in een fchoon blaauw van verandert. Inder-
daat zi et men, in de onmeetbare verzameling
van het Kabinet der Natuurlyke Hiftorie van
den Koning van Vrankryk, een geheele hand
die in Tuvkois verandert is.
Men leeft, dat Caffyqnus van Pulto, de
Kon ft bezat, om van delf baar Yvoir , door
konftgemaakte Turkoizen, zamen te ftellen.
Het fchynt dat ïdenckel het zelfde geheim be-r
zeten heeft, om de, beenderen een blaauwe
kleur te gee-ven, die door hun verblyf in de
aarde verhard geworden waren , zonder dat
hy hen echter de ware bardheit der Turkoizen
verfchaffen kon. Men weet dat de Hee-
ren Duhamel en Guettard, mede het middel
nitgevondeo hebben om de beenderen der levende
Pieren, een roode kleur te ge even, met
hen Wouw, Meekrap, o f O rfeille, te doen
doorzwelgen.
In de laatfte eeuw, dreef men een aanmer-
kelyken handel in Turkoizen. De Juweel-
liers onderfcheide deze verfteening in Oos-
terfche en Wefterfche Turkoizen.
De eerfte trekken meer op het blaauw als
pp het groen, zy zyn hard, ondoorfchynent,
en konnen vry fchoon gepolyft worden: men
noemt hen mede Turkoizen van de oude Rots♦
Men bekoomt deze Steenen uit Perziën , en
mede uit Turkyen.
De Wefterfe Turkoizen , die men mede
Turkoizen van de nieuwe Rots »noemt, zyn
niet zeer hard, en trekken meer op het
groen, als op het blaauw; zy zyn met nageltjes
o f melkachtige vlakken vervult. Wy be-
koomen hen uit Spanje , Duitfchland, en
Neder-Languedoc , alwaar men hen in menigte
vind.
Men ftemt noch niet volkoomen over een
omtrent het gene de fchoonheit, hoedanig-
heit en waarde van de Turkoizen , uitmaakt,
benige willen, dat zy'paars o f Turksblaauw
zyn ; andere, dat zy een Saxiefch-groen hebben.
De Heer WaUerius zecht, dateenfchoo-
ne Turkois , die de grootte van een Hazelnoot
heeft, in den Koophandel twee, hondert
Ryksdaalders waardig gefchat word , ’t geen
omtrent drie hondert en zeftig Hollandfche
guldens maakt.
Wanneer de kleur der Turkoizen uitwendig
verzwakt, zoo is het genoeg dat men de
oppervlakte afflypt, o f hen eenigen tyd in
een afchbad pïaatft : door dit middel verlee-
vendigt men de dichtheit der kleur , en men
polyft hen vervolgens met het rad der Steen*
flypers.
_ Wat de geneeskrachtige eigenfehappenvan
dit foort van verfteeningen betreft, die door
verfchillende Schryvers zoo hoog geroemc
worden; de Meefters in de Konft moeten de
inwendige uitwerkzelen van een beenachtige
zelfftandigheit bepalen , die met koper vermengt
is.
^ T U R K S C H of IN D IA A N S C H -
K O R E N . Deze Plant, is mede onder de
naam van Mats bekent, men geeft haar de
naam van Indiaanfch-Koren , om dat zy uit
Indiën oorfpronkelyk is , van waar men haar
in Turkyën heeft overgebracht, en van daar
in Europa, Afrika, en Amerika. Men geeft
deze Plant in het Angoumoifche, en in Li-
mo.ufin, alwaar men haar aankweekt, de naam
van Spaanfch-Koren.
Deze Plant fchiet een dikke fteel uit, die
met een merg vervult is , dat een fuikerachtige
fmaak heeft, én waar uit men een honing
door uitperiïïng bekoomt , wanneer hy noch
groen is. Z y brengt op eenen fteel, manne-
lyke en vrouwelyke bloemen voort; de. man-,
nelyke- bloemen zyn op den top van den halm
geplaatft , uit een meenigte helmftyltjes te
zamengeftelt, en uit een meenigte fchubbeu
gevormt. Uit de knoopen der fteelen koomen
vliezen vo o r t, die uit verfcheide blaadjes
te zamen geft.elt z y n ; en de toppen van
deze vliezen bréngen lange vezelen voort,,
die zoo veel ftampers zyn aan welkers voeten
de vruchtbeginzelen van ieder zaad ge-
plaatft zyn. Wanneer de helmftyltjes ryp
zyn, openen zy. zich , en bevatten de ftarn-?
pers die onder hen ftaan. Dekbladeren van
de Plant zyn fchoon groen , zeer lang, en
drie o f vier duimen breed.-
De fteel van deze Plant bevat een fap als
het Suiker-riet : men, maakt ’er een zeer zoete
Siroop van, en die een wezentlyke; Suiker
fmaak heeft : men ftelt in de Memoden van
de Akademie der Wetenfchappen van Parys
voor, om te beproeven, o f men het niet gelyk
het fap van het Suiker-riet kart doen kri-
ftalliferen.
De Air van het Turkfch-Koren, groeitby
trappen, zomtyds tot de dikte van een vuift,
en de lengte Van een voet. Naar mate dak
zy in grootte en rypheit toeneemt, verwy-
dert zy haare vliezen, en fchynt geel, rood,
violet, blaauw, o f wit, volgens de fobrteti
tot welke zy behoort: het foort. dat-^geele
graanen verfchaft,. word, het hoogfte gefchat.
