zand , en waakt des nachts , - om óp
den roof uit té gaan. De Ouden hebben ’er
onder de naam van Uranoscopus van gefproo-
ken, even als-of men zeide , Vifch die den
Hemel befchouwt. Te Rome-noemt men
hen Mefbro-.) en te Venetië-n Pesce Prete.
Deze Vifch - is een voet lang , van den kop
tot den Haart 5 hy heeft twee ryeh fchubben,
het overige van het lichaam is met een. hard-
vel bedekt, . ’t geen ’er van afgeftroopt kan
worden: zyn rug is zwart en zynen buik wit:
zyn kop is dik ; zyn mond die groot en ge-
openc is , is op den kop geplaatft,. de onderkaak
bedekt hem; wanneer hy haar opwaarts
uieftrekt, koomt ’er uit zyn mond-een vel
vobrt, dat tuflehen de tong en. de onderkaak
. geplaatft is. Dit vel dient hem om de vis-
fchen tot. zich te lokken op welke hy aaft.
Rondelet-zecht y dat hy :om hen te vangen ,
ziêh in ,de flyk „dompelt, en dat zoq ras de
kleine vilfchen; in dit foort van netkoomen
byten , dat zy .voor: een worm aanzien , de.
Starrekyker hen tot zich-'trekt, en hen doorzwelgt.
Hy is . zoo. verflindzuchtigdat hy
door. het me énig vul dig èécen. bar ft f zyne 00-
gen zyn op zyn kop geplaatft',N en zien recht
opwaarts,naar den Hemel ; de_bëendefen van
dén kop eindigen in een punc'naar de-zyde
van den ftaart, 'gelyk mede.die van de kieuwen
, welke vier in getal , aan iedere zyde
zyn.. Na by de fpleet der kieuwen,, zyn
twee.gr.oote en fterke vinnen geplaatft, die-
verféhillende kleuren hebben ; en twee andere
dié wit en veel klein der zyn., na by de
onderkaak». Achter, deze vinnen volgt een
graat , die even als .een börftbeen gevormt,.
en met drie doornen bezet :is ;; hy heeft een
andere vin na by .den aars , en twee op den
rug ; zyn ftaart is breed’ , en wanneer de
vifch leeft, gelykt hy vry wel naar den ftaart.
van den Paaum.
STARRE“
S T A R R E - S T E E N , zie A s t r o ï -
TES.
S T E A T I T E S , o f S p e k s t e e n . Men
geeft dezennaam aan een ■ kleiaardachtige
Steen, die vet in het;aanraken en op herge-
fcicht is* (Steatites koomt van het Griekfche
woord <rre<*>, \ geen Vet o f Spek betekent),
De hèdendaagfche Syftematike Natuurkundigen
befchouwen , om dus te fpreeken , de
namen van 'Smeftites , P otfie enen , en Steatir
tes ■ als woorden die het zelfde betekenen :
maar de Smectkes fmelt byna geheel in het
water, even als Zeep: dit is om eigentlyk te
fpreeken, een Zeepachtige aarde of Zeepfleen,
zie dit woord. D e Potfteen is veel harder ;
men maakt ’er vaten op de draaibank , met
■ yzere werktuigen van : zie Potsteen. Wat
de. Steatites betreft, ’t geen wy onder dezen
naam gezien hebben, was, 'dan eens een zeer
vet roodkryt, o f zeer fyn potloot, o f ge-
marmert kryt van. Briançon , o f een roode
Hypers aarde. . •
Verfcheide Schryvers , door de uitwendige
eigenfchappen van den Steatites bedrogen
zy.nde, hebben verfcheide andere fteenen met
deze verward : dus heeft Cardanus hem als
een. foort van Wetfteen befchouwt ; • P{fau-
rens als een foort van Serpentynfteen ; Barnet
als een foort van olieachtige en fchub-
achtige fteen , van het geüacht dér Lyën ;
Gesner, ' als. een foort van Onix ; Bruchman,
als een foort van Kalcedoniefteen die vet in
?t aanraken, en niet doorfchynende is. JVor-
tnius heefc gezecht dat dit een foort van Talk
is; en Bromel befchouwt hem als een Kalk-
fteen.
