64 M E N S C H .
bet gebied der Turken, onderworpen zyn}
echter gewoontens , welke zeer veel van die
der Arabieren verfchillen. B y voorheek , in
alle de Steden en Dorpen , langs de boorden
van den N y l , vind men jonge dochters, welke
tot het vermaak der Reizigers gefchikt
«yn , .zonder dat zy verplicht zyn om hier
voor te betalen : de ryke lieden rekenen het
zich, op hun doodbed, tot een godsdienftige
plicht om Huizen te Richten , in welke men.
de gaftvryheit oeffent, en die trien van jonge
.dochters voorziet, die zy met dit liefdadige
oogmerk laten koopen. De Egyptifche Vrouwen
-zyn zeer bruin ; zy hebben levendige
dogen: de mannen zyn olyfkleurig.
Wanneer men de Hiftorie der Volken van
Afrika le e ft, zoo verftaat men niet zonder
verwondering, dat de Bewoonders van de
Bergen van Barbaryen blank zyn ; in plaats
dat dê Bewoonders van de Zee-Kuften en der
Vlaktens , - taan ver wig , en zeer bruin zyn.
Deze geringe—verheventheit boven het oppervlak
van de aarde , brengt hetzelve uit-
■ werkzef voort als verfcheide graden breedte.,
.op haar oppervlak.
Alle de Volken, welke tuflehen den.twin-
.tigften, en den'vyf en dertigfte graad, noorderbreedte,
van de Oude Wereld woonen ,
•verfchillen niet veel van elkanderen , wanneer
men ’er de byzondere verfcheideflthe-
:den van uitzondert, welke door de vermenging
met Noorderlyke Volken voortgekoo-
inen zyn. Z y zyn in ’t algemeen bruin, taari-
-kleurig , maar vry fchoon , en welgemaakt.
.Zy die in een gematigder Geweft, gelyk de.
-Inwoonders van de Noordelyke Landschappen.,
van het Gebied van den Mogol, en van
Perzië woonen, .als mede .de Armeniërs , de
Turken, de Georgianen *, Mingrelianen , de
Circasflërs, de Grieken, en-alle .de Inwoonders
van Europa, zyn de fcho on ftew e lg e -
m iakfte, en blankfte van de geheele aarde.
Het Georgiaanfche bloed is noch fchoon-
der als dat van Cachemir: men vind niet een
ieelyk aangezicht in dat Land ; en -de Natuur
■ heeft hier., over het grootfte gedeelte der
Vrouwen, bevalligheden uitgefpreit, welke
men elders niet ziet: zy zyn groot , wel gemaakt
, by uitftek dun omtrent den gordel ,
en zy hebben een bekoorlyk aangezicht. De
Mannen zyn in dit Land mede zeer fchoon,
.enhebben ■ aa.tuurlyk veel geeft; maar ’ er is
meede geen Land in de wereld , in welke de
iosbandigheit en dronkenfchap tot een hooger
Stap, als in Georgië , geklommen is»
De -Circasflfche Vrouwen zyn z-èer fchoon
en zeer blank: haare wenkbraauwen zyn zoö
klein. , dat men ze voor een gekromden zy*
den draad zou aanzien. In de'zoomer dra*,
gen de vrouwen een enkel hemd , dat doorgaans
blaa-uw, geel, o f rood is; en dit hemd
is tot aan het halve lichaam open : haar boezem
is vdlmaaktelyk fchoon ; zy zyn zeer
vry met de vreemdelingen , maar echter getrouw
aan haare mannen, welke geeft minne-
nyd ..bezitten;
De Mingrelianen zyn zoö fchoon als de
Georgianen, en de Circasliers; en het fchynt
dat deze drie Volken een eeflig geflacht van
Menfchen uitmaken. Men heeft in Mingre-
liê , zecht Chardin, vrouwen welke wonder-
baarlyk welgemaakt zyn , zy hebben een
Vorftelyke houding, een verwonderenswaardig
aangezicht en geftalte : zy hebben behal-
ven d it , een aanlokkelyk aanzien , ’t geen
alle die geene ftreelt, welke zy befchouwen.
