overgebrachc hebben; menbefchouwthemals
een uitmuntent zweetdry-vent middel, ’tgeen
nuttig is om de lymerige floffen te verdunnen
, en te verdeel én. Deeze Plant wierd
vöormaals voor een byzonder krachtig middel
tegens de venusziekte gehouden; maar
deze eigenfchappen moeten om deze kwaal te
geneezen , voor die van het Kwikzilver wy-
ken. Het gebruik van de Salfa-Parilla gelukte
de Spanjaarden , en dé Inwoonders. van
America, zëer wel in het geneezen der venusziekte;
maar zy flaagde hier in zoo wel in
onze koude Landen n ie t, in welke de huit
- meer geflooten, en minder gefchikt is omhet
- zweet door te laaten.
Men verkrygt noch eenige andere wortelen
, onder de naam van Salfa-Parilla , maar
’ c geen wezentlyk wortelen van andere Planten
zyn.
S A L V E L Y N . Deze naam geeft men
in Duitfchland aan een rivier-vifch , die gemeen
in OoHenryk is , en die men inmeenig^'
•te haby de Stad Lintz vangt. Deze Vifch is
zwart op den rug , en hy heeft geele vlakken
aan de zyden, zyn buik en vinnen zyn geel:
hy heeft een rechte ïtreep die aan de kieuwen
begint, en aan den Haart eindigt: de
fchubben van dezen Vifch zyn klein. •
S A M B O U C . Dit is een welriekent
Hout, dat de EuropifcheKooplieden naarde
Kuit van Guinëe brengen, om hunnen Koophandel
te begunfligen , door de gefchenken
die zy ’er van aan de Koningen van dat Land
doed, die een groote achting hebben voor alles"
wat een Heffelyke reuk verfchaft : men
voegt ’ er Florentynfche Iris, en andere reukwerken
by. W y weeten niet wat de Sam-
boüc voor een foort van Hout is.
S A M E . Dit is een foort van Harder ó f
Vifch met doornachcige vinnep , die men in
meenigte in de Garonne , de Khone , en de
Loire vangt; men heeft hen mede in de vy-
vers in Languedoc, Deze Vifch fchynt zich
alleen met water en flyk te voeden , die hy
gefladig inzwelgt.
S A M E S T R E . Deze naam geeft men
aan een foort van rood Koraal, dat men uit ’
Europa naar Smyrna zend , 'en ’t geen een
goede Koopwaar is , ’ c zy het ruuw, o f bearbeid
is.
S A M O L IU M . Dit is een foort van
Water-Guichelheil, aan welke men een Sal-
peterachtigf , . en Scheurbuik - wederftaandè
kracht toefchryft. De Oude Geulen , fchat-
- temdeze Plant zeer hoog tegens de. ziektens
der Be elfen ; zy namen ’ er verfcheide'byge-
lovige plechtigheden omtrent in acht, a]s
haar nuchteren-en met de linkerhand te plukken
, en zonder haar te befcjiouwén, haar op
geen andere plaatzen te leggen , als op die
alwaar de be effen kwamen 'drinken , en om
haar te verpletten , wanneer men haar hier
nederlag. Zie G u i c h e l h e i l ,
S A M O L O ID E . De Engelfche hebben
zich lang onder deze naam van een foort van
Eerenprys , by wyze van Thee bedient: deze
Plant is zeer gemeen in hun Land. Zit
E er en pr ys .
.S A M O O S C H E - S T E E N , Dit is,
een foort van Bolus-Aarde, o f zeer fyne Tripel
, van welke de Goudfmeden zich voor»
maals bedienden om hunne werken te polv-
ffen.
S A M P A . Dit is een foort van Palmboom
. die in Guajana in het water groeit: zyn hout
is zoo zamengepakt n ie t, als dat van den Pi-
neau , het dient tot dezelve gebruiken , zoo
wel aan de weegen bruikbaar te maaken , als
tot planken en latten om de daken te onder»
fchragen, maar het geen hem van alle andere
Palmboomen ondërfcheid , is dat hy hatuur-
lyke gooten. verfchaft welke dienen: om het
water te leiden, Zyn hout dat inwendig hol
is , is met merg vervult ; om het ’er uit te
doen bedient men zich van een kwaffige Hok,
die het', wanneer men hem rond draait, ’er
langzamerhand uit doet koomen : zoo ras dit
verdicht is , bedient men zich aanffonds van
deze buizen , zonder welk zy droogen, en
barflen. Deze boom beflaat een en een halve
voet in omtrek: zyn fchors, o f veel eerder
het geene dat het merg omringt , is omtrent
een duim dik. Hy zou in een drooge
aarde omkoomen , zoo hy niet altoos met
water vervult was ; hy groeit vry welig in
een vochtige grond. Om dë buizen die men
van dezen boom bekoomt aan een te voegen,
Heekt men hen met de einden in el kan deren,
men plaatff yzere ringen om de zamenvoeg^
zelen,'en men kalafaat haar met kattoen,
geen men met teer beffrykt.
De
De Sariipa' eri Pirieau brengen z-aad'ën voort
ffaar welke de Yögelen zeer greetig. zyn,:
S A N D R A S T O S , ' Eenige Schryveren
hebben onder deze naam ,. èen, edel geiteen te
bëféhreevén, ’t gèen uitwendig een durftere
kleur heeft ;, maar inwendig blinkende S chitterende
en doorfchynende is , en op verfchei-
de plaatzen met goudkleurigë vlakken, in gedaante
van- droppen ■ o f Harren getekent is..