Wanneer men deze Plant in de volle aarde,
gelyk
|elyk 'het andere graan zaait, zoö brengt zy
maar eene air voort; maar wanneer men haar
in boffehen by een zaait, die achtien duimen
van elkanderen verwydert zyn , zoo bekoo-
men haare wortelen meer voedzel , ‘en brengen
verfcheide- airen voort. Deze graanen
hebben de grootte van een Erwee't , en vermeerderen
óp een verbazende wys : dat gene
dat in Indiën grdeit, brengt zomtyds aften
vóórt -, die zeven hondert'graanen bevatten.
Dit Koorem verfchaft een wit meel, wanneer
het van de zemelen afgefcheiden is , en mén
bakt ’er een vry aangenaam brood van; maar
het is zwaai*', en alleen goed voor fterke magen
ó o f Lieden die ’ei* van jóngs a f , aan
gewend zyn. Dit M e e l, in een kleine hoé-
veeiheit, gelyk een achtfte gedeelte, met het
Tarwe-me el ge mengt zynde , verfchaft het
brood een aangename fmaak*.
De voordeelen die het Mcnfehdom van dit
foort van Koren trekt , zyn Oneindig. Een
groot gedeelte der Menfchen en tam Vee ,
voeden ’er zich medé. Deze Plant word met
veel voordeel in de vier Wereld-deélen aan-
gekweekt : zy is- een aanmerkelyke tak van
Koophandel in Bourgohdiën , het Franfche
Comté en Breffe , alwaar men ’er noch het
Gevogelte- mede meft, ’t geen zichtbaarlyk,
door dit voedzel alleen, in vetheit toeneemt:
de Kapoenen va-n Breffe , die door geheel
Vrahkryk beroemt zyn, en die tien o f twaalf
ponden- weegen, zyn ?ër een- bewys van. Dit
voedzel verfchaft de Varkens een vaft fpek:
dé beruchte Napelfche Varkens, die y y f
hóndert'ponden weegen, worden alléén met
dit graan gemèft.. Het -vleefch der Vogelen
die men ’er medé voéd, is wit en malfch, en
hun vet vaft en fmakelyk.
. Uit zaad, dat men wannéér den winter ge-
eindigt is , zaait,. kan zömtyds éen aantiiér-
belyke toevlucht by misgewaflehen zyn , en
®en kart het op verfchillende wyzen bereiden,
en eeten«. De Indianen eeten het graan
^lyk Er weten, ’ t zy gerooftert ö f gekookt.
Men mengt h e t,. gelyk wy gèzecht hebben,
wet het Tarwen-meel, om ’er brood van te
bakken , men kookt ’er mede een pap van;.
raen heeft zelfs eèn middel' uitgevonden om
er een aangenaam gerecht van te bereiden :
men plukt de jonge airen a f'1 wanneer z y
Sroen zyn v en de dikte van een pink
nebben :• men fplyt haar dooi*, en men laat
Rcii', gelyk de Artiftokken ftuiten.Men lecht
nen noem mede op dé wyze der KOnkom-mei*^-
f l j i % :, De? Amerikanen trekken uit deze'
granen , geftampt en in water afgetrokken
zyndè | éen Wynachtig vocht dat dronken-
fchap verwekt, en waar van men een brandende
geeft overhalen kan.
Het Turkfch-Koren bemint de vette en zware
aarde : dê tweede omfpitting die men aan
den voet der ftêelen dóet, veroorzaakt dat zy
ftei’ker uitfehieten. Wanneer de bladeren
groot zyn, en het berruchtent ftof verfpreid
is , maait men een gedeelte der bladeren af,,
als mede een gedeelte van den fte e l, om dat
de. planten meer kracht verkrygen zouden.,
T U R N E P S. Dit is een foort van Raap,,
waar van de aankweeking zeer berucht in E n geland
is. Deze Raap heeft de gèdaante van;
een rond en plat lichaam , ó f die van een
Hollandfche Kaas. Het is niet zeldzaam dat
men ’er eenige heeft die twee ofvier en tw in tig
duimen in omtrek béflaan , en v y f o f zes
ponden wegen. Het Genóód-fchap tot aan-
kweeking van den Landbouw in Bretagne
heeft de groott Rapen van Leon aangekweekt,,
die de Turneps merkbaar in middellyn en grootte
overtroffen hebben. De Rap.en van Leön
hebben de gedaante van een kegel o f fuikéi*--
bfood , en men kan ligtelyk begrypen dat
met een gelyke middèllyn , deze laatfte meer
uitgebreidheit als de Turneps, hebben mpe--
ten.
Haare aankweeking is niét zeer koftbaar,-
en van des te meer aanbelang, om dat deze’
Plant, geduurënde d'en winter, het Vee tot
voeder verftrèkken kan, en dat men het geen
beter voeder kan verfchaffen. Behalven dit,
ftrëkken déze Rapen tot Voedzel voor de Bedienden
en Arbeiders, en dit veroorzaakt een
groötè bezuiniging van dé gewoone leevens--
behoeftens. Een Akker lands die met deze
Rapen'bezaait i s , lévert meer voordeel uit
dan als hy met Tarvv bezaait was; behalven
dit verdeden en bereiden haare wortelen de'
aarde .om den Tarw te ontvangen , eii men
Verzamelt in dezelve uitgeftrektheit, een groo--
ter meenigte T a rw , als van het gemeene braak--
land, zie\het artikel R a a p .
T U R T E L S . 'Mén geeft dézen naam aan
een foort van Zee ^Schildpadden, van het Eiland
Tabagpr Men' hééft een foort dat men
Groene Turtelnoemt, en dat als .geheiligt onder
de Amerikanen befchouwt word. Z y
iröemen deze-Schildpad’ Godi-Pifcb'y om de-
w-ondèrbare uitwerkingen die haar vleefch in’
het menfchelyk lichaam* veroorzaakt ,• wan--
neérr