v e rs , want men verzekert dat ’ er meer uit*
geftrektheit van grond vereifcht word, om
hondert Zeelten te voeden, als om v y f hon-
dert Karpers vet te maken : hier om moet
men zeer veel uitgeftrektheit van grond overig
hebben , om een vyver met Zeelten te
bevolken.
De Heer Geoffroi de Jonge , vertoonde in
het jaar 1710, aan de Akademie der Wetenschappen
van Parys, een Lindworm , die in
een zeer gezonde en vette Zeelt gevonden
was. Deze Lindworm was gelykvormig aan
die gene , die men in het lichaam der Men-
ichen vind, alleen met dit onderlcbeid , dat
hy in geen ringen verdeelt was ; hy beftond
uit een ftuk, en was twee en een half voet
lang. •
De Zeelt heeft een vry goede fmaak ,
vooral, wanneer hy een zuiver en ftroment
water bewoond heeft; maar zyn yleefch voed
middelmatig, en is niet zeer gezond, om dat
het met lymerige -en grove fappen vervult
ia.
Men vind-raree kleine fteentj.es in den kop
van dezen Viich , die men opflorpende ., afzettende
en pisdryvende .fchats men geeft ze
in om den buikloop te ft oppen. De Vervolgers
van de Maiiere M e d ic a le zeggen, dat
de krachten van den Zeelt beroemd zyri om
de geelzucht te genezen; menlechtdeze Vi.s-
fchen levendig op de navel en de plaats der
lever , tot dat-zy fterven. Men wil dat de
vifch hier door geel word, en aan de zyde
opzwelt, met welke h y op den lyder gelegen
heeft.
Z E E P A C H T I G E A A R D E , Terra
Saponaria, De Sme&is, o f Zeepachtige
Aarde, waar van IVormius Ipreekt, vind
men in Engeland aan de Straat van het Eiland
Sweétis: hare kleur is verfcbeiden. Hare
eigenschap is , dat z y ,de ftoffen min o f
meer wel reinigt.. Die gene , die men Vollers
Aarde noemt, is mede van dezen .aart;;
zy is groen achtig g eel, o f rood met wit gein
arm ert. Die gene, die van het Eiland Comwal
koomt, draagt zomtyds de ©aam v.a©
vette Slypers Aarde: .deze is afehverwig w.it.
Men bekoomt andere van dezelve plaats onder
de naam van Zwarte Aarde van Tripoli:
deze is een weinig zwartachtig. De Smectis
van het Eiland Feito, is vry hard „ .en groen.
De Afch achtige Aarde van Ho ar nik ^ is mede
een foort van tfyneStis., .die in het vuur een
wonderbare witheit verkrygc. De oprechte
Zeepachtige Steen o f Aarde, o f SmeStis, heeft,
behalven de eigenfchappen van de Vollers
Aarde, noch geheel de werktuiglyke eigeji-
fchappen , zelfs de fmaak , en alle de kenmerken
van de Zeep; maar zy brengt geen
de minfte beweging van opbruifting met de
zuuren voort: zy beftaat al tops uit klompen,
is vet in ’t aantaken , ge marmert, en zeldzaam
gebladert. Dus is die gene , die men
in Zwede in Engeland ., et? te Plombieres
in Vrank.ryk vind.. Men bekoomc mede dezelve
foorten van Sicilië, Rome, Napels,
en uit China,
De Engelfghe maken veel werk van hunne
Zeepachtige en Vollers Aarde. Z y bedienen
zich ’er van om het lynwaat te reinigen:
de Wöl-kaafdêFS zyn 'die gene, die ’er
het meefte gebruik van maken.
Z E E P BO OM , Sapindus♦ Dit is een boompje
dat men op het vafte Land van Amerika,
.en byzonder op de Antillifche Eilanden vind,
deszelfs hout is .gomachtig , zagt, kan ge-
makkelyk gefnedèn worden , is aan geen wormen
onderhevig, en heeft een reuk en fmaak
welke die van de Gom Copal , ev.enaareri.
Zyne bladeren ..gejyken naar die van den Es-
fch.enbo.oni o f Karftenboom : zyne vruchten
zyn kleine ronde Appelen die de grootte
van Walnoten hebben , .zy zyn met een rop-
de en gladde huit bedekt, - en hebben e.en.zpe-
|e en zamentrekkende finaak, Qnd.ef deze
hult is een kleverig en wit. vleèfch gepLaatft,
wanneer dit weggenomen i s , blyfc ’er e,en
ronde, zwarte, en zeer harde No.o.t overig.,
die zeer bitter van fmaak i s : uit deze vrucht
vloeit een lymerig fap , die haar., .door S I
Spanjaarden , Gomachtige Kart beeft .dg,en
noemen. Men -wil, dat . dit ,1-yrnefig fap de
eig.enfc.hap bezit om alle bl o ed y.lpe ij in gen te
ftuiren , en zelfs .de koorts .te genezen,. De
Jnwoonders van de Antillifche Eilanden bedienen
zich van .den wortel van de vrucht»
om het zelfde uitwerkzel, als wy door de
Zeep., voort te brengen. Men doet t.wee .pf
drie van deze vruchten i.n warm water , ep
men zeept ’er het .lynwaat o,f de kleedere^t
mede; ’er ontft.aac.e’en grogte menigte ftjhvum
door ; het water word' zelfs w'itachtig,, aft
vegende , en reinigt zeer wel. Deze vruchten
fmelten langzamerhand dn het wa^er, tot
.dat ’er byna .niets anders als de -pitsen .py&r
blyfc, diezeer hard ,zyn., .en welke men dppr*-
boord «om ’ei* rozekranfren van zamen te ftgL-
len. Men .-noemt haar Zeep-.Appzlev-
Z E E P K R U I D , Saponaria. Deze Plant,
die een foort van Lychnis is», groeit naby de
Rivieren , Vyvers , in de Boffchen en op
zomöiige zandachtige plaatzen. Haar wortel
is lang , roodachtig , geknoopt, kruipende,
vezeiachtig en langlevende : hy fchiet ver-
fcheide ftcelen uk , die een o f twee voeten
hoog, rond, geknoopt, roodachtig, en mergachtig
zyn, en zich naauwlyks onderfteunen
konnen, Hare bladeren zyn breed, zenuuw-
achtig., en gelykvorinig aan die van de Weegbree
; zy zyn klein der , regens el kan deren
over geplaatft ., en hebben een falpeterachti-
.ge fmaak,,. De bloemen komen even als in
zonnefchermen aan de toppen, der fteelen
voort , zy zyn ieder uit v y f blaadjes te zamen
geftelt, die op de wyze der Nagelbloem
gefchikt zyn, hare kleur is ge won elykfehaon
purper v e r w i g , zomtyds bleek rood o f vleeskleurig,
en 20-mtyds Wit, zy zyn welriekende.