De beroemde Heer Pott zecht, in zyne
Lithogeognofie , pag. 278 , dat hy getracht
heeft om te ontdekken onder welk geflacht
van.fteenen de Steatites der Ouden moet geplaatft
worden ; en hy heeft , door Proefneenlingen
bevonden , dat de Potfteen en , van
welke Wallerius en Gronovius fpreeken, de
Smeftites van Woltersdorf^ de Serpentynfteen
en de fteen van Como van verfchillende Schryvers
, veel overeenkomften met elkanderen
hebben.
Door alle de eigenfchappen die ons de
Steatites , o f Potfteen , doet blyken , moet
hy in het geflacht der kleiaardens geplaatft
worden , om dat hy in het vuur hard word,
’t geen alleen in de kleiaardachtige , fteenen
gefchied: de eenigfte zaak waar in hy van de
zuivere Kleiaarde yerfchüt, o f van de Vol-
Iers aarde, o f van de Zeepachtige aarde, is
dat hy zich niet.van ’t zelfs in het water ontbind;
maar behalven d it , zyn alle zyne eigenfchappen
het zelfde , en ’er heeft geen
ander verfchil in plaats , als alleen den trap
van hardheit: dus behooren alle de fteenen
welke zoo zagt zyn , dat zy met een mefch
konneu gefneeden , o f op de draaibank be^
.arbeid worden, en glibberig in het aanraken
zyn , en vooral die gene , die zich in het
vuur verharden , tot het foort van Steatites,
want dit zyn zyne wezentlyke kenmerken.
Du's, om eigentlyk te fpreeken , is_ de Steatites
niets anders als een kleiaardachtige Steen,
dat is, te zeggen , een Kleiaarde die natuur-
lyk tot dien trap verhard is., dat zy zich niet
meer in het water ontbinden kan , gelyk de
gemeene Kleiaarde. Voor ’t overige , de
Steatites heeft meer o f min hardheit, en meer
o f min doorfchynentheit: het foort dat men
ons uit. China overbrengt is gewoonelyk veel
hélderder ; het verkrygt, gelyk de Zwitzer-
fche, meer zamengepaktheit in het vuur, en
word beter in ftaat om water te konnen bevatten
die van het gebied van Bareuth, die
men.Stneerfteen genoemt heeft, beko.omt lig'-
ter barften in het vuur , door welke het
•water in ’t vervolg doorzypelt. ’Er heeft „dus
zeer weinig onderfcheid plaats, tuflehen onze
Europeaanfche Steatites., en de Chinees-
Tche: men geeft dus aan de onzenaamen, die
van de gebruiken ontleent zyn , waar toe men
’ér zich van bedient.
S T E E K P A L M , tie H u l s t ,
S T E E K - R A P É , Napus Sylnefiris. Deze
Plant verfchilt alleen van de gemeene en
aangekweekte Rapé, door haaren wortel, dié
veel kleinder is , en een' fcherpe en wilde
fmaak heeft. Haare bloemen zyn geel, en
zomtyds witachtig. Haare bladeren zyn meer
ingeiheeden. De Steek-Rapen groeijen na^
tuurlyk tuflehen het graan op de affnydin-
gen en langs de randen der grachten: zybloei-
jen in de maanden April en M e y , en brengen
veel zaden voort.
Deze geheele Plant is vergift-wederftaande,
en vooral bezit haar zaad deze eigenfehap.
Een ieder weet dat de Vogelaars , ’er verfcheide
foorten van vogeltjes mede in kooitjes
voeden ; gelyk Sysjes , Diftelvinken,
Vinken, enz. Hét is uit ditzelve zaad, dat
men, door perffing, een Olie trekt, diemen
Raap-Olie noemt; è’n gebruikt word om in
D d d d 2 ^