hen alle jaren zaaijen , en men zal achter volgens
nieuwe verfcheidenheden bekootnen ,
wanneer de eerfte beginnen te bloeijen. Het
is in de tyd wanneer de tuinbedden met deze
jonge bloemen bedekt z yn , dat men de wonderbare
fpeeling der Natuur opmerken kan;
onder verfcheide duizenden van Tulpen, zal
men ’ er geen twee vinden die volmaaktelyk
aan elk anderen.' ge 1 y k zyn.
Eenieder , zecht Bradlei , die de Tulpen
aangekweekt heeft, die van zaad voortkoo-
men , en die men Voedfiers noemt, moet weten
dat z y eenkleurig zyn; dat haare bloemen
groot en dik zyn; dat het uit deze is , dat die
bloemen voortkoomen die het hoogde ge-
ifhat worden om haare fchoone gefchakeerde
kleuren , en dat ’er van tyd tot ty d , een
fchoone mengeling van kleuren uit voort-
koomt. De Tuinlieden gelooven dat de verandering
van de Tulpen een uitwerkzel van
het geval is ; maar ik denk , zecht Bradlei,
dat deze gelyke kleur de kracht der Natuur,
is , vermits men verzekert is, dat de verfchei-
dcnheit der kleuren in alle bloemen , tekenen
van zwakheit, o f gebrek aan voedzel
zyn: zie hier twee Waarneemingen die deze
verborgentheid ophelderen.
.Men heeft by Brufïel een Man die zeer bekent
is , door een klein ftuk Land, dat hy in
eigendom bezit,en in welk, door een byzon-
dere kracht, zoo men zecht, de Tulpen zich
iri fchoone Bloemen van verfchillende kleuren
veranderen, waarom men ’er van alle zy-
den Tulpen, evenals in een Kóft-fchoolnaar
toe brengt, om hiereenigen tyd aangekweekt
te worden , waar na zy onder de fchoonfte
verzamelingen van Bloemen geplaatft worden.
Het is zeldzaam , dat op deze plaats
van de y y f bollen die men ’er in plaatft , ’ er
geen drie , ten einde van een jaar, gefcha-
keert zyn. Om deze verandering te verklaren
moet men acht geeven , dat de grond van dit
ftuk Land, niet anders als puin van Kalk is ,
die men fyn geftooten heeft, en dat ’er ten
hoogften een twintigfte gedeelte Natuurlyke
Aarde onder is.
Het is klaarblykelyk, dat een grond van
dezen aart, de bollen vermageren moet, en
dat bygevolg de Bloemen op de een o f andere
w y s , ’er door veranderen moeten. 1 Men
merkt mede op, dat naar mate,de bloem fcha-
keringen krygt, de bol in grootte vermindert
, de bladeren inkrirapen , de fteel vermagert
, en de bol byna geen jongen voört-
,brengt. De ondervinding heeft geleert , dat
om de verfcheidenheit der kleuren in de Tul-
pen te bewaren , men haar alle jaaren uit dé
aarde moet neemen , zoo ras zy uitgebloek
zyn.
Zie hier een andere Waarneeming die daar
toe ftrekt om te bewyzen dat men de fchoon.'
heit der Tulpen waarfchyhelyk alleen aan
een gebrek van voeden; fap verfchuldigt is,.
Ik heb, zecht Bradlei verders , in een tuin
naby London , een bed met Tulpen gezien’
aan iedere hoek van tvelk een fchoone ee-
fchakeerde Tulp geplaatft was, zonder dat
de andere eenige de minftc verandering ondergaan
hadden: dit wierd , ‘zoo ik geloof
door vierTaxisböömen veroorzaakt, die aan
de vier hoeken geplaatft waren, en die de natuurlyke
kracht van den grond uitgepiu hadden.
In Holland, alwaar men de fchoonfte verzamelingen
van dit foort van bloemen ziet
is de grond natuurlyk zandachtig , en bevat
twee deel en zee-zand tegens' een deel gewone
zwarte aarde. Men ziet in dezen, grond
Baguetten , die drie voèten hoog bloeijen.
De Bloemminnaren van dit Land, geeven altoos
op twee zaaken acht wanneer zy hunne
I ulpen planten; de eerfte is dat zy de vroeg-
tydige by elkanderen planten; en wanneer zy •
de late foorten planten, planten zy de groot-
fte op-het midden van het bed, en twee rèyen
van de kleinfte ter wederzyden. i De maand
Odlober is de rechfe tyd om de bollen te planten.
Men laat hen ongedekt tot datdebloemknop
zich begint te vertóónen, wanneer men
de .planten met matten o f zeildoek dat op beugels
ruft voor de .onguurheden der lucht be-,
fchut: deze bedekzelen dienen medé om de
bloemen wanneer zy ontlooken zyn , voor
den regen en de groote. hitte, der Zon te be-
fc-hermen, die de bloemen ras doet verwelken
: wanneer.-men hen plant moet men hen
in diervoegen fchikken, dat de kleuren tegens
elkanderen affteken ; zy hebben meer Iuïfter
wanneer de kleuren-tegens elkanderen ftry-
den. Men moet de bollen uit de aarde neemen
zoo ras de bloemen verwelkt zyn, en
men moet hen op een drooge plaats bewaren
tot de tyd dat inen hen weder plant.
D e bollen der Tulpen zyn aan verfcheide
kwaaien onderhevig : zoo men de voorzorg
niet gebruikt om hen geduurende de ftrengfc
winter maanden te bedekken, de koude regens
die hen doordringen , veroorzaken hen
een kwaal, die men de Madrtfche-vlak noemt:
deze befmettelyke ziekte is een verrotting,
die het eerfte blad gelyks de 'aarde aantaft.
