Z E E -D U I V E L . . Z E' E - D 9*4 TJ r Z E N D B E EiST,.
zyn rug is met een. bult bezet, die Hekels
even als een Egel heeft ; zyn huit is zwart-
achcig , hard en<. ongelyk even als die der
Zee-Hond en , zyn kop is p lat, met kleine
bulten bezet, tulïchen welke men twee zwarte
oogen ziet die zeer klein zyn; zyn muil is
zeer wyd gefplexen , en met verfchèide zeer
fcherpe tanden gewapent , waar onder twee,
even als die der Wilde-Zwynen gekromt zyn.
Dit Dier heeft vier vinnen, en een.vrybree-
de ftaart,. die aan het einde gevorkt is : men
wil,, dat men hem de haam v anDuivel gegeven
heeft, om dat hy twee. kleine.,.zwarte,
en vry fpitze hoornen boven de oogen heeft,,
en die zich,, even als die der Rammen-, op
den rug omkrommen. Zyn vleefch is een>
vergift r ’t geen brakingen en-bczwymingen
verwekt,. die wel ras de dood zouden veroorzaken,
zoo men ’er geen "tegengiften te-
gens.gebruikten.
• Men vind noch een anden foort van Zee-
Duivel., wiens vleefch zoo vergiftig niet is ,.
maar hy is echter niet minder affchuuwlyk.
voor het oog,fchoon zyne gedaante verfchil—
lende is. De' grootfte zyn niet meer- als een»
voetlang en breed.. Z y blazen zich., wanneer
ze willen, in diervoegen o p , dat zy zoo |
rpnd als een bal zyn :. zy hebben in het klein
dezelve oogen.en dezelve tanden als. die van
het vorige foort^.en een eenige hoorn ; hun
ftaart is even als een riem gevormt :.z y hebben
een fterke vin op den rug , en een andere
onder den buik.. Men merkt aan de zy-
de mede twee valfche pooten o f vinnen op;,
ieder derzelve heeft acht vingeren die met
vry fcherpe, nagelen gewapent zyn. Hun»
huit ist.ruuw- gely-k die der- Hayen, uitge-
zondert-onder den buik ,. alwaar zy gevlakt,,
en even als met zwart gegolft is. .
Op dé Goud- en Tami-k.uft in Afrika ,y in d ,
men een foort van Roch, die de Inwoonders
roede- Zeer Duivel noemen.» Deze Vifch is
v.yf en twintig voeten lang,, achtien voeten
breed, en drie voeten dik ; zyne zyden zyn
met uitfpringende hoeken bezet, die zoo hard
als* hoorn z yn ,. en waar van de flagen zeer»
gevaarlyk. zyn. Zyn ftaart is, zoo - lang als
een geeftel , en. met een punt gewapenr, die.'
te duchten is. De rug is met doornen gewapent,„
die twee duimen lang -,, en zoo fcherp
ais fpykers zyn : zyn kop , die onmiddelyk'
met het lichaam vereenigt is , is met platte en
fuydende. tanden bezet. Om dit Dier onver- -
roydelyker-te» maken , heeft: de Natuur het.
vier,opgep (ge,fcbon.ken„: .het. heeft. ’er. tvyee.;
naby den muil, deze zyn rond en zeer groots
de twee andere liaan op den kop- omtrent de
zyden, maar deze zyn kleinder. Ter wedei>-
zyd’en van den muil, heeft het drie hoornen,,
die een.verfchillende lengte en dikte hebben ©.
de middelfte aan de rechter zyde, is drievoeten
lang, en een en een halve duim breeds
de middelfte aan de linker, zyde is kleinder;,
het is- gelukkig dat deze hoornen buigzaam,
zyn.,. en zeldzaam fchaden konnen.. De huit.
van dit Dier is ruuw en drobg, gelyk die van»
de Haai., Deszelfs vleefch is raaf, en heefteen,
kwade fmaak ,, maar zyn lever verfchaft
een zeer goede olie.
