gentig van yereifcht wierden , om een draad
zamen te ftellen',' welke die 'gene in fterkte
evenaart dfè de Zyworm gewoonelyk fpint,
en achtien duizent tot een draad , die bekwaam
Is dm mede te nayen , en welke dié
gene van deze wormen evenaart.
’Er fchoot alleen de tonnetjes over die zy
om haare eitjes fpinnen, van welke men êé-
nige nuptigheitverwachten kan. Hy ohdèr-
'zöcht hen , /én' bevond dat alleen die gene
van de Tuin-Spinnekoppen^ wier webben uit
ftr^aïen beftaan die uit een gemeen middelpunt;
voortkoomèn :, 'en óm welke':.een draad
in een flangetrek lo o p t v a n eenig gebruik
konden zyn: de tonnetjes der anderen, bevatten
veel te weinig draaden , o f zy hebben
de vereifchté'hoedanighéden.niet.
Vervolgens vnipèft mén Órjderzoèken , o f
men de Zyde' van 'déze dbhnetjés to't eèh;zpó
goed-koopen prys als d e :gemeene Zyde, heb*
ben kan; o f, 'wannéér zy koftbaarder was ,
zy dan mede fchoonder zyn zou. De eerfte
vraag was wel ras opgei o f t : fchoon de Heer
de Reaumur in de Aardwormen ., en in het
zagtfte merg der verfche vederen , een voed*
Zéi vond,, dat men de Spinnekoppen met gemak
verschaffen kan, en dus de Zwarigheit
was wëggenoomen om haar van eed genoeg*
zaame hoeveelheit van Vliegen te verzorgen;
maar hy ontmoete een andere die mettgeen
mogelykheit weg te neemen was ; deze ont-
ftond uit de natüurlyke haat welke deze In-
fecteh elkanderen toedraageh: dit belette om
hen by elkanderén aan te kweeken ; men zou
dus- iedere Spinnekop afzönderlyk opvoeden
moeten , ’t geen niet zonder een eindeloö-
"ze moeite gefchiêden .kan , en by gevolg
met groote koffen; vooral , verbiits hy bevond
, dat de draaden, van de tdnrietjes dér
Spinnekoppen v y f maaien fyndër als die van
de Zyvvörmen zyn, en dat ’er twaalf.maalen
meer Spinnekoppen als Zyvvörmen vereifchf
wierdën om een gëlyke hoeveelheir.van zyde
te verschaffen;, in diervoegen, dat, o in één
enkelt pond Zyde Van Spinnekoppen in te zamelen
, men acht en twintig duizent tonnetjes
zou moeten ^hebben , die men niet zou
können bekooinen als met een noch grootér
getal Spinnekoppen te voeden , om dat de
wyfjes alleen déze tonnetjes Spinnen om haare
eijeren in te verbergen. .'Hét was dus 'be-
weezeh dat de Zyde der Spinnekooppen veel
dierder als de gemeene Zyde zyn moeft. A lleen
moeft men noch onderzoeken o f zy
fchoonder én glansrykér wa s : dit Is het gene
de Héei* de Reaumur niet vinden kon: hy
wil in tegendeel dat zy minder glans heeft; en
hy fchryft ’er- de reden van aan 'de fynheic
en kronkelingen der draaden toe , wélke in
deze Opzichten die van de -Zywormen overtreffen.
Mén zal ongetwyfelt verdrietig zyn, zechs
"de Heer de Reaumur ^ om dat ons zoo weinig
hoop overig blyft wan vödrdèel lut-eeri zoo
Vernuftige Ontdekking, té' zullen trekken.
