58 ME'NS'CTT*.
een afkookzel van planten beftond.. Men wil,,
Idat dit foort van lubbing, het leven aan geen
gevaar blootftelt*. De afzetting der zaadballen
is niet zeer gevaarlyk , men kan haar in
allerlei ouderdom doen.; echter verkieft men
hier toe de kindsheit, boven alle andere le -
yenstyden : maar de wegneming van alle de
uitwendige teeldeelen , is doorgaans- doode-
lyk. Men kan dit aan, de kinderen niet verrichten
, als na den, ouderdom van. zeven of
tien. jaaren : de zwarigheden die meri heeft,
om dit foort van Gefnedenem te behouden ,
.is oorzaak.dat zy in Turkyen v y f o f zes malen
duurder als de andere zyn. Schoon deze
operatie , volgens Cbardin , zoo gevaarlyk
is , dat na den,ouderdom van vyftien, jaaren,
naauwiyks een vierde gedeelte van die gee--
ne welke dezelve, ondergaan', het leven behouden
^ zoo zecht Pedro della. Valle. echter,
dat die geene welke dezelve in Perzië ondergaan
,, als eenftraf van diever.y ,. en dierge-
fyke misdaden, zeer gelukkig geneezen, fchoon
zy bejaart zyn., en dat men alleen aftche op
de wond Itro-oiL
Men heeft te Conftan tin op el en.--, en in geheel
Turkyen, en,Perzië ; Gefnedene welkers
kleur graauw i s , en andere hebben een
olyfkleur; men heeft ’er mede blanke, maar
in een zeer klein getal: de zwarte koomen
uit Afrika,, en byzonder uit Ethiopië'; deze
werden des. te fterker gezocht, en; des te hoo—
ger betaalt, hoe affchuwelyker zy zyn. Het
fchynt dat men eenen aanmerkelyken koophandel
in Gefnedenen dryfc; want Tavernier
zecht, dat wanneer hy in §j jaar 1657. in het
Köningryk Golconda was , men ’er twee en
twintig..duifënd Gelhedenen maakten.
De Gefnedene , welke men alleen van de-
zaadballen' berooft heeft , gevoelen echter
noch aanprikkelingen, in het geene hen overig
b ly f t , en hebben ’ér het uiterlyke téken.-;
van , zelfs menigvuldiger.als andere mannen ;
maar dit deel verkrygt zeer weinig aangroei,
en blyft ten naaften by in denzelven Haat,
in welke het in. den ouderdom was , waar inde
lubbing gelchiede..
’Er zyn zonderlinge overeenkomften, vanwelke
de oorzaken ons onbekent zyn , tus-
fchen- de teeldeelen, en die van de keel ; dè
Gefnedene hebben geen baart ; fchoon hun—
ne ftem fterk. en doordringent is , zoo heeft
zy echter nooit een zwaare toon ; dikwyls-
openbaaren zich- de heimelyke ongemakken--
a;an de keel; en de gemeenfehap welke zeke-
re: v#m. een. verwyderdê. en. van, elkandexens
verfchillende deelen van het lichaam hebben;,
en die hier aangewezen- is-, kan meer algemeen
opgemerkt worden ; maar men geeft
geen acht genoeg op de uitwerkzelen , wanneer
men niet vermoed wat ’er de Oorzaken
van zyn : het is ongetwyffelt om deze reden,,
zecht de Heer de Bujfon , dat men nooit bedacht
geweeft. is om deze gemeenfehap in het
menfchelyk lichaam zorgvuldig na te fpoo—
ren. Men heeft in de Vrouwen een grootte
gemeenfehap tuflehen. de lyfmoeder, de
borften en het ho oft: hoe veel andere zou
men niet ontdekken , wanneer groate Gene
esheer en. hunne opmerking hier aver. lieten,
gaan.
Men kan aanmerken dat deze gemeenfehap,.
tulfchen de Item en de teeldeelen, niet alleen
iii.-.de Gefnedenen.opgemerkt word; de Item
der Mannen verandert in den huwbaren ouderdom
, en de Vrouwen welke een zware-
Item hebben, houd men voor. driftiger tot de:
liefde geueigi te zyn*;
In de kindsheid heeft men; zomtyds maar
eene bal in het balzakje , en zomtyds in ’ t.
geheel geen*. Men moet echter niet altoos
denken ,' dat de jongelingen ,. welke in het
eene o f andere geval zyn ,. inderdaad van: dat
geene verfto.ken zyn , ’t geen hen fchynt te.'
ontbreken. De Natuur doet irr het ach rit e--
o f tiende jaar , emzelfs zomtyds eerft in den:,
mannelyken ouderdom , een poging die -hen
uiterlyk doet te voorfchyn koomen-^; dit gebeurt
mede zomtyds door het uitwerkzel van,,
een ziekte, o f door een geweldige beweging,,,
gclyk een fprong , v al, enz. A l vertoonen ,
zich de zaadballen* niet uitwendig , zoo is-,
’ men echter niet minder tot de- voortteel ing;;
bekwaam ; men heeft zelfs opgemerkt , dat.,
die geene , welke in dezen Haat zyn ?i. meer.;-
kracnt als andere bezitten*-.