De Zee-Duivel van deMiddelaodfche-Zee’
word Baudroye genoemt: hy gelykt zeer wel.
naar die van het eerfte fo o r tw a a r van wy
gefpFoken hebben;. Zyn verbazende muilris
met tanden , gelyk. die van de Haai bezet*.
Zyn flokdarm heeft mede andere, kleindere %.
uit het achterfte gedeelte fchynt eenidoorn-ï-
achtige wrong,voort te komen..
Z E E - D U I Z E N D B E E N . Dit is een-
D ie r , waar van Rondelet:, en de Geer, twee-
foorten onderfcheiden. Deze Natuurkundigen
noemen • het eerfte Scolopendra cetacei: I
het Heeft een menigte pooten, gelyk de Land-
Duizendbeen ,.en zyn pooten dienen het, als
zoo veel.riemen,. om te zwemmen, Rondelet.
zecht, dat hy ’ër de gedaante zoo van gevonden
heeft,.'als zy door Elianus befchr-even is:
dit is een groote Indiaanfche Vifch van het
föort der Wal viflehen, die men niet dood op.
het ftrand uitgeftrekt zien kan , zonder.eeni-
ge» vrees*te gevoelen. De Zeelieden'zeggen
dat dezen Vifth zich zomtyds op het water
verheft, en dat men de hairen van zyne neus-
gatert z ie t , die zeer groot.zyn. Zyn ftaart
is , gelyk die der Zee-Kreeften gevormt.R o n delet
vergelykt zyn lichaam by;een-Galei d ie -
drie riemen heeft, om dat zyne pooten. hier
en gins, gely-k de riemen van een -Galei, ge-
plaatfl: zyn. Deze V ifc h , fehynt van-den-
Zee-Duizendbeen van Swammerdam- te ver-?-
fchillen , deze zwelt op wanneer men hem-
behandelt : wanneer* men hem in- de- Zee
werpt, zoo zwemt hy even als-een blaas die
met wind opgevuk is ,: hy is vergiftigt, en -
men noemt hem. mede , de Phyfalus van de
Roeden Zee.. JVlen-ontdekt noch mond noch-
kieuwen aan hem , hy- heeft mede geen oo- •
gen, noch een.merkbaren kop: hy is in het;
midden breed, dun en gekromt aan de beide-
uit-einden op,f het lichaam, gerimpelt,. en.»
eveni
mmmm MM
Z Ë Ë -E E N fD .
éven als de natuurlyke deëlen van een vrouw,
gefpleten ; êindelyk , hy heeft op deix iug
een foort van wratten , dit deel is met hair
Efezet: men noemt dezen Vifch, in N-onnan-
dyen, Zee*Mol.
Het ander foort van Zee-Duizendbeen ,
van Rondelet•, is een water-infëcl, ’l geen-
naar devLand-Duizendbeen gelykt, maar een
weinig kleinder tsv Rondelet, geeft de afbeelding
van twee van deze Duizendbeenen.;
de eerfte is geheel rood , en twaalf vingerbreedte
lang; van den kop tot aan den ftaart-
is hy hier en gins met eenige pooten bezet:
hy kromt- zich- in verfcheide bochten. De
tweede is veel langer : h y groeit tot de leng-,
te. van een en-een halve voet ;■ hy is dun ,
en heeft een kleur die op het .wit trekt , eir
een menigte pooten-,. gelyk den eerften;
• De-Heer Linneeus■ , die dit foort van'Zee-
Duizendbecn-, Scolopendra marina noemt,
zecht,. dat men ’er veel in den Noordélykqn
Oceaan : naby Lapland , heeft. Deze Zee—
Duizendbeenen , komen op -de'*- fteenachtige'
plaatzen voort, en-zyn veel rooder als die
men op het land heeft. Het getal van hunne
pooten is mede- veel- grootër , maar zy zyn
veel dunder; Z y onthouden zich nooit op
de diepe plaatzen op, gelyk mede de Waterslangen
niet doen..
