bouwen ; men wilde alles verklaren door de
zuure en alkalyne gyondbeginfelen men
zocht, met verfcheide vermengingen te ontledigen,
haaren aart te Ontdekken. Het goed
gevolg dat men ten opzichten vanzekere aelf-
bare lichamen had , deet het ontwerp ont-
ftaan om te bezoeken o f men met de Planten
te ontledigen, niet flagen zou , door de ver-
fchillende voortbrengzelen die zy zouden ver-
I cb a ffen om te ontdekken ,, waar in- haare
krachten beftonden , en waar van zy afhangen.
Zoo den uitflag aan de oplettenhêit beantwoord
had ,. zoo zou men een zeker en
taftbaar middel bezeten hebben, om de onbekende
krachten te ontdekken , die iedere
plant in zich bevatten kan ; maar ongelukkig
men bekwam dezelve grondbeginselen van
veertien hondert Planten die men ontledigden,
en men vond door dit middel geen on-
derfcheid tufichen de heilzaamste, en de ver-
-giftigfte , ten ^opzichten van de voortbrengzelen
* die van haare ontbinding voortkwamen.
Men kan dus verzekeren, dat het. alleen
aan een gelukkig gevai is , dat wy de kennis
van de eigenfchappen der Planten verfchul-
digt z y n , om zekere ziektens- te geneezen :
echter beftaan de voordeelen welke wy van
de ontlediging der Planten trekken konnen.,
die met zorgvuldigheit gedaan, is , hier in,
dat zy ons de grondbeginfelen aantoonen ,
welke het meefte in een- plant heerfchen , en
in welke eene meenigte,. men.’er dbor haare
.ontlediging van bekoomen kan. Deze bereidingen,.
die ons.behalven dit, nuttig zyn.konnen
, verfchaffen ons. d’kundighede.n , die met
de reuken, fmaken , e.n andere- uitwerkzelen
die men in: het gebruik der Planten ontdekt,
vergeleken, zyn de -.y als mede met de verfehil-
lende ftaten der vochten, en vafte deelen van-
het menfchelyke lichaam, en den aart van de
ongefteltbeden welke ’er in ontftaan, óm dé
krachten der Planten te verklaren , die men
gewoon is om te gebruiken , en verftrekken
tot een leidraad in de nafpooring, om dè onzekere
o f onbekende krachten, der andere
planten 57 té ontdekken..
De leerwyze z e lfs , door welke men in
een geflacht de Planten plaatft , die dezelve
kenmerken door haare bloemen , vruchten,
enz. bezitten , kan hier toe. in. zeker voegen
mede werken , vermits het zeer gemeen is,
om, ’er dezelve oyereen-komfc in. te. ontdek-
en , zoo wel in haare. kracht als kenmerk;
dit is ten. minften. het. gene vry wel betoogt.
' is in de orders die tot de geflachten van de
grasachtigq , llpswyze , zonnefchermswyze,
en peulswyze behooren , en die de planten
met kruiswyze bloemen,, enz. bevatten.
Echter om de krachten der Planten te bepalen
, zoo moet men. niet -alleen, zyn roe-
vlucht neeipèn tot de grondbeginfqlen die men
’er uit trekt,. om dat , wanneer men naauw-
keurig de zelfftandigheden van, de Kina-Kina
kenden- ,* men echter nóóit zóu konnen be-
fluiten, dat zy de eigenfchap bezit , om de
afgaande koortfen te genezen.: Behalven dit,
wanneer men door middel van het vuurflaagt
om. de vereeniging yan-;de deelen van een vermenging
te veranderen , als mede die der za-
menhechting en aaneenfchakelii^g der zelfftandigheden
, die een Plant iftt maken , zal
men dan onze. werktuigen zoo krachtig, en
werkzaam oordeelen, om. dat geene voort te
brengen ’t, geen het vuur. veroorzaakt, en
dat men alleen aan deszelfs geweld verfchul-
digt i s - h e t zyn alleen de deelen. van het-
mengzel en van de Plant, op verfehillende
wyzen gevyyzigt,. welke bezitters- van'haare
kracht zyn , fchoón, z y by uitftek verdeelt
zyn , zo o , behoucfen* zy echter den aart van
alle; want na dat.zy de laatfte wegen van de
rondvloeijing. doQrgeloopen', en langen, tyd
aan de werkingeer vafte deelen onderhevig;
geweeftzyn, zoo doen zy zich echter door.
