verfkonft, in zekervoegen , deze bewerking
gevolge heeft t hy heeft zelfs de Orfeille op
een wyze bereid in welke men alleen tracht
om de roode kleur te ontwinden Q die in- de
Orfeille verborgen is } door een vlug pisach-
tig zout * dat door een aardachtig Alkalyn
aangezet is , dat is te zeggen, dat hy haar alleen
met Pis en Kalk vermengt heeft. Het
ichynt noch dat hy zelfs o f op weinig, veranderingen
na , dus mede met de Aard -Orfeille
geflaagt-is , dit is die geene die men
Eerella van Auvergne noemt.
Men kend de deuchtvan de bereide Orfeille
, wanneer men een .weinig van deze vochtig
gemaakte deeg, op het achterfte van de
hand doet,, en het ’er op laat'drogen; vervolgens
wafcht men deze vlak met koud water
af; zoo het fchynt dat zy niet een weinig
van haare kleur verloren heeft, zoo kan men
©ordeelen en beflüiten , dat de Orfeille in
ftaat is om te flagen ; de Verwers begeeren
mede dat de-kleur der Orfeille in twee malen
uitgetrokkeh word.
I k Heer Beriiard de yujfieu heeft ons ge-
leert , darde Lichen faxatiles tinStorius , de
eenigfte plant van dit foort niet is , uit welke
men de Orfeille bereiden kan hy heeft
*er eenige ia het.böfch. van Fontaine Bleau
v e r zam e ltd ie door middel van Pis en Kalk,
een purper kleur verkregen hebben . deze
proefneeming kan zeer geinakkelyk op die
geene genomen worden, die in ftaat zyn. om
in Orfeille verandert te w o rd e n h e t is hier
toe genoeg, dat men de plant in een kelk be-
fluit, en haar met vlugge geeft van Anno--
>aiak zout b e fp r o e ito f met een gelyk deel.
Kalk water y en een weinig Armoniak zout:
ten einde van vier dagen, zal het vocht rood
zyn; en wanneer het uitgedampt is , zal de
plant met deze kleur bedekt zyn , wanneer
men dit niet bemerkt, zoo heeft men ’ er niets
van te verwachten.
W y zullen dit gewichtig artikel voor de
Konften eindigen •, met te zeggen , dat men
de Orfeille van de Kanarifebe Eilanden , boven
die -van Auvergne fchat; want fchoon zy
'veel duurder is , zoo geeft z y ln evenredig-
heit meer verf als de andere uit; behalven dit
is haare kleur veel fehoonder, en befmet
niet. Deze is fchoon appelbloesem, ’t geen
op het violet der Amarant trekt; en welke
men noch door de zuure vochten levendiger
maken kan, enz*
© B .T H O C E R A T I T I , dit is de. nam.
die de Natuurkundigen aan gekamerde Steenen
geeven,. zy zyn kegelvormig., dan eens
recht, dan weder gekromt o f boogswys aan
een hunner uiteinden , even als een rottingknop
, die op de wyze van een Ravensbek
gemaakt is- Men onderfcheid uitwendig de.
gewrichten ; en inwendig' zyn deze buizen,,
.fchoon z y vervult zyn , in kameren o f af-
fchutzelen gefcheiden„ gelyk de Nautilulfen..
De.ze affchutzelen , die zoo-veel als klokjes
vormen, die in elkanderemgeplaatft zyn, hebben.
een. kleine hevel o f buis, die de eene kamer
met de andere gemeenfehap doet hebben,
zomtyds in het midden , maar gewoonelyk
aan de zyden. Deze pypen , die men altoos
als delfbare lichamen vind, en eenigzins'verdorven
en befchadigt zyn. gemeenelyk met
dezelve aarde vervult in welke zy bedolven
zyn. Wanneer men Haagt om-haar te zuiveren,
zoo kan. men de celletjes en den hevel
opmerken: hier toe,, laat men hen eenigen
tyd in water weeken , waarin* men langzamerhand
Azyn mengt, die de aard o f zand-
deelen.los maakt o f ontbind- Men kam mede
haare inwendige vorming befchouwen,
wanneer men haar in de lengte doet doorzagen.
Meru geeft aan deze Orthoceratites de
naam van gekamerde' buizen., wanneer zy
recht, en die van Luitites.., wanneer zy een-
boogsw.yze. gedaante hebben. Zy die platachtig
o f zamengedrukt zyn ;.is-diervoegen,
dat zy de ftaart van een Krab vertoonen ,
werden. Krakken Jlaarten- genoemt. Alles
geeft te kennen dat de Orthoceratites , een
foort van gekamerde en. delfbare Schelpen
zyn.. -
O R T O L A A N , R eg e n v o g e l , Hor-
tutanus, dit. is een trekvogel, die om de uit-
nemendheit van zyn vleefeh, zeer bekend-is ;:
men onderfcheid ’èr verfcheide foorten- van,.
