te pruimen purgeert op een zagte wyze. "Er
vloeit uit de Pruimboomen een witte , blinkende
en dooiTchydénde Gom,die de Kooplieden
voormaals met de Arabifche Gom vermengden;
maar die mén, thans aan de Hó ede -
makers , onder de naam van Jnlandfche Gom
verkoopt.
Het Pruimbóomenhout is met fchoone roo-
de aderen doorRreept, maar deszelfs. kleur
verdwynt in weinig tycL,tei^minRen. zoomen
het met geen vernis bedekt. Dit hout- kon
voor de Schrynwerkers van nut zyn.
PST. Eenige-Natuurkundige Schryveren
gcéven dezen naam aan een Nachtvlinder ,
die van de verwonder! yke Rups voortkoomt,
zo o.ais Goedard zecht. Men ,-vind deze Rups
op de Abrikoos, Appel-; en eikeboomen.Men
onder-fcheid de mannetjes van-de wyfjes,om
dat deze de letter Y zeer wel op-de bovenRe
vleugels uitgedrukt heeft: het wyfje heeft de
- letter O op dezelve vleugelen.
P U 'C E -L L E , dit is een vifch die men
dus in Vrankerj'k noemt; de Inwoonders van
Rouaan geeven hem de naam van Ft ent i , en
• die van Angevinsnoemen hem Convers: dit is
niets anders als een kleine E l f t , die noch
geen kuit heeft: men vangt hem op dezelve
tyd als de Makreelen: zie 'E l f t *
P U IM S T E E N -, D r y f s t e e n . P u-
mex , dit is , een witachtige o f graauwe
r Reen, die porieachtig en ligt is , en op- het
-water dryft : -hy is ruuw in ’t aanraken ,
van een vezelachtig zamenweefzel, en inwendig
glipfterend , gelyk de AsbeR ; hy'
bruifchf met de zuure vochten niet op en
geeft geen vuur uit wanneer hy met het Raai
geflagen word , uitgezonden die gene , die
vry zwaar is ; hy fmelt in het vuur. Men
vind de witte in Rukken van verfchillendé
grootte in de zee dryven ; en die geene die
graauw is , in platte , vierkante en harde broo-
den , omtrent de Rranden , zy hangen even
•als tnflchen water en wind , zonder door te
zinken, en zonder op de oppervlakte te dryven.
De PuimReeu heeft ge woon el yk een moer-
afchachtige reuk, en een geringe zoutachtige
fm aak. De witte PuimReenen , die het
grootRe en ligtRe zyn, worden door de Par-
kementwerkers en Marmerwerkers gebruikt;
de kleinRe gebruiken de Tinnegieters y de
Schrynwerkers en de Vergulders. De graauwe
PuimReenen dienen de Leertouwers es
de/Hoedeniakers. Te Napels bedient men
zich van het uicfchot van deze Reenen , om
v ’ er een ciment met kalk van te maken ; men
gebruikt deze hechtkalk tot het metzelwerlc
van de terraflen , het heeft dezelve eigen-
fchappen als het ciment, dat men van dé
zolana maakte. Zie dit woord. Het word
zoo hard , dat men ’ernaauwelyks yzerwerk
in, kan dryven eenigen, tyd na dat men ’er
mede gemetzelt heeft. Het is niet zeldzaam'
dat men graauwe puimReenen vind, die met
geel en. rood genwmerc zyn. x
De PuimReenen die men in den Koophandel
heeft, vind men van tyd tot tyd , in de
: zee dryven., o f op de zee-Rranden, niet ver-
> re. van de bergen Vefuvius, Etna, eiiHecla,
■ en pp de kuRen van het Eiland Santorini, in
den Archipel. Het grootfte- gedeelte van
dié.gene die men in de nabuurige velden van
.de andere brandende Bergen .vergadert, worden
tot ciment gebruikt : dus fchynt hét dat
de PuimReenen , Voortbrengzelen. der Bran*
jdende Bergen, zyn. Zie dit.woord,
De Heer Garcin zecht, dat men im hetjaar
1726, tuiïchen de Kaap de Goede Hoop, en
de Eilanden S.t. I'aulus en' AmRerdam, de
Zee geheel met puimReenen bedekt ziach*
welke met den wind verre van he.t Land y.oort-
dreeven; zÿ befloegen eenuitgeRrektheitvan
meer als v y f hondert uuren, door welke men
tien dagen achter elkanderen voer... Alle .'de
Rranden van de verbrande. luchtRreek;. zyn
met puimReenen bedekt, vooral die van de.
Sundaafche. en Molukkifche Eilanden , op
wélke men veel brandende Bergen heeft*
P U I T A A L . Lot a, , De Puitaal . is een
vifch die zagte en doornachtige vinnen heeft,
men vind hem in de Meeren en Rivieren, en
vooral in Izere en Saone in Vrankeryk. Het
lichaam van deze vifch ; is negen duimen
lang, rond, dik en glibberig, gelyk dat van
de Lamprei ; hy is met kleine fchubben van
verfchillende, kleuren bedekt , die op het ros
en bruin trekken ; zyne zyden zyn half ge*
cirkelt; zyn Raart | heeft een degens wyze gedaante
; zyn tong is ruuw aan het einde ; hy
’heeft gekronkelde darmen, en een groocele-
.vér in evenredigheit van zyn lichaam ; zyn
kuit is zeer Recht, en purgeert geweldig; ge*
■ lyk die van den Barbeel : hy heeft elf pleine
tanden, die dun, recht en.ongel yk-van ^grootte
zyn , en men 'word hen niet gewaar voor
dat den vifch; gekookt is. Zyne kaken zyn
even
..veifgróot1 en met öpgeblaze lippen bezet:
■ /ime oogén zyn rood, derzelvér regênboogen
zvn zilverachtig , en de: ooglcéden blaauw ,
hv heeft vier kieuwen aan iedere zyde •, waar
vin de opperfte enonderfte vry geöpem zyn:
men merkt in het vliefch 'zeer onderfcheide-
lvfc-zes beentjes o f graatjes op. Dé opemng
TOri den aars is nader by zyn kop-.als by den
llaart dè' vin van-'den aars, en die van den
rug zyn maar 'eeiie, en zy lóópt byna tot aan
den kop voort; die van de borft zyn-buigzaam
en geel rood' van kleur , en die van
den buik zyn wit. Men mérkt aan het midden
van het lichaam een fireep 'op, die'van
den kop.tot aan den ftaart voortloopt.