J Z E E - E E N D. Dit is een Watervogel
die zwart-, en van het kleine foort van
Eenden is: hy word overeenkomftig met de-
viflehen gefchat; men telt hem onder de magere
fpyzen j en geeft in de Roomfche Landen
vryheit om hem in de Vaften te e.eten ;’
zyn bek* is breed en p lat, zyne pooten zyn
zwart, gelyk mede do vederen van het mannetje,
die'van het wyfje zyn graauw.
De Zee-Eend onthoud zich byna altoos op
Zee;, in welke zy tot op den grond duikelt
om in het z-and kleine fchelpvifchjes te zoeken
waarmede zy zich voed; zy leeft mede
van Infeëtcn: Zée-planten, en Viflehen: zy
vliegt zeer moeijelyk , en verheft zich wei-
nig meer-als twee voeten , boven het opper-'
vlak van het water, want hare vleugelen zyn
zeer Klein in evenredigheit van de zwaarte
van haar lichaam ; haare pooten zyn zéér
zwak, en dienen haar meer om te zwemmen
als om te.gaan ,.hare vleugelen wprkèn mede
met over het oppervlak van het water te ilry-
ken, indiervoegen, dat men zeggen zou, dat
zy met een uitnemende fnelhein over het wa-
«rgjngv
Z E E -E E N H O C T R l^ . {>2»
- Men ziet een zoo groote menigte Zee-Eeti-;
den in Schotland , dat zy in hare vlucht, de
Zon verduifteren', en zy brengen ’er een zoo
groote menigte takken aan , .dat ’er de In-
woonders een goede voorraad van bout voor
den winter door bekomen. Men heeft langen
tyd onkundig van den oorfprong der Zee-
E.enden geweeft;- de Ouden geloofdea dat zy
door de verrotting voortgebracht wierden.
De Heer Grainiiorgèr, Geneesheer van Caen,-
heeft doen zien j dat deze Eenden van uitgebroeide
eijeren , gelyk de andere Vogelen ,
voortkomen.
De Zee-Eend is mogelyk niets anders als
een verfcheidenheit,.of ten hoogfte een foort
van Water-Hoen ,• waar aan men zomtyds de
naam van Zee-Duivel geeft.
Het vleefch van dezen Vogel i word voor
hard-sn taai gehouden, het verfchaft een grof
fap , en heeft een- wildfmaak : maar eenige
bewame Koks hebben de konft uitgevonden,-
om, door middel van foufïen , een groot gedeelte
van deze: gebreken te verbeteren..
Z E E - Ë E N H O O R N . Dit is een foort
van Groenlandfche Walvifch , waar van wy
op het artikel Nahriml in het woord W a l -
v i sgh', gefproken hebben;: Men noemt alleen
met den naam van Eenhoorn , het foort
van tand van dezen grooten Vifch _: men
ziet hem zoo gemeenzaam in de Kabinetten
dèr Natuurlyke Hiftorie , als men hem voor-
zeldzaam en koftbaar in den fchat van St.
Denys in Vrankryk doet doorgaan. Het ge-
meene Volk noemt hem Zeehoorn o f Zee-tand,
in ’ i: Latyn-, Ceratodon : dit is een verdedi-
gent wapentuig, dat noch fchuins, nochlood-
lynig, maar in dezelve Rrekking van bet lichaam
van het Dier geplaatft is,gelyk de Heer
Brifen' zulks zecht. Deze Schryver die dit
deel van den Narhwal mede Tand noemt ,
zecht, dat dezen Vifch in deopperkaaktweetanden
heeft , (mén moet echter aanmerken ,
dat hy ’èr 'gewonelyk niet meer als een heeft),
zy zyn zes o f zeven voeten lang, recht, in
een-flangetrek gekronkek , en :doorboren de-
boven lip , met voorwaarts; uit te fchie-
ten.
De Steenkundigen geeven de naam van;
D e lf bare Eenhoorn, Momceros, aan de delf-;
bare fteenachtige deelen van de groote dieren
, die men verhard o f verdorven , op. ze-;
kerè dieptens onder de aarde vind. De Duit-*
febers maken ’ er menigvuldiggebruik in de Ge--
néèskonft van, onder de naam van Delfb’are ■
Aaa-a-a.a gj Een--
0