Men bekoomt, in de warme Landen, uit
de Apocynium, een foort van Manna o f Suiker.
Zie A p o c y n i üm ,
Uit de overlevering- fcfaynt noch te bly-
ken , dat de Ouden een Suiker gekent hebben
die in Arabiën voortkwam. Deze Suiker
word door Arcbigera , Indiaanfch Zout
genoemt , Strabo , Lucanus, Seneka, Gale-
n u s , P/inius en Dioscorides hebben ’er mede
melding van gemaakt, maar vermits z y haar
als een Honingachtig Sap befchryven , zoo
was hét mogelyk niets anders als een Sap dat
uit de vrucht van den Cajfie o f Carouboom ge-
perft wierd. Zie dit woord.
W y weten niet o f deze Suiker de hoeda-
nigheit van de onze had : o f zy zqo aangenaam
y zoo nuttig om te voeden , en in een
woord o f zy brandbaar en bekwaam was om
Phosphorieke eigenfchappen te verkrygen,
als onze tegens woopdi ge- Suiker.
; S U I K E R W O R T E L , Svfarum. Dit
is een Plant die men in de móéshpven aankweekt
, en dié in de maand Juny bloeit.
Haar wartel is uit verfcheide gerimpelde rapen
te zamengeftelt, deze konnen gemakke-
lyk gebrokenwvorden , z y zyn zes duimen
lang , zoo dik als een vinger , aan een-knobbel
die de gedaante- van een hoofdje heeft-,
vaftgehecht, zy hebben een witte kleur , en
een zeer zoete , zuikerachtïge , en aangename
fmaak , en zyn zeer goed. om te eeten.
Haare Heel en zyn dik-, ge voort,. en twee
voeten hoog : haare bladeren Zyn klein, groen,
een weinig getant, en verfcheide aan een rib
by een gefchikt, gelyk die der Pinfternakelen..
De bloemen koomen in zonnefchermen aan
de toppen der fteelen voort :• zy zyn welriekende,
en rooswys gefchikt. Deze bloemen
worden door kleine vruchten ge volgt , die-
ieder uit twee langwerpige zaaden beftaan ,
zy zyn een weinig grooter als die van de Pe~
terfelie, fmat ,. op den rug gevoort, en hebben
een donkere kleur. De wortelen worden
op de befte tafels voorgedient, ’t zy gefruit,
o f in melk o f vleefchnat gekookt zyn-
de, enz. Pünius de-Natuurkundige, zecht,
dat den Keizer T iberi us - deze Wortelen
zoo hoog fchatte, dat hy hen als een jaarlyk-
fehè fchatting van de Duitfchers vorderde..
De Heer Boerhaven zecht in zyne Befehry-
ving van de Planten in dem Kruidtuin te L y -
dë , dat deze Wortelen niet alleen wondhe-
lfeade-,. maar zélfs.-eem der befte middelen zyn;
die men gebruiken kan tegens de bloedfpuu-
wingen en het bloed wateren.
S U K K E L A A R . Dit is een viervoetig
Amerikaanfch Dier , dat men om zynen tra-
gen voorgang, zomtyds mede deze naam geeft.
Zie . L u i a a r t .
S U M A C H , Smac k , V e r f -loof.
Rbus Myrtifolia Mmjpeliaca. Dit is de Co-
riaria der Kruidkundigen; dat is te-zeggen,
het Loyers-'Kruid* De Heer Linnaus plaatft
deze Plant onder de Planten die mannelyke-
bloemen.opfteelen voortbrengen, welke van
die afgefcheiden zyn, die de vrouwelyke dragen
r de mannelyke bloemen hebben tien;
helmftyltjes , en de vrouwelyke bloemen
brengen Beziën voort; .beidé hebben zy geen
bloembladen : haare bladeren zyn geheel,
glad,- drie o f vier maaien grooter als die van
de Myrthus, en twee aan twee langs de fteelen
geplaatft.
Men laat dit foort van Sumach' droogen,
vervolgens verplet men het door een- meu-
len ; én dit poeder is een veel- fterker Run
als die van de fchor-s der Groene Eiken: want
wanneer de Loyers de bereiding van het leder
verhaaften willen-, zoo mengen zy allee»
een derde of vierde gedeelte van dit poeder
onder de gëwoone Run , waar door de Run
veel fpoediger vol gezogen- is ; maar het is
hier'door minder tor het. gebruik nuttig.
Alle de hedendaagfehe Schryveren , die
over deze Plant gefchreeven hebben ,. zecht
de Heer Sauvage de la- Croix , hebben zich-
vergenoegt om te zeggen, dat zy aan de Loyers
dient om het leder te bereiden, en aan-
de Verv^ers om het Marokkein zware te verwen
;- maar de Ouden- hebben bebalven dit
noch, op herzeggen van Plinius^ verzekert,
dat de - Fr ut ex Coriarius , o f RbusrSylveJBïs,
met bladeren- van Myrthus-, niet alleen tot'
het gebruik der Loyers nuttig is, maar dat zy
zelfs in de ziektens dient om' het, vergift te
wederftaan, om de ziektens te-genezen f die
men Cteliaques noemt, en tegens de verzwee--
ringen van het fondement,- en der ooren,
nuttig;is ;: dat zyde Motten verdryft;- en zelfs-
dat eenige haar voor de Rbus Obfoniorum aangezien
hebben , ’t geen de gemeene Sumach
is', waar van wy zoo aanftonds fpreeken zullen
, en waar mede de gelykvormigheit van
den naam en het gebrek vankenmerken, haar
heeft doen verwarren..
