£24 MUI£EN-ST: MULU; MUMIE..
het oor van pen Muis,.aan de.boven zydë zyn
z y ruig,, en groen, en-aan de onder zyde ge-
adërt, wit, en wolachtig, hun fmaakisza-
mentrekkende': haare bloemen die in-den.zomer
voortkomen , zyn halve bloempjes-, ge-
lykvormig aan die vanhet Haviksftruid, niaar
veel kleinder, en g e e l: op dezelve volgen
kleine, zwarte, en met pluimpjes bezette zar
den.
De Kleine Muizen-oor is- zear bitter : zy
is zamentrekkende, wondheelende, en zuiver
rende. Men. vind. haar dikwyls onder- de
Faltranks.. vermengt :.zy is zeer nuttig om den
buikloop , en de bloedftortingemte. Hoppen,
en om.de breuken-te geneezëm
:i M U I Z E N - S T A A R T , Myoforos-, dit
is een kleine lage plant,, die in de velden
tüfichen het graan , en in de weiden en tuinen
groeit : haar wortel is- yezelachtig, en
Tchiet zeer Imalleen-dikke bladere n mit:. tusr
fchen deze, fchieten kleine , gladde en ron-
.de fteelen uit *. dieeaam .Ie toppem met kleine
vyfbladige bloemen, van een gras kleur bezet
zyn : op deze bloemen Volgt een langwerpige,.
air ,„ die tennaaften hy ; :als die van de
Weegbree gevormt is ,. ,zy is-fpits, zagt in «jéd
aanraken., en heeft de gedaante- van -een Mui-
zenftaart; zy. bevat zeer kleine zaden..
De Kikvorïchen zyn? zeer gretig? naar deze
plant, die zamentrekkende, en oparogende is;
in af kookzers gebruikt, is .zy nuttig in dea
buikloop en in de gorgeldranken..
M U L A T T.EN',,2/V, M e s ,t i s e-n.- . |
' M U LU ,' Dit is.het Chineefche /^r/- -
Paart s ’t.geen niets anders als een foort van
Hart is ., dat de. hoogte van een. klein Paart
heeft: .men noemt het Chuennw.in de Land-
fchappen S.echuen. en Jun-Nan. Navarette
ze-ch.t mede , . dat men.. noch>in deze. beide
Landfchappen een foort van .zonderling Hart
Heeft, dat nien in geen, ander Tand der weT
reld vind ; dit word hooit grooter als dé ge-.-
meene honden: .de Rrïnfen en -Grooten- voe- -
den dezelve in hunne parken, als zeldzame dier -
ren op...
M U M IE „ Miimïdi dit is- een Arabiëfch
woord dat.een gebalfemt en verdroogt Jyk
beteékent.. Dé eerfte menfchelyke Mumiërr*
heeft men .uit de graven.;der oude Egyptèna- -
ren bekomen , die- men onder de pyramiden i
vind 5 waar. van noch eenigê fchoone oyer-? -
M U M IE .
blyfzels'eenige huren van Groot Cairo- zynt
Men vind zpmtyds op de'kuiten van Lybiën
. lyken van menlchen , welke -. door de baren,
-opgeworpen, en met zand dóórdrongen*,
en door de groote hitte verdroogt zyn, die
in dat Land heerfcht^ Men ontmoet ’er mede
in. de woeftynen van.Zara , in .welke het
zand'zoo -fyn.is , dat het alles doordringt, en
in welke men geen water vind.om zynedórft
.te leffchen. De Reizigers welke de Karavanen
miet volgen , verdolen,hier.ligtelyk , en
.komen ’er. zomtyds door demhonger, en dorft,.
