de geboorte, voor de eerfte maal, zuiger*.
Naauwlyks geniet bet kind de vryheid,
9m zich te bewegen, en zyn.e leden uit te
ftrekken, o f men geeft het nienwe banden.i
^lea b ^ e rt h e t ; gelukkig zoo men het zoo
heeft f||§ men het- belet: ©$$
^ k ^ n e n , ademen ; ei& dat men de voorzorg
gebruikt om het op,de eene. zyde te leggen, om
dat de vochten.» die bet door den mond moet
looien , zouden konnen uitvlo eijpn ! want
vermits bet dus ingepakt i s , zqc*. beeft het
geeiij yj-ybeit om, het hoofd ter zyden te wenden,,
om de wegyloeijing te bevorderen. Öe
\ 9lfeen welke zieh vergenoegen om- hunne
kindeken naakt op. hangbeelden van kapoen te.
i eggen , o f hen alleen % hunne- wiegen., wel-,
ke met bond werk bekleed zyn , toe te dek-,
kea,, geven onsr een voorbeeld dat wy moesten
nayolgen. De zwag^els der bakeri.ngkon-
seu, by de rejglyven vergeleken wolken'
\yelk£ pren do jonge doehters.van haajekindsr
bei.e a£; laatdrzgen. Dit foort van harnas ,
*t geen. bedacht is om. de geftalte te bedwingen
y en haar te beletten om zich natuurlyk
te vormen * veroorzaakt meer ongemakken
en wanftalligheden, als- het belet. De kinderen
welke yryheid hebben om hunne leden
naar hunnen wil te bewegen , werden veel
fterker als die geene ,, welke gebakert worden.
; want het gebrek van o effening.,. vertraagt
den aangroei der leden. Men ziet dat
de,kindeken der Negers, reeds na de. tweede;
maand beginnen te. gaan , of liever op de
knyen en handen te kruipen: om, hen tot.
gaan te verplichten r bieden de moeders hen
van verre de borft , als een lokaas, a a n e n
men ziet hen naar dezelve toe kruipen,. Deze
o effening vsffchaft hen de gemakkelykheit
om in. deze geftalte byna zoo, rad tè lp open y
als o f zy op hunne voeten fioncten.
Deze kinderen der Negers worden zoo bel
e d i g en fterk, dat zy , wanneer zy zuigen
willen , een der heupen, van de moeder met
de knyen en voeten ontvangen; en haar zoo-
valt drukken , dat zy. zich hier op ko-nnen
houden , zonder behulp van de- armen der
moeder : zy houden zich. aan de borlten met
de handen valt,, en zy zuigen volftandig,
zonder van- plaats te veranderen „ en zpnaèr
te vallen , ondanks, de verlchilleride bewegingen
van- de moeder, die baaren gewoonen
arbeid verricht.
De eerlt geboore kinderen- hebben dik wy Is,
voedzel nodig. Men laat hen , geduurende
den dach * alle twee uuren z u ig e n e n des
ftack-t-s zoo dikwyls, als* zy wakker wordem.
Z y flapen gfdnurende. bet groptfte gedeelte;
yan den, d%ch en nacht in den eerften tydvan
hun leven * en, bet fchynt zelfs dat zy alleen
doppdp tmerten,. o f doop den honger ontwaken^
P f i kluiiters der-bak^ing houden hei?,
ju een geftalitp. welke ver moe ij ënde. en fhjer-
« I 5; ia^éen zekere cyd word: hun teder en.
zagt v e l,. werd door bunnen drek | kond §
ancie-FS:,,. nls; de moederlyke tederheit,.
ijs bekwaam om, hen altoos zi.ndelyk te, hou-
<fen, Dp. Wilden welke begrypen hoe nopd^
zake-lyk' deze- zorg is , vervullen dit op. een;
zee1' eenvoudige wys,. Zy, leggen op, het pn-
de-r,fi:p gpdeelte van de wipg „ een geno.egzar
I»e hpeveelheit Itof im hput % dat door de.
