andere dieren van verfchillende fexe gevolgd
Men weet in ’t algemeen dat den Salamander
eijeren gelyk dc Kikvorfch lecht; maar op
wat wyze worden deze ■ eijeren bevrucht?
Zie hier .wat defileer Demours zecht,: In de
lente zoekt-het mannetje zyn wyfje. met drift,
en liefko'oit haar op een wyze die niet ger
makkelyk befchreven kan worden ; vervolgens
fnyd hy haar den doorgang af, hy zet
zyn kam o p , en onderfleunt zich met de
twee póoten van de eene jzyde.; hy kromt
alleen zyn lichaam met zynen rug ite-verheffen
, hier door vormt hy een foort van boog,
door welke het wyfje doorgaat, en haren
weg vervolgt. Het mannetje“ hérftelt zich
hier op, en begeeft zich naar hetwyfje : zoo
ras zy flil houd, -koomt hy haar flërk en van
naby aanzien, en neemt dezelve .Hand aan;
z y herhaalen dit voorfpel verfcheide malen.
Wanneer dit geëindigt is , zoo plaatfl zich
het wyfje op d e flyk , eh het mannetje houd
zich boven en ter. zy den van haar, omtrent
op een duim aftland van zyn wyfje en van de
flyk. Hy begint met den aars te openen , en
de plaats der zaadballen : flerk te drukken.
Zyn kam golft- onachtzaam , hy haat zyn
wyfje van- tyd tot tyd met-zynen Haart, en
keert zich zelfs 'op haar lichaam om: maar
zich aanftonds op dezelve plaats als te voren
betitelt hebbende, zoo doet hy een.zaaienf-
drukking die flerker als de vorige, is | on het
is Op dit oogenblik dat de Heer Demours het
mannetje zyn zaadvocht heeft zien ui tl ch je-
ten, ’t geen met kracht uitgedreven, ep -in
een mtfchieting .in een-vry groote meenig-
te uitgeworpen zynde , zich met het water
vermengt, ën hetzelve een'weinig, wit maakt,
en zich óver de zyden van het wyfje verspreid
, ’t. geen alsdan cnbeweeglyk ,i*S'; het
mannetje;vervalt hier ’Op in een foort van verdoving;
maar wanneer het ’er yan-bekoomt,
zoo. begint het zy.ne. Liefkozingen., die van
een tweede zaadfehieting-fgeyo 1 gt worden,
waar na zy zich van elkahderen fcheiden.
Deze waarneming mep alle mogelyke op-
lettenhêit gedaan zynde , is genoeg ora te
doen zien dat het fchot van- den Salamander
op dezelve vvys als, dat van den. Kikvorfch
bevrucht word; yyaot het mannetje van den
Kikvorfch , dat zich op den rug van het iyyf-
je- plaatu:, en het zeer flerk geduurend.e veei’f-
tig 'dagen omarmt , Fe niet zyn zaad on het
fchot zelfs uit, naar mate het uit de be.waar-
plaatzen van het wyfje voortkoömt, ih plaats
Qak bet Fchot. van, de. Salamanders anders in; de.
