word. De kleur van deze deeg moet blaauw
zyn: zy word door de Verwers gebruikt, en
in Holland bereid.
Men geeft de naam van Tournefol in Lappen,
aan het lynwaat dat men te Conftantinopelen
met Cochenielje en eenige zuuren verft. Men
geeft de naam van Tournefol in katoen , aan
Katoen dat geplet i s , in de grootte en gedaante
van een kroon , en in Portugal met
Cochënilje geverft word : de een en andere
foort van Tournefol word gebruikt om de
Liqueuren en de Gelyën der Vruchten, leuren
te geeven. Eindelyk men heeft noch een
ander foort van Tournefol in Lappen, die men
van fiüïppers lynwaat vervaardigt , die met
een roode verf doordrongen zyn , welke van
het fap der Zonnewende , en een weinig pisachtig
fap bereid word. De-ze laatlle koomt
'uit Languedoc ; men maakt ’er gebruik van
om de Wyn een roode kleur te geeven.
Men ziet hier u i t , dat. men in den Koophandel
de Tournefol in Lappen en de Tournefol
in Brooden , o f de Lakmoes onderfcheid :
het is vreemd dat de Franfchen Zelfs geen
Lakmoes bereiden, daar zy echter nochthans
de Hoffe waar van zy zamengefteld word,
aan de Hollanders verfthaffen. Echter be-
fchouwen zy het als een gewichtig onderwerp
, en wenden pogingen aan , om deze
verfitof mede te bereiden.
Het is met dit oogmerk, en om den weg '
tot de eerfte beginfelen te bereiden dat de
Heer Móntet^ over dit onderwerp , een uitmuntende
Memorie zamen gefielt heeft, wel-
■ ke in die van de Akademie der Wetenfchap-
pen van Parys, voor het Jaar 1754* ingevoegt
is.
In deze Memorie befchryft hy de w y z e ,
op welke men de flukjes Lynwaat te Grand-
Galargues, een Dorp van het Bisdom Nimes,
verft; alwaar omtrent duizent Inwoonders
’er voor v y f o f zes duizent Hollandfche Guldens
van bereiden, die zy vervólgens aan de
Hollanders verkoopen. Deze bezitten de
Konfl om. ?er dat gene uit te trekken , dat-
hunne Lakmoes uitmaakt.
Men geeft in dat Land de naam van Mau-
relle, aan de Plant uit welke men het fap trekt
waar van men zich bedient om de flukjes lynwaat
te verwen. Deze Plant die Tournefort
de naam van Ricinoïdes ex quaparatur Tournefol
Gallorum geeft, en waar van de Heer
Niffole een goede Befchryvinggegeeven heeft,
is vry gemeen in den omtrek van Montpellier
; en vooral in dat gedeelte van Neder-
Languedoc, dat men la Faunage noemt.
groeit mede in Provence en in Dauphiné •
haar wortel is w i t , rond, recht, lang en
een weinig vezelachtig; hy fchiet een ronde
fteel u i t , die meer o f min hoogte heeft, en
getakt is : de bladeren zyn bleek groen en
aan' lange Heekjes vaHgehecht: de bloemen
zyn in kleine knoppen beflooten die een foort
van troffen vormen , die uit den fchöot van
iedere tak voortkoomen , onder deze bloemen
, zyn eenige -onvruchtbaar, en andere
vruchtbaar : op deze bloemen volgen ronde
ruwe , en donker groene vruchten , die in
drie zaadhuisjes verdeelt zyn, en welke ieder
een rond en wit zaad bevatten.
De Inwoonders van Grand-Galargues
hebben de vryheid niet om de Maurelië ?e-
duurende het geheele jaar in te zamelen. De
Hooft-fchout en Rechters, geeven deze vry-
heit aan het geheele Dorp niet, als omtrent
den a^fte van de maand July , in welke tyd
de Maurelle in hare vólmaaktheit is. Deze
inzameling duurt van den^He van deze maand,
tot den 7de September.
De Boeren zoeken deze Plant, vyftien of
twintig uuren in het ronde in Gevaudan , en
zelfs tot in Provence. Z y zyn zeer zorgvuldig
om voor elkanderen de plaatzen geheim
te houden , óp welke de Maurelle in overvloed.
groeit. Deze inzameling gefchied met
de uitterHe haaH, om dat deze Plant, om
gebruikt te konnen worden , geheel verfch
zyn moet, en dat de broeding altoos aan de
be-arbeiding fchadelyk is. De Maurelle moet
mede niet aardachtig zyn. Men -gebruikt de
geheele Plant uitgezondert de Wortel : men
maalt^haar in eén meulen klein, die naar die
gene gelykt, waar in men de Olyven of Run
maalt. Men vind een 1 nnauwkeurige Befchry-
ving van dezen Meuten , in de Memörïèn tot
de Natuurlyke Hijlorie van Languedoc, door
den Heer Aflruc.
Om het fap uit de Maurelle te perffen, ver-
kieH men een gunftige dag, wanneer het weder
bedaart, de lucht- droog., de Zon heet
fchynt,en de wind Noorden o f Noord-Weft
is. Wanneer men ’er al het fap uicgeperfl
heeft, bewaart men den droeffem afzonder-
lyk die een uitmuntende mefl is.
