fprong, en aan de uit-eindens opgeblazen zyn.
Wanneer dezen Vifch in het zand o f in troebel
water verborgen is , zoo heft hy zyne
baarden op om de kleine viifchen tot zich te
lokken, deze vallen ’er op aan, en byten ’er
in , even als in een aas , maar de Zee-Kik-
vorfch koomt aanftonds te voorfchyn , en
verflind hen.
Deze Vifch heeft in ondèrfcheiding van-de-
andere kraakbeenige vilfchen , twee vleugelen
aan. het midden.van het lichaam.,, een.ter.
weder zyden: de opening der, kieuwen is met
een eenig vel bedekt; zyn ftaart is vleesachtig
,, dik en breed,aan het einde,- en boven
dezen ftaart fchynt hy een andere, kleindere
te hebben , de zyden van het hoofd en van
den ftaart zyn met uitwaflchen bezet ; het
vel van den buik is-zwart; zyn maag is groot,
zyne darmen dun zyn lever rood, zyn gal
zoo helder als water, . zyn vleefch zagt, en
bet hee ft een kwade reuk en fmaak..
De Italianen hebben dezen Vifch de naam
van Zee-Duivel gtgevan ,..om dat, wanneer
men hem van alle zyne ingewanden ontbloot
h e e ft, en een ontftoken wafchlicht in het
lichaam fteekt, hy alsdaneen verfchrikkelyk
monfter fchynt.
Z E E - K O E , De» Reizigers Hemmen
weinig overeen in de befchryyingvanditDier.
Byna alle, hebben heMSTylpaart ,.de-Phocas
o f Ze e -Ka lf, als medé de Walrus , met de
Amerikaanfche Zeê-Koe verward. Dit Dier
is het zelfde dat de Spanjaarden Manati ge-
noemt hebben. De Franfcbe Akademiflen•
hebben noch de naam ■ van Zée-Os , aan de
Zee-Koe. van Amerika.gegeven, waar van wy
hier fpreeken.
De Zee-Koe is een groote-Vifch, dié zesr-
ti.en en meer-voeten lang, en drie en eenhalf-
voet dik is ; zyn kop is affehuuwlyk , en hy
heeft kleine gaatjes , .in plaats van oorem,.
edoch , zyn gehoor is hier om niet minder
fcherp. Zyn kop is met een hard en dik vel
bekleed ,. ’t geen met een weinig korte en
afchverwige bruine hairen bedekt is : zyne
oogen zyn zeer klein in .evenredigheit van de
groote van zyn lichaam.. Dit dier heeft twee
mammen die aan de bbrft.geplaatft zyn ,.en
twee pooten naby de fchouwders, die dé gedaante
van wezentlyke vinnen hebben. Rdy
zecht, dat zoo Diogenes de Zee-Köe- gekent
had, hy geen Haan,,zou hebben behoeven-te
plukken om eentweevoetig Dier zonder v erderen
te hebben , vermits- de Zee-Koe,.een:
tweevoetig.Dier, zonder vederen is.
Schoon alle S'chryvers , de Zee-Koe niet
meer als twee voeten toefchryven , zoo zegt
de Heer Brijfon. echter,,. dat dit Dier te veel.
overeeukomft met de viervoetige. Dieren,
heeft,. om ’er. geen te zyn; en dat,, zoo men,
het:ontledigde,.men mogelyk bevinden zou,,
dat deszelfs achterfte pooten in zyn ftaart
verward zyn, die misvormigen breed.is..
Dit Dier is leventbarende,. en paart op de
wyze der Menfchen; deszelfs teellid is , ge-
lykdat der Paarden gevormt , ,en zyne ingewanden
gelyken naar die van den Stier.. De
Zee-Koe is niet gevaarlyk,. en koomt op het;
land om zich met kruiden te voeden , en by-
zonder met.de bladeren der Palecuviers.