den reuk en kleur opmerken., welke, zy asm
de pis-geeven -zy werken dus- op de. yafte
deelen,. en op de vloeiftoffen- van het niens-
chelyke lichaam,., en wel op. bene wyze van
welke-de gifting geen rédenen geeven. kan;
haare werking beantwoord aan. de-vol Handige
wetten van de Werktuigkunde , aan welke
de gilling zelfs', en alles* wat zich* in ;de.
Natuur beweegt, onderhevig is.
W y zeggen., dat de werfchillende deeleu
van een zelfde Plant .vedrchinehde.krachteu
bezitten konnen , volgens, den. aart der Tappen
die zy bevatten.7^ en hun verfchillent
werktuigelyk geftel 1. het is ditzelve onder-
fcheid in de vorming en het zamenftel der-
Planten, ’ t geen veroorzaakt dat de eene
een. Gom o f Harft. voortbrengt die *er, na-
tuurlyk uitvloeit:,..waar tégen de andere in-
fnydingeü. o f kókingën. nodig, h e e f tom -
*er de verdikteTappen, uit te trekken., ’enz-
De wezentlyke oliën-zyn niet altoos- in dezelve
deelen. der verfchülende Planten bevat;
by voorbeeld, deze lloffe is in de bladeren des
Rosmaryn enMenthe geplaatft; de Lavendel
bezit haar in. de kelken, van. haare bloemen-;,
7 da
de zóhnefchermswyze gewaffen , bevatten
haar in de omkleedzels. -van haare zaden ; .de
boomen van het geüacht der Oranje en Ci-
troenboomen , cerft in de helmft-ykjes^van
hunne bloemen , en; vervolgens in de fehel
van hunne vruchten-het Pokhout bevat een
zoo groote meenigte. lucht,. dat zy zomtyds
de vaten verbreekt in welke men dit hout
doet, om ’ e r*d o o r behulp van het vuur ,
deszelfs verfchillende voortbrengzelen uit te
trekken: het Moftaartzaad, de bladeren van
het Lepelblad. , en het grootfle gedeelte van
de Planten met kruiswyze bloemen verfchaf-
■ fen vlug Loogzout ; de vleesachtige vruchten,
’t zy zoete a f rinsachtige ,. in een weinig
water ontbonden, zynde, geeven gelyën;
wanneer zy in een grooter hoeveelheit water
ontbonden," en in een floof. geplaatft
worden , zoo giften zy , en verfchaffen een
wyn; het Kweezaad, Lynzaad, het zaad van
het Vlookruid, zelfs de lchors vanden Hemft-
worteLen het Zoethout , geeven een Üym ,
enz. De Leezer vergeeve ons deze Scheikundige
uitweiding , welke uit de ontlede
ging van het Ryk der Planten , van den Be-
roemden' Scheikundigen de Heer RoueJle uitgetrokken
is , en welke men in de Franfche
vertaling van de Werken, vau Hcnckei..inge-
voegt heeft: dit is een verkort tafreel van de
yerfchillende voortbrengzeLen der Planten ,
welkers aart verfehilt volgens het gedeelte
van de Plant in welke z.y bevat zyn.*, in, een
woord volgens liet werktuigelyk geftel van
de Plant. Wy zullen, mede in- dit artikel- een
Alphabetièfch tafereel in voegen van de ge-
neeski'achtige eigenfchappen der Planten, als
mede een Alphabetiefch tafreel van de deelen
der Planten , en de gemeenfte kruidkundige
benamingen. Wy hebben- eéh Hiftorifclie Be-
fchryviri’g van alle deze Planten op hare- by-
zondere namen gegeeven :.- wy zullen-van ; de
Opfchuimlopende Planten, en van de Sponsplanten
, op het einde van. dit artikel gewag
maken „
Wat de- Kruidkundige- fteltzes hetrefc, wy
zouden zeer gaarne| ’er een- voor onze I^eze-
renfgefchetft. hebben; maar.dit zou dit artikel
te wydl-o op ig maken., Ik hopp ter eenir-
ger tyd bet Ryk der Planten- in het licht.te
geven, ’t . geen een Werk zal zy.11, dat tot
een byvoegzel van myne Mineraalkunde dienen:
z-a-1. Maar wat kan men by hét Werk
van den. Heer Ad-anfm- by voegen Dus zal
ik my hier vergenoegen met te zeggen , dat
de Kruidkundigen het. ftetzel. der Planten van.
