V Y G E N B .Ö Ö M . V -Y G E N B O O M .
zoo vallen de Lente-Vygen af, en het groot-
fte gedeelte der vruchten van de tamme Vy-
genboomen beginnen te/kwynen. De Boeren
gaan alle morgen hunne tamme en wilde
Vygenboomen bezichtigen, en zy geeven
naauwkeurig acht, op het oog der Vygen:
want dit deel duid niet alleen de tyd aan wanneer
deze Muggen moeten te voorfchyn kóö-
men, maar noch die gene op wélke de V y gen
met nut konnen geftoken worden ; zy
brengen alsdan deze Lente-Vygen , op de
tamme Vygenboomen die in Haat zyn omhen
te ontvangen ; de Muggen die uit deze Vygen
voortkoomen , gaan dóór den navel in
de tamme Vygen, die alsdan de grootte van
noten hebben; zy leggen ’er hare eijeren in,
en de Infeéten die ’er in uitgebroed wórden ,
ftellen de tamme Vygen in ftaat om te rypen
en groot te worden.
De Boeren kennen deze dierbare oogen-
blikken van de Caprification zoo wel , dat
zy hen zeldzaam ontfnappen zullen. Zoo dit
by ongeluk gebeurt, zoo blyft.hen nóch een
gering hulpmiddel over ; dit is , dat zy over
de. tamme Vygenboomen de bloemen van een
Plant verfpreiden , die z y Afcolimhós noemen;
men vind zomtyds in deknoppen van
deze bloemen , Muggen die in ftaat zyn om.
de Vygen te konnen { te k e n o f mogelyk gaan
de Muggen van de wilde Vygen haar voed-
zel in deze bloemen zoeken. Deze Caprification
brengt een zoo zonderling uitwerkzel
vo o r t, dat een der tamme Vygenboomen ,
die mogelyk geen v y f en twintig ponden ry-
pe , etrom te drogen , bekwame Vygen zou.
voortbrengen, ’ef meer als twee hondert en
tachtig ponden van verfchafr.. Men moet
echter bekennen dat de Caprification de hoornen
uitput, en dat de Vygenboomen , die
door dit middel in het eene jaar veel Vygen
gé ge even hebben, ’er weinig in het volgende
jaar zullen voortbrengen.
Hét uitwerkzel van de Caprification is zeer
gefchikt om de nieuwsgierigheit op te wekken
wanneer men op verfchillende tyden
deze tamme Vygen opent, zoo ziet men de
Muggen eerft, die heen en weder door de V y gen
joopen.; eenigen tyd hier na ontdekt men
dat de kernen by uitftek groot zyn , en wanneer
men ze opent, zoo bevind men , datzy,
(volgens de uitdrukking van den Heer God beu)
levende pitten bevatten ; dat is te zeggen,
dat ’er zich inwendig Wormen in onthouden*
die zich met deze pitten voeden , ’ t geen
een nieuwe voonteeling van deze Infeften
bawyfL
Wanneer men-de Vygen opent,als- zy by-
na ryp zyn, zoo ziet men de Muggen uk de
kernen voortkoomen , en zoo ras. bare vleugelen
droog geworden z yn , vliegen zy weg.,
Wanneer de Peeren beginnen te zetten
zoo heeft men zomtyds Muggen die haare eijeren
in het oog van deze jonge vruchten
leggen; de Wormen die.'er uit voortkoomen
dringen in de vrucht in, langs de buis van den
ftamper, en voeden zich met .het gene zy
vinden. Deze'Peeren worden fchielyk 'veel
groöter als de andere, en vallen jif. Koomt
deze .uitbreiding in grootte, vraagt de Heer
Dubamel, hier uit voort, dat de Worm, die
de werktuigen verbreekt welke naar de pitten
loopen, het voedende fap hier door noodzaakt
om zich in gr.ooter overvloed naar het
vleefch van de vrucht te begeeven ? o f hangt
deze grootte van een uitftorting van het fap
af, gelyk zulks uit de Galnooten fchynt te
bïyken , die door de fteeken.der Infeften
voortgebracht worden ? dit is - een zaak die
noch niet naauwkeurig beflecht is ;. maar het
fchynt , dat ’er eenige overeenkom.fi: plaats
heeft, tuffehen de wormftekige vruchten, en
het gene door de Caprification voortkoomt,
en des te meer, om dat degecaprifiëerde Vygen
, zoo goed als de andere zyn. De hitte
der Zon is niet in ftaat , om deze Vygen te
droogên, men moet dit in een oven verrichten
, die haar een onaangename fmaakdoet
verkrygen; maar deze bewerking is nopdza-
kelyk , om het vergiftige‘ zaad te doen om-
koomen*
Men is verwondert wanneer men z ie t , dat
de Grieken de Vygenboomen niet meer ver-
meenigvuldigen, die men in. Vrankryk en kali
en aankweekt , en dat zy ftandvaltig^ ge-
duurende twee.maand en liet gedult bezitten
om de- wilde Vygen op de tamme Vygenboomen
over te brengen, waar door zy in
ftaat geftelt worden om kwade Vygen. te konnen
inzamelen. De reden hier van is , dat
vermits dit een van hunne voornaamfte voed-
zels uitmaakt ,'zy . ’er nooit te veel van hebben
konnen. Hunne boomen brengen tot
twee hondert en tachtig ponden vygen voort,
in plaats dat men. niet meer als v y f en twintig
ponden van' de Franfche trekken kan.