. De Heer dé la Cónddmine zecht, in zyn
Verhaal van de Rivier der Amazonen ,. dat
hy te St. Paulus de Omaguas, de grootfte van,
allé bekende zoetwater viftchen , . na:,het leven
, afgetekent heeft; dat de Spanjaarden en
Portugezen, de naam van Zee-Koe en Os-vifcb
aan dezen Vifch,gegeven hebben, en dat men,
hem met de Phocas o f het Zee-Kalf niet verwarren.
moet, Hy voegt-’er b y , . dat zyn-
vleefch en vet vry veel overeeukomft met
die van een Kalf hebben , dat hy geen hoornen
heeft, nooit geheel-uit het waterkoomt,.
en dat hy ’er zelfs niet-uitkomen kan-, omdat,
hy alleen twee vinnen naby den kop heeft.
Deze vinnen hebben de vorm van vleugeltjes,
zy zyn zeftien duimen lang., en verftrekken
hem tot armen en beenen, . hy fteekt zyn kop
alleen uit het water om de kruiden te-bereiken
die op den oever groeijen : -dus.fchynt:
h et, dat de Zee-Koe geen halfïlachtig noch
viervoetig Dier is.. Het gevoelen van den
Vader Labat, word hier, door dat van. den
Heer de la Cónddmine beveiligt. Dezen Aka-
demift zecht, dat het kruid waar mede dezen
Vifch zich voed , acht o f tién-duimen-lang,,
fmal, fpits,..malfch, enfchoon groen is , en
dat men gemakkelyk zien kan wanneer deze
Dieren grazen,, want dat de kruiden die hen
ontfnappen, boven op he.t water komen. De
oogen van de Zee-Koe zyn rond , .en -zeer
klem , de openingen van de ooren zyn zo o :
onmerkbaar, dat zy-zich niet grooter- als
ipelde-gaten vertonen.
De Heer de la Cónddminehèeft'dezen 1
Vifch noch in de Orinique ,. in de Oyapoc,.
en verfcheide andere Rivieren- in dé -nabuur- ■
fchap van Cayenne, ; en. ,de-.Kuft van, Güayana
tia gevonden; men ontmoet hen altoos van
de Zee verwydert: men vind hen menigvuldig
in de groote Rivieren , die in de Rivier
der Amazonen uitvloeijen , gelyk de Gual-
laga, Paftaca , enz. Z y worden in de Rivier
der Amazonen niet geftuit, als door de
Pongo de Borja : zy drinken niets anders als
zoet water.
Men heeft Zee-Koeijen , die duizent, en
twaalf hondert ponden wegen. Deze Dieren
zyn zeer vreesachtig , zy wyken fpoedig
in het water, zoo ras zy het minfte gerucht
hooren ;, dit kenmerk bezitten alle viffchen
die geen verdedigende wapentuigen hebben,
Men dood hen met werpfchigten , en andere
diergelyke wapentuigen ; maar men eet hun
vleefch niet, dan wanneer men door den honger
geperft word. Echter hebben de Vry-
buiters, en het grootfte gedeelte van de Indianen
van de Land-engte van Dariën , dik—
wyls geen andere toevlucht, tegens den honger
als de viifchery van deze Dieren; zy zeggen,
dat het vleefch ’t geen men van de helft
der zyden tot onder den buik affnyd, en dat
der mammen zeer aangenaam is. Het gebeurt
dikwyls, dat zy met den muil buiten het water
ilaapen ; dit is genoeg om hen door de
Viifchers te doen ontdekken , die hen alsdan
met harpoenen fchieten , en die hen op het
land trekken wanneer zy hun leeven met hun
bloed verloren hebben. De Negers zyn op
deze vangft zeer afgerecht; zoo ras zy een
Van deze dieren ontdekt hebben , en het binnen
hun bereik is om het te konnen harpoeneren,
zoo werpt die gene, die ophetvoor-
fte gedeelte van het vaartuig z i t , het de harpoen
met alle zyne krachten in ’ clyf, en viert
het touw bot, dat ’er aan vaftgehecht is : de
gekwetfte vifch neemt de vlucht, en de Negers
volgen hem op het geleide van het dry-
vende hout dat aan het einde van het touw
vaftgehecht is , en zoo hy onder hun bereik
koomc, zoo fchieten zy hem met een tweede
harpoen, om de uitvloeijing van zyn bloed
»te verhaaften ; zomtyds is een uur hier tóe
genoeg, o f ten hoogften twee uuren. Wanneer
de vifch dood is , zoo koomt hy boven
water, en de Negers trekken hem met een
zonderlinge behendigheit in hunne kanoe; o f
zoo hunne kanoe te klein vo'or het Dier is;
zoo hechten zy het’er met een touw aan vaft
en (Iepen het dus naar het ftrand.
