684 u s u n * U T I A S t
lang, zyn muil -is klein , gelyk mede zyne
ooren; zyne nagelen zyn krom, zynhuitruig
en zw a r t; zyn Haart is zeer lang, en met
wit en zwart gemengt. Het onthoud zich in
de hooien tuflchen de Rotzen , en voed zich
met Kevers, Aardwormen, Hoenderen , en
andere Vogelen , waar van hy het vleefch
e e t , wanneer hy hen betrappen kan. , Zyn
pis en drek hebben een onverdragelyke reuk,
en verderven alles waar zy op vallen: men'
wil , dat de lucht die dit Dier van zich geeft
wanneer het vlucht, dezelve ftank heeft ; en
dat de Natuur het geen andere wapenen ge-
geeven heeft, om zich tegéns de Jagers te
vérdeedigen. Dit Dier fchynt veel overeen-
komft met den Stinkende Bunzing ,nan de
Kaap de Goede Hoop , en het Stinkeht Dier
van Louifiana te hebben. Zie deze 'woqr*
den*
. U SU N. Dit .i$- een. foort van Peruvi-
aahfchè Kars , dié een zoete en aangenaams
fmaak heeft, maar die,.gelyk eeni'ge foorten.
van Paddeftdelen van Provence , de eben-
fchap bezit,‘om de pis ëen bloedkleur te doen
verkregen. Deze eigenfchap ontruffc die gene
geweldig die dit niet bewuft zyn: maar ten
einde van twaalf uuren ,, word men dit niet
meer gewaar.
U T I A S . Dit is een foort van Konyn,.
die de grootte van een Rot heeft ; men vind
haar in de Weft-Indiën , men maakt ’er des
nachts jacht o p , met zich door dat lichtgee-
yent Infeét te verlichten , waar van wy onder
de naam van Acudia van gefprooken hebben.
Zie dit 'woord,
U I J E N , . zie A ju in .
i f e m A A. i f e M ife. g g i f c - fe &
«^j*0<-» 0-> .i j. HR9 \0>'0^-
<0,<0> w *** *'■ ’«
74 «jvc"
SJrS- 5. rS,
ittj 0*0 mi- a l -S p mm o ,'O , ViJP T VÜF 0 , 0 , ■
M W,
:+ -
v4? >4?
W
V A AV
A A R E N , Filix, Het is genoeg dat
men de naam'lyft van de nieuwe gedachten
van dit foort van Plant door den Vader
Plunder leeft, om overreed te zyn ; dat de
eene en andere Wereld veel foorten van Vaa-
ren bevatten : wy zullen hier maar alleen de
drie voorname foorten aanhalen ; te weeten,
tenlfte, d e. M a n n e t j e s V a a r e n ; ten 2de, de
fPyjjes- Vaar en ; en ten 3de , de Water Vaa-
re'npm,
De M a n n e t j e s V a a r e n , Filix non.
ramofa, dentata, Haar wortel is reukeloos,
dik, en fchynt uit een verzameling van dikke
vezelen, te zamen geitelt, die vleezig, za-
mèngevoegt, uitwendig zwart, inwendig
bleek ; eerft zoetachtig , en vervolgens een
weinig bitter, en zamentrekkende zyn ; zy
fchieten in de Lente'verfcheide jonge fcheuiten
u it, die zich vervolgens in zoo veel
breede.bladeren veranderen, die omtrent een.
en een half voet hoog, recht, breukig, groen,
vleugelswys uitgefpreid , en uit verfcheide
andere kleine blaadjes zamengeftelt, die beurtelings
aan een rib geplaatft zyn, die meteen
: bruin dons bezet is; ieder klein blaadje is in
vèrfcheide kammetjes ingefneeden, diebreed
aan het onderfte gedeelte , en in het ronde
getant zyn. ’Er loopt een zwarte ftreep door
het midden van de blaadjes , én iedere kwab
is aan het bovenfte gedeelte met kleine aderen;
geteekent, en aan de onder zyde met
twee ryen kleine Hippen die een klem* als
yzer-roeft hebben; deze Hippen zyn de vruchten
van deze . P lant, (want men ziet geen
merkbare bloemen op haar te voorfchyn kooien
, zoo min als op de andere foorten van-
Vaaren): zy zyn uit een hoop van byna eironde,
en zeer kleine fchalen te zamen ge^
ftelc, die met een koort van roozekrans-kra-
kn omringt fchynen te zyn ,. door welkers
inkrimping, iedere fchaal zich dwars opent,
even als door een foort van veder, en werpt
veel kleine zaadjes uit ; deze Vaaren bemint
de opene , bergachtige en fteenachtige plaatzen,.,...!.
De W y f j e s V a a r e n , o f G emeenr.
»a a r e n , Filix ramofa, non dentata. Haar
wortel is langwerpig , omtrent zoo dik ais-
ceEL vinger , zwart achtig' gelyk de. voor: ge „
flangswys, en met een lymerig fap doordrongen,
en van een bittere fmaak ; wanneer hy
aan het boven gedeelte afgefneden word,zoo
vertoont hy even als het afbeeldzel van een
Arend met twee hoofden : hier om noemen
eenige de Vaaren wyfje, Keizerlyke V a a r e n ,
om dat deze, gedaante van een Arend , het
Wapen van hetJDuitfche Keizerryk verbeeld.
Haar fteel o f liever haar voetfteel, is omtrent
v y f voeten hoog , recht, vaft, getakt,
een weinig boekachtig, en met merg vervult;
haare bladeren zyn.vleugelswys gefchikt, gelyk
die van de mannetjes Vaaren , maar veel
kleinder, en niet getanr. Haare blaasachti-
ga vruchten zyn aan de randen van de kleine
blaadjes geplaatft, die zich in den Herfli za-
menbuigen, en bochten vormen. Deze Plant
'groeit óveral in de fchaduuwryke Bolfchen ,
en op de onvruchtbare en woefte plaatzen. ,
De W a t e r V a a r e n , die in ’ t Latyiï
Osmunda, en die mede Bloei jende Vaaren ge-
noemt word , geeft men dezen naam ,.om datzy
in de moerasaehtige plaatzen,. en in de flooten
groeit, en om dat zy geen bloemen draagt.
De wortel van deze plant is een verzameling
van lange en zwartachtige vezelen, die in el7
kanderen gekronkelc zyn .; haare fteelen zyn
talryk, omtrent drie voeten hoog , groen ,
gevoort en getakt, en breiden zich in de
breedte u i t ; haare bladeren zyn lang, vry
fmal , eindigen in een ftompe p u n te n . zyn
by paren op een rib gefchikt,. die in een eert
ig blad eindigt';, het-opperfte gedeelte van
den fteel is in verfcheide deelen gefcheiden ,-
die troffen onderfteunen, die een duim lang,
en met zaaden vervult zyn. De Kruidkundigen
geeven- den naam van Bloemen der Water
Vaaren , aan- de blaadjes die noch niet
ontwonden z yn , en de eerft voortkoomende
zaaden bedekken. De vruchten zyn even als
in troffen by een- vergadert,. en zyn. ronde
zaadhuisjes , dlesnaar die-van de andere foorten
van Vaaren gelyken ; zy barften open
door.de zamentrekking van haare vezelen ,
en geeven een ftof van de mterfte. fynheit
uit.D
e wortel van de Mannetjes Vaaren geeft,
door de Scheikunde hetzelfde voortbrengzeL
als dat van de Wyfjes Vaaren; Men maakt
in' Engeland ballen van. dé alfchen der Vaa-
R r r r 3; ............ reih ?