hare bloemen zyn kruiswys, *er volgen peuls-
wyze vruchten offchalen op, die eirond, en
van een fponsachtige ftoffe gevormt zyn , zy
bevatten een langwerpig zaad ; deze Plant is
wondheelende en wormdodende.
W I L D E E P P E , zie T hy s s e l i um.
W I L D E E Z E L , zie E z e l .
W I L D E G A L I G A A N , zie S o u -
CHET.
W I L D E G U IN E E S C H E K O E Y -
E N. Men vind deze Dieren in de Boflchen
en op de Bergen van dat Land : hare gewone
kleur is bruin: .zy hebben kleine zwarte
en fpitze hoornen : zy vermenigvuldigen op
zoo eene verbazende wyze , dat haar getal
oneindig zyn zou , zoo de Europeanen en
Negers haar niet geftadig be-oorloogden.
Hifioriefcbe Befcbryving der Reizen,
W I L D E IN D IG O . Deze Plant groeit
natuurlyk in Guajana. De Creolen zeggen ,
dat haren wortel verplet, en op de tanden
gelecht zynde, ’er de fmerten van (lilt.
W I L D E K A T , zie K a t .
W I L D E K E R S , Naflurtium pratenfe
Sylvefire♦ De bladeren van deze Plant, die
in de Weiden en op andere vochtige plaat-
zen groeit, zyn langwerpig , rondachtig, en
aan lange fteelen vaftgehecht; tuflchen hen
fchiet een fteel op die tien voeten hoog is;
hare bloemen, die uit vier kruiswys gefchik-
te'bladeren te zamen geftelt zyn , hebben
een witte en eenigzins purperachti'ge kleur;
op deze bloemen volgen kleine peulen , die
in twee'zaadhuisjes gefcheidén z yn , en kleine
ronde zaadjes bevatten. Haar wortel is
dun en vezelachtig : alle de deelen der Plant
zyn afzettende , en fcheurbuik-wederftaan-
de.
W I L D E K E R S v a n C A N D I A ,
Draba, Deze Plant is zeer gemeen langs de
wegen in Languedoc en andere warme Landen.
Men befchouwt haar als een foort van
Peperkruid: zy is een voet hoog , haar fteei
is Hevig, gevoort en getakt; hare bladeren
zyn langwerpig , graauwachtig , en getant:
hare bloemen zyn klein , aan zonnefchermen
vaftgehecht, en kruiswys gefchikt. ’Er volgen
vruchten op , die de gedaante, van een
klein hart hebben, zy zyn met kleine, rofle,
en fcherpe zaden vervult. De wortel van
deze Plant is klein, houtachtig, en witachtig
.D
e Wilde Kers van Candia is infnydende
en windbrekende.
W I L D E K O M K O M M E R , Cucu-
mer Afinius, Deze P lan t,'d ie men mede
Ezels Komkommer noemt,groeit voornament-
lyk op de onbebouwde plaatzen , in Languedoc
en Provence; men kweekt haar zomtyds
mede in de tuinen aan : haar wortel is lang,
dik en w i t , een weinig vézelachtig , vleesachtig
en bitter; ’er komen dikke , fapachti-
g e , en over de aarde kruipende fteelen uit,
op welke bladeren voortkomen, die ten:naas-
ten by naar die van de Konkommers gely-
ken , maar zy zyn veel kleinder , gelyk mede
hare bloemen. Hare vruchten zyn een of
twee duimen lang, kegelvormig , knobbelachtig,
zeer wollig, in drie zaadhuisjes verdeelt
, en met een zeer bitter fap , vervult.
Wanneer men deze vruchten maar eenigzins
aanraakt, wanneer zy volkomen ryp zyn ,
zoo werpen zy met geweld een ftinkent fap,
en zwarte blinkende zaden uit.
Het fap dat men uit deze Plant trekt wanneer
zy byna ryp is , en vervolgens verdikt
word , noemt men Elaterium : het wierd
voormaals gebruikt om de gal geweldig onder
en boven uit te dry ven: men maakt ’er thans
weinig gebruik van , om dat het, gelyk dat
der Kolokwint-appelen , zeer fchadelyk aan
de maag en de ingewanden is. Haar fap inde
fchede der lyfmoeder met een zetpil gefto-
ken, dryft de vrucht u i t , wanneer zy dood
- is, maar wanneer zy leeft, zoo komt z y : ’er
door om. De gedroogde Heel der Wilde
Komkommers fmelt op de gevonkte kolen,
even als-de Salpeter.
W I L D E L A U W R I E R , Tinus, De
verfchillende foorten van Wilde Lauwrier,
verfchillen een weinig door de gedaante van
hare bladeren, en kleur; eenige zyn met wit
en andere met geel gefchakeert. De Wilde
Laurieren zyn bevallige Heefters , zy zyn
met bloemen verfiert, difr in zonnefchermen
gefchikt zyn, en uit een eenig blad beftaan,
’t geen een klokswyze gedaante heeft, en in
v y f deelen gefcheiden is. Deze bloemen duren
byna .het geheele jaar: men moet om deze
reden , dit boompje in de winter-luftbofchjes
planten, ajwaar het des te aangenamer is,
om dat het noch met bloemen bedekt is: wanneer
alle boomen en heefters ’er van berooft
zyn. Deszelfs bladeren-, die donker groen
zyn,en op de takken tegéns elkatideren oVer-
ftaan , vallen des winters 'niet af. VV abri éér
de fterke vorft de takken van dezen heefter
doet omkomen , zoo fchiet de ftam wel ras
weder andere fcheuten uit. De. Beziën van
den Wilden Lauwrier, zyn zeer fterk purgerende
, maar men maakt ’er geen gebruik
Van.