Op de bloemen volgen kegel vormige
vruchten , die met kleine , rondachtige en
jjoodachtige Zaden, vervult zyn.
Men kweekt deze Planten mede in de Tuinen
aan., alwaar zy zeer lang duurt; zy is
zeer onbevallig door hare wyze van voortkruipen.
Z y bloeit gedurende den Zomer,
hare bloem word zomtyds dubbelt; men
vlecht haar onder de bloemkranflen zoo
wel om hare -fchoönheitals om haren aangename
© reuk.
Het Zeepkruid iszeer bitter en afvegende
:. het neemt de vlakken van de kleederen
af,, even als de Zeep; hierom heeft men deze
Plant Zeepkruid genoemt: zy word nuttig -
gepordeelt om de fchorfc en daauworm te
genezen, ’t zy dat men ’er het afkookzel inwendig
van gebruikt,, o f ’èr de zieke deelen
mede wafcht, Schroder. w i l, dat haren wortel;
nuttig is om de Venuskwalen te verzag-
ten ,, om de, engbprftighek voor te komen ,.
eirom de maandelyke ontladingen der Vrouwen
te bevorderen, De bladeren van deze.
Plant verplet , en in de neus geftoken zynde,.
verwekken het niezen.
ZE) E P S T E E N . De Zeepfteen heeft
de zelfftandigheit van Wafch,: én is met rood
en wit gemarmert •■:. hy heeft een zeepachtige
fmaak wanneer hy gekaauwt word , en mede
de eigenfchappen der Ze ep : hy maakt het.
water melkachtig , en reinigt o f zuivert alle.
ftoffen zeer wel. Men gebruikt hem in zom-
mige Landen, .en vooral in Engeland : ,hy^ is^
nog veel fmeeriger als de Zeepachtige Aarde
en Briançons Kryt.
Z E I L S T E E N , M a g n e e t , Magnes,
Dit is een yzerachtige Steen , die men in de
Yz-ermynen vind : zyne kleur is overal dezelve
niet: inde Ooft-Indiën, in China, en
in alle de Noordelyke Landen , heeft hy de
kleur van ongepolyft Y z e r , in Macedoniën
is h y zwartachtig, in onze Landen trekt zyne
kleur doorgaans op het zwart.
De Ouden kenden het vermogen dat den
Zeilfteen bezit om het Yzer aan te trekken,
en zoo men P l i n i u s gelooven mag, zoo was
dit door een uitwerkzel van het geval ; een
Herder ontdekte dat de fpykers van zyne
fchoenen , en het einde van zynen fta f, die
met yzer heilagen was, aaneen rots van zeilfteen
aânkleefden ,- over welke hy ging.
Maar zy kende die gene niet die hy bezit 01A
zich altoos naar de Polen te richten; en men
geloof^ dat men geen Kompaffen iri Europa
gezien h e e f t a l s omtrent -de dertiende
Eeuw.. Eenige fchryven de eer van deze
uitvinding aan Jan Goya , een Napöli-
. taan , toe ; en andere aan Paulus van Venetië
en , die ’ér de zamenftelling van in China
geleert hebbende , haar in Italien overge-
bracht. - .
De Zeilfteen bezit,, gelyk een ieder weet,
de eigenfchap om het Yzer âan te trekken;,
die om het zyn vermogen mede te deelen ;
die om zich naar de Polen der Wereld te
keren, met een verfcheidenheit die men Af-
"wykiiig noemt ; en eittdelyk de éigenfchap
om over te hellen , naar mate aat men de
een o f andere Pool nadert, ’c geen men Qt/er-
nyging noemt. Alle déze zonderlinge eigen--
fchappen, die van den aart van den Zeilfteen
afhangen, zyn ongerwyffelt een gevolg van
eenige algemeene dgenichap, d ie ’ er de* oorzaak
van is , en waar van wy onkundig z yn ,
en waarfchynclyk noch lang zyn-zullen. Men
wil dat ’er om den Zeilfteen een foört van
dampkring heerfcht, aan welke men de naam
van Magnetifchefioff'e gegeven heeft, en die
een draaikolk om dezen fteen vormt : men
ontdekt dezen draaikolk op een merkbare wyze
, door zyne twee Polen ,. die tegenftrydi-
ge uitwerkingen hebben, de eene om het Y--
zer aan te trekken,,en de andere-om het weg
te ftooten.
Het is aanmerkëlyk dat het gene het Yzer
door.zich zelfs niet,is-, het.Yzerroeft zulks -
zom« -