w.yfjes -zelfs-bevruchtoword;, r zonder eeaiio‘e
onmidlyke nadering • efl/zamenvoegingulJn
kan deze waarneming herhalen , met de Salamanders
in een kom met helder> water -in
een voegzaam jaargetyde. op een we.1 verlichte
plaats te Hellen. ■: -
,,. De Europeeiche Salamanders izynfgevlakt*
die van Amboine hebben op den .kop een
fchildy ’ c geen dan eens’ enkelvoudig.en dan
-weder- dubbiélt is, •:. D e _G-y.l on fche W a terySa-
lamanderiheeft een verplèt lichaam; de Land
Salapander van het zelfde Eijand..en den
Arabifchen is een Geeszël Haart: men vind
mede zeer bevallige Salamanders Op het Eiland
,S:t: Euflatius; deze zyn met prachtioe
kleuren verfiert : .de Mexikaanlche hébben
een krop die .gelykvoroJig.. aam den bef der
vogelen is. Seba maakt van verfcheide; fo’or-
ten, van Amerikaanfcheï Salamanders gewag,
onder welke ’er eenige; zyn die wel alleen
eigentlyké . gezégde Haagdifie.n' zyn komien,
gelyk de Geklms, ;eh des te.meer. om dat zy
velachtige,fchubbeu. hebben die ,met,verhe-
ventheden; bezet zyn , . èn een Haart die uit
afgepafle;, o f in elkanderen fluitende; 'ringen,
zameng&flclt is. Seba haait ’er acht, foorten
van aan , en zechtdat di-t de rechte Salamanders
zyn : men vind .hen mede op andere
plaatzen van 'Opfl-Ind i ë n , voornaanientlyk
in de onbebouwde landen, o f die wélke met
bofïcben bezet zyn, gelyk,op Java.,-Gelebes,
Ambo ina enz.
- Men bedient zieh in. de, Geneeskonfl uit-
wendi-g van dé Salamanders: 'mep flr.Ook hun-
n e affe h e n o ver d e y er z w ere nd e„ge zwei! en, o m
hen beter te zuiveren-, en de vorming van het
lidteken.te’ bevorderen,. Eenige mengen hem
meae onder de. middelen om .het hair te. doen:
.uitvallen,.
S A L A M A N D È R W O L : Deze mam
word zomtyds aan, den Amianth gegeeven..
S A L A L E ;M B R O T , o f S a l A li-
k a T r a n , o f S a l T a b er i is volgens
Lemsry, een roodachtig.zout, ’t geen dc gedaante
en kleur van gedroogd, bloed lieeVc:
mem vind/het op denBerg Olympus in Cyprus
; : 'Z geen. mén ons onder deèzên naam
zien lie t , was een Steenzout.. Lemery geert
de wyze op , om eén.SafAleinbrot teyer-
_va^rdjgen,. in zyn Jp'oordenhoek chï\ Enkels
Droger yen., bladz, 6 il,v a n de. Hollandfcfo:
ui.tgav.ex. , • . ,
SAL-*-
S A L B A N D E . De Mynwerkers gee-
veri dëzën haam' aan. dén Steèn die; zich tus-
fchén de groeven en de harde rots bevind:
dit is een Steen dié tot een fchors 'pf boord
aan de beide zyden van den grdef dient.- De
boven He word'- Dekbrug , en. de . ónderHe
Steutibriig geiVóëmt: zy zyn meer :o f min
hart, |
, S A L E P of S A L O P., S-aïèp Turcarutrr.
Dit is een witachtige wortel , die eenigzins
rosachtig en half dooffehynende is , en mee-
nigvnldig do.br de :Turken gebruikt word om
de ge.eHcn op te wekken , en de uitgeputte
krachtéri'té'herHëlien. Dit is de bol Van een
Foort van Orchis., dië de OoHerlingen beeter
als e énig ander Volk weten te bereiden/ Hier
toeyevkiezen zy de. fch-ponfle wortelen van
de Orchis, ontblooten hen van hunne vliezen
öf fchors, en werpen hen ih koud water,
zy laten hen hier eenige uuren in wee-
ken, vervolgens laat zy ze in . één; gehoegza-
me> hoeveelheit water koken , waar na meri
ze laat uitlekken 5 cn hen eindelyk in de lucht
droogt, na dat men.ze. aan een katoenë draad
gereegen bèêft’: men verki eH hïer toe warm
en droog weder. Zy worden 'doorfchynen-
de en zeer hart, en gelyken na eèn Huk Gom
Adragant.' -Men kan heb zoo lang men wil
goed houden , mits mén hen op een warme
plaats bew-aart; waar tégens de wortelen die
men .zonder deze bereiding heeft laaten d’roo-
gen, vochtig worden eii bèfchimmelen , wanneer
men eenige daagen feegenachtiv weder
h e e f t . ■ | 6
Wanneer déze wortelen'dus bereid zyn ,
kan men .hen tot een zoo fyh Poeder brengen
als men w i l : men neemt ’er vier en twintig
greinen.-van in ,. Vgéen men 'langzamer«
hand met kookent-water mengt; het poeder
fmelt ’er geheel in , ën vormt een flym , dié
men door kbking in anderhafve pint water
nitbrci-deii kam -Men is meeHer om dezen
drank aangenamer té ^juaaken , met ’ er zuiker
en eenige'fpcceryen by te voegen. Dit Poeder
kan moede met melk gemengt worden,
én dezen drank pryH men gewoonelyk. de
zieken aan, welke aan borHkwaalen onderhevig
zyn.'. De Heer Geojfroy heeft op ge merkt
dat de Orchis die hy op deze wys bereid had,
een zeer verzagtent middel was ’t geen de
icherpte van .het wateraehiigé 'vocht rpatigt
®n nuttig in »de teering , en in de galachtige
huikloopen is..