verfchülendezydenbefchouwt hebben.; eenl-
ge van de zyde der bloemen , andere van die
der héimftyltjës , andere van die der bloem-
-bladen of'kronen,, enz.- .'L U Mi
De Planten ontkenen haar voedsel van
verfchülende plaatzen ; eenige trekken het
onmiddelyk uit de aarde, en groeijen op haar
oppervlakte, o f op .een geringe diepte onder
de aarde ; dit zyn de Aardgewaffen o f Plan-
t e n andèrè groeijen in het water 5. men noemt
deze Waterplanten: zy worden weder in Zeeplanten
, om dat zy in de Zee , en. in Rivier-
planten , om dat zy in de Rivieren groeijen
pnderfcheiden : eihdelyk trekken eehige andere
haar. voedzel uit andere planten dez®
noemt men Opfchuimlopende p la n t e n .
: De Planten zyn , golyk wy reeds op het
woord Room gezecht hebben , aan verfcheide
ziektens onderworpen , en zy brengen ver-
fchynfelen vo o r t, waar van de eene zonderlinger
als de andere' zyn. De voortkooming.
vau de: gezwellen, o f pokken der Eikenboo-
men, Granaatappelboomen, Oiboomen,Pyu-
boor.icn, enz. ko.omtalleen,.volgens eenigp
Schryveren, van de te groote overvloed van
het fap voort, waar van de bmvloeijing vertraagt
, en mogelyk geheel belet word : deze
oorzaak doet dé hoornen zomtyds mede dm-
koomen. Men- heeft eenige Planten welke
• ons. .uitwerkzelen, vertoonen ; die. zeer wel
de oplettenheicdei-Filofofen verdienen. De
Plant,, die de Heer hinnmn onder des haam
van Mirabilii longifhra befchryft -, is des
avonds: met een meenigte welriekende bloemen
bezet die ’ des morgens verwelken , en
des avonds d.o.o.r nieuwe, bloemen, vervangen
worden- Hier roe behoort de gewaande flaap
van zommige planten noch , gelyk die van
het Kruidje roer my niet , de Tamarinde»-
boom, enz,, die by het aannaderen van.den.
riacht, of wanneer men hen aanroert , een.
yêrfchiltendeigefteldheit aanneemen., als-die-
zy.geduurende den dag hebben-; hét jsidezeh
ftaat van ingetrokkenheit en bezwyming, die
Linrideus , door het woord flaap , betekent
heeft: zie wat wy hier van, op het woord
K a t i y.j k h on 3. m y n.ie .’d , gezecht. hebben.
Eindel-yk, de Planten bevatten in; haare
bloemen ,. een zeer nuttige zelfRandigheit y,
welke men gegift heeft, dat het vóórtbreng--
zei van een der wezentlyke deel en tot de
groeijing- is , f ivy ivinen- van het Honingachtig
fap , fpreéken.) Het Honingachtig
vocht der Bloemen ^.bevat een.fag dat aan hot
G a s ^