hJa-
Na alle de Loffpraken die men aan deze _
Plant gegeeven heeft, zoo zou men nier konnen
denken , zegt de Heer Sauvage , dat dit
foort van Sumach een vergift is ; veele Lieden
zyn integendeel overtuigt dat haare Beziën
in de opftoofzels dienen konnen*: echter
is deze Plant een vergift, en wel een van
het vfe’emdfte foort, om dat het de eigen-
fchap bezit om de hevigfte vallende ziekte in
de^Menfchen te veroorzaken , die van'haare
vftchten eeten , en zwymelingen in de Dieren
die haare jonge fcheuten af knagen. Men
ziet zomtyds in Languedoc, dat eenige jonge
Geiten en Lammeren , die uit de weiden te
rug koomen ,, waggeleq en ronddrayen , en
eindelyk tegens de aarde ftorten , met trillingen
en ftuiptrekkingen over het geheele lichaam
; deze Dieren liaan vervolgens weder
öp, maar zy houden de kop naar'de aarde ge-
keert, loopen plotzeling tegens alles wat hen
in hunnen weg ontmoet, en eindelyk blyven
zy geheele uuren in dezen ftaat van zwyme-
ling of vallende ziekte: wanneer men de Veehoeders
hier omtrent ondervraagt, zoo zeggen
zy, dat het Verf-loof deze Dieren dronken
maakt , en dat het alleen de Jonge zyn
die ’er door bedrogen worden, de Ouden weten
’er zich voor te wachten : zy voegen ’er
by,.dat deze dronkenfehap zeldzaam gevolgen
heeft. Voor’t overige, zoo zyn de Herders
gewoon om de Dieren die. door het gé?,
bruik van deze Plant ongeftdd zyn , met koud
water te befprpeijen , ’t geen de hevigheit. der
kwaal veel vermindert.- De Heer Sauvage
heeft hier omtrent Prpefneemingen in zyne
tegenswoordigheit laten doen-, en hy bevond
dat de Dieren alleen de jonge en verfche bladeren
eeten : de vruchten en oude bladeren
zyn een veel 'heviger vergift, in-plaats dat dé
verfche alleen dronken, maakt. Twee ongelukkige
Proefneemingen , en die twee Per-
foonen het leeven kollen, hebben de Akade-
öiie van Montpellieroverreed, dat deze Plant
mede een vergift voor de Menfchen is.- Zoo
ras men Beziën gegeéten heeft, word men
van Stuiptrekkingen en Zinneloosheit aange-
mft ; men' word bleek , en lier ft eindelyk.
Le Heer Sauvage heeft Lieden doen openen
die door dit vergift geftorven waren , maar
hy kon niets begrypen van de wyze van de
werking van deze Beziën : hy zecht dat de-
fmaak, het gezicht, en den reuk van de"
vruchten van dit foort van Sumach ,- dié naar
die der.Braambeziën gelyken , haar niet verdacht.
maakeu als voor. zoo verre: ,- dat men'
geen vruchten moet eeten waar van men de
eigenfchappen niet kent. Deze Beziën die
eerft aangenaam fchynen , ontdekken haare
fchadelyke eigenfchappen niet wanneer zy
lang gekaauwt worden : het uittrekzel van
haar vleefeh is flymachtig , z o e t , rinsach-
tig y en fmelt in de lucht naar dat het ge*
droogt is.
S U M A C H ( G em e en e ) Rhas. Dit
is een Heefter, waar van men verfcheide
foorten onderfcheid ; de eene zyn van nut,
en de andere worden alleen om haare beval*
ligheit aangekweekt.
De Geméene Sumach o f Smack , die men*
mede Run der Loyers noemt, is een Heefter
die zomtyds ter hoogte van een man opfehiet,
zyne bladeren zyn langwerpig, w o llig , ge-
vleugelt, aan hunne randen getant, roodach-
tig, eu vry overeenkomftig met die van den
Sorbenboom. Tuflchen de bladeren, aan de-
toppen der takken , koomen bloemen voort,,
die in 'een air by een gefchikt zyn ; zy zyu
wit, en ieder uit rooswyze bloemen zamen-
geftelt. Op de bloemen volgen Beziën , die
byna eirond, vliezig.en groenachtig zyn, zy
bevatten een rondachtig zaad, dat de gedaante
van een kleine Lins heeft , en roodachtig:
is.- Deze vrucht heeft een rinsachtige-em
zamentrekkende fmaak.
Déze Sumach groeit op de drooge en Heen--
achtige plaatzen , op de heuvels en in de omliggende
ftreeken van Montpellier. Men
kweekt in Spanje ,- in het Gebied van Sala--
manka, deze Heefter met zoo veel zorgvul--
digheit als- den Wynftok aan ,. vermits ’ er de
Inwoonders een vry aanmerkelyke koophan—,
del mede dryven. Men kapt alle jaren hare-
fcheuten tot aan* den wortel a f ; vervolgens-
laat men haar droogen om ze tot een fyn poeder
te brengen , waar van men zich bedient-
om het Ipder te looyen. De Ouden maakten-
’er het zelfde gebruik van.- Men bediende
zich van zyne vruchten voprmaals in de Keu--
kens , om het vleefeh een aangename fmaak-
te geeven: zy zyn thans noch onder de Tur--
kèn in gebruik... Het is van deszelfs verfchil--
lende gebruiken , dat zyne* onderfcheide namen
voortkoomen : de Sumach der Koks is;
de vrucht : de, Sumach der Leertouwers zyn-
de bladeren en de takken ,, en de Sumach'vam
Galenus is het zaad van dezen Heefter..
De V I R'GI N I A A N S'C H E' ö f T U I N - S U*-
m a c h , word in de tuinen- aan gekweekt, al-*-
waan