Ui'
126 MUM IEN -B A L S EM . MUNDIK.
ke mendeMumiën befloot, en die noch. meer
o f mirt met ficraden bedekt waren, een oneindig
verfchil in de pracht van deze balfe-
mingen veroorzaken- moeiten. Het is in de
Memorie van den Heer Rouelle , dat men de
andere byzörtderheden , van de Kond der
Balfemërs vinden kan.
Men moet niet gelóoven dat de Mtmuón
:die men in den koophandel heeft, wezentlyk
uit de graven der Oude Egyptenaars omgedolven
zyn : deze zyn zeldzaam, en men bewaard
hen zeldzaam anders,als zeldzaamheden.
Die geene, welke men in de Drogiitwinkeis
vind , komen uit de Levant, en zyn lichamen
die door de Joden en Chriftenen gebal-
femt worden 5 na dat zy ’er de ingewanden
uitgehaalt hebben , zoo vullen zy ze met h-arfl-
aehrtige ipeéêfyeti en Jodenlym op; z y drogen
deze dus-geöalfeflide lichamen in ovens,
tót dat zy van alle vochtigheit ontbloot zyn.
Men gebfuikSi-voorrtiaals deze Mumiën ,
welke geen onaangetïamen reuk hebben, óm
te zuiveren, op te loflen, en het koud vuur-,
te wederfVaan ; maar men bedient ’ er zich
thans, alleen tot eert aas van, om vMTcheti tê
vangen. _ .
Men heeft mede in ©enige KabinettenMumiën
van dieren: wy'hebbèrt öp de woorden
Hond en Kat gegeeht, dat dé In wêöndëïs van
de Levant, een groot© gcneigrhett voor dit
foort van dieren hebben’ : Zy hadden voör-
niaalsdé gewoonte om hen t-ebalfefflen. Men
ziet thans nóch in Egypte , twee utiren van
Henifmtla, naby eén oud Kafteel, Tumairacq
genaaflit, én ’t géén »gertswöordig niets anders
als een verzameling-van puinhopen is,
©mtfént twaalf graftkelders ," in welke men
de Honden en Katten plaatffien, die men bal-
fetade.
In het Kabinet van dén Kóning vanVrauk-
r y k , heeft men een Mumie, die voor ©enige
jareii in Auvérgne gevonden is. Men vind
in de voornaamfle Kabinetten der Natuurly-
ke Hiftorie , Verfchiliende fóórtert van Mumiën
, welke' men ïn dezelve béfehouvren
kan.
M Ü M I E N -B A L S E M , of M U M I -
E N G O -VI , Gummi fanerum , deze naaiA
geeft men thans'in den Koophandel, én o®
der eenige Liefhebbers , aan den Aspbalt o f
Jèdenlym, om dat men dezelve tot de balfe-
ming der Iyken placht te gebruiken. Zie Joo-
DENLYM.
M U N D IK , óf M U N D IC H . Voor-
'MU N G O . MUNT E ,
maats gaf mendezenaam, een arme Tin-Erti),
welkers metaaldeeltj.es -zoo Vermengt, geml*
neraiifeert, en met eén aarde o f weerfpanni-
-ge Heen verknocht, waren-, dar zy bynade
■ moeite niet waardig was om bearbeid te worden:
thans betekenen de Engelfche Mynwer-
kers-door dit woord, een harde fteen.achtige
Ze!fftandigheit, die men in de Tinmynen vind.
Dit'Mineraal;'bevat Koper, en zomtyds an-
-dere metalen ; maar die' altoos door dé Zwavel
gemineralifeert zyn. De Mundifc is ,
volgens Becber,.een wittéPyrite, -die waar-
fchynelyk Arfenikaal is.
: M U N G O , of Messe, dit is een Ameri-
kaanfchzaad, dat de groottè van een peperkorrel
heeft, ent zwartachdg: is : het is zoo
gemeen in Guzararte en Deean , dat men ’ er
de Paarden mede voert; Lemery zechc , dat
de'menfchenhet zomtyds mede eeten, nadat
zyrhet even als ryft gekookchebben: dit zaad
is koortsbrekende.
