het fchóöne gezicht dat hy verfchaft, met te
gelyk knoppen, ontloken bloemen en vruchten
te vereemgen. Schoon dezen boom alleen
de Zuidelyke Landfchappen vanVranke-
ryk natuurlyk is , zoo verkrekt hy echter tot
het fieraad van onze -fchoonke tuinen , om
dat men hem in bakken plant, en in warme
•oranje-huizen voor de onguurheden van den
winter befchut. L odewyk XIV. was een
zoo -gropte Beminnaar van dit fbort van bootsen
, dat hy ’ er altoos had die bloeiden ,
-zelfs in de winter , in een van de galleryen
van zyn Paleis, alwaar zy op voetkallen, in
verzilverde, en met fnywerk verfierde bakken
geplaatft waren. Om deze Vork dit aangename
gezicht in de winter te verfchaffen,
zoo kozen de Tuinlieden een genoegzaam
getal boomen u i t , béfproeiden hen niet tot
dat hunne bladeren afvielen, zy plaatken alsdan
nieuwe aarde op het bovenke gedeelte
■ der bakken , befproeide hen dikwyls in een
broeikas die met glazen gefloten was , uit
welke zy niet voortkwamen , -als met bloemen
en nieuwe bladeren bedekt.
Onder de verfchillende foorten van Oran-
jeboomen , heeft men ’ er twee voorname ,
waar van w y de vruchten gebruiken: te weten,
de Oranjeboomen met bittere vruchten,
en de Oranjeboom met zoete vruchten. Men
merkt geen verfchil in de gedaante, bladeren
en bloemen van deze twee foorten van Oranjeboomen
op. De befchryving die wy ’er
van geven zullen, zal dus op beide toepafle-
lyk zyn , als alleen ten opzichten van de
vruchten die zeer merkbaar van elkanderen
verfchillen.
De Oranjeboom fchiet tot een middelmatige
hoogte op; zyne wortelen zyn geel en
fpreiden zich wyd uit: het hout van den kam
is hart, zaméngepakt, wit omtrent het hart,
en welriekende : zyne bladeren zyn. altoos
groen , dik, glad, aan bladerachtige keeltjes
vakgehecht, en hebben de gedaante van een
hart; zy zyn met een oneindige meenigte vliesachtige
celletjes vervult, die doorfchynen.de
z yn , welke zoo veel kleine gaatjes fchynen,
even als in de blaadjes van het St. Janskruid.
Zyne bloemen zyn roosjes, welriekende, en
uit v y f blaadjes zamen geilek , die in het
ronde gefchikt zyn. Op de Oranjeboom met
bittere vruchten verandert de ilamper in een
vrucht die byna rond is. Voor dat zy ryp
zyn, hebben zy een groene kleur , zyn bitter,
fcherp en prikkelent op de tong ; wanneer
zy ryp zyn, zoo drukt men uit de binnenile
celletjes van de vrucht een rins fap,
De bittere Oranje-appelen zyn bleek, geel:
in'plaats dat de zoete Oranje-appelen een levendige
faffraan kleur hebben; derzelver fap is
zoet en aangenaam.
Deze boomen zyn natuurlyk aan de zuidelyke
Landfchappen van Vrankeryk: op de
Hyeres Eilanden en in Provence, vormen zy
bofchjes die zeer aangenaam om hun- groen
zyn, dat altoos duurt,en door hnnne vruchten
met welke zy altoos beladen zyn. De
bladeren, de bloemen, de fchors , het merg
en het zaad der Oranjeboomen worden in de
Genees'konk gebruikt.' Deze boomen be-
kooren ons te veel door haare fchoonheit,
dan dat wy niet het een o f andere van hunne
aankweeking zeggen zouden. De Heef de
Quintinie heeft een Verhandeling over dit
onderwerp gefchreeven.
De zoete Oranjeboom is het hoogfle te
waardeeren , zoo wel'om de fchoonheit van
zyne bladeren, als om de aangenaamheit van
zyne vruchten. De Chineefche Oranjeboom
word nooit een fraaije boom ; want hy heeft
altoos een ziekelyke gedaante, en zyne vruchten
worden zeldzaam ryp. De Genueefche
Oranjeboom , welkers bladeren yerfchillen-
de kleuren hebben, verdient',- als een zeldzaamheid
, . in een tuin geplant te worden
, om de fchoonheit van zyne bladeren
.M
en kan de Oranjeboomen door middel
van jonge boomen aankweeken die men uit
Próvence o f van Genua bekoomt, of^ met
derzelver kernen in bereide aarde te zaaijen:
~èn men griffelt hen vervolgens. Een kas die
twaalf o f vyftien duimen wyd is , heeft grootte
genoeg voor hen tot den ouderdom van
zeven o f achtbaren ; men verplant hen alsdan
in bakken die twintig o f vier en twintig
tig duimen wyd zyn. Een goede aarde voor
de Oranjeboomen moet van een derde ver-
gaane Schapen mik , die twee jaren gelegen
heeft, een derde aarde van een oud tuinbed,
en een derde vette aarde, uit een moeras zamen
geilek zyn. Met de Oranjeboomen te
fnoeijen tracht men. hen een fraaije gedaante
te geeven. Wanneer een Oranjeboom-door
ziekte, geel word, zoo geeft men hem nieuwe
aarde, o f men. fnyd de verdorven wortelen
weg , en men plaatk hem alleen drie'of
vier uuren in de zon. Wanneer hy doof Gal-
ïnfecten aangetak word , ' die zyne flappen
uitzuigen., zoo moet men den boom met Azyn
waflchen. Men moet de Oranjeboomen voornl
vooc de koude en den wind beflchutten.