De Mannen bezitten zeer weinig minnenyd,:
wanneer een man zyn vrouw op de daad
met een minnaar betrapt, zoo heeft hy recht
om hem te noodzaaken pin een varken te be-
taalen ;' en gewoonelyk neemt hy geen andere
wraak: zyeeten het'varken met hun driën.
Z y willen dat hét een zeer goede en loffely-
ke gewoonte is, van verfcheide vrouwen en
byzitten te hebben : om dat men alsdan veel
kinderen teelt , welke men voor geld ver- '
ko o p t, o f voor klederen en levensmiddelen
verruilt. Voor ’t overige zyn déze Haven
niet ..zeer duur ; want de mannen van v y f en
twintig tot veertig jaaren , lcoften niet meer
als vyfcien kroonen; de fchoonfte jonge doch-
. ters , tuflehen de dertien en achtien jaaren ,
twintig kroonen.
De Turken, die een menigte van alle deze
Slavinnen koopen, zyn eeii Volk dat uit verfcheide
andere Volken is zamengeftelt. In
’ t algemeen zyn de Turken fterk, en vry wel
gevormt, hunne vrouwen zyn fchoon, blank,
en welgemaakt. Men zecht,' dat de Turken,
zoo wel de vrouwen als de mannen ; geen
hair, aan eenig deel van het lichaam laten
groeijen., uitgezondert op het ho oft, en aan
den baart: zy bedienden zich van de Rusma ,
‘ om het te doen uitvallen. Zie dit 'woort.
De Griekfche Vrouwen zyn noch fchoon-
der en levendiger als de Turkfche : zy heb-
benbehalven ent, nóch het voordeel van eé»
veel grooter vryheit.
De Grieken , de Napolitanen , de Sicilia-
nen, de Inwoonders van Corfika en Sardinië,,
en
eïi de Spanjaarden , welke ten naaften by' op
•dezelve breedte woonen , hebben vry veel
overeehkomft in de kleur-; alle deze Volken
zyn veel taanverwigèr als de Franfchen, Enge
lfchen , eii andere Volken, die minder Zui-
•delyk liggen. Wanneer men naar Spanje reift,
zoo begint men reeds van Bayonne a f, het
v-erfchi-1 der kleur te bemerken : de vrouwen
zyn eenigzins bruinder : zy hebben mede levendiger
oogen» De Spanjaarden zyn mager,
en. vry klein : zy hebben een fyne geftalte,
en een zeer fchoon hoofd.
Wanneer men naar Afrika wederkeert ,
en de menfchen befchouwt welke aan geene -
zyde van de Keerkring, van de Roode-Zee
af, tot aan den Oceaan, woonen , zoo vind
men weder een foort van Mooren ; zy zyn
zoo- hoog taanverwig , dat zy byna geheel
zwart fchynen: men vind hier mede Negers.
Wanneer men op het algemeen getuigenis der
Reizigers acht geeft ,- zoo fchynt het dat men"
zoo veel verfcheidenheit onder het geflacht
der Zwarten, als onder dat der Blanken heeft.
Die van Guinee zyn by uitftek Ieelyk, en
hebben eenen onverdragelyken reuk; die van
Sofala en Mofambique, zyn fchoon, en hebben
geen kwaden reuk. Men vind onder de
Negers , all’e de fchakèringen van het bruin,
tot het zwart, gelyk wy gezien hebben , dat
men onder de Blanken, allefchakeringen van
het bruin tot het blank heeft.