'De. Heer, Gcoffroy; zeelit. medé dat. wabneer
men op aardë-borden het water laat- uitdampen
in w^elk men deze wortelen heeft laten
koókën , ’er een lymerig uircrëkzel 6vér biyft,
waarvan dén vermengden reuk dezelve is als dié
van eéiT bloemryke -weide , .wanneer men ’er
onder de wind van gaat : men kan hem mede
by die van: de Mëliloten vergelyken. De
bloemen van de Oficbis-hëbbën 'dezelve reuk,
wanneer zy beginhên:te: ver wélken.
S A .L IA N . Dit is een Braziliaanfche
Vogel , die de grootte van een Turkfchen
Haan heeft* Zyn bek en beenèn. gelyken
naar die van een Oyevaer ; fehoon hy vliegen
kan , zoo ■ loopt hy echter met zoo veel
fnelheit dat een jachthond hem niet achterhalen
kan*.
' S A L IE . , Salvia. Men onderfcheid verfcheide
foorten va-n deezë Plant, welke im
kleur en gedaante der bladeren verfehillen ;
die van eèhigè ^yii rönd‘ ; en die der andere
getant; dié- van een derde fmal , en die van
een vierdé foort 'breed : men onderfcheid dé
Salie noch in groote en kleine. .
De Sal ie.’.brengt bekswyze en welriekende
bloemen voort; de boyenHe lip is groot,' en
byvvyze van een Sikkel gékronït, en de ón--
derHe ts; in drie deelengëfcheióen : men vind-
’er inwendig twee gefieele helmHyl.rjes in ,
en drie andere die niet tot -volmaaktheit ge-
koomen zyn ; deze helmHyltjes zyn met elkanderen,
en op-een zonderlinge wyze..; door
een gevorkt vezeltje z'am en g e h e c h t ’c geen
dient om de Plahtén van dit Géflacht te on'-
dèrichéidën. Op de b'loefflefi volgen rond-
:achtige zaaden; de bladeren'zyn eirond, aan
d'e önd-er zyde met- vry uitfpringénde ribben
bézet, ën aan de boven zydë met'vry diepe-
voren uitgèhölt: zy^zyh twee aan twee , op
de takken geplaatH.
De Salie word vóór -hoofdveTHerkende ,
hartvérHêrkendé, én vergirc-wedérHaande gehóuden
; -men fchryft haar in een aftrekzël
byvvyze van Thee voor , en vooral het kleine
foort. De Chineezën waardeerën de Sa--
He zoo hoog, dat zy zich'vër-wonderen , da?
de Europeanen den Thee in hun Land'Toornen
zoeken , vermits zy‘ eèn zoö uitneernen--
de Plant in hun Land hebben , en die indcr-
daar hooger te fch at ten is ; hierom neémeiy
de Hollanders alle voorzorgen'-öm-met gröo-
te koHen , byna. de/gehéele-inzameling van
de Salie , t die op- de Kullen van Provencé
groe.it, op te koopen ,, cn- haar- naar-' China.