fabon kwam , en vervolgens aan de Kopingin
K a t h a r in a de M e d ig i s wanneer hy
in Vrankryk te rug gekeert was : hier om
wierd zy Nicotiana , Kruid van den Groot-
Pr i oor , en Kruid van de Koningin genoemt.
De Kardinaal de Sainte‘ Croix , Nuntius in
Portugal , en Nikolaas Ternabon , Legaat in
Vrankryk, gaaven mede hunne naamen aan
den Tabak, om dat zy haar het eerfte in Ita-
liën ingevoert hadden : eenige hebben haar
de naam van Ofletong , o f algemeen geneesmiddel
van de Zuidppols-landen gegeeven ;
weder andere , die van geheiligt of gewyd
Kruid, en die van Plant die nuttig voor alle
kwalen is , omdat zy wonderbare eigenfchap-
pen bezit. Men heeft Kruidkundigen gehad,
die alleen om haare vcrdoovende kracht, die
overcenkomftig met die van het Bilfenkruid
is , haar de naam van Bilfenkruid van Peru
gegeeven hebben. Tbevet heeft aan Nicot de
roem bet w i lt , van deze Plant het éerfte in
Vrankryk te hebben doen kennen ; en het is
zonder tegenfpraak dat François Drake, een
beroemt Engel fch Zée-Kapitein , die Virgi-
niën overweldigde, haar het eerfte in. Engeland
heeft overgebracht. De drie foorten
van Tabak worden alle gebruikt : maar men
bedient zich doorgaans van het Tabak mannetje
, zoo wel inwendig als uitwendig. De
Natuur heeft niets voortgebracht waar van
het gebruik zich zoo algemeen en fpoedig
uitgebreid heeft. De Tabak was voormaals
alleen een wilde Plant van een klein Amerikaan
fch Landfchap; maar zedert dat de Europeanen
tot verwoedheit toe , de gewoonte
aangenoomen hebben, om haar, ’t zy geraspt,
in de neus op te fnuiven , o f den rook van
haare bladeren door een pyp in den mond te
zuigen , o f hen te kaauwen , zoo heeft men
*er de aankweeking van op een verbazende
wys uitgebreid. De plaatzen wier Tabak
het beroemfte is , zyn Varinas, Brazil, Borneo
, Virginie , Mexiko , Italie , Spanje ,
Holland en Engeland ; want de Tabak groeit
al om me , en word tot een hoogen prys verkocht
, fchooirzy zeer weinig van aankvvee-
ken koft. Het is thans byna door geheel
Vrankryk verboden om Tabak aan te kwecken
: men plant haar zeldzaam anders als om
haare bladeren. Wat voordeel ook door dit
verbod be-QOgt mag worden , zoo is het echter
zeker dat de Amerikaanfche Tabak, veel
hooger als dftEuropeaanfche te fchacten is.
De Tabak heeft zoo wel haare Vyanden
als, haare Voorftanders gehad. A mur a t de
IVde , Keizer der Turken ; de Czaar va®
Rusland en.de Koning van Perfiën, verboden
het gebruik van den Tabak aan hunne
onderdanen op verbeurte van het leeven of
van den neus afgeiheden te worden. J a c or
d e lfte , Koning van Engeland, en ó'.Paulli
hebben een Verhandeling over het misbruik
van den Tabak gefchreeven. Men heeft een
Bul van Paus Ü r r a n u s de VlIIfte , in
welke hy die gene excommuniceert , die in
de Kerken gebruik van dit Kruid maken. De
Vadër Labat zecht, dat de Petun , even als
een Twift-appél , een heevigen twift onder
de Geleerden ontftak, en dat de Heer Fagon,,
Geneesheer van den Koning van Vrankryk,.
die in het Ja ar 1699, zich niet by een Medi-
cynfche Thefes tegen de Tabak kon laten
vinden , waar van hy de voorftelling doen
moeft, ’er een andere Geneesheer mede be-
lafte , wiens neus met zyne tong niet overeen
ftemde ; want men merkte op , dat hy,.
zoo lang het dispuut duurde , de -fnuifdoos-
in de hand had,en ieder oogenblik een fnuif-
je nam.
Wy zullen ons niet ophouden omtrent het
gebruik van de Snuif-Tabak , die men zoo
meenigvuldig tot vermaak en uit gewoonte,
als door noodzakelykheit gebruikt. Niemand
is onkundig dat zy het niezen , en een overvloedige
onclafting van vochten veroorzaakt,
en vooral in Lieden die ’er niet aan gewend
zyn. Het onmatig gebruik van de Snuif-
Tabak , en het Tabakroken o f kaauwen, is
niet minder gevaarlyk als. een gematigt gebruik,
nuttig zyn kan. De Stuiptrekkende
beweeging die de Tabak in de zenuwen veroorzaakt
, kan nuttig zyn , fchoon zy onregelmatig
is , al was zulks maar .alleen om een;
overtollige vochtigheit te ondaften ; zy is
alsdan een geneesmiddel: maar is ’er eenigen1
fchyn om te denken dat men om gezond te-
zyn , altoos een geneesmiddel gebruiken moet,,
o f dat men geftadige ftuiptrekkingen als een
nuttige leef-regel befchouwen kan'?;
Alle de foorten van;Tabak, ondaften onder
en boven, op een geweldige wyze. Zy
is nuttig- om inwendig te gebruiken in de be~
foertheit en flaapzucht, en zelfs regens de
vallende ziekte: maar men kan ’er de uitwerkzelen
niet genoeg van duchten-;:, ’er word een
bekwame en voorzichtige hand vereifeht om
een diergelyk. geneesmiddel- te beftiuiren
want de fcherpe en brandende ergenfehap'
van deze Plant openbaart zich meer als een
m a a lz e lfs in die gene die haar voor de eerfte
maal rooken ; zy worden dronken , en
zoo zy den rook niet loosden, zouden zy in
een beklagenswaardige toeftand geraken.