- M U N T E , Mentba.. 'De Kruidkundigen
plaatzen onder’dezen snaanjy verfcheide planten
: te weten , 1. De Gcmeene Munte ö f
Hof Munte, o f KruisénMunt, waar van wy
op het woord Balfémkruid gefpröken hebbe.
Zie dit'Mort. 2. De Gekrulde Munte. 3. De
Munt© die airen en fmalle bladeren heeft.
4. De Water Mante , tof het Water Balfem-
-kruid met ronde bladeren. 5. De Wilde
Munte , o f de Paarde Munte. 6. De foor-
-ten van de Polei-, enz*
Alle de foorten van Munte-zyn Windbre-
kende, én dóén echter de 'witte vloed; en de
overtollige lozing -dor maanibonden ophouden
; zy bevorderen de verteêfing, doen de
brakingen ophouden , én verbeteren • de gebreken
der maag : men fchatde H o f Munte
het- hoogite. - Haar r.etfk heefthén'igmöyer-
■ eenkomft met die van' de citroenen , en' den
balfem: z y ’hebben alle e'en algemeene over-
cenkomft.
De G'efrtildè Munte draagt medé den naam
van Gekruid Balfémkruid ; haare bladeren
eyn grooter als die- van bet getnee-né Bal-
femkruid , zwartachtig groen , en even als
gekruld.1 J1 ■ ■ " : ';
Deze plant heeft-byzonder dé kracht,- om
de géftremde melk Op'telöffen , én -da’ melk
in • de vrouwe b'orHen te dóe-ri verdwyöen ,
wanneer men ’er haar als een pap oplecht,
In Afrika, trekt men ’é r , door de oyerhaling,
een vloeibare-olie u it,‘ffie weinigkleurheeft,
en die ’er in een gifte van agt druppelen toet
water
- M U R O N . m u r t i l l e .. M U S C A R L M U S C H ;
■ water ingenomen, pp' een zonderlinge wyze,
tat het de. vemisluft opwekt,: wanneer pen
eendiroppelvamdezeia wezentlyken olie «tpde,
tang neemt,' zao;fdhynt heteerftdatctenwnd
geheel -onöioken is ,. maar men-word wel; ras-
bier-na een zeldzame verfaiffing-gewaar , die
zich doof het.gehéele. lichaam kerfpreid , en
die ten. naaftén,by.hetzelfde uitwerkzel voort-
hrengt, dat men gevoelt wanneer men een
Huk brood do-orzwelgt, dat. met de vurige'
ceeft van azyn. doordrongen is: zoo fterk als
d-ezen.O'iierot-d-© liefde aanprikkelt, zoo rterk
' verhindert .zy de vruchtbaarheit. De wezenr-
Lyke olie van dagekrulde Munte-vanons luaiad;-
fchynt het zelfde uitwerkzel als :die van-Guinee,
niet voort -te -bréngêp:
'De jürsmfu - i fp t t .m a e t fmcilk blade-
ren, wérd mede Roomfibe Munte o f famvie
Mum gen.o.ëmt:. De fchikking vair haare an-
derfte.takken., .en. »anihaare-bladerên-, islcruiis-
wys ,. :©:i opzichten van. de bovenlte. Het
fap van-deze plant met.azyn mgenomen, fbtlf
den.hik; -haaré bladeren, in-dé melk geweekt,
bel-et.daf zy in dé maag.niet kappclt- , . i
- Die Water Munte $ o f bet Water Balfem-,
kruid. met ronde en roode bladeren , heeft)
bladeren die vry wel naar die; van de :geikr.ul-;
de Munte gelyken. Men lecbt haar op 'het
morköofc tegens d:e ho-ofdpyn y en men bedient
’er zich:- van. tegens de Heken .der Wes-r
pen .en Honingbyën.