Het vleefch van den Puitaal is goed -en: liiia-
kelyk, maar men èet de kuit van dezen Vifch
. niet, om dat zy te. geweldïg purgeert.
De Puitaal leeft van kleine vifehjes',' waar
van-men zomtyds gedeeltens in zyne inge-
P U IL O O G. Dit' is een vifch die zeer-
rneenigvuldig op het Eiland Caycilhe ^is , en
die de inwoohders van dat Land Kouattai
noemen. Zyne pogen fteekeii meer als een
half duim uit zyn k o p : hy'onthoud zich aan
de ftranden , en laat zich met de golven medé'voeren
: men' dood hem inèrpyl- o f fnap-
haanfehooten. ,De- Heer Barrere gelóóft ,
dat deze vifch leventbareiid' is : hy is zeer
goed om te eeten, vooral wanneer hy gefruit
is.-yffi
P Ü L P O : die is een dier van de Zuidzee:
het heeft een zóó zonderlinge gedaante, dat,
wannéér men’tbefchouwt als het ftil hecht,
nien het voor een tak van een’boom zou aiïii-
zïen dié met een fchors bedekt is , wélkenaar
die van den Ivaftaiijeboom gelykt: het heeft
de dikte van een pink’, en is een half voet
lang , en in vier o f v y f leedjes verdeelt, dié
in dikte naar den ftaart afneemen , welke-
zich , zoo wel als den kop , niet anders vertoont
als .het einde van een tak dié' afgebroken
is. Wanneer het zyne zés'pooten uit-
fpreid , en hen naby den kop by een voegt,
zoo 'zou men hen- voor zoo veel wortelen
aanzien , én de'kdp voor één gebroken fpil.'
Dit foort van Dier, 'is de Arumago 'vati Bfa-
zil, van welk Marckgrave. én 'Frejièr , cge-
fprooken hebben : de Chineezen hebben het
de naam van Pulpo ge geeven : zy zeggen ,
wanneer, men het met de bïoote hand aan-.
vat het dezelve vóór een oogenblik verdooft,
zonder eenig'ander nadeel toe te brengen;
'Men gift dat het een foort van water
Sprinkhaan is , die. den Vader du Tertrc, 011-
der.dfi naam.'yan£oc(tgrui befchreeven heeft,
uitgezonden dat mén ge,en twee takken aan,
zyn ftaart, noch de doornachtige uitwaücn
aan liem b.efpeurt hééft , welke dezen Schry-
ver aan zyn en Cocfigruö . geeft. Beha! ven
dit, gelyk dé Schryver van het Woordenboek
der Dieren, zeer wel zecht, zoo fpreekc hy
in ’t geheel van het kleine blaasje n ie t, dat
men in den Pulpo vind, en dat met een zwart
vocht vervult is , ’t geen een goede inkt om
te fchryven, is, De zonderlinge gedaante en
onbeweeglyklieit van. den Pulpo , kan het als
een Plantdier doen'befchouwen : zie op bet.
woord Z O Ö.PHYTEN.
P U M A . yoigens Nieremberg geeft men
dezen naam aan een foort van Peruyiaanfche
Leeuw, die veel kleiiicier 3-ls de Afrikjuinlche
is. Wy. hebben in het artikel Leeuw aangewezen
waar. in hy van den rechten Afrikaan-
fche o f Aziatifche.Leeuw verfchilt. .
P U N T E N of S C H I C H T E N der
Z E E - E G E L S : behalven de gewoone
verReende doornen, *van deze veelfchelpige.
Sclïelp , befchryven eenige Natuurkundigen
ouder dezen naam de ^oo den ft een en den Lnix-
fieen. Zie deze woorden.
P U R A Q U E . Dit is een Poort, van Bra-
ziliaanfche - vifch , die men giR dat dezelve
als de Stompvifch is ; om dat hy , wanneer
men hem aancaakt, een vèrdooving in de
leedén v e ro o rz a ak th e t is genoeg dat rnen
hem met een Rok aanroert, óm een veiity-
ving.in den arm te gevoelen. Deze yiich is
goed om te eeten , en veroorzaakt alsdan,
-géen,het minRe nadeel. I'
: P U R E T T A . Men geeft dezen^ naam
aan een foort van • roodaehti g zapd ^ ’t geen
door den.. zeilReen aangetrokkén word , en
dat men 'aan den oever der zeei,< op een droo-
ge plaats:, by Genua vind. ,; die Mortuo ge-
noemt word,- Men vind.het altoos nazwaaie
Rormwinden. Dit zaad is- dés te zonderlinger
, :om dat h e t , moch in het zoete , noch
in het zoute water, noch in pis, noch in de
zuure vochten , noch in Rerkwater ro e it:
het knapt niet wanneer het in de vlam van
een kaars geworpen word,gelyk het yzervyl-
zel. De Heer Joblot befluit hier u it, dat hei.
eeen