Hoe veel zieken heeft men niet gezien die
alleen van een flaapzuchtige gevoelloosheit
te rug gebracht wierden, en het gevoel en dé
kennis weder kreegen, door een middel dat
hen ftuiptrekkingen, vergezelt van brakin-
gen, koud zweet, een flappe pols , beevin-
gen, en andere nog treuriger toevallen veroorzaakten
? Zoo men op zyn hoede zyn
moet wanneer men dit middel in de flaap-
ziektens gebruikt, wat moet men dan niet
van zyne uitwerkingen verwachten, wanneer
men ’er , in een ftaat van volkomen gezond-
heit, een geftadig en zomtyds een onmatig
gebruik van maakt, en altoos zonder een by-
gevoegt middel d,at deszelfs nadeelige eigen-
fchappen verbetert? Het grootfte nut dat ’er
uit ontftaan kan , i s , dat het de flymerige
ftoffe doet loozen , de fcheele hoofdzweer
verdryft , enz. gelyk dit mede op een min
gevaarlyke wys door het poeder der Betome,
der Leliën van den Dalen , enz. uitgewerkt
word ; maar de geringde nadeelen die
het voortbrengt zyn een vermagering en uitdroging
van de harftenen , de verzwakking
van het geheugen, en een vernietiging , zoo
niet geheel, ten minften voor een gedeelte
van de fynheit van de reuk en fmaak. Men
leeft in een der Journalen van Duitfcbland
voor bet Jaar 1730, voorbeelden van zwy-
melingen en verblindingen, en zelfs van be-
roertheit, die door het onmatig gebruik van
de Tabak , veroorzaakt zyn. J . Baubin ,
roemt de Tabak , om , even als door betovering
, alle ongedierte te doen omkoo-
meri, ’t geen de Menfchen en Dieren kwelt.
Men bedient zich in Italiën van het zaad om
de onmatige geilheit te beteugelen : hier om
heeft men aan het derde foort van Tabak de
naam van Priapea gegeeven. Eindelyk wy
befluiten dat het tabakroken goed voor de
tandpyn zyn kan , en het morren der Krygs-
knegten en Matrozen over het gebrek van
levensbehoeftens voor een gedeelte beletten
kan, en hen mede tegens het Scorbut be-
fchut; maar wy herhalen h e t, men moet ’er
zeldzaam en niet als in kleine hoeveelheden
te gelyk gebruik van maken , ten einde ’ er
zien aan te gewennen , en echter trachten
°m ’er zich geen behoefte in alle tyden van
te maken.
T A B A K - E E T E R. Goedard geeft deze
naam aan een Vlinder clie zeer fnel vliegt,
en van een Rups voortkoomt die zich met
de groote bladeren van de Tabak voed, wanneer
zy ryp zyn.
T A B A X IR . Dit is een zamengeftrem-
de zelfftandigheit , die een foort van Indi-
aanlch R ie t , natuurlyk, voortbrengt: men
noemt dit Riet Mambous: dit is een zeer beroemt
middel in Azia tegens de roode-loop
en koude koortzen : men noemt het in die
Geweften Sacar - Mcmbus , o f Suiker van
Mambou• Zie op bet artikel S u i k e r r i e t .
T A C A T A C A . In Brazil geeft men
deze naam aan een Vogel die wy Toucan
noemen: zie dit woord,
T A C H A S , o f T A C H A S C H . Mo*
zes heeft zich van dezen naam in het boek
Exodus bedient, om een vifch uit te drukken
, die Artedi denkt, dat het den grooten
Zeevifch is die door de Engelfchen Mana-
lec\ door de Spanjaarden Mamati o f Mana-
t i ; door de Portugezen Pèzze-Mauller , o f
Mugerï en door de Inwoonders van Amboi-
na Dujong genoemt word , dit is de Zee-Koe•
De Heer Jault, die zeer ervaren in de Oos-
jterfche Taaien is , zecht, dat het vel van den
Tacbas, den Jooden dienden om den Tabernakel
, en de gewyde vaten, mede te bedekken.
T A C O N . In Auvergne geeft men deze
naam aan een foort van Salm , die alleen
van de Rivier-Forel , door de grootte , on-
derfcheiden is.
T A E L P I . Dit is een foort van R o t ,
die men meenigvuldig in zekere Landftree-
ken van Kalchas vind. Dit Dier graaft holen
in de Aarde , om ’ er zyn verblyf in te
neemen; ieder mannetje maakt het zyne: men
heeft ’er altoos een , dat op het fchildwacht
ftaat, en dat zich in zyn hol dompelt, wanneer
het iemand gewaar word ; maar de ge-
heele bende ontfnapt hier om niet aan de
Jagers» Wanneer zy eenmaal het neft ontdekt
hebben , zoo omrïngfen zy het ; zy openen
dè aarde op twee o f drie plaatzen , en
werpen ’er brandent ftroo in , ’c geen deze
Rotten aanftonds noodzaakt om ’er uit voort
te koomen : het is op deze wyze dat zy ’er
een zoo groot aantal vangen, dat de vellen
zeer goedkoop in dit Land zyn. Men be-
I i i i '3 dient