ren s die men in water geweekt hbeft ; men
laat hen in de Zon droogen, en men gebruikt
hen in plaats van Zeep en Zou da , om het
lynwaat te reinigen. De Landlieden maken
mede van de Vaarcn gebruik om de kalk te
branden, en om de ovens, in plaats van hout
en ftroo, te ftooken. Zomtyds ftrooit men
deze affche van de Vaaren mede over de Velden
, om hen te meften : men trekt ’er mede
een Zout u it, waar van men , met zand, een
Glas te zamen f t e k ,’t geen men Faaren-glas
noemt.
* Wat de geneeskrachtige eigenfchap betreft,
zoo fchat men de Wyfjes Vaaren het hoog-
fte; haar wortel wierd meenigvuldig door de
Ouden gebruikt, om de langwylige zielttens
te geneezen : hy is afzettende , en nuttig te-
gens de verftoppingen. Men moet zich. wachten
om hem aan de zwangere Vrouwen in te
geeven , om dat men alsdan miskraamen te
duchten heefc: het is mede een uitneement
wormdodent-middel, en het grootfte geheim
der Kwakzalvers om de Navel-wortnen , de
Platte Wormen , en de Lindwormen , uit te
dryven. In den hongersnood van het Jaar
1623, bakten ’er de Inwoonders van Auvergne
brood van, ’£ geen zeer flecht was , en naar
aardklompen geleek die men brand , en echter
voede zy ’ êr zich mede ; dus verre gaan
de hulpmiddelen , waar van het gebrek zich
weet te bedienen.
De grootfte krachten van de Water-Vaa-
ren , beftaan in de troffen die met vruchten
beladen zyn , o f in het witachtige merg van
haaren w o rtel; deze Plant in een aftrekzel
by wyze van Thee gebruikt zynde , is zeer
nuttig voor de breuken der kinderen , de
fcheuringen --en-vallen : veele Lieden be^
fchouwen hem als een groei jent algemeen
Geneesmiddel.
V A C O S . D it is een foort van kleine
Mier van het Eiland X y lon , waar van het
foort zeer meenigvuldig is ; maar zy hebben
een middelmatige grootte. Haar lichaam is
w i t , en haar kop rood ; zy verfijnden alles
wat zy ontmoeten; zy'eeteif dediuiszieradenj
het ftroo waar mede de huizen bedekt zyn ;
en in een woord , alles ; uitgezonden hout
en fteen. Men durft niets in een huis laten ,
’ t.geen niet bewoond word. Z y klimmen
langs de muuren op, en vormen zich gewelven
van aarde, die zy langs de geheelë lengte
van haaren weg , voort doen loopen 5 tot
welk eene hoogte zy ook moogen opftygen.
Zoo deze gallery op een plaats af breekt, zoo
keeren zy te rug om haar werk te herftellen,
en vervolgen haaren weg na dezen arbeid,
De Inwoonders ontdekken ligtelyk door de
verfchyning van deze gewelven haare aanna-
dering, en zy zyn genoodzaakt om. geftadi-
ge voorzorgen tegens haar te gebruiken , om
haar af te keeren o f te verdelgen. Op de
plaatzen alwaar men geen huizen heeft, vormen
zy kleine bergjes van aarde , die vier of
zes voeten hoog, en zoo fterk zyn , dat men
hen bezwaarlyk, zelfs met breek-yzers, Hechten
kan. Deze kleine hutten, die men Hom-
bojes noemt, zyn uit gewelven o f galleryen
zamehgeftelt, en van een fyne aarde ge-
bouwt, waar van de Cingalezen zich bedienen
om Afgoden te vervaardigen.
De Vacos vermeenigvuldigen zeer fterk,
maar zy fterven mede met geheele hoopen.
Wanneer zy vleugelen verkreegen. hebben,
zoo vliegen zy in een zoo groote meenigte
Weflwaarts aan, dat zy wolken vormen die
de Zon bedekken ; zy verheffen; zich zoo
hoog, dat men haar uit het gezicht verheft,
en zy vliegen zo,o lang' tot dat zy uitgeput
zyn en dood ter nedervallen. De late trekvogelen
maken ’er hun voedzel van. De
Hoenderen van dit Eiland eeten deze Mieren
liever als de Ryft , en zyn ’er zelfs gretiger
na als naar de andere Mieren, van weike men
een groote meenigte foorten op het Eiland
Cylon heefc. Men heeft ’er zeer boosaardige
, en die geweldig byten wanneer men haar
tergt; zy doen tochten in aanmerkelyke benden,
zonder dat men ’er de bepaalde tyd van
weet. C Hiftoriefche Befchryving der Reizen.
