zomtyds naar den oever van het water: maar
wanneer z y een Krokodil hoort * o f op haar
aan ziet koomen, zoo maakt zy een venchrik-
kelyk gefchreeuw , dat uit de vrees ontftaat
van door dit Dier verftonden te zullen worden..
Deze fchreeuvv waarfehuuwt de Men-
fchen die zich hier omtrent baden ; en die ,:
zoo zy de-vlucht niet neemen , wel ras de
Krokodil ten prooi verftrekken ; hier out
heef: men dit foort van Haagdis de naarn van
Sauve-garde ge ge e ven .
T U R B I T H , Turpethum. Dit is- een
Wortel die gewoonelyk van zyn merg ontbloot
is; hy is houtachtig, ge droogt, in langwerpige
Hukken gefneeden, zamen gepakt,
zoo dik als een vinger, harftaehtig, uitwendig
bruin , o f graauw , inwendig witachfig,
en heeft een fmaak die eenigzins fcherp is ,
en walgingen verwekt. Hy koomt van een
foort van Indiaanfche Winde voort, die men
Turpethem repens, faliis, Althéa vtllndicum
noemt.
Deze Wortel , die meer als een duim dikte
h e e ft, en getakt is , dompelt zich in de
aarde , ter^diepte van omtrent vier o f vyf
voeten, met een meenigte kronkelingen : hy
isi alsdan met een dikke en bruine fchors bekleed:
wanneer hy gebroken word , vloeit
*ér melkachtig lap uit, ’t geen lymerig is, en-
zoo ras het gedroogt is , in een Harft van een
bleek geeïe kleur verandert, die eerft een;
zoetachtige fmaak heeft, en vervolgens prikkelende
is , en walging verwekt. Uit den top
van dezen Wortel koomen rankachtige ftee—
le-nvvoort, die met vier vleesachtige blaadjes
bezet,pp verfchillende wyzen gekronkelt, en
houtachtig aan hun ónderfte gedeelte zyn , zy
hebben de dikte van een vinger-, en zyn rosachtig
en groen in hunne geheele uitgeftrekt-
heit, hunne lengte is zes o f acht ellen , een’i-
ge leggen ter aarde en andere kruipen en
fijn geren zich om de nabyftaande lichaamen,
, gelyk de Klim: de bladeren gelyken naar die
van de Konings-Maluwe ; zy zyn zagt, ka-
tóenachtig, witachtig , hoekachtig , aan de
randen getant,, en een weinig fpit-s. Uit den
fchoot der bladeren, dié aan hetuit-eindeder
takken geplaatft zyn , koomen voetftéeitjes
voort, die drie o f vier langwerpige en fpitze
hoofdjes onder (leun en; ieder hoofdje is een;
bloemknop , ' die gelykvormig aan die der
Winde is , zy hebben een witte en vLeeféh--
kleur: wanneer de bloem afgevallen is , neemtr
het. vmchtbegmfel in. groote toe 5i en word'.
een zaadhuisje dat drie afdeelingen bevat-, zy
zyn door vliesachtige middelfchottên van eb
kan deren gefcheiden , en met zwartachtige
zaaden vervult , die de grootte van een. Pè«.
perkorl hebben , en rondachtig aan de ach-
terzyde , en hoekachtig aan de' tegen over-
geftelde zyde zyn.
Deze Plant groeit meenig'vuldig op de overdekte
en vochtige plaatzen-, op den oever der
grachten , achter de ftruiken en óp andere
plaatzen dér Velden die verre van dé Zee
verwydert zyn , op de Kuil van Malabaar en
Cylon. ’ Om ’er in de Geneeskonft gebruik
van te maken, vergadert men de groótfte én
melkachtigfte wortelen;. dat is te zeggen, ae-
harftachtigfte : men bereid ’er eem groote-
meenigte van te Guzaratte , G o a e n Surat-
t-e*.M
en gebruikt de Turbith als een purgeermiddel,
en voornamentlyk tegens de jicht,
de beroerdheit en waterzucht. Men geeft
hem inzelfftandigheit in van het gewicht van-
tien greinen, tót dat van een vierde van een
lo o t; en in eën af kookzel , van eèn en een
half vierde deel van een lo o t , tot drie vierde
van een loot.. Men- fchryft den Turbith
zeldzaam alleen voor , men vermengt hem
gewoonelyk met. andere purgeermiddelen ;
ondanks deze voorzorgen , verwekt hy noch
dikw.yls kolyken , en is fchadelyk aan de
maag*
Men- gebruikt dikwyls in plaats van den
waren Turbith, de wortelen van den uitland—
fchen L a f er , ’t geen een foort van Thaspxa,
ó f liever van een Lihanotis is ;.. maar men
moet deze wortelen verwerpen, die óntftee-
kingen in de keel. en maag veroorzaaken , en=
met veel meer geweld als. den Turbith pur*
geeren*.
TU R F - , Turfa. D itis een pofièachtige,
gewoonelyk. ligte , vezelacbtige ,.’ zwartachtige
, vette, bitumineufe,. en brandbare zelf-
ftandigheit,, die men in zommige Weiden ,,
ter diepte, van eenige voeten , vind*. Deze
ftoffe , die zedert langen tyd tot een brand-
Hof gedient heeft in de Landen daar mem
haar overvloedig v ind, en alwaar het 'hout
fchaars is,-brand zeer wel ; maar fchoön i j
een vry fierk vuur vérfchaft , 'zo'O geeft zy
echter, weinig vlam van zich;,, en -zy'ver-
fpreid' ónder, het branden , een meer:of tuin
onaangename.-reuk : deze twee • ongemakken'
heeft het geb'mik^van den -Turf in' die Lauden
doen veronachtzamen alwaar men zich.
