Dier zyne jongen op het land werpt, maar
dat het ’er niet lang op leeyen kan zonder
weder naar zee te keeren, en ’er zyn voedzël
te zoeken: hy zecht mede dat deszelfs fchou-
deren door vier fpieren aan een gevoegt zyn.
•Het teel-lid der mannetjes is zeer lang,, en
de wyfjes hebben een opening gelyk deTLog-
gen: zy zogen haare jongen , en werpen' ’er
een o f twee , en ten hoQgften drie, ten einde
van twaalf dagenjjg leiden zy hen naar zee,
om hen langzamerhand., aan het zwemmen
te gewennen* De Zee-Kalven koomen dik*
^vyls op het land omr te flaapen; zy ronken
zoo hart, dat zy een geluid als een Kalf maken
’t geen bulkt; hun tong is even als aan
het einde gefpleten, o f gevorkt. In de Zee
van Feroë, zecht jf. D e b e s neemen.de Pho-
eaas hun wyk in de hooien der Rotzen ;
men kan. door behulp van kleine fchuiten, in
deze naauwe hooien varen , om hen en hunne
jongen te dooden: de ouden ontwyken de
knódsflagen , en ontfnappen de Viflchers lig-
tejyk;. maar zoo men hen maar eenigzins op
den kop-raakt,. zoo vallen z y neder ,, en bieden,
hunnen hals aan,het mes aanï' Men brengt
*er dus zomtyds vyfcig op eene dag om.-, Debes
zecht, dat men, om op deze dieren jacht
te maken , met ftaken.,. groote, ftokken , én
brandende toorflen moet ge wapent zyn; de
jongen , konnen gemakkelyk gedood worden*
P H O L A D E S , zie S ï e .en S ch e.lf
EN*; ' -
P H O L A D I T ES-, dit zyn d,é .verfteen-
de Steen Schelpen :, zie S t e e n S ch e l -
pekv
P H O S P H O R U S , déze naam geeft men
aan de lichaamenen ftoftën. die in'de duifter-
nis, lichtgevend fchynen. Men heeft natuur-
lyke y. en door konft gemaakte Phosphorus-
fen de. eerfte zyn , het verrotte Hout én
Vifch , de oogen der Katten r de Glinfter-
Worm ,, de Lantaarndrager van Amerjka r
de Lichtgevende Zee,, het Vleefch,hetBloed,
de Hairen^ dé Schubben, de Hoornen, het
Heel,, en een meenigte andere zaaken:, die:
van de Dieren r en. Planten , voortkq,ömen ;:
maar vooral'is, de Pis gefchikt, om. lichtgee-
vende te worden. Het is dus, dat men door-
middel- van de Konft r mede PhosphÖruiïem
zamenftellen kan ; het is hier toe genoeg,,
dat men. dg Diamanten wryft o f warQj-lQaakr,,
de Boulogneefche:-. Ste en -to t kalk. brand
.geeft van Salpeeter, op kryt. giet, Aluin niet
Honing kookt, Pis uitdampt, enz.’ D e fhos-
phoruuen die men dopr delaatfte be-fcerkin-
,gen yóortbrengt, zyn des te zpndeflïnger,
.om dat . men ’er de zwam méde ontftèekeii
kan , papier mede verbranden , vuurige .letteren
mede fchryvèn , zich 'cv van om zee
.bediend, om ftilzwygent zype meeningaan andere
fcheepen j'geduurende de diufternis, te
doen verftaan, o f op dezelve wys de behoef-
tens van een Belegerde Stad, aan die geene
te kennen, té .gepven, met welke men over de
betekenis, van zekere Karakters overeen ge-
.koomen is. De Heer Dufay. zecht, dat dl
Plaafterfteen, de Marmers ,, en alle verkalkbare
fteenen , zelfs, tot de kalkgebrande.Bo-
lus-aarde, mede licht in de donkere plaatzea
vóórtbrengen; maar de Bouiogueefdie - iteej
bekleed.onder alle. de Phosphorëufe-fteerien
de eerfte plaats. Men vind mede , niet verre
van Stokholm,hoch een Poort van aarde,die
wanneer zy in een .duiftere plaats, gewreven
wo rd , licht van zich geeft; niemand heeft
tot heden.toe, omtrent.deze aarde, de nodige
nafporingen 'gedaan, om. te weeten tpt.wat
foort zy behoort* [
. PH O X I N U S .S Q Ü AM M O S Ü S, dit
:ls een zoetwater. o f flyk. Vifch, die zag te yin-
nen heeft,. en tot hét. geflacjir der Karpers
. behoort t hy is é em W f voet lang „ breed ,,
.met geéle en blaauwë fchubben bédëkt ,zyii
ftaart. is. zoo rood: alsfeeri tops.; zyri. kop is
dik ,.' zynë pogen' grdpi , ,èri zyn.vleefch af-
zettende en goed , om, .te eeten, maar Het is
eenigzins bitter : déze Vifch bevat reeds kuit
in zich , zoo, ras hy gebooreu is,: mëji,geeft
meedë de. haam. van Pbaximtï , aan. de Fa*
tius+
P H R Y ’G A N E A . D i’t is ■ een gèflacKc
naam die men, in navolging, van den Heer
Linnceus , aan verfcheide foortep. van. water'
Vliegen geeft, onder welke men-.dë Gaas»
vlieg,, plaatst* Mengeefc de, naam van Pbry-
ganior , aan een foort, van water-worm, die
zich in de zee o f rivieren ppthoud, en eea
lbogachtige afchklëur heeft r de Viflchcrs ber-
dienen- ’er zich tot aas .van.. ‘
P H R Y G IA A N S C H E - S T E E N ,
dit is een föórt van ‘Steenachtige Aluin-
E r ts , van welke de Verwers , in Phrygië,
zich. yoormaals bedienden om. beftendigheit^
'heit, 'aan hunrje róode kleuren , të gee-
ven*
P H R Y G I A A N S C H E V L I E-
G E N. ’ .Men noemt dus zekere vliegen,
die haai: oorfprong aan een worm verfchul-
digtzyn, welke men in Phrygië ziet, QCbar-
ktan cxercit. }
P H Y T O L I T H E S . De Natuurkundigen
geven deze naam aan de verfteende planten:
men noemt haar Pbytolypalitbes wanneer
zy maar alleen afdrukzelen vormen.