wormen geknaagt- is;,. en zy bedekken hunne
kindeïen ih.pt- bontwerk dit f to f zuigt de-
yochtigbe-it in , en mpn, gebruikt de voorzorg-
on; het dikwyls-. t,e ververfeben. In het Oosten,
en vooral in Turkyen , maakt men de
kinderen naakt- pp een plank- valk, die met
katoen bekleed,, en met gaten doorboort is ,
om den drek weg te laten vloeijen..M en tracht
het gefekrei der kinderen t,e ffcillen met hen
tè wiegen ,. maar men moet hen. zeer zagtjes,
bewegen.; want deze fchudding zou mogelyk
in Haat zyn wanneer zy te geweldig was,,,
om het hóóft te beroeren,, en het brein te
ontftellen. Wanneer zy gezond zyn , móet
hunnen flaap natuurlyk ,, en langdurig zyn
echter zoo zy te. veel; flapen , zoo heeft men
te duchten dat dit hun- geft.el verzwakken za lr
in dit geval.-,, moet men hen uit de wieg nemen
, en door zagte febuddingen doen. ontwaken.,
o f dporhehiets bljukents telaten zien*.
In dezen ouderdom is het , dat wy de eerfte
indrukzelen, der zinnen ontvangen : zy zyn
ongetwyfelt van meer aanbelang voor- hét
overige van ,het leven , als men zich .gemee-
nelyk, verbeeld.
Men moet. altoos, zorgvuldig- acht geven ,
dat, de wieg. in- diervoegen' geplaatfl is;., dat
het kind het; licht recht van vooren ontvangt;
Want om dat zyne oogen zich altoos, naar de.
meeft verlichte-zyde, keeren , zoo-zou, wanneer,
de wieg dwars, geplaatfl: word,. het eene
oog, met zich geftadig naar het lichtte ke.é-
re ir , meer kracht, vejkrygen , en,het kind
hier door fcheei worden.. De Min moet het
kind, geen-,ander vpedzel, als.de melk. uit baar'
re borlten geven , ten minlten geduurende
de t.wee; eerfte,maanden,; men moet. het. zelfs
geen ander vpedzel geduurende de derde en
vierde maanden laten , gebruiken, vooral wannéér
néér des zélfs geftd zWak eb teder is. Hoè
iierkeêh kind ookzyn mag, Zoo kan het echter
groö'te ongemakken bekooméh , zoo men het
ander voedzel als de melk der Min, voor het
éindè van de êerïle maand gééft. In Holland,
Italiën, Ihirhyen, en in ’t algemeen] door de
geheele Levant, gééft men de kinderen géén
ander voedzel , gèduureóde hun eerlte jaar,
als de melk der vrouwen borlten. De vrouwen
der Wilden van Kanadazöogenhaare kinderen
, tot hun vierde , vyfde , en zélfs tot
hun zêVênde jaar. In Vrankeryk, alwaar de
vrouwen zoo yéel melk niet hebben om den
êetlült van hunrlè kinderen te 'voldoén , zoo
vergoeden zy dit gebrek doof een voedzel
dat van meel en melk zamen gellelt is ; maar
men moet, voor dat zy twee o f drie maanden
oud zyn , géén begin maken om hen dit
veel valter voedzel te g'eévèn : voor welk
men zelfs brood dat in melk geweekt is , ge-
'bruiken moeit; het is dus , dat mén langzamerhand
de maag dér kinderen gewend om
gemeen brood te verteeren , als mede de andere
fpyzen, met wélke zy zich in ’t vervolg
moeten voéden.
De tanden welke mén fnytandeïi noemt ,
zyn acht in getal ; zy ontwinden zich doorgaans
het éérlte , en gewoonelyk in den ouderdom
van zeven maanden, dikwyls in de
achtlte o f tiende , en zomtyds zelfs eerlt ten
einde van èën jaar. Dit üitwefkzèl, fchoon
natuurlyk zynde , Volgt echter de gewoone
wetten der Natuur niet, die geltadig in het
menfchelyk lichaam werkt, zonder de minlte
fmerten te veroorzaken, en zelfs zonder eeni-
gê gewaarwording te verwekken ; hier doet
zy een gewéldige en fmertelyke poging , die
van tranen‘ en fchreeuwen vergezelt is. Dé
kinderen brengen hunne vingeren in den mond
pm de jeukihg te Itillen die zy hier gevóélen.