Maar ,; Voegt hy ’e rb y ; ’er ,’fchiet noch een
hóóp-over; moqgelyk zal rnèa in ’r.'vérvolc
'Spinnekoppën ontdekken die 'meer Zyde ver-
fchaffen als die gene die men gewoofelyk in
onze Geweffen- ontmoet. Het is volkomen
zeker, volgens het verhaal van alle Reizigers,
gelyk wy lager zien zullen-dat de Ameri-
k.aanfche Spinnekoppenveel gr boter als dé
'onze Zyn ; waar uit volgt dat zy mede groq-
ter tonnetjes fpinnen moéten. De Zyzvormeri
dié uit vréémde Landen oorfpronkelyk zyn -,
doen ons zelfs hoopën dat de-Amerikaanfche
Spinnekoppen in onze Geweffen-zullen konnen
leeven. Hoe ’ t ook zyn mag, men moet
.zulks' bezoeken : dit is dé .éëhigffe weg om
nuttige en wetenswaardigé zaken te ontdekken.
Zoo men:gébruikvan de tonnetjes der Spinnekoppen
van ónze Landen had konnen maken
, zoo zou men Zyde van één natuurlyke
kleur bekoomen hebben ,-dïe meer verfchei-
denheden als die der Zyvoormen bezat, welke
altoos wit o f oranje ver wi’g is : in plaats dat
de tonnetjes van de Spinnekoppen ’er zouden
uitleveren die 'géël, w i t , graauw , he-
melfchblaauw, en bruin-koffykleurig is. Dit
laatfte foort van tonnetjes is zeldzaam: men.
vind hen weinig elders als in eenige velden
die met Braamftruiken bedekt zyn : zy ver*
fehilleiT yan dé’andere om dat hun. oppervlakte
met een zeer dicht zaménweefzel bedekt
is , en *c geeii naar dat gelykt dat om het
Popje vr.n dén Zyworm blyfe, wanneer men
het Vóoreen gedeelte afgefponnén beeft.
Men moét noch een klein verfchil in 'de
nafporingén van de Heeren Bon en de Reau*
mur opmerken: dit is dat dén eerffen de Z y
de van de Spinnekoppen van Langiredoc en
Provence heeft doen be-arbeiden , ’t 'geen
warme Landfchappen zyn .,,en .in welke de
tonnetjes vah déze Dicrén. overvloediger, en
meer met Zyde bezet. ;zyn ,. als die, van .de
Spinnekoppen van de koelder Landffreeken,
waar op de Heer de Reaumur zyne navorfchin-
gen gedaan heeft.
liet
Het Vet;gift der-Spinnekoppen*.
\' jjgt grootfte gedeelte der Mcnfchen , haat
|| Spinnekoppen ; de Vrouwen hebben ’er
y oor al een zoo grooten afkeer van , dat het
denkbeeld van een Spinnekop zomtyds genoeg
is om haar een ongeffeltheit te doen gevoelen.
Dit uitwerkzel ontftaat voorzeker
uit een vooroordeel dat van de.kindsheit af
jncrezogen is , en waar door men gelooft dat
de°Spmnekoppen vergiftigt zyn. Zoo de bee-
tgn der Spinnekoppen vergiftig zyn konnen,
zoo is dit alleen in de.heete Geweffen: inde
gematigde Landen , gelyk de onze, zyn zy
nooit gevaarlyk; wy hebben alleen de Kelder-
Spinnekop, die haare nypers meteenige kracht
doet gevoelen, maar haare beèten hebben echter
geen gevolgen. De beeten der Tarantula
zyn zelfs volgens de Waarneemingen van kundige
Reizigers-, gelyk men hier voor gezien
heeft, .- zonder eenig gevaar. Mogélyk dat
de beeten der Spinnekoppen , o f derzelver
aanraking, in zommige lieden een jeuking o f
geringe ont-fteeking veroprzaaken kan , waar
tegen zy geen de miriffe- uitwerking, op alle
andere heeft. .v- y
Men zieje een menigte Dieren die ’er zeer
greetig naar zyn, -en die ’er zonder eenig nadeel
van eeten." De Aapen eeten haar met
fmaak, en de Nachtegalen, de Roodborsjes,
4e baftaart Nachtegaal, én de andere kleine
vogeltjes die een dunne bek hebben, maaken
’er hun gewoon voedzel van. De groote
jBaftaart Wesp , die meh Ichneumon Flieg
noemt, vangt de Spinnekoppen, brengt haar
in haar neft , en befluit ’ er haar in, om tot
voedzel voor haare jongen te verffrekken die
’er in voortkoomèn zullen. De Wesp cn de
Horfel vallen zomtyds op de Spinnekoppen
aan , werpen haar ter aarde , fnydën haar de
pooten af, en vliegen met den romp weg.