P I A U T E R o F, SP I A U T E R , deze
naam geeft men aan.de geele Engelfche Zink:
.zie Z in k .
P IC H O U , dit is een foort van Bonzem-
katdie men in Louifiana.heeft. De.Heer.Ie
Page du Pratz zecht, dat dit Dier zoo hoog
als een Tyger is., maar zoo dik niet; deszelfs
hult is zeer fchoop:. gelukkig is hün getal , i'n
dat rland zeer gering , want zy. maken zoo wel
jacht op de. vogelen die -men opvoed, als op
die welke ;in het wilde vliegen. .
P IE P E R T* Onder deze. naam, kent men
drie foorten vau vogelen die in kleuren ver-
fchillen : de eerfte is graauwachtig afchver-
wig, en lieefc een roodachtige;borfty het on-
• derfte gédeeltë>van zynen ftaart heeft dezelve
kleur;de tweede heeft;eeh afchverwige,ftaart;
en^de derde heeUgeelachtigewitte vederen.
Men noemt deze Roavinus o f OJfendryver, om
dat hy gaarne dè.Offen vólgt; .en de twee andere
geeft men de naam van Spipola, o f Gras-
. Leemvrikken: alle zyn zy. een foort van Vlie-
- gcovangers,
PI E T E R M A N , Araneus piscis. Dit is
een zeevifch met dóornachtige vinnen , die
: men in de Middelandfche Zee en in den Oceaan
vangt. Die der Middelandfche Zee is
niet grooter als de palm- van een hand; die van
den Oceaan, heeft de lengte van een en een
halve voet.
Deze vifch is lang ,- en zamengedrongen van
aen kop tot aan'den ftaart: de kruin van zynen
kop is gelyk met het oppervlak van, zynen
rug: zyn bek is zeer groot, en wanneer hy
gefloten is , zoo fchynt hy fpits : de ondei-
kaak is veel langer als de opperkaak; hy heeft
een oneindig getal tanden, zoq wel in de bei-
«c kaken y als aan het gehemelte en. de tong:
zyn beide neusgaten zyn op den kruin van dew
kop geplaatft; 'en met een kleine angel gewa-
pent; zyne oogen zyn fchoongroen, en mede
op den kruin van dén kop geplaatft > zy
ftaan vry dicht by elkanderen, en zyn met
• een vlies bedekt: zy fchynen uit den kop uit
te fteken; de regenboogen van de oogenheb-
ben-een.goudkleur,- de oogkaflen zyn groot
en met twee doornen bezet: de vliezen der-
.kieuwen zyn uit zes breede graten zamenge-
• ftelt: dé kleur van den rug is veel donkerder
als die van den buik welke wit is : de vinnen
van den rug zyn gevoort in haregeheele leng-
; te y. en het gehee,Ie lichaam is met fchuinfe ftre-
pen bezet: deze vifch heeft in een gedronge
zyden,'zyn biiik heeft eenigzins de gedaante
van een zeiftèn, zyn ftaart is gevorkt, maar
wanneer hy uitgefpreid is , zoo fchynt hy ge-
. lyk* Deze vifch heeft in ’t geheel acht vinnen,
waar van twee op den rug,, twee aan
• de borft en buik r een aan den aars en een aai>
den ftaart geplaatft is.
Alle deze vinnen fchoon kraakbeenig zynder
. !zyn zëer ftërk, zoo fcherp ats een e ls,en echter
ruuw en. getakt van het midden tbtaan het
einde. Behalven de kleine doornen die deze
vifch aan., de holligheden van ’t oog heeft,
; zoo heeft hy op den kop noch een andere fter-
ke en fpitze doorn.
Deze vifch is gèwonelyk agt o f tien duimen-
lang, p f hee|c de grootte van een Makreel ;
zyn vleefch is mals, w it, vaft, en kort; bet
heeft een goede fmaak, en is gemakkelyk te verteren;
zyn vél is hart en droog. Men vangt
hen menigvuldig; in de maanden Juny en jii-
ly : wanneer zy zich gevangen voelen,' zoo-
worden zy zeer vlug, en trachten zich in-de,
flyk te verbergen.
De = Hollandfche- Viftchers , brengen deze-
viffehem tér markt:, men eet hen in dit land..
Deze Viflchers zeggen dat een zeker vocht dat
uit de fcherpe doornen van den eerften vin-van
den rug dezer viflclien yoortkoomt, een vergift,
is. Dit dier gelykt , in lëvenswys, en.
de vergiftige doorn... vry wel naar den Scor-
piopp'. «
Men wil dat dë Ouden-deze vifch allee
Df'aak genoemt hebben, om- zyne groote en
fchoonë oogen,. en de ftéken die hy door zy ne
doornen veroorzaakt,, welke vergiftigt zyn,.
vooral die gene welke aan het opper gedeelte-
van den rug ge'piaatft zyn r hier önr behandelende
Viflchers en Vifch verkopers deze vifcb
niet als- met veel omzichtighéit; men fnycl
hem de kop af,, voor dat mmbsift. opdifcht r
M,m 3; deze