andere vochten , ’t zy natuurlyke o f door
ko.nft gemaakte , gelyk bier , appeldrank 9
thee, chocolaat, en koffy, zyn dranken die
ernftigheit en ftilzwygentheit inboezemen.
Zoo zy zomtyds een gezelfchap om zich vergaderen,
zoo redeneert men mee een Harig
gelaat over de zed ekun.de , o f op een koele
wys over fiaatkundige onderwerpen; en
zomtyds redentwift men met fcherpheit: het
is een byzonder -voorrecht van den wyn alleen
om een onmisbare bronwel van vreugde
te zyn. Hy verfpreid de vrolykheit op
het gelaat: hy verzacht de verbittertfle harten
, en word de middelaar van de bevallig-
f te , en in wikkelen fte verzoeningen, en die
het gemakkelykfte gevonden worden. Maar
zoo hy een der bekoorlykfte banden van de
maatïchappy is., zoo is hy te gelyk een der
vermogen tfte middelen om den menfeh in
zynen arbeid te onderfchragen. Hy zou een
byzonder geneesmiddel voor verfcheide kwalen
zyn, zoo men ’er op een gematigde wys
gebruik van maakten. De Wyn is zonder
tegenfpraak , het uitmuntentfte hartfterkent-
middel dat den Schepper der Natuur ons gegeven
heeft: hy is maagverfterkent, geeft
alle de ingewanden krachten, en bevordert
de vertering. Maar alle deze goede hoedanigheden
worden door het misbruik vernietigt
; want de wyn, onmatig gebruikt zynde,
verhit fterk, verderft de vochten , veroorzaakt
dronkenfehap, en verfcheide beklaag-
lyke ziektens, als koortzen, waterzucht, beroer
the it , flaapzucht , en andere dierge-
lyke.
Men vind in de verfchillende foorten van
wynen, een zonderlinge verfcheidenhèit van
gebreken en deugden. De witte wyn , by
voorbeeld, is pisdryvende , en vloeit zeer
ras door de pisleiders uit: hy matigt de fcherp-
heden van het bloed in de galachtige en
bloedryke temperamenten ; maar hy voed
minder als de roode wyjn , en is. onderhevig
om hoofdpyn te verwekken. De blee-
ke wyn is veel geeftiger als dé voorgaande,
en is nuttiger voor de waterachtige temperamenten
en voor de grysaards.
Men kan echter zeggen , dat de roode
wyn die gene onder alle wynen is , die zich
het befte naar alle foorten van temperamenten
fchikt. De reden hier van is , dat hy
een genoegzame hoeveelheit van wynfteen-
aehtige deelen bevat, die hem minder dampig
o f hoofdig en meer maagverfterkender
maken, als de witte wyn. De zoete wynen
zyn beter gefchikt, om de borft van de fluimen
te zuiveren ; zy zyn de eenigfte , onder
alle de foorten van wynen, die den buik
'week maken. De wrange en wreede wynen
zyn zamentrekkende, en nuttig voor die gene
die aan den buikloop onderhevig zyn, en
in welke de vezelen van de maag te veel
öntfpannen zyn. De zuure o f rinsachtige
wynen zyn nuttig voor de gal achtige lieden,
en om de 'gilling van het bloed te matigen.
De krachtige en geeftachtige wynen zyn beter
gefchikt, om de ge ellen van de uitgeputte
lieden, te herftellen , als wel tot het
dagêlyks gebruik; het onmatig gebruik van
dit foort van wynen is veel gevaarjyker als
dat van andere ; maar zy konnen heilzaam
zyn, wanneer'men ’er met gematigheit omtrent
het einde van de niaalcyd gebruik van
maakt.
Men geeft de naam van ft om me Wyn of
ftom, aan die gene die men,van moft bereid
waar van men dq gilling belet heeft.. Om
deze wyn te bekomen , ,zoo gebruikt men
de voorzorg om, wanneer de moft uit de
pers vloeit, ’er een geringe hoeveelheit van
in vaten te gieten , in welke men .zwavel
laaé branden. In Guyenne, en eenige andere
Landfchappen van Vrankeryk, voegt men
’ er fuiker b y , en men 'roert het vocht zoo
lang met alle kracht om , tot dat het geen
teekens van gilling meer geeft. Men herhaalt
dit verfcheide malen , en vermindert
telkens de hoeveelheit der zwavel. Wanneer
het wel doorgezonken is , zoo giet men
het óver: het word helder, doorfchynënde
en zoo glansryk als brandewyn. Deze wyn
behout altoos' zyne zoetheir. Hy is zeer
nuttig voor de verkoudheic en borftkwafen.
Men bedient ’ er zich zomtyds van om de
wrangheit der wyn te matigen , die te
groen is.
Het fap der Druiven ’ t geen'men doorgaans
Moft noemt, dient om de Sapa o?Gelei en de
gekookte Wyn zamen te Hellen: de eerfte word
bereid met de moft door te zygen, en haar
Op het vuur uit te dampen, tot dat ’er niet
meer als een derde gedeelte van overig blyft:
deze rob is zamentrekkende, en het gemec-
ne Volk bedient ’ er zich van , om dè kwee-
peeren en andere vruchten te konfyten. In
eenige Landfchappen gebruikt men haar mede
om de moftaart te bereiden : de Sapa of.
