zentlyk tonnetje te fpinnen , met de Z y de
regelmatiger te plaatzen; niet, gelyk wy
de draad om een kluwen winden-, maar
met hem, flangswys tegens het werk, te
■ plaatzen , dat hy te gelyk met zyne poo-
tën trapt , en gëfladig met zynen k o p , te
rug f lo o t , om aan het inwendige gedeelte
van zyn klein gebouw., een ronde en
regelmatige holte te geeven ; hy houd zyn
lichaam byna dubbelt te zamengevouwen ,
'èn het boven gedeelte werkt maar alleen,
met op het onderfle , even als op een
ileunpunt, om te draaijen , dit is het .ger
'he het tonnetje een naauwkeurige róndheit
doet verkrygen , en te gelyk een langwerpige
gedaante , om dat het fpinrokken aan
het uit-einde van dat gedeelte van het lichaam
geplaatfl i s , ’ t geen zich keert en
herkeert. Na dat hy deze eerfte laag voleindigt
heeft, zóo bedekt hy haar met een
tweede laag , die mede uit flangswys ge-
plaatfle draden zamengeRelt is , en hy vormt
dus zes lagen.
Dé lengte van den draed Zyde, die men
van een tonnetje afhaspelen kan, is , volgens
MaJphigius , 1091 voeten , en eenige
uuimen , Paryfche maat. De Heer Lyonnet
, heeft deze lengte gewoneiyk tuflchen
dé zeven en acht hondert voeten , gevonden.
De Zyworm bedeed doorgaans twee dagen,
zomtyds drie, om zyn tonnetje , te vormen
: meh heeft Rupzen die het hare in eer
nen dach ten einde brengen; andere maken
*er die zeer wél bearbeid zyn , in eenige
uuren.
W y hebben hóger-gézeqht, dat de Z y worm
twee bewaarplaatzen voor de zyach-
tige doffe heeft; beide werken zy doorgaans
mede tot de vorming van iedere zy-
dë draad. het microscoop hééft rons doen
zien, dat de zé draden\ in zekervoegeh plat
zyn , en dat hét middelde gedeelte van iedere
draad gootswys uitgeholt is.
Na dat de Worm zich' uitgeput hëeft,
door het uitleveren van deze • doffe en den
arbeid van zyne drie orakleedzelen, zoo
Verlied hy zyne gedaante van Worm o f
Rups, met zich van zyne vierde huit te
ontdoen, en hy verandert zich in een Popr
je. Zie op het woord R ups , en yooral
op dat van P o p j e , dé verfchynzelen die
zich by deze gedaante-verwifleling opdoen.
'Van dezen d'aat gaat hy tot die van Vlinder
o v e r , na dat hy een en twintig dagen
in die van Popje geweeft is.
De Vlinder van den Zyworm behoort tot
de klaffe der Nachtvlinders, die geen merkbaren
fnuit hebben, en die niet eeten. De
kleur der Vlinders van de Z y wormen, zoo
.wel de Mannetjes als de Wyfjes , is be-
mord o f geelachtig wit : het aanmerkelyk-
ffe dat de Mannetjes. Vlinders , onder de
paring vertonen, is dat zy hunne vleugelen
met fnelheit en by herhalingen beweegen.
Malphigius, heeft vermaak gefchept, om
deze bewegingen, der vleugelen te tellen,
en hy heeft waargenomen, dat zy ze doorgaans
hondert en dertig malen achter elkan-
deren ppheffen , en neder laten vallen: deze
bewegingen volgen elkanderen met een
zeer groote fnelheit, waar na zy gedurende
een vierde van een uur even als dood zyn,
en zomtyds fcheiden zy zich van de W y fjes
a f: ten einde van dezen tyd , paren zy
weder op nieuw, zy fchynen nieuwe krachten
verkregen te hebben, en bewegen hunne
vleugelen weder met fnelheit, maar zy
bewegen en ligten hen alleen zes en dertig
malen op ; eindelyk heeft ’er een 'nieuwe
tyd van ruft plaats, waar na de Vlinders
hunne vleugelen, maar een gering getal malen
bewegen : de paring, duurt vier dagen.
Zie op her woord^Vlinder van wat gebruik
men gift , dat deze beweging der vleugelen
zyn kan , als mede de befchry ving wan
de vorm der inwendige deeleh van den
Vlinder.
De Aankweking der Zywormen.
W y hebben de. Zyworm tot noch toe alleen
van de zyde. der Natuurkunde be-
fchóuwt; wy hebben het wonderbare gezien,
dat; zyne vernufcigheit ons; aanbied ;
wy zullen hem nu van. de zyde der jaarlyk-
ftche rykdommen befchouwen , die hy aan
een groot getal Landen verfchaft.