Men verzorgt hen een geringe ontlalting wanneer
men aan het einde van hunnen klater,
een Ituk yvoir o f koraal, o f eenig ander hart
en gepolylt-lichaam valt hecht: zy drukken
héc tuffehen het tandvleefch op de pynelyke
plaatzen; deze poging welke tegens over diè
van den tand geitelt word, Itiltde fmert vopr
een oogenblik ;. zy werkt ook medé tot 'dé
verdunning van het vliès van het tandvleefch,
dat wanneer het van twee zyden gedrukt word,
Z1G*1 gemakkelyker laat doorbooren ; de natuur
Helt hier haare eige krachten tegens zich
zei ven , men js zelfs zomtyds genoodzaakt
óm een kleine infnyding te doen , ten einde
cie tand een doortocht te verfchaffeh.
Omtrent het einde van het eerfte , o f geduurende
het tweede jaar , ziet men zelhen
andere tanden te voorfchyn koomen , deze
noemt men maaltanden , o f kiezen , zy zyn
vier aan vier ter wederzyden, achter de honds-
tanden geplaatfl: deze tyden van het te voorfchyn
komen der tanden verfchillen. De A f tanden,
hondstanden, en de vier eerfte maaltanden
vallen natuurlyk in het vyfde , zesde *
o f zevende jaar , uit; maar zy worden door
andere vervangen , welke zich in het zevende
jaar vertoonen , dikwyls later, en zomtyds
eerlt in den huwbaren ouderdom. De
uitvalling van deze zeftien tanden, werd veroorzaakt
door de ontzwagteling van het tweede
grondbeginfel, dat in den bodem der tan-
denkas geplaatfl: is , en in het aangroeijen ,
de yóofige tand uitftoot ; dit beginzel ontbreekt
gewoonelyk aan de andere maaltanden',
hierom vallen zy alleen door toeval uit,
en hun verlies , werd zeldzaam weder her-
ftelt.
Men heeft nog vier andere tanden , welke
aan de beide uiteinden van ieder kakebeen ge-
plaatft zyn ; vérfcheide lieden ontbreken deze
tanden : hunnë omwinding gefchiet gewoonelyk
èerft in den huuwbaaren ouderdom
, en het is öm deze 'reden, dat men heft
wysheids tanden noemt. Het getal der tanden
in ’t algemeen verfchilt niet, als om dat
het getal der wysheids tanden , altoos niet
even groot is , hier uit ontftaat het ver-
fchil van acht en twintig, tot twee en dertig
in het volkóomen getal der tanden.
Wanneer men ae kinderen te lang o f tè
hart laat fchreeuwen , zoo veroorzaken deze
pogingen , hen uitzakkingen ó f breuken, die
men met de uiteffte zorgvuldigheit door zwag-
telingén moet trachten te herftellen , zy ge-
neezen gemakkelyk door dit hulpmiddel ;
maar zoo men dit Ongemak veronachtzaamt,
zop lopen zy gevaar om het hun geheele leef-
tyd te behouden. De kinderen zyn by uitftek
aan de wormen onderhevig ; maar wanneer
men hen van tyd tot tyd , een wéinig wyn te
drinken geeft, Zóó zal men mogelyk een gedeelte
van de kwade uitwerkzelen voorkook
men, welke door de wormen veroorzaakt
'worden ; want de vochten Welke gegift
hebben , zyn aan hunne ydofttëeling nadelig
.H
oe teder mén óok ift Zyne kindsheid zyn
mag, zoo is men echter in dezen ouderdom
minder aahdoenelyk voor de kóüde , als in
andere tyden van het leven ; de inwendige
G 2 warm