De Vygen zyn-, wanneer zy haare volkoo-
rrie rypheit verkreegen hebben,een der belleen
zelfs der gezondfte vruchten die men ee-
ten kan , mits men ’ér geen,onmatig gebruik,
van maakt. Het water dat men ’er op drinken
kan, is het befte vocht om haar vleefch
vervolgens, in de maag te ontbinden.
VYGENBOOM. V Y G E N -E E T E k .
De drooge Vygën worden borftzuiverende
en verzagtende gefchac-yjter oorzake van het
foort van Hóning'óat zy bevatten. Men
dryft in Italiën,.Spanje, Languedoc, Proven-
ce, en de Levant; een aanmerkélyken koophandel
met de Vygen die in de Zón gedroogt,
zyn.
V Y G E N B O O M ' ( A m e r ik a a n -;
SCHe) , G rO'OTE V Y GE NB OOM., 0,f
V er won d e r l y k e V y o e-n b o o m. Deze
Boorii, die met den Paletuvier, verward
word , heeft niets met hem gemeen , als de
vvyzeop welke hy jonge boomen'voortbfengt,
en zich in ’t ronde uitbreid, door middel van
zyne takken,'die met zich te krommen,wortelen
fchieten, en nieuwe ftammen vormen. ,
De vrucht van dézen Vygenboom , heeft
ren naaften by de grootte van een Noot ; voor
’t overige gelykt zy volk o omen naar de Eu-
ropeaanfche V y g , zoo we,l'inwendig als uitwendig,
maar haaren fmaak is veel laffer.
V Y G E N B O O M v a n A D A M , zie
B a n a a n b o o m .
V Y G E N B O O M van IN D IË N ,z /< r
In d ia a n s c h e V y g e n b o o m .
V Y G E N - E E T E R , Ficéndula, Dit
is; een kleine Vogel , die ten naaften by de
grootte van een Vlafchvink heeft; de Ouden
kenden hem , en hy word door de Italianen
vóór een fmakelyk gerecht gehouden.
Men kan dezen Vogel niet gemakkelyk door
ï'Üh V Y V ^ R *
de Befchryvingen leeren kennen, om dat hy
niets-bepaalt in zyne. kleuren heeft; behalven
dit*, heeft trien' verfchéidë foorten van Vygèn-
E e t e r s . • -,
Men heeft een. foort die vry wel met dat
van onzen Nachtegaal en Baft aart Nachtegaal
óvereen koomt.
De Vygen-Eeters zyn zeer gretig naar Vygen
en Druiven. Men ziet eenige van deze
Vogelen in dé maand September op de plaarzen
alwaar men veèle van deze vruchten heeft;
in de maand November keeren zy naar Provence
te rug. Deze Vogelen worden even
als een klompje v e t , en zy zyn alsdan een
aangenaam gerecht: .men dryft ’er te Vene,tiert
een fterken haudël mede,
; Men, hééft op het Eiland Cayenne , ver-
fcheidë föorten van Vygen-Eeters, die, om
dus te fpreeken, de Verdelgers van de Papavers,
G a j a v a s , Bacoves en de Bananen zyn,
waar mede zy zich voeden.
V Y V E R , Stagnum. Dit is een foort
van klein Meer o f Waterpoel , die het water
ontvangt zonder het weder te loozen , en
die minder aan het uitdroogen als de Poelen,
onderhevig ‘is. Men voed ’er de Viftchen in
op. De Oude Latynen, gaven de naam van
P i sein a aân de Vyvers. De Vyvers der Chinezen
zyn een foort van Waterbakken. Zie
dit artikel, op het woord W ater.
Men heeft mede zoute Vyvers ; een dezer
is , die van het Eiland Maguelone,,. m
wélke men het Zee-zout laat kriftallifèe-
ren.
-y* At*- SNT- Sir
F f f f f WAAL