Vermits men dikwyls ziet dat de Zee-Koè
van twee jongen gevolgt word, zoo heeft
men redenen om te geloven, dat hare dragten
’ s jaarlyks van twee jongen zyn. Zeldzaam
miftmen om dejongen mede te bekomen wanneer
men de moeder gevangen heeft, tenmin-
ften niet , wanneer zy noch zoo groot niet
zyn dat zy niet meer zuigen, en dus vluchten
konnen. Plet is zeker dat deze Dieren meer
vermenigtvuldigen zouden , zoo zy meerder
ruft genooten ; maar men heeft een menigte
vifch-eetende Dieren , die hen geftadig beoorlogen,
en des te ftoutmoediger , om dat
zy zich byna niet verdedigen konnen.
Men vind langs het lichaam van dit Dier,
een laag fpek die vier o f vyf duimen dik is ,
het is vaft , en van een zoo menigvuldig gebruik
, als dat der Varkens: het fpek en de
reuzels van dit Dier , te zanten gefmolten
zynde , verfchaffen een boter , die niet ligt
geel word.
Het vleefch van dit Dier is een fpyze die
vry gemeenzaam door de Inwoonders van
Guadaloupe , St. Chriftoffel, Martenique ,
en andere naburige Eilanden, gegeten word,
alwaar men ’s jaarlyks verfcheide fcheepen
met dit vleefch.beladen, aanbrengt.
- Men, heeft mede Zee-Koeyen in de N y l ,
en in China. Het vel van dit Dier is dik genoeg
om gelooit te wórden , en wanneer het
wel bereid i s , zoo verfchaft hét een fterk
leder. Wanneer men deze moeite-niet. nemen
w i l , zoo maakt men ’er riemen van, en
zelfs zeer duurzame fchoenzoolen.
Men vind in den kop van de Zee-Koe.,
vier witte fteenen , aan welke de Chinezen
en Amerikanen , groote krachten toefchryven.
Z E E - K O E , o f W a l r u s , Rosmarus.
Dit Dier, ’t geen zich in de Zee van Groenland
, omtrent Nova Zembla , en naby de
kleine Eilanden van den G o lf van St. Lau-
rent onthoud , is een halfilacbtig Dier. In
de gedaante van het lichaam , gelykt het vry
wel naar de Phokas : echter is het veel grooter,
veel lyviger, en zelfs veel zwaarder als
een Os. Zyne vier pooten , met gepalmde
vingeren , zyn beter gefchikt om te zwemmen
, als om te gaan , vooral de achterfte:
zyne vingeren die met korte nagelen bezet zyn,
zyn met een vel bedekt, ’ t geen zes lynen
dikte heeft; de huit van het lichaam is byna
een duim dik; zyne hairen zyn k o r t, bruin,
en bemorft geel. Zyn kop is zeer groot,
misvormig, en aan de voorzyde plat: op het
voorhoofd , zyn twee openingen , om het
water uit te blazen ; de muil is met kraak-
B b b b b b a beeni-
#>