W I L D E L A U W R I E R van A C A -
D IA . Dit is de naam die de Bewoonders
van de Grenzen van Kanada, aan den Dwerg
Wafchboom van Carolina geven. Zie W asch-
boom.
W I L D E M A N , zie Wild Mensch.'-
W I L D E P E E R E B O O M van C A -
Y E N N E ; Ficus folio citrei acutiore, fru&u
viridi. Dit is de Couma der Indianen. Bar-
rere_zecht, dat dit een Vygenboom met bladeren
van den Citroenboom is , waar van de
vrucht, d.ie groen is , in dat Land , wilde
Peer genoemt word. Hy gelykt echter inr
der daat ,• door zyn melkachtig fap , ën de
gedaante van zyn vrucht , veel eerder naar
• een vygenboom als naar'den Peerenboom :
hy groeit in de Savannes, en in de Boflcheri
van Guajancj. : de fteel is hoog en getakt.
Wanneer men in dezen boom infnydingen
maakt, kooint ’er een geelachtig vocht uit
voort , met welk men de roode fchurftheit
wryft ofri het te genezen : de vrucht heeft
vry wel de gedaante van een Mispel; zy ver-;
fchilt ’er door de fteel van ; zy heeft mede
meer fap \ en minder zaden. De zaden van
deze vruchten zyn wölachtig , en hebben de
gedaante van een kleine Lins. De Heer Fres- 1
ftèau zecht, dat deze vrucht gegeten word;
dat zy middelmatig goed i s e n dat zy dezelve
uitwerkselen als de Mispel voortbrengt,
de viervoetige dieren zyn ’er zeer gretig na:
zie de afbeelding van de bladeren , vruchten
en zaden van dezen boom , in de Memorien
van de Akademie der Weetenfcbappen van Pa-
rys,
W I L D E P E P E R , of Kl é i ne Peper.
Dit is de naam.die men aan het zaad
van de Agnus ca flus geeft.
I I . D eel »
W I L D E P O L E I , zie C a l a m e n t .
W I L D E P R U IM B O O M , zie Slee-
P R U I M B OOM.
W I L D È R A A P , Nepus Sylvejlris. Deze
Plant verfchilt van de gemeene en aangekweekte
Raape n ie t, dan alleen door haren
wortel, die veel kleinder i s , een fcherpe
fmaak en wilde reuk heeft. Haar bloem is
geel, en zomtyds witachtig. 'Hare bladeren
zyn meer ingefneden. De Wilde Raap groeit
natuurlyk tuflchen het graan , op de kaden ,
en op de randen der grachten : zy bloeit in
de maanden April en Mey , en brengt veel
zaad voort.
Deze geheele Plant is veel meer vergift-
wederftaande als de gemeene Rapé , en vooral
het zaad. Een ieder weet dat de Vogel-
1 aars.’er , in kooitjes , een meenigte foorten
van Vogeltjes mede voeden, als Sysjes, Distelvinken,
Vlafchvinken, Vinken,enz. Het
js mede uit dit Zaad, dat men , door uitpers-
iing, den Olie bekoomt, die men Raap-Olie
noemt, men gebruikt hem om in de lampen
té branden ; de Arbeiders in wolle , maken
’er mede 'gebruik va'n. Het meenjgvuldig gebruik
dat men thans van- dezen Olie in Vrank-
ryk maakt,heeftverfcheideLieden,zedert eenige
jaren, aangéfpoort,-om deze Plant aan
te kweeken, voor al in. de omliggende ftree-
ken van Rouaan, in het Land van Caux , en
in Pikardyën. Men zaait haar van het begin
van de maand April, tot in July, in de volle
aarde. Zy bemint zware en wel be-arbeide
gronden, die men egt , na dat men haar bezaait
heeft. Men ontdekt, dat het zaad ryp
is , wanneer men ziet dat de peulen witachtig
geworden zyn.
W I L D E R A N O N K E L . Mengeeft
dezen naam aan een foort van Ranonkel: zie
H a n e VOE T .
W ILD E W E Z E L . Dit is een zeer wild
foort van Wezèl, die alleen in het veld leeft,
en wiens vel mede in den Pelthandel verkocht
word. Zi'e W e ze l .
W I L D E W Y N G A A R T , o f O nzer
V rouwen Z e g e l , Tomnus racemo-
fa . Dit is een Plant die veel overeenkomft
met de Bryonie heeft, hier om word zy door
eenige met dezen naam genoemt: men kan
het onderfcheid uit de vergelyking van de
O o 0 0 Ö ' befchry