in om-:., hunne lichaamen . verdrogen ’er in-
diervoegeh, dat z y het.vierde gedeelte van-
de zwaarte niet hebben , welke zy hebben
mpelten :.men noemt deze lyken y Witte Mu*
miëth
Men . heeft jn verfcheide warme Landen •,,
gelyk te Touloufe, zekere grafkelders , in
welke , zoo als 'Lemery verhaalt., -de lyken
verdrogen., en met hun ;hairr zonder eeiiige-
balfetning,..twee ho.ndert j aar en., zonder verderving,
biyven». Ik heb op de plaats zelfs
deze eerbiedwaardige o.verblyfzeleu,, bezichr-
tigt ;. maar het ismy niet mogel-yk ge w e e ft,,
om- naauwkenmg te ontdekken | waarom
wauneer..,. en hoe.,, men., hen. dus bewaart.,
heeft.,
Het is dus met de-geb’alfemde Mumiën niet
gelegen ; de Heer, Rouelle y .medelid van de
Akademie de$ Wetenfchappen, van Parys
zecht, dat de uitftekende, eerbied van de Ou* -
de Egyptenaren^ voor de -doode lichaamen,
van hunne bloedverwanten, hen verfcheide
middelen, heeft doem zoeken , om :de lyken *
voor het verderf te bewaren : wy befchou-
wen de Egyptifche Mumiën, thans .noch met
.verwondering , wélke reeds meer ..als -twee
duizent jaaren , rdoor de wyze op welke zy
gebalfemt zyn ., buiten-, verderf zyn-gehouden:
Deze Mumiën zyn , gedurende langen >
ty d , het voorwerp der nafporingen van de
Oudheidkundigen , - en- van een klein ..getal
Natuurkundigen-ge weeft, welke getracht heb- -
ben oimhet geheim; der Egyptenaren ,te- ontdekken.
en, deze, konft. onder. ons >oyer te -
brengen. Z y zyn ih onze dagen .alleen door
dé Heer Rouelle wel befchouwt geworden,
die-aan .de. Akademie-van Parys , verfcheide -
denkbeelden heeft mede gedeelt, welke doos -
het lezen,.van-Herodotus-voormaals in hen^,
ontftaah zyn., Deze, Akademift, heeft eea
zeer .gewichtige Memorie opgeftek , in? wel-
ke’ hy de grondbeginfelèn onderzocht, waar op
de Konft van de .Egyptenaren . gegtond is„-.
M U M IE .
- Het fchynt,- zecht. hy , zoo wel uit de ge-
fchrifcen van Clauderus. , als uit het geene
men van dé geheime handelwys van Debils
ontdekken kan,.. dat deze j:wee .mannen voornamen
tlyk wan de uitdroging gebruik maakten
,; die door de aikalyne zouten uitgewérkt
word ,. om hunne lyken te bereiden. Hera-
dotus-i die ons. eemkorte befchryving van de
konft der Baliemers heeft nagelaten zpcht
dat ’er drie verfchillende wyzen van. balfe-
men onder de Egypte,naars in gebruik waren,
en dat. men z ie k , o f van | | eene o f andere
bediend , volgens de kpften. die mén doen
wilde.. Volgens de eerfte , die meede de
koftbaa^fte was' , opende men met een yzer
werktuig door de neusgaten het onderfte gë-
deelte van het bekkeneel ,, en men haalde
'door deze opening.’er het brein, uit , voor een
gedeelte met het yzer zelfs en voor ecu gedeelte
door middel vau infpuidngeu: .men
kaalde de ingewanden, dqor 'een. infnyding in'
de zyde uit: men zuiverde.hen,.,men,lag hen
in palmwyn , en fyn gewreven, fpeceryen :
merf vulde den buik,, met tot poeder gébrachte
Myrrhe ,, en alle foorten wan reukwerken
'op ,.uitgezondert wierook: men floot de-ope-
ning toe, en bedekte.het lichaam, geduuren-
de zeventig dagen ,, met Natrum ;; want de
de Wetten o f Inftellingen van de Konft, dül-
denmiet, om-bet ’er langer mede. bedekt te laten.