Men fchat hem des te hooger hoevmeenigvul-
diger deze Harren zyn : mem vind heïn in liet?
Land', der Garamanten in Ethiopiën , en op
het Eiland. Cylp.il: • men fchat hem nuttig om
de: uitwerkzelen van het vergift te wedermaan,
Wy hén}) en eenige' van dit foort van
Steenen; gezien , die men Sandr aflos noemt;
het waren niets anders als’ fehoone Agaaten,,
die keiachtige flraalen bevatten..
S A N D E L P IO U T , Santalum- Dit is
een Indiaanfch Hout, waar van men drieToortsen
onderfcïïeid, te weeten-:
8 Plet W it t e S a n d e l hou t :, Santa-
km album. Dit is èen zwaar en vaH Hout,
’t geen gemakkelyk fplyt,het heeft een blee-
ke kleur en is eenigzins welriekende; men
brengt dit van de Eilanden Tymor , en So-
lor..
2. Het C i t r o e Atk l e u r i g S a n d e l hout,
Santalium Citrinuin; dit is zeer welriekent
Hout, dat.minderzamengèpakt'alshet
witte is, het heeft rechte vezelen en1 fplyt
gemakkelykeLin kleine plankjes ; zyn kleur
is bleek ros, zyn. fmaak fpeceryachtig, een
weinig bitter, zonder aangenaam te zyn ,. zyn
reukzagt, aangenaam , en eenigzins overeen-
komfig niet een mengeling van Muskus, Citroen,
en Roozen ;. clè Reuk werkers bedienen
zich van dit Hout. Men brengt het uit
China en Siam; maarvermits het zeldzaam is-
zoo gebruikt men het. Kaarshout in deszelfs
plaats. ^ Zie C i t r o e n h o u t .
Oarzias zecht, dat ’er een zoo groote over-
eenkomH tuffchen het C rcroenkle.urigp en Wit
Sandelhout plaats heeft, dat het moeijelyk'is
om het eene van het'’andere te onderfchei-
«en. Paulus Herman wil , dat» deze twee
Q-Orten. van Sandelhout, door denaplfticn
Dooiïiwodrtgebracht worden , dat het fpint
,CC wit Sandelhout, en hét merg o f dc in-
wcncligc zelfHandigheit,- het Citroenklcufibundclhout.
i s,. Deze;Boom „ die Sar.canda
genoemt wórd, fchiet ter hoogte van een
Nootenboom op ; zyne bladeren zyn met
vleugeltjes bezet,groen van kleur, en zy ge-
lyken naar die van den MaHikboom ; zyne
bloemen zyhzwartachtigblaauw; zyne vruch--
ten o f beziën hebben de grootte van eenKars;
zy zyn groen, en werden zwart onder het ry-
pen; zy hebben een laffe fmaak , en vallen
ligtelyk af.- Bontius zecht, dat eenige Vogelen
die naar Lyffers gelyken , deze vruchten
greetig eeten, en haar aahHonds met hunnen
drek weder loozen, waar door zy de Bergen
en Velden met Sandelboomeii bezaaijen. Dezelve
Schryver zecht, dat die geene die op
het Eiland Tymor, enz. zich onthouden om
deze boomen a f te kappen, door een geffadi-
ge en brandende koorts aangetaff worden , die
een foort Van geffadigé rotkoorts i s , en vaneen
zinneloo.sheite-n. verwarring van het vér--
Hand vergezelt is , die verwondering baart ;;
want de zieken verrichten geduurënde de-
verheffing, die gewoonelyk vieruuren duurt,,
belachelyke daaden , en bootzen dat gene nar
dat zy gewoon zyn wanneer zy .gezond waren;,
zy hebben behalven dit een ongemeenen honger,
in diervoegen dat z y , geduurende hunnev
onzinnigheit, alle onreinheden met graagte-
eeten die men hen aanbied.- Onder de voor—
naamHe' oorzaaken van deeze koortzen , die-
jBontius opgeeft, moet men den reuk van deze
boomen tellen wanneer zy eerH omgekapt
zyn , en, vooral die van de fchors , die een
damp van zich geeft, die zeer fchadelyk voor-
het brein is.
3. Het R ood Sa n d e l h o u t , Santa—
lum rubrum ; dit is een valf, zamengepakt,.
en zwaar Hout, waarvan de vezelen dan eens'
recht, en dan weder gegolft zyn , zy bootzen--
de kenmerken der kwalfen na; het heeft geenbepaalden
reuk, maar een eenigzins zarnen-
trëkkende fmaak. Men merkt op , dat het'
hout van het middelfle gedeelte van den boom,,
van welk men groote Hukkën overbrengt; die-
van de fchors^en het êerHe hout ontbloot-
zyn , aan het uiteinde'bruiir rood , en byna.
zwart is , en .inwendig'donker, rood ; maar
dit word - meede bruin wanneer het voor de-
lucht bloot- geHelt i s : de boom van welke.'
men dit hout bekoomt, \vord Pantaga ge--
noemt;- hy groeit in Ooft-Indiën op de KuH’
van Coromande!, aan deze zyde van deOan-
p;es, en naby Tan afar im. Schoon het Róód!
Sandelhout niet duur is, zoo is het echter iir
zommigp. jaareij. vry zeldzaam en men ge—
! bmikt'