die alleen in kleuren verfchillen..: De rechte
Ortolam der Natuurkundigen is een weinig
grooter als den Leeuwrik, hy heeft' mede:
dèzel-ve kleur : hy heeft een aanmerkelyke'
dikte op den bek; zyn voornaamfte voedzel
is Gierft: dit is een zeer vette Vogel zyn
vleefeh is malfch, fyn, fappig ,. en van een-
zoo uitmuntende fmaak, dat hy door de.-
Grooten by lütftek op hunne tafels begeert,
word. In Zweede doet men ’èr de Vreem~
delingen een dukaat voor het ftuk betalen :•
dit is een verfterkend voedzel dat de krachten
herfteld:.-zyn vet-, is weekmakende , oplossende
„ en. verzachtende^
De Ortolans houden zich inde warme Landen
van den vyftienden A pril, tot in het laaft
van Auguftus ; men vind hen in Vrankeryk
niet verre van Saint-Jean-de-Bonne-Font, in
een zoo groote meenigte , dat de Vogelaars
van twintig uuren in het ronde, ’er na toe
koomen om hen te vangen. Men ziet dezelve
mede op de Terpentynboomen by Smyr-
aia: hun geluid vormt de woorden Zi-zi,
O S , zie S t ie r ,
O S S E N D R Y V L B . , Bubulcula ; dit is
•een-foort van Rivier-Vifch ’, die met groote
zilververwige en geparelde ichubben bedekt
i s , fchoon hy zich gewoonelyk in de ilyk
onthoud: hy is drie o f vier vingers breedte
lang, plat, en een groote duim breed; zyn
bek is klein en tandeloos, en zyn ftaart is
:gevorkt: men fchat hem afzettende te zyn,
O S S E N H A R T , Fruclus guanabanut,
Men geeft deze' naam aan de vrucht cachiman
van een foort van Amerikaanfche boom, die
■ de Spanjaarden Guanaho - Pintado , Guabana
boom' noemen , en die veel twift onder de
Kruidkundigen veroorzaakt heeft, Deeze
vrucht is gewoonelyk zoo groot als eeö middelmatige
Meloen; haare fchors is groen, en
«ven als gefchubt; haar vleefeh is zeer w it,
en heeft een zeer aangename fmaak, die naar
die van onze Room g e ly k t: men maakt ’er
even als van Marmelade o f gezuikerde Deeg,
gebruik van. Dit vleefeh bevat een groot getal
zwartachtige zaden, waar van de In woon-
•ders zich in plaats van Peulvruchten bedienen:
deze vrucht is zeer verfriflend.
O S SE N -O O G, - Men geeft deze naam
aan een Afnkaanfche Vogel , die men in
Sjerra-Leona, en aan de Kaap de Goede Hoop
vmd : men noemt hem mede Schieter : deze
beide namen zyn op hem toepaffelyk ; de
eerlte, om zyne witte vlakken, die met zwart
genngt z yn , en die de gedaante van zoo veel
oogeri vormen ; de tweede , om de vlueheic
met welke hy. vportfehiet om te vlugten o f
«m op dat geene aan te vallen , dat hem be-
-leedigt.
- wramw* zsugwnum. Alle de ciee-
va“ deze plant werden in de Geneeskonii
S h r i < ^ .Ha*re, Vr0rtel ïs ™twendig rood-
zwari:achtig.5 en inwendig w i t : hy
s raet eeH dymerig fep vervult, Haare bladeren
zyn langwerpig, zy zyn niet gerimpelt
gelyk die van de Bernagie , maar aan beide
-zyden met diergelyke hairen bezet. Z y ver-
fchilt wezentlyk van deze laatfte plant door
haare bloemen , die uit een eenig ftuk be-
-ftaan, dat trechterswys uitgebreid is , zy zyn
purperachtig blaauw , in ’t midden met een
ftoinpe knop bezet, die uit v y f kleine en wollige
fchubben beftaat, die v y f helmftyltjes
bedekken ; de fteelen die de bloemen onder-
fchragen , zyn gelyk de ftaart van een Scor-
pioen zamen gevouwen , voor dat de bloemen
ontluiken.
Deze plant werd te gelyk met de Bernagie
VQorgefchreven , o f in haare plaats gebruikt:
haare bladeren fmelten op gloeijende kolen,
even als de Salpeter : haare krachten komen
met die van de Bernagie over een. Zie dit
woord.
O S S O N S : deze naam geeven de Negers
van Guinee aan de Olyphauten.
O S T E O L I T H E S o t V e r s t e e n de
B e e n d e r e n . In ’c algemeen geeft
men deze naam aan de beenderen der dieren
die men uit de aarde d e lft, en die meer o f
min verdorven zyn : eenige derzelver kon-
nen gepolyft worden ; eenige zyn gekleurt;
andere zyn verkalkt: men vind ’er voorbeelden
van in de Turkoifen , de delfbare Eenhoorn
, Gloifopetraas, Menfchen-Beenderen,
en die der Vogelen en viervoetige Dieren.
Men ziet zomtyds tot wat foorten van
Dieren zy behoort, hebben : men vind zomtyds
vifchgraten die zeer wel bewaart zyn ,
Vooral op plaatzen op welke men verfteende
Zee-Lichaamen uitdelft.
O S T E R L U C I E , Zlriftolochia, Dit is
een plant van welkers wortel men in de Ge-
neeskonft gebruik maakt: men gebruikt de
wortelen van de verfchiilende foorten, die in
gedaante, verfchillen. De bloemen van de
Ofterlucie beftaan uit 'een onregelmatig en
pypswys blad, De vruchten zyn rondachtig,
olieachtig, en in zes afdeellngen gefcheiden.
Alle de foorten van de Ofterlucie zyn hooft-
verfterkende , borftzuiverende , afzettende,
e'n vergift-wederftaandeitnen brengt uitLan-
guèdóc en Provence , twee foorten van deze
wortelen , waar van de eene foort rond , en
de andere langwerpig is.
_ O S T R A C I T E Si Men noemt dus alle
C c a