De. Wilde,Munte o f Paarde Munte, o f het
Water Balfemkxuïd met gekreukelde* bladerenr
heeft bloemen-, welke-, naar die van- hèt Bal^
femkruid. gelyken*- De Heer de Tournefort
verzekert , dat het Garftewater in. welke de—
zej'Maderen’ gekookt zyn ,• 'goed voor de va-~
peurs i s , zy is noch uimuntend tegens- de.
wormen. ■ v ■ - .
1 Men kweekt in het grootste gedeelte der:
4mnen, deze verfdii-liende foor ten-van MuiW
te: aan.;
■ MIJ R O N on?- M U R' I A , déze naam-ga-
veiii de.'Ouden aan een vifch pekel., die van
liet vieefch der -Thonynen. gemaakt wierd...
Zie G a-r ü m .,
M U R iT I L L E , dit is-een.boom die .zeer
gemeen idoor hetigeheele. Zuidclyk gedeelte'
vaur Amerika , tot aan 'de Straat van -Magfil-
laan is , Zyn-e vrucht is eeh .foort van druif,,
dre.de grootte van-een.erweet heeft, en naar
dé. ikorlen'i der' Granaat-appelén in kleur en
gedaante.- gel-ykt., De Inboorlingen van .dat
l i f
Land, noam.en haar Uunu Z y maken van
dezje vrucht een foort van w yn , <Jie -een aangename
en gezonde' drank is.
M-U.S C A R .I , D;R.ui v e n H y a c in t h ,
Muscari , dit is een plant die mep in de tuinen
der fBloemmiften aankweekt: men on-
dorfcbfiid ’er verfcheide foorten v an, die
door- de kleur der bloemen , o f door de
de breedte der bladeren, o f om dat zy wild
zyn , van elkanderen verfchillen. De Heer
de Tournefort heeft een verfcheidenhcit van
dit ggilacht van plant met.de Hyacinth, door
de -bloeip ,, gemaakt , die in de Muscari een
fcheiietjp, dat is te zeggen, een klokje is dit
aan basre -opening vérnaauwt, in -plaats dat
dié van Hyacinth zeer uitgebreid zyn. De
wartel van -de Muscari.is .een dikke bol , die
mét verfcheide vliezen omkleed is , hy heeft
een bittere, fmaak,. ep;is.aan het-ouderlle gedeelte
met verfcheide lange en dikke vezelen
bezet; deze wortel is braking verwekkende
h.y .fchiét v y f o f zes gevoerde bladeren , uit
wette', ter aarde leggen ; tallenen dezelve
löQÓmt een dikke fteel vo o r t, die een half
voet hoog, i s , en op.de .helft van zyne lengte
met fchel-swyze en getande bloemen bekleed
i s , haare kleur is eerft blaauwachtig,
groen;-of purperaelitig , en vervolgens geel-
achtig,. zy vérktygen een fpeceryachtigen en-
mnskusachtigén.reuk: op -deze bloemen vol-,
gen driehoekige , vruchten,, welke in drie a f-
deelingen , ronde en zwarte zaden bevatten,,
dip de grootte van erweten hebben-
' M U S C H , M o s ,. P-aJfer, Dit is een-
klein bevallig vogeltje, dat een ieder kent ,,
men onderfcheid ’er verfcheide foorten van,
derzelver.kenmerken zyn, dat zy een bek in
de gedaante van een omgekeerde kegel hebben
, waar van de. randen zeer fnydende zyn,
en die in e.en .punt .eindigt .;-de kruin van dan
kop meer verheven als die van.de andere kleine
vogelen van dit. geflacht,. Men heeft,-
x. De G em e -e n e M o s c -h , of.de H u is -
M u sgh , Pafjb' vulgarf. -Deze Vogel
weegt, iets meer, als -een tops.- Zyne .lengte,.
van den punt van den bek ; tot aan het einde'
van den Haart ,..is -.zes en eenghalve duim.; zyn
bek is een weinig,dik, zwantaclitig in- de mannetjes,.
en bruin-.in -de w-yfjes , en -naauwe-
lyks een hal ve duim lang ; -de regenboog van-
zyne. oogen .is -ïVootekleurig,. de tuHchenw-yd-
te.van.de oogen is géelachtig,,de p.ooten zytj