De Mooren woonen ten Noorden van de
Rivier de-'Senegal: z y zyn niet meer als taanverwig
; de Negers woonen ten Zuiden , en
■ Zyn volftrekt zwart. De Kaap-Verdifche
Eilanden zyn geheel met Mulatten bevolkt,
welke van: de eerfte Portugeezen voortgekoo-
men zyn , die zich hier op veftigden, en van
de Negerinnen wèllte ’ er op woonden : men
noemt hen koper kleurige Negers, om dat zy ,
fchoon hunne trekken met die der Negers
•over een koomen, ëchter geelachtig zyn. De
Negers van de Senegal, na by de Rivier de
Gambia, welke men Jafofe noemt, zyn alle
zeer zwart, en wel gemaakt: dit zyn d e "
Rhoonfte en welgemaakfte van alle Negers.
Z y hebben dezelve denkbeelden als wy van
de Ichoonheit: zy denken maar alleen ver- .
fchillent, omtrent dén achter grond van- het:
tafereel; Men vind onder hen vrouwen ,
welke, op de kleur na, alzoo fchoon zyn als
die van eenig Land des werelds : zy hebben
veel geneigtheit voor de blanken. Voor ’t
overigè, hebben deze vrouwen'altoos depyp
in den mond , en haar: vel heeft mede eenig
JI. D eel,
zins een onaangename reuk, wanneer zy verhit
zyn.
De Negers van het Eiland Go ere e , en van
de Zeekuft , omtrent de Kaap Verd, zyn wel
gemaakt, gelyk die van de Senegal; zy maken
zoo veel werk van hunne kleur , die in-
derdaat zoo hoog zwart en glansryk , als ebbenhout
is, dat zy de andere Negers verachten
, welke zoo zwart niet zyn , gelyk de
Blanken de taanverwige Verachten. Deeze
Negers beminnen de brandewyn met veel
drift , en drinken ’er zich veeltyds dronken
aan : zy verkopen hunne kinderen , bloedverwanten
, en zomtyds zich zelven, om dit
vocht te bekoömën.
Schoon de Negers van Guinee, een zeer
beftendige gezondheit genieten, zoo koomen
zy echter-zeldzaam tot.eenen zekeren ouderdom:
zy fchynen in hun veertigfte jaar reeds'
oud te zyn.' Het vroegtydig gebruik der
Vrouwen is mogelyk oorzaak van de kortbek
van hun leven. Niets is zeldzamer onder
dit Vólk , als een dochter te vinden , welke
zich herinneren kan , op wat tyd zy haaren
maagdom verlooren heeft.
'- Men fchat, in verfcheide Amerikaanfche
Volkplantingen , de Negers van Angola ,
hooger als die van de Kaap V e rd , ten opzichte
van de- lichaams krachten ; maar zy
ruiken zoo onaangenaam wanneer zy ver-'
hit zyn', dat de lucht van de plaatzen door
welke zy gaan, ’er meer als een vierde van
een uur door befmet is. Die van Guinee,
zyn mede tot den landbouw , en ander grof
werk zeer bekwaam. Die van de Senegal
zyn zoo fterk niet, maar zyn tot den huis-
dienft beter gefchikt, als mede om handwerken
te leeren.
Schoon de- Negers weinig geeft bezitten,
zoo zyn zy echter zeer aandoenelyk, zyzyn
vrolyk o f droefgeeftig , arbeidzaam o f lu i,
en vrienden o f vyanden , volgens de wyzen
op welke men hen behandelt. Wanneer men
hen wel voed , en dat men hen niet mishan-:
d e k , zoo zyn zy vergenoegt, ,vrólyk, ge-i
reed om alles te doen, en de vergenoeging
van hunne ziel , is op hun aangezicht afge-
maalt; maar wanneer men hen kwalyk handelt
, zoo krygen zy hartzeer , en fterven
zomtyds door droefgeeftigheit. Z y vatten-
eénen doodëlyken haat regens die geene op ,
welke hen mishandelt hebben : wanneer zy
in tegendeel genegenheit voor hunnen -Mee—
fter hebben, zoo is ’er niets waar toe zy niet
bekwaam zyn om hem hunnen yver en aan-
I kleving