De Heer Lescalopier, Intendant van. de
Generaliteit van . Tours , van de noodzake-
lykheit overtuigt zynde, om deze huishou-
delyke tak van den Landbouw en Koophandel,
in een heldere dach. te fteljen , en het
nut bezeffende, dat hier, uit voor de In-
woonders van de Landfchappen voort kan
vloeijen , die aan zyne zorgen" betrouwt
zyn ,,
zyn , heeft aan het Genoodfchap tot aankweking
van den Landbouw, ’ t geen voor
weinig jaren te Tours is opgerecht, voor-
geftelt om een verkort zamenftel ' te vormen,
van het -gene het gewichtigfte over de
aankweking der Zywormen géfchreven is ,
dit onderwerp van .alle befpiegëling te ont-
blooten, en alleen gëmakkelyke handelwy-
zen aan te duiden, die binnen de bevatting
van die gene zyn , die deze Infeifteri aankweken;
en hy heeft dit verkort zamenftel
gratis'aan alle die gene doen uitdeden, die
zyde kwekeryen wilden aanleggen. W y zullen
van dit verkort zamenftel gebruik maken,
om een denkbeeld ' te- geven , van de
zorgvuldigheden die men gebruiken moet
tot de aankweking van deze Infeélen:
Men heeft twee -wyzen om de Zywormen
op te voeden. Men kan hen in vry-
heit op‘ dé Morbeziënbomen laten leven en
groeijen, o f hen in huis op een plaats houden,
die alleen tot dit gebruik^gefchikt is ,
met hen dagelyks van verfche bladeren te
voorzien.
Eenige weetgierigen, hebben de eerfte
wyze bezocht ,' en zy is geflaagt; men-volgt
deze haiidelwys in China en byzonder-in
het Landfchap Kanton; alwaar de Lente altoos
duurt, en de bomen byna altoos groen
zyn: men volgt haar mede in'Tonquin en
eenige andere warme Landfchappen.
De Vlinders die van de Zywormen voortkomen
, kiezen op de MorbëZiëhboomen
een plaats u i t , die gefchikt is Om hunne
eyeren te leggen, en zy hechten hen me't
diellym vaft; waar van het grootfte gedeelte
der Infeélen tot verfchillende gebruiken
voorzien zyn. Deze eitjes brengen dus den
Herfft en Winter zonder gevaar óver : de
wyze op welke zy geplaatfl en vaftgelymt
zyn , befchut hen tegens de hagel, die zom-
tvds de Moerbeziënbootnen zelfs' niet be-
fpaart. De kleine worm koomtuit zyn eitje
niet voört, voor dat hy zyn onderhoud
■ vinden kan, én de bladeren uit hunne knoppen
voortkomen. Wanneer de bladeren uitgebot
zyn, doorboren de kleine Rupzen de
fchalen van hunne' eitjes, verfpreiden zich
over het lo o f , nemen langzamerhand in
groote tóe, en fpinnen , ten einde van eè-
nige maanden op dezelve boomen , hunne
tonnetjes, die zich even als goudè appelen
tuflchen het fchoone groeja* vertonen, dat
hunnen luifter noch vermeerdert. Deze wyze
van hen aan te kweken is de veiligfle
voor hunne gezondheit , en te gelyk.die
gene die de minfte moeite verfchaft. ! Maar
de ongelyke en onftandvaftigè gëftertheit van
onze luchtftreek doet dezé' hahdelwys aan
vele ongemakken onderhevig z y n , waar te-
gans men geen hulpmiddelen heeft. Het is
waar, dat men met netten, o f op eenige
andere wyzen ; de ’Zywormen voor de belediging
der Vogelen befchutteii kan; maar
• de'ftrenge koude, die dikvvyls'eensklaps op
■ de hitte v o lg t, de regenvlagen , de ftorm-
winden, en ónweders döen alles omkomen.
Men moet dus befluiten om hen in huis aan
te kweken.
Men verkieft hier toe een kamer die een
goede ftandplaats heeft, die door de Zon
befchenen word , en voor de Zuide en
Noordewinden door . Gfasvengfters , o f ramen
befchut word , die met dicht lynwaat
bekleed zyn : men verzorgt dat de muren
wel beftreken, de zolderingen wel verzorgt
zyn , eïi in; een woord, dat alle de toegangen
voor de Kattén , Rotten , Muizen ,
Haagdiflen , en in ’t algemeen voor alle
Dieren, Infeélen en Vogelen !gefloten zyn ,
die hen verflinden. In nét midden van het
vertrek, plaatft men vier ftyïen , die met
elkanderen een vry groot vierkant vormen:
men plaatft op deze ftylen, in verfchiilën-
dè verdiepingen , planken en horden van
teen, eri onder iedere plank een hord met
een rand.- Deze horden en planken zyn op
klampen geplaatfl, en konnen ’er afgenomen,
en weder öpgelècht. worden , echter
in 'diervoegen, dat de onreinheden van de
éëne niet op de andere vallen.
Z y die de Zywormen aankweken, geven
de naam van Zaad aan de eitjes ^van deze
Infeélen. T o t nu toe is onder al het vreemde
zaad van Zywormen dat men overbrengt,
het Spaanfche, na dat van Piemont. en Sicilië,
voor het befte gekeurt. De keus van
het zaad i s , zonder tegenfpraak, dat gene
dat de grootfte oplet.tenheit in de aankweking
der Z y Wormen vórdert, vermits het
van dit is , dat den uitflag van alle de volgende
ondérnerriinge’n afhangt, De vreemde
zaden zyn in hét algemeen zeer onzeker,
’t zy om dat zy te oud zyn, ’t zy om
dat zy door-de verandering van luchtftreek
nadeelige veranderingen ondergaan hebben,
o f ,zelfs dat men het voor de hitte' van een
oven bloótgeftelt heeft', om ’er het be