Deze boomen ontydig mi£fc te geeven ïs- hen
mede nadêelig; men moet hen nooit Koeyen
o f Varkensmik geeven ; de andere foorten
moeten wel vergaan zyn , en met voorzich-
tigheit gegeeven worden. Schoon deze boomen
de fchadüwe beminnen , zoo kerven zy
echter wel- ras wanneer men hen te veel vocht
geeft; de Schapen- en Geiten-milt in'het
water geweekt zynde, met welk men hen be-
fproeit, maakt hen gezond en kerk. De
uitwerkzelen van de meenigvüldige en overvloedige
befproeijingen van deze boomen,
zyn, dat zy geel worden , en dikwyls hunne
bladeren laten vallen; zy kwynen een jaar o f
twee, zonder eenige takken uit. te fchieten,
en eindelyk kerven z y geheel. Men moet
de Oranjeboomen omtrent halfOétober in de
koven plaatzen, en ’er hen tot in het voorjaar
wanneer'het weder bekendig warm is , in laten.
Men heeft in het Economifche Journaal
voor de maand July 1 7 , een. Memorie
over de Aankweeking van de Oranjeboomen ,
in welke men betoogt dat het veel beter is ,
dat men hen in potten als. in ho'ute bakken
plant, en dat men hier in , het voorbeeld
van de Genueezen moet navolgen , .om dat
deze potten veel ligter warm , én zoo fchie-
lyk niet koud worden,.- en om dat zy beter de
zouten van de aarde-behouden , als de bakken.
-
De bloemen van de Oranjeboomen- worden
meenigyiildig , • om haaf en aangenomen
geur, gebruikt, die hoger als die van de Roezen
, Amber, en Muskus, gefchat word; ?t
zy tot reukwerken, ’ t zyornde fpyzen fma-
kelyk te maken. Men trekt *er door overhan
g * een water van , dat höoftverk-erkend,
maagverkerkend , en opkygingkeerende is ,
als medeeen wezentlyke olie , die men Ot'an-
p-olie noemt ;• dezè i’s een-uitnement reuk-
werk. Men maakt van. de bloemen verfchillende
Confèrven, ’ c zy drooge , ’t zy za<ne*.
en Koekjes^ die zeer aangenaam van fmaak
zyn , en die- men' onder het nagerecht voor-
dient,: ofdie men onder dé Geneesmiddelen
mengt, om derzelver onaangename fmaak te
v e rd r y v e n e n om de maag- te verkerken.
Men-maakt mede van deze bloemen een zeer
aangename Rataffta. Men confyc da fchel-
' ieder'w eet, hoe aangenaam het
vleefch van-de zoete Oranje-appelen- is. Men
wii , dat wanneer men een zoete Oraaie-
5 voor de wederkomk van-
een afgaande kootes. eet en. voöral van de
cferdéïïdaagfèhe koorts, dit derzelver kracht
breekt, en zomtyds de koorts geneek. Eindelyk
, men- bereid van het fap der zuure
Oranje-appelen, met water verlengt, en-met
fniker verzagt zynde , een drank, die men
gemeenlyk Oranjewater noemt: dit is een
goede ve-rfriflende drank.
O R A N T , K a l f s m u i l , L e e u w e n b
e k k e n , Antirrhium. Dit is een plant die
op zandige en onbebouwde plaatzen, en in
de wyngaarden groeit. Haar wortel is hout—
achtig en wit; haare keelen zyn , een en een
halve voet hoog , en mergachtig ; haare bladeren
gelyken naar die van de geele Violier:
haare bloemen bekaan uit vry lange airen ,
die een vleefch kleur hebben, en aan het uiteinde
, naar een Kalfsmuil gelyken : op de
bloem volgt een vrucht die naar den kop van
een Hond , o f liever naar die van een Varken
gelykt, en kleine en zwarte zaden , bevat.
. . • ïjj ;
De wortel van deze plant is goed om de
zinkingen te verzagten die op de oogen vallen.
Eenige lieden dragen dezelve b-y zich;
om zich voor de befmetting te befchutten.
O R E G O , Origanum, dit is een. plant
van welke de Kruidkundigen verfeheide foorten
onderfcheiden : w y zullen ’er maar twee
foorten van aanhalen , die inde Geneeskonk
gebruikt worden ; te weeten., de gemeene
Orego, en de kleine Orego.
1. De G emeene O rego , o f G roo-
te O r e go, o f G rove M a jo l e in ,.
Origanum vulgare ; dit is een plant die niet
alleen in de warme , maar mede. in de koude
Landen, groeit, als Duitfchland , Engeland
en Vrankeryk : men vind haar gewoonelyk
i'ri de dfóoge en voor de Zon bloot gekelde
plaatzen ; in de kruiken , langs de heggen,,
en. vooral op de Bergen en Heuvels; haare
wortelen zyn houtachtig, dradig, en fchieten
fchuins jn de aarde : zy fchieten verfeheide
keelen, ter hoogte van twee voeten, o f daar
omtrent u i t ; -deze zyn hart, vierkant, en
wollig,:- haare bladeren koomen uit de knopen
der keelen voort, en kaan tegens elkan-
deren o ve r, (de grootke gelyken naar dier
van dé gemeene Calament , en de kleinke-
naar die van de Majolein}, z y zyn w&Uig,
en welriekende ; hun fmaak is fcherp, en
ipeceryachtig: haare bloemen koomen in den
zomer te voorfchyn ; zy vormen een foort
van. zonne-fchermen. aan dc toppen, der kee-
*