Men vind zomtyds mannen welke maar ee--
ne zaadbal hebben ., dit gebrek, is de voort—
teeling niet hinderlyk ; men heeft-opgemerkt •
dat de bal die alleen., is , alsdan veefgrooter.
als naar gewoonte is. Men heeft mede mannen
welke ’ër drie hebben, zy zyn,.zoo men
zecht,. veel krachtiger, en, veel fterker wan *
lichaam als de andere*. Men .kan-, by voor—
beeld , in de-dieren opmerken , hoe veel de- -
ze deelen tot de kracht en moedigheit toebrengen:
hoe groot is het onderfeneid niet,,
tuflehen eeft Os en;een Stier, tuflehen een-
Ram en-een Hamely en tuflehen .een Haan en.)
een..Kapoen!,
Pan den Manmlyken ouderdom>
Het lichaam verkrygt zynên volkooinen
^roei en lengte, in den huwbaren ouderdom,
•en geduurende de eerfte jaaren, welke hier
op volgen. Men heeft jongelingen die na
hun veertiende o f vyftiende jaar niet meer
groeijen , andere volharden hier in tot hun
twintigfte o f drie en twintigfte jaar. In de*
•zen ouderdom zyn zy byna alle rank, maar
■ langzamerhand vormen zich de leden , ’ en
verkrygen evenredigheit, en het Menfchelyk
lichaam is voor dén ouderdom van dertig jaa*
yen in zyne yolmaaktheit, ten opzichte van
de evenredigheit der geflalte ; het lichaam
der vrouwen koomt veel vroegtydiger tot deze
trap van Volinaaktheit*
Het lichaam van een welgemaakt mail ,
■ moet vierkant zyn , de fpferen moeten Iterk
uitgedrukt, de .omtrek der leden lloutelyk
^fgetekent , en de wezenstrekken naauwkeu*
i’ig uitgëdrukt. In de vrouwen heeft alles
meer rondheit, de gedaantens zyn meer verzacht
, en de trekken veel fynder. De Man
heeft de kracht en de majefteit; de bevalligheden
en fchoqnheit zyn het eigendom van
de andere Sexe*
Alles kondigt in beide dé Meefters van dé
aarde aan : alles toont in de Menfch , zelfs
in zyne uitwendige geflalte , zyne meerder*
heit over alle de levendige Wezens aan ; hy
houd zich recht en irt een verheven ftand,
^yne houding is die van het gebied; zyn hooft
ziet naar den Hemel, en vertoont een achtbaar
aangezicht, op welke het kenmerk van
zyne waardigheit uitgedrukt is : het beeld
der ziel is ’er door zyn gelaat op uitgedrukt;
de uitmuntenheit van zynen aart, dringt dooide
flqffelyke werktuigen door, en bezielt de
trekkén van zyli aangezicht, door een god*
delyk vuur ; zyne achtbare houding, zyn
yafte en floute gang. , kondigen zyne edel*
heit aan ; hy raakt de aarde alleen met het
uiterfle van zyne leden aan, befchouwt haar
niet als van verre, en fchynt haar té verachten.
Wanneer dé ziel door geeft, driften ont*
roert word , zoo zyn alle de deelen van het
aangezicht in een Haat van ruft ; hunrié re*
gelmatigheit, hunne vereeniging* en Éun gea-
heel vertoonen alsdan genoegzaam de zagte
Vereeniging der denkbeelden ; maar wanneer
de ziel ontroert is , zoo werd het menfche*
lyk aangezicht een levendig tafereel, in welk
'de driften met zoo veel eelheit als kracht af*
émaalt worden , in welk iedere beweging
er ziel door een trek uitgedrukt word , iedere
daad door een kenmerk:, welkers leven*
dige en fnelle indruk de wil vooraf gaan ,
en ons door krachtige tekenen de afbeelding
gen van onze geheime ontroeringen ontdek*
ken en vertoonen.
De mond en de lippen zyn , na de oogen,
die'gedeeltens van het aangezicht, welke de
grootfte beweging en.uitdrukking hebben; de
driften hebben invloed op deze bewegingen,
de mond toont ’er de verfchillende kenmerken
van aan, door de verfchillende gedaantens
welke hy aanneemt; het werktuig der fpraak
bezielt dit deel mede noch , en maakt het le*
vendiger als alle andere. De armen , handen
én het geheele lichaam , hebben mede
deel in de uitdrukking der driften*
Schoon het menfchelyk lichaam uitwendig
veel tederer als dat van eenig dier is zoo is
het echter zeer zenuwachtig, en mogelyk
fterker in evenredigheit van deszelfs uitge*
breidheit, als dat der fterkfte dieren* Men
Verzekert, dat de kruijers o f laftdragers , in
Conftantinopelen , lafteft van negen hondert
ponden dragen» Men verhaalt düizent won*
derbaare zaken van de fnelheit der Wilden
in het loopen ; de befchaafde menfch kend
zyne krachten niet, hy weet niet hoe veel
hy ’er door Welluft verlieft, en hoé veelhy ’er
door de gewoonte van een geweldige oeffe*
iiing bekoomen zou»
jVan den Ouderdom on van do Dooi,
Hét menfchelyk lichaam is zoo ras tot den
top van volmaaktheit niet gekoomeh, o f het
begint weder a f te nemen : het verlies is iii
den beginne onmerkbaar ; maar door den tyd
werden de vliezen kraakbéenachtig, de kraak*
beenderen beenachtig, de beenderen veel
vafter , alle de vezelen veel harder , het vel
verdroogt, de rimpelen vormen zich langza-
merhand , de hairen worden grys, de tandeii
vallen u it ; het aangezicht verlieft zyne be-
Valligheit, en het lichaam kromt zich* Dé
eerfte tekenen van dezen ftaat vertoonen zich
Voor de veertig jaaren; zy vermeerderen met
Vry laftgzame trappen tot de zeftig jaaren ;
en door fnelder trappen tot de zeventig ; dè
bouwvallige ouderdotn begint omtrent deze
tyd , en hy gaat geftadig voort; de zwakke
ftaat v o lg t, en de dood eindigt gewoonelyk
voor den ouderdom van negentig o f hondert
jaareft , de ouderdom en het leven. Het
H 2 liehaani