y
V A L E R I A N A , Valeriana. Dit is een
Plant, waar van men drie voorname foorten
onderfcheid , ten opzichten van haar gebruik
in de Geneeskonfl: te weeten,
1. De G r o o t e V a l e r i a n a , Falen-
ana major hortenfis odqratd radice. Deze
Plant,die men in detuinen aankweekt,groeit
natuurlyk op het Alpifche Gebergte, en op
de andere Bergen: men vind haar méde in dé
Boffchen, maar echter zeldzaam. Haar wortel
is zoo dik als een vuift; gerimpelt, dwars,
en naby het oppervlak van de aarde geplaan-,
aan het onderfte gedeelte is hy met'vezelen
bezet die elkanderen kruiffen ; hy heefc een
geelachtige kleur, en een fterke en onaangename
reuk; vooral, wanneer hy gedroogd^,
|jy heeft een fpeeeryachtige fmaak: hy fchiet
-verfcheide fteelen u it, die omtrent drie voeten
hoog , dun,: rond, ho l, getakt, en van
af hand tot afftand bezet zyn , met tegens elkanderen
overftaande bladeren,, die glad zyn;
gen [ge zyn geheel,. andere ter wederzyde
diep ingefneeden-, langen-ftomp: haare bloemen
koomen in de Lente voort, zy zyn even
als in zonnefchermen gefchikt, en- zyn aan
de toppen- der takken en fteelen , by wyze
van kaarskroonen geplaatft: zy zyn klein
witachtig., en trekken eenigzins op het purperachtige
, eu hebben een reuk , welke die
van .de Jasmyn cenigzing evenaart. Ieder
bloem zecht Lemery , .is- een pyp die roos-
wys uitgebreid , en in v y f deelen gefcheidén
is,, en heefc eenige helmftyltj.es, die rond-
achtige hoofdjes hebben : op iedere bloem
volgt een platachtig , langwerpig en met een
bloempje bezet zaad.'
De wortel is het voornaamfte deel van deze
Plant,, waar van men in de Geneeskonfl:
gebruikt maakt; dit is de befte, en de hoog-
ite gefchatte foort van Valeriana, nade volgende.
De Katten rollen ’er zieb gaarne over,
even als over het Kattenkruid.. Men fchat
hem afzettende en pisdryvende , en zelfs eenigzins
vergift-wederftaande , en zweetdry*
vende : men gebruikt hem met vrucht tegens
de engborftigheit en verftoppingen der'lever^.
men fchryft hem in het gewicht van eero half
©lis,, in een afkookzel voor, o f in een half
vierendeel loots, in zelfftandigheit:. men wil
noch dat hy het gezicht verfterkt.. Deze wortel
van de groote Valeriana-, koomt in het
zamenftel van de beruchte tegengiften..
2'. De K l e in e W il o e V a l e r i a n a
der B o s s c h e n , o f de G emeene V al
e r ia n a , Valeriana Sylvefiris : deze Plant
groeit in de Boffchen , en in het Kaphout t»
Haar wortel is vezelachtig , witachtig , kruipende
, van een bittere fmaak , en die een
. doordringende en opaangename reuk heeft ;-
Hy fchiet fteelen'ter hoogte van een Menfch
Uit, zy zyn recht r dun, knobbelachtig, gehort,
door knoopen van afftand tot afftand
Hezet, en een weinig wolachtig haare bladeren
zyn gelykvormig aan die van het voorgaande
foört y maar zy zyn meer verdeelt ,
veel groender,. aan de randen getant, een ^
weinig wolachtig aan de onder zyde, en met
dikke aderen doorftreept, zy hebben geen
seuk, en een zoutachtige en bittere.fmaak.
De. wortel- van- deze Valeriana- bevat con
overvloed van v lu g , fpcceryachtig en olieachtig
zo u t; deze grondbeginzelen maaken
hem nuttig tegens de vallende ziekte , als
mede wormdodende , zweetdryvende, op-
ftygingkeerende, en nuttig om de maandfton-
den te bevorderen; hy geeft de engborftige
veel verligting als mede die gene, die aan
opftygingen der dampen en ftuiptrekkingen
onderhevig zyn. Men moet deze wortelen
vin de Lente inzamelen , voor dat de fteelen
uicfchieten , en hen in de fchaduwe laten droo-
gen, en tot poeder brengen.
3. De K l e i n e W a t e r V a l e r i a n a ,
o f de V a l e r i a n a der W e i d en o f
der M o e r a s s e n , Valeriana P a lu ftr is minor
: deze groeit in de Weiden op de Moe-
raflige plaatzen,. en aan den oever der Bee—
ken : haar wortel is dun , kruipende, witachtig
en vezelachtig , hy heeft een fpecery-
achtigen reuk , die geen de minfte on aangek
naamheit heeft , maar zyn fmaak is vry fterk
en bitter : hy fchiet eeir fteel uit die omtrent
een voet hoog, hoekachtig, dun* geftree'pt,-
holyen door knoopen afgefcheiden is, uit welke
de bladeren voorekoomen' die tegens eb-
kanderen overftaab en ingefneeden- zyn : haa-
re, bloemen vormen, in de maanden April en
Mey , aan den top van den fteel , een foort
van Zonncfcherm , gelyk aan die der fteelen
van de Valeriana der Boffchen; zy zyn roodachtig
w it: op iedere bloem volgt een ge-
pluimt zaad , 9ï geen in de maand Juny ryp
is.-
Deze Plant bezit dezelve eigenfehappem
als de twee:, voorgaande foorten van Valeriana,
maar in een mindere trap.-
V A L K , Falco.- Dit is een -foort van
Roofvogel, waar van men verfcheide foorten
heeft.- Het is onder de Roofvogelen da.t
men de ftoutmoedigfte foorten ,, en- die het
minfte w-ederfpannig zyn-, verkoozen heeft,,
om hen op de Vogelvlucht, af te richten
Wanneer deze Vogelen wel afgericht zyn ,
zoo vervolgen zy roede de Haaf en , en zelfs-
de verfcheurende Dieren ,.. zis Wolven r. Wilde
Zwynen., enz.
Men verdeek de Pal ft en inacht foorten,
waar van- vier hoog. ■vliegen ? en de vier andere
laag vliegen;- De vier eerftV zyn , de
Havik, de Sperwer, de Giervalk, en de Smir-
rel; de vier andere zyn, de Falkr de Zwem—
mer^ de Sa aker, en de Boomvalk. Onder al--
le deze Vogelen,, worden de Valk- en de Ha—