Gelft tot de zelfftandigbeit van honing uitgedampt
zynde , heeft de naam van oprecht
gekookt druivennat. De gekookte Wyn is het
uitgeperfte.fap van zoete Druiven, die naauw-
keurig ryp zyn, en waar van men een derde
gedeelte van het vocht op het vuur laat uitdampen:
men giet dit fap alsdan in een house
o f aarde vat, en roert het zoo lang om
als het warm is.
J)e verfchillende zelfftandigh eden die men
uit de Wynen trekt.
Men trekt uit den Wyn door middel van
de overhaling , de brandewyn en de Wyn-
geell. Men kan deze geeftachtige en brandbare/
vochten uit alle foorten van. wynen
trekken ;maar men bekoomt een grooter hoe-
veelheit uit de eene als uit de andere; Het
cvebruik dat men van den brandewyn en wyn-
geeft in de Kruidmenging en Heelkonft maakt,
is te overvloedig, bekent, dan dat wy ’er
hier van fpreken zouden. Deze geeftachti-
cre vochten, zyn de gfondfkgen van alle ra-
tafnaas : de verfchillendé vruchten, die men
’er in aftrekt en de fuiker, matigen hunne
fcherpe fmaak, en men word alleen de fmaak
van de vruchten gewaargelyk die der kar-
fen, muskadellen ,, oranjebloemen, enz. .
De verandering .die; in den^ Wyn gebeurt,
wanneer hy van de wynachtige gifting, .tot
de zure gifting overgaat, verfchaft ons de
azyn, % geen een zuur vocht is dat ons verfcheide
goede geneesmiddelen verfchaft,zonder
het geftadig. gebruik te rekenen ’t geen
men ’er in de keukens tot de bereiding der
fpyze van maakt. De azyn is zamentrekkende
, verfriflende, nuttig in de bloedftor-
tingen, en om de rotachtige gillingen te we-
derftaan , men gebruikt hem vooral tegens
de kwalen der keel : hy is een der grootfte
behoedmiddelen die wy_ hebben' tegens de
kwaadaardige en peftachtige- koortzen en regens
de peft. Men maakt van den azyn met
water gemengt zynde een vocht,. ’ t geen
men Oxicraat. o f azynwater noemt, en waar.
van men in Hovingen gorgeldranken, enz.,
gebruik maakt. '
De wyn verfchaft ons noen door zyne
zuivering, in de vaten , twee nuttige .ftof-
fen, waar van dè eene de Wynfteen is, dit'
is een wezentlyk zout der Wyn , ’t geen
zich aan de wandem der vaten hecht; de andere
is de wynmoer die mede een wynfteen
is die op den grond der vaten is doorgezon-
ken, alwaar hy vloeibaar blyft, vermits by
met het flymachtigfte gedeelte der Wyn vermengt
is.. De. Wynazynmakers fcheiden:’er.
het vloeibaarfte gedeelte door de uitperfllng
af, waar van zy zich bedienen om den Wyn-
azyn te: bereiden; vervolgens verbranden zy
den droeffem van deze moer, en het over-
fchot is het gene men Loog-ajfche noemt:
zy beftaat uit kleine groenachtige witte Hukken,
die veel overeenkomft met de gemee-
ire gekalkbrande wynfteen heeft; zy is ge-
lyk deze, met een valt alkalyn zout vervult;
maar zy bevat meer aarde. De Ver-
wers en Loógers maken ’er gebruik van. Deze
Loög-affche ingenomen zynde, is nuttig
om de verftoppingen weg te nemen, en de
lymachtige vochten te ontbinden; zy koomt
mede in het zamenftcl van den Brand-
fteen..
Middelen om de Druiven te bewaren.
W y hebben byzonder van de ver.fchillen-
de foorten van Druiven gefproken, die gefchikt
zyn om ’er Wyn uit te perffen ; maar
men heeft noch verfcheide anderé foorten
die- men in de Tuinen , op latwerk aan-
kweekt, om haar te eet en. wanneer zy ryp
zyn, en om haar te droogen ; en voor den
winter te bewaren. Dé uitmuntentfte waag-
druiven zyn de vroege Druiven, de ChajJe-
las- die ligtelyk ryp word,, en zeer zoet is ï
de Cioutat, die mede zeer zoet i s , en wiens
bladeren gelyk die der Peterfelie ingefneden
zyn ; de witte en violette Korintifche druif?
waar van de beziën geen kernen hebben en.
zeer zamengepakt zyn, en zeer gFootë tros-
fen vormen: de Damaskus druif, waar van
men twee foorten heeft,. de witte en de'
roode; de troffen van deze zyn groot en
lang, de beziën groot en amberachtig van
fmaak , en hebben maar eene-kernde Abrikoos
druif die dus genoemt word , om dat
zyne vruchten geel en goudkleurig zyn, zyne
troffen zyn zeer groot: de Muskadeldruif
is. een uitmuntende druif, wanneer zy volkomen
ryp is,, maar hy wil naar het Zuiden
en in een ligte en' warme grond geplant
zyn» Men heeft ’er verfcheide-foorten van;
de witte hebben lange; groote en op een
gepakte troffen; de roode, die dezelve hoe—
danigheit hebben',, maar waar van de beziën
veel vafter zyn; de zwarte, die veel grooter
en meer zamengepakt , en zeer fuikerachtig
zyn ;.de violette die lange troffen heeft;-
de Malvoizy Muskadel, die hooger als alle-
de andere gefchat word,, om de muskaat-
fmaak yan zyne vruchten ;.; de lange Muskadel!