De fmaak is zomtyds zeer grillig , en zelfs
onder geheele Volken. De Bewoonders van
de Ruft van Guinée, eeten Muggen; die van
het Eiland Cylon , Honingby'én ; die van
Nieuw Spanje', Mieren ; de Hottentotten,
Luizen; en andere Zywormen; zoo men de
verhaal en der Reizigers gelooven mag. Ver-
fcheide met bewyzen geftaafde Verhaalen,
leeren, dat eenige Lieden Spinnekoppen ge-
geeten hebben zonder dat zy eenig nadeel
door leeden. De Heer.de la Ilire, hééft aan
de Akademie der Weeterifchappen van Parys
verzekert ; dat hy een Juffrouw gekent heeft,,
die, wanneer zy in een tuin. wandelde, geen
Spinnekop zag, die .zy niet vong, en op at.
Men verhaalt van de beroemde Anna Maria
Stlmupman , bat ;zy deze Dieren mét drift
zocht , en, met, fmaak. at. Om zich te ver*
fchoon en óver de vreemde luft die haar
dus aanfpoorde om Spinnekoppen .te eeten,
zoo zeide zy al boenende , dat het voorzeker
waar moeit zyn , dat zy onder het teken
van de Schorpioen gebooren was.
Mén zier de Spinnekoppen haare eijeren
óp de vruchten leggen , die men dagelyks
.eet,; zonder dat ’er de teerfte maagen eenige
aandoening van gevoelen. Zie daar bewyzen
dat de Spinnekoppen, inwendig ingenoomén
zynde, geen nadeel toebrengen. Echter durven
de Schryyers van de Mat. Me die. ’er het
gebruik niet van aanraden tegens de kwaaien
in welke men haar vporfchryfr, voor dat herhaalde
en blykbare Proefneemingen derzelver
genéezende kracht betoogt hebben: zy willen
zeer gexeedelyk gelooven dat zy geen nadeel
toebrengen wanneer zy inwendig gebruikt
'.worden; maar zy konnen mede het nut niet
pntdekfeen , dat men ’er van trekken kan.
Schoon den Doélor Martyn Lifler, aan deze
Infeéten, jn zyn o Verhandeling over de Spin-
»^/»/»Ê’WjVerfcheide eigenfehappen toefchryfr»
en ’er verfcheide .geneesmiddelen uit leert bereiden,
zoo fchat hy échter , in dezelve ge*
vallen, andere geneesmiddelenhooger, waar
•van de krachten, klaarblykelyker zyn.
De Spinnekop bevat zoo wel als haar web,
een meenigte vlug Alkalyn Zout en Olie :
het web der Spinnekoppen is Wondheelende
en zamentrekkent: hetftempt het bloed wanT
neer'het op verfche wonden gelecht word.
Niets is gemeender onder het gemeene Volk,
ais om ’cr zich van te bedienen, wanneer iemand
zich gefneeden heeft. Men moet het
aanffond in de wond fteeken zoo ras zy gemaakt
is , waar door men belet dat zy niet
opzwelt.,; .
Men verhaalt duizent verdichte hiftoriën
van den haat die de .Spinnekoppen en Slangen,
en de Padden en Spinnekoppen , elkanderen
toedraagen, Veele Lieden zeggen, dat, wanneer
een Pad onder het web van een Spinne-
' kop doorgaat, de Spin alsdan afdaalt om de
Pad te byten ; en dat wanneer zy hier op
ff erft , zy vergiftigt is. De Heer Lyonnet,
heeft verfcheide Proeven gedaan , met een
Spin op een Pad te laten nederdaalen , en
nooit toonden deze Dieren eenige begeerte-
om elkanderen te beftrydem.
Water