Biet gemak hout verfchaffen kan Het
fehynt echter , volgens de Waarneemingen
van den Heer Guettard, dat deze brandbare
zelfftandigheit tot een groot getal gebruiken,
in plaats van hout , nuttig zyn zou, zoo wel
voor byzondere Lieden als voor den Staat in
verfcheide Landen, die van de eenezyde, in
het gebruik van dezê ftoffe, die voor de hand
en zoo gemakkelyk te bekoomen is , middelen
zou vinden om het gebruik van het hout
te verminderen , . ’t- geen van dach tot dach
meer bekommering begint te baren; en van
de andere zyde het getal der bebouwbare
Velden zou doen vermeerderen, en die men,
door de noodzakelykheit gedrongen , met
Boffchen beplanten zou.
De Turf word , volgens het gevoelen dat
vry algemeen onder de Natuurkundigen is ,
en door den Heer Guettard , in dit opzichte
aangenoomen word, alleen door verrotte
deelen van Kruiden, Bladeren en Planten ge-
vormt, en die door deze'verrotting in. een
zwanachdge, fmerige en brandbare zelfftan-
digheit verandert zyn. Dit zoo zynde, moet
den aart van den T u r f veranderen , volgens
die van de Planten die hem voortgebracht
hebben: men gift dat den Hollandfchen Turf,
die voor de befte van alle bekende Turf ge-
• honden word, dezen trap van uitmuntenheit
alleen aan de Zee-Planten verfchuldigt is ,
waar van hy gevormt is ; mogelyk zou men
Turf van dit foort op.andere plaatzen mede
vinden konnen , deze Planten konnen ’erdoor
overftroomingen naar toe gevoert zyn, waar
van men dagelyks voetftapp.en vind.
De hooge Weilanden , die Turf van een
flechte hoedanigheit bevatten, zyn met paar*-
deftaarten , biezen , r ie t , en andere flechte
kruiden vervult, maar vooral met grasachtige
Planten, als wilde Galig-aan, en Cyperoï-
des, en zelfs met Schelpen. In die gene die
laag, en even als valyachtig zyn, brengt het
water, dat ’er alleen by onvveders in afftroomt,
niet 'weinig toe , tot het voortbrengen van
deze brandbare zelfftandigheden en tot haarc
nitmuntenhe.it, hier in , om dat het de oppervlakte
van de Bergen en Vallyen affpoelt,
die gewoonelyk met deelen van Planten bedekt
zyn, die het water met zich voert, en
jchtervolgens in de kuilen , op verfchillende
hoogtens laat doorzinken : men heeft .plaatzen
op welke men de Turf van de diepte van
een voet, tot die van twintig voeten uitgraafr,
De openingen die men maakt om deze brandbare
zelfftandigheit uit te delven, beflaat
zomtyds vier roeden in het vierkant.
Men merkt in de doorfnyding der randen
verfcheide lagen van T u r f op , die evenwy-
dig met den Horizon geplaatft zyn: gewone-
lyk heeft de eerfte, die onmiddelyk onder de
laag aarde der Weide geplaatft is , een voet
dikte ; ,zy is met een vry groote meenigte van
fchelpen van allerlei foort vervult , zoo wei
aard- als rivier-fchelpen. Deze Schelpen,die
men gemakkelyk in dë bank der Turf.zelfs
ontdekken, kan die haar bevat, verzamelen
zich met meer gemak in den hoek van dit
foort van Turfmyn , die door het water op-
gevult is ; zy zyn gewoonelyk geheel wit;
en haar heeft maar alleen de tyd ontbrooken
om geheel te ontbinden: het zyn deze fchelpen
die veroorzaaken dat het grootfte gedeelte
der Turfaarde een beweeging Van op*>
bruiffing met de zuure vochten voortbrengt.
Men vind mede noch onder deze eerfte/laag
der Turfaarde , een vry aanmerkelyk gedeelte
aarde gemengt diè ’er de hoedanigheit aanmerkelyk
van vermindert. De Turf die deze
laag uitgeeft, is , om de taal der Arbeiders
te fpreeken, aardachtig, febelpachtig en flak-
achtig, De lagen die men vervolgens vind,
leveren beter Turf u i t , en des te beter hoe
dieper zy geplaatft zyn : men vind in deze
geen voetftappen van eenige fchelpen ; maar
men vind ’er zomtyds gedeeltens van Planten
in die meer o f min vergaan zyn : voor’t overige
het Veen o f de Turf-aarde is , gelyk wy hier
voor gezecht hebberi , niets anders als een
verzameling van vergane deelen ^van Planten
die dagelyks op elkanderen hopen, en die,
wanneer zy uitgeput is , weder door een nieuwe
verzameling van dezelve ftoffe voortge-
bracht word.
De Werklieden die tot het maken van den
Turf gebruikt worden , zyn gewoonelyk in
drié klaften verdeelt, als Spitters, Kruyers en
W a t e r - p u t t e r s .
De Spitters zyn die gene, die de Turf-aarde
in broden o f vierkante ftukken uitfteeken,
die een langwerpige gedaante hebben; zy bedienen
zich hier toe van een werktuig ’t geen
zy de naarn van gevleugelde fchup geeven: dit
werktuig is niets anders als een fpade , waar
van het yzer omtrent zés- duimen in het vierkant
(* ) Deze Aanmerkingen van dèn Heer de Hornare, konnen op den goeden Hollandfchen'Turf niet
toegepaft worden.
Pp pp 2