2oo ras men dit gewaar word, moet men het
ongemak tot aan het leeyen afliiyden, anders
zal men den geheelen bol verliezen. Zomtyds
ontblooten zich de bollen van hunne buit,
om dat zy niet diep genoeg in de aarde geplant
zyn. De kenmerken van een goede bol
[ zyn, dat hy hart is , en een roodachiige huit
heeft..
Vermits men verfcheide voorzorgen gebruiken
moet, die aan alle de fchoone bloemen
gemeen zyn, zoo zie ds woorden Hyacinth ,
Asseli si l, B ee r e n- o o r , en het artï-
i fe/T u in-H anevo et op het woord H a*
j MEVOET.
^ T U L P A A N , zie T ulp,
T U L P E N B O O M , 'Tulipifer a, De
I Tulpenböom is uit Virginiën oorlpronkclyk,
maar men kan hem in onzegeweften zeerwel
[ aankweeken. Dit is een der fchoonfte boo-
[ meri'die men tot fiefaad van'een Tuin verkiê-
I zen kan: hy vèrkrygc een verbazende hoogte
[ en dikte :.zyne,bladeren zyn alzoo fchoon als
I die van den Wefterfchen Platanus-boom; zy-
ne bloemen zyn groot eiï fchoon : hy is zeer
gefchikt om heggen en hcerlyke wandella-
I nen te vormen»
I De Bloemen van dezen Boom hebben veel
I overeenkomft met de Tulpen . hierom heeft
I hy den naam van Tulpenboom \rerkreegen: de
bladeren van zyn'e bloemen zyn groot, een
weinig; langwerpig , rondachtig aan het uiteinde
, en rooswys gefchikt: óp de bloemen
|volgfen- langwerpige en fmalle zaadhuisjes:
[ alle deze zaadhuisjes vereenigt zynde , vormen
fehubachtige vruchten, die eenige overeenkomft
mét de kegels der Denneboomen
hehBen: zynebladeren zyn groot, v aft, glad,-
! litgefneden, en fchoon groen : vermits het
! ichynt dat zy aan het einde ingcfiië'deri zyn,
en. wel evenwydig met de zenuuw die het
middelfte gedeelte doorloopt; zoo geeft hen
dit een. zonderlinge gedaante: zy worden door
‘Uiige deeltjes ondcrftcunt, die zoo krachtig
zyMat zy hen onderfteunen , zander dat zy
afhangen.
Deze Boom bemint boven al de vochtige'
ponden : men kan hem van de zaaden aan-
jWeeken- die:men uit Louifiana en Kanada
ekoomt, alwaar men dezen Boom Geel Hout
L0emt : het word in dit Land voor een dier
gehouden die het befte gefchikt zyn
Kanoes van een eenig ftuk te vemardi-f
U. D eel»
T U N I S B L O E M , Tagetes. Dit is een
Plant waar van men twee voorname foorten
onderfcheid.
1. De G roote T un i s b l o em, Caryo-
' phyllits Indictie major. Haar wortel is zeer vezeïachdg;
by fchief een fteel uit die omtrent
drie voeten hoog, zoo dik als een duim, geknoopt
, getakt, en mét merg vervult i s : de
bladeren gelyken naar die van het Wormkruid
: de bloemen koomen ieder afzonder-
lyk aan.de toppen vo o r t; zy zyn fchoon,
met veel bladeren bezet, geftraalt, rond , en
zomtyds zoo .groot als een vuift. ' Op dezelve
volgen ronde, hoekaehtige en zwartachtige
zaden.
2. De K le i n e T u n i s b l oÉM , Caryo»
phyllus Indicus minor. Haar wortel is kort
èn vezelachtig; hy 'fchietfteelen ter hoogte
van een voet uit, zy zyn mergachtig : voor
’ t overige , gelykt deze Plant naar de voorigMe;
en kweekt de Tunisbloem in dé Turnen,
om de fchöönheit van haar bloem aan. Dé
Schiyvers iïemmen met elkanderen niet overeen
omtrent de krachten van deze PlanC
Hernandet zecht , in zyne Hiftorie van de
Planten van Mexiko , dat het afkookzel o f
het fap van haare. bladeren, de pislozing ^hec
zaad , 'de maandftonden , en het zweet bevordert.
Dodoneus wil $ in tegendeel , dat
de Tunisbloem een vergift is , en hy haalt9e t
verfcheide voorbeelden van aan. In afwachting
van de beflechting van dit gefchil, moet
men zich wachten om de bladeren van deze
Plant te kaauwen en door te zwelgen , die,
wanneer zy uitwendig gebruikt worden, nuttig
zyn om te zuiveren en op te lollen.
T U N A . Dit is een foort van Indiaaii-
fchen Vygenboom die in Mexiko groeit: zié
op hét woord Ïn d i a a n s c h e - V yg.
T U P IN A M B I S . Deze naarft geefc
Marckgravv aan een Braziljaanfcbe Vogel,
die zich met VilTchën voed : hy heeft veel
overeenkomft met de Merops o f Bytn-Wolfi
zie dit wóórd.
T U P IN A M B I S . Dit is mede de naani
vati eeri foort van half üachtigfe Amerikaan-
fche Haagdis , die' gemeenelyk Sauvegarde
gènöemt word : zie dit woord. Deze Haagdis
is by uitftek fchoon : zy begeeft zich
P PP P zom^