Eenige laten dit fap een vierde van een
uur Hil Haan voor dat zy het gebruiken , en
andere gebruiken het op hetzelfde oogenblik;
eenige, maar echter een klein getal, doen
in het fap een pint o f kan pis, op dertig kannen
fap. Men voorziet zich alsdan van oud
1 lynïynwaat,
% geen goedkoop is. ' Alle lynwaat
is goed tot deze be-arbeiding, mits het van
hennip i s ; het groffle is niet te verwerpen:
maar in ’t algemeen is ’t nodig dat dit lynwaat
volmaakt zuiver is , want alle vette en olie-
ichcige lichamen , zecht 'de Heer Montet,
zyn aan deze be-arbeiding nadeelig. Men giet
het fap der Maurelle op de lynwaat ; en
wryfc hen vervolgens met de handen , 'op de
wyze der Wafchters , om dat het overal
naauwkeurig zou 'doortrekken. Men laat
het hierna'' in- de Zon naauwkeurig droogen;
eindelyk hangt men het op riet o f teenen over
een kuip; zy ontvangen hier de waaffem van
een grooce meenigte pis, die men in een groo-
te fleene kuip by een vergadert heeft, en
waar by men mede levende kalk o f aluin
voegt: men bedekt alle deze lappen met een
laken of dekkleed, om de dampen by elkanderen
te-houden. Men laat hen dus aan den
damp van de pis bloot geflelt, en gebruikt
alleen de voorzorg om hen van tyd tot tyd
om te keeren, omdat ’er alle hunne opper-
vlaktens beurtelings aan bloot geftelt zouden
worden. Men moet noch acht geeven dat
deze lappen het vocht niet raken.
Ëeriige Lieden kleuren deze lappen lynwaat
over den damp van Paardemefl , o f die
der Muil-Ezels ; maar ’er word alsdan een
groote oplettenheit vereifcht, en men moet hen
aanftonds wegneemen, zoo-zal men de blaauwe
kleur te voorfchyn zien koomen, ’t geen het.
rechte kenmerk is; want zoo men- ’er hen te
lang aan bloot geHelt laat, zoo zou dezen
damp de kleur uitwilfchen.-, en al den arbeid
verlooren zyn. In tegendeel , hoe lang men-
ook deze lappen voor den damp van dé pis
bloot geilek laat,- zullen zy nooit anders als
één blaauwe kleur aanneemen ; en het klem-
rent gedeelte word nooit door het vlugge
Alkat yne Zout vernietigt,' ’ t geen zich uit
de pis/Opheft., hoe overvloedig het ook zyn
m ao-, ,
i Wanneer men deze lappen dus door den
damp van de pis hééft laten doortrekken, zoo
doopt men hen op nieuw in het fap der Maü-
rehe, met dezelve handelwys als de eerfle
®aal in. acht te neemen. Z y zyn volkomen
bereid wanneer zyeen donkere blaauwe kleur
hebben-, die op het zwart trekt. Wanneer
deze lappen of'vodden dus bereid zyn pakt
föen. hen in zakken , en de Kooplieden van
Mpntpellier koopen- hen , om ze naar Holland
te verzenden-,.
De; blaauwe kleur die. de Maurelle;ver~
' fchaft hangt by na geheel van het fap van de
Plant af; het Alkalyn vlug Zout van de pis
diept allee» om het kleur ent gedeelte te ontwinden
, waar van de lappen doordrongen
zyn.. Ziehier , volgens de Heer Montet, de
.Pro e fn e e m in gen die dit bewyzen. Wanneer
men het fap van de Maurelle laat bezinken,.
zoo Hrykt het groene gedeelte naar den grond,
en het vocht dat’er op dryft, heeft een blaau-
we kleur die op het violet trekt. Dit vocht
behoud deze kleur,. geduurende v y f o f zes-
uuren ; het verkrygt vervolgens een andere
die op het rood trekt. Het gedroogde uit-
trekzel van deze Plant is mede blaauw, en.
trekt op het zwart. Haare vrucht geeft het
papier een blaauwe kleur; ’t geen alle Waar-
neemingen zyn welke bewyzen dat de blaauwe
kleur in het fap bevat is.
Het -is een aanmerkenswaardige, byzonder-
h e it, - dat de vlugge Alkalyne Zouten de
blaauwe kleur in het fap der Maurelle niet
ontwinden konnen, zoo zy 'm geen.damp op-
geheeven worden. De pis die gegiH heeft
en op het fap gegoten zynde als het eerft
verfch uitgeperft is , wanneer het een groene
kleur als Ajuin.heeft,maakt dit groenveel
helderder.
De Heer Hellot zecht,. in zyne Verhandeling
over de Verf-konH , dat hy maar twee
Planten kent die èen blaauwe kleur na haare
bereiding geeven : de eene is de Ifatis o f ’
Glaftum , die men Weede in ’t Nederduitfch
noemt; de andere is de A n ti, die men in de
Ooft- en Weft- Indiën aankweekt,. en waaruit
men een verdikte drap bereid die men /»-
dïgo noemt: zie W eede én I nd.ig o .
. Men-trekt door middel van de gifting., het
kleurent gedeelte uit deze Planten; verfchei-
de- l.ieden hebben bezocht om Indigo uit de
eerfte te trekken-, maar hunne Proefneemin-
gen zyn mislukt: mogelyk is de warmte in
onze Ge wellen niet fterkgenoegom een fpoe-
dige gilling voort te brengen^
Mén kan thans een derde Rant optelléiii
die een blaauwe kleur verfchaft ; maar zy
geeft haar op een wyze uit', die zeer veel
van die gene verfchilt waar van wy gefproo-
ken hebben. Deze blaauwe kleur is geheet-
to t ' vólmaaktheit in haar fap gebracht ; in*
plaats dat zy in de. andere het werk van een.
lange achter een volgende- gilling is. Deze-
langduurige gifting , in tegendeel , doet de-
Maurelle haare blaauwe kleur verliezen.
Vermits de Tournefol in Lappen zeer
gemakkellyk van, haare: kleur berooft kan.
ware