Vervolgens- wafchte men het lichaam-,
en na dat men het geheel met linnen zwachtels
omwonden had., die in? Gom gedoopt
waren , zoo gaven zy het aam de bloedverwanten,
te-rug., :;
Wanneer men zulke groote onkoften niet
doen ..wilde zoo deed, men, geen infnyding
in het lyk : men vergenoegde zich om door
het fondement een. gen.o.egzaame hoeveelheit
van een fmerig vocht' in te fpuiten , ’t geen
men uit de. cederbqomen trok; eindelyk, na
dat men de opening- toegeftopt had om het in-
gefppoten vocht het; uitvloeijen te. beletten ,
zoo lag men het lichaam mede zeventig dar
gen^ondir de Natrum,.. op de laatfte liet men
het ingefpoten vocht uitvloeijen , dat het ingewand
met zich voerde ,, ’t geen ’ér door
verteert o f ontbonden was : dit verricht zyn-
de, zoo gaf men het lichaam aan dé blpedver--
wanten-weder;. *' - •
De derdé wyze was de eenvoudigfte, en
de mfnftkoftbaarfte... Na de infpuiting door
Ket fondement,,lag men het lichaam, geduu-
rende zeventig dagen , iii de Natrum ; en
men-gaf het te rug zonder, ’er. i,exs. andere .aan
tewerrichtem.
De Heer Rouelle w i l, dat deze befchryving
van de konft der Balfemers gebrekkig i s ; hy
wil dat het voornaamfte voorwerp van een
diergelyken arbeid , zich aan twee wezently-
ke zaken bepaalden; de eerfte w a s ,;om uit
het lichaam alle de yochten en het vet uit te
trekken , *t geen het .bevatte , en die ’er de
verderving van zouden veroorzaken; de tweede
was om het lichaam voor de uitwendige
vochtigheit en voor de aanraking van de lucht
te befchutten* De Balfemers zouten de lic-
haamen met vaft Alkalyn zout, en verrichten
hier door aan de lyken , ’ t geen de Loyers
aan het leder door middel van de kalk verrichten.
Na dat de lichamen dus zeventig
dagen lang doortrokken hadden:, zoo lag meu
’er de harftachtige en balfemachtigë ftoffeop.
die men- ’er door de linne zwachtels op vaft
hield , waar mede mén hen om wond.. De
.Heer Rouelle gelooft n ie t, dat men balfem-
..achtige Roffen in de lichamen- bracht, voor
dat zy dbor de Natrum , doortrokken W '
ren...
De Heer Maillet, .Confu.1 van Vrankeryk,
te, Cairo , verhaalt in zyne Brieven dat hy
een groot getal lichamen op beddingen van
kolen gevonden• heeft,-. welke-met eenig lyn-
waat omwonden waren ,. zy waren met matten
'bedekt , op, welke zand , ter dikte van
zeven/ o f , agt voeten lag ; dit was waarfchy-
de wyze ;op welke de. arme lieden de lyken'
van hunne bloedverwanten bewaarden, want
de bew-aring van-de dode lyken , wasbyde-
Egyptenaren een ftuk v-an> Godsdienft ; zoo
wel voor de armen , als. voor de ryken. De
Heer Rouelle wil , dat‘de zwachtels o f be-
windzelen ,, geenflns, van linnen ,- maar van
katoen waren, dat:zy in harftachtige en bal-"
femachtige , en geenzins in gomachtige ftof--
.fen gedoopt wierden: 'men vind ’er' welke al--
.leen. met bitumineufe ftoffen- beftreken.zyn■:
en yolgens de Waarneemingen van den Héér
Maillet, vind men Mumiën, welke niets van-
dit alles,hebben ;, .-maar zy'.zyn aan de boven
zyde met- beeldfprakige- figuren-, en een zeer
fyn gefchrift bedekt, ’t geen rymendè veer-
zen fchynt te bevatten. Alle de lichamen
waren met . twee rangen-van'zvvachfels om-
wonden , en zpmtyds ypnd men noch draag--
middelen- tüffchen ieder- rang, aan welke de
Egyptenaren. groote ;krachten toefc-hreven.
Men bemerkt.ligtelyk-, dat- deze. omwindze-
len, verzen * en afbeeldzelen met wélke men
hen verfiërden -, en de lykbuflen of-doodkis-
ten , die van Porphyr êfkoftbaar hout warenden
alle..uit eco-ftuk beftemden , in wel-
Ö 31 " . ' fee