bloed* Deze twee laatfte foorten | van welke
de Heer de Reaumur ,8 melding gemaakt
heeft, dragen hunne vleugelen in de gedaante
van een zeer fcherp dak* De fcnikking'
der zenuwen van hunne vleugelen fchynen
ruiten van talk te vormen , welke onregelmatig
en even als in lyften bevat zyn : het
middelfte gedeelte van de twee achterfte be.e-
nen, is gewoonelyk evenWyd'ig met de lengte
van het lichaam geplaatft.
M U G G E N K R U ID , Conyza. Deze
plant , die in ,de bofTchen É op de'bergen ,
langs de wegen, en tegens.de muuren groeit,
heeft-üitgefpreide , houtachtige , riekende,
en bittere wortelen, welke fteelen ter hoogte
van drie o f vier voeten uitfchieten* zy zyn
wollig en getakt. Haare bloemen zyn- trosjes.
van halve bloempjes , die geel zyn , en
een fterken reuk hebben : op dezelve volgen
langwerpige en met pluimpjes bezette zaden.
Deze plant,, is vergiftwederftaande, en
bevorderd de maandftondender vrouwen : zy
is nuttig-tegens de fchurft, en -om.de vlooi-
jen en muggen te verdry ven.
M U I L - E Z E L , Mulus. Dit is een
foort van viervoetig dier, dat door een Paard
én een Ezelin voortgebracht word , o f door
eeh Ezel en een Merrie. De Ouden gaven
dè naam van Hinnuli aan de dieren die door
een Paart en een Ezelin voortgebjacht; wier-
den , om dat zy gelyk een Paart-finnikten ;
en aan de andere die van Muli^ om dat zy als
een Ezel balkten: zy noemden de eerfte me-
dé Bardi, welke naam de Muil-Ezeldryvers
noch aan hunne Muil-Ezels geven*.
De Müil-Ezel is geen zekere enftandvasti-
ge f o o r t d a t zich voor.tplanten kan , maar
veel eerder een b'aftaart foort. De Muil-Ezels
die door een Ezel en een Merrie voortgebracht
worden , hebben veel over eenkómft
niet de Ezels in de gedaante,van het-lichaam,
in de lengte der ooren, en in de kortheit der
maanen; maar zy gelyken meer naar de Merrie
in grootte : zy hebben , gelyk de Ezel ;
op den rug, een kruis, dat een veel donkert
. der kleur heeft.
In Taitaryen heeft men wilde Muil-Ezels,
welke naar de tammen niet gelyken: zy kon-
nen zich niet gewennen om lallen te dragen*
De Tartaren eeten het vleefch van deze dieren
meenigvuldig : z y beminnen het atzoo
ve e l, als dat der Wilde-Zwynen.
Het is zeer zeldzaam , dat een Muil-Ezel
en Muil-Ezelin te zamen voortteelen, fchooti
zy zeer driftig en vuurig tot de koppeling zym
echter zach men in het jaar 1703 , een Muil-
Ezelin te Palermo , op het Eiland Sicilië,
die in den ouderdom van drie jaaren , een
Veulen .voortbracht:,. zy. voede het met haare
melk, die zy in overvloed had. Zie Journal
de Trev, Qctob. 1703 , als,,mede de Ontleedkundige:
Befcbryving van dit foort van dieren,
do or Biajius en Stenon.
Columelle w il, dat men niet dulden moet, dat
deze dieren paren , om dat zyhièr door gebrekkig,
eigenzinnig,hardnekkig, boosaardig, en
tot-het' achter uit liaan geneigt worden* Dé
Muil-Ezels zyn- zomtyds onderhevig om' op
het gezicht van zaken, welke. hen vreemd
voorkop men, te verfchrikken, en het is alsdan
gevaarlyk om hen te beltpuren: hier om
maakt men veel werk van die geene , wélke
niet fchrikachtig zyn : men heeft ’er die alleen
aan hunnen meefter 'gehoorzamen willen,
o f allejen aan die geene die gewoon zyn
om hen te bëftuuren. De Muil-Ezels. leven
dikwyls meer als dertig jaaren ; zy zyn zeer
gezond en -zeer liltig , zy ; hebben een fterk
geheugen, en hebben deel aan de eigenfchap-
pen van- de dieren , van welke zy voortkoo-
men; dat is te zeggen, dat zy de krachten
der Paarden, en de nardheit der. Ezelen bezitten:
zy fchynen ge.boóren te zyn om met.ge-
dult een geruime, tydzwaare lallen te dragen;
zy ftruikelen' nóóit.. In Spanje.'heeft men
weinig andere voorfpanningen, zelfs voor de
koetzen , - als Muil-Ezels. Zy zyn in dé bergen
van veel nut, zy loopen met zöo veel
uputmoedighe.it als beheiidigheit over de oevers
der afgronden: de Kooplieden die op de
jaarmarkten reizen, en de Molenaars, bedie-
.ncn ’er zich met veel voordeel van, om hunne
waren door bergachtige landlireken te.ver-
voeren; men gebruikt hen zelfs,om de akkers,
te beploegen., en de granen in de velden
uit te treden. In Auvergne verftrekken zy
voor Oliën en Paarden, welke hier zeldzaam
zyn.
Auvergne , Poitou, en Mirabalais, leveren
veel Muil-Ezels uit $ de belle zyn die
geene. welke van . een Ezel en een Merrie,
vooi:tkoomen. Een Spring-Ezel moet meer
als drie jaaren oud,.en minder als tien jaaren
zyn :.men’fchat die geene welke-geheel zwart,
o f met rood , dat op het heldere trekt,:gevlakt
zyn , en het zilverachtige grys , het
hoogile : het muisvaal moet verworpen worden;
de Meniën moeten geen tien jaaren oud
zyn ,
&yn , en men moét de kleur van hun hair
volgens dat van den Spring-Ezel verkiezen,
om ’er fchoone-zwarte Muil-Ezels uit te trekken.
De Spring-Ezels worden zoo verwoed
op het zien van de Merrie , die men door
hen wil laten befpringen , dat men hen altoos
gemuilband houden m o e t u i t vrees dat
zy die geene, welke hen hier toé belluuren,
kwetzen zouden. Het is gewoonelyk van
half Maart tot half Juny, dat men deMerriën
door de Ezels laat befpringen, onTdat, wanneer
zy ten einde van elf, twaalf , o f dertien
maanden , . haare jongen vóórtbrengen , de
velden overvloedig .goed en voedzaam kruid ,
voor de jonge Muil-Ézels zouden konnen
verfchaffen. De Merrien , die door Ezelen
gedekt zyn, konnen haare Veulens niet langer
als zes. maanden zogen, om de fmerten die
zy na dezen tyd aan de mammen gevoelen:
hier om moet men hen in dezen ouderdom,
van de móéder afnèmen , en hen alleen laten
grazen, ó f zé door een andere Merrie , laten
•zogen.
Vermits de Muil-Ezels veel fterker als de
Muil-Ezeiinneh zyn, zoo fchat men hen hoger
om te arbeiden , en om lange tochten te
doen ; maar om onder dé man te bereiden,
verkieft men de Muil-Ezelinnen. Een goede
Muil-Ezel moet ronde , en eenigzins dikke
beenen hebben ; zyn lichaam moet kort,
vaft, v e t , en het achterfte gedeelte naar de
ftaart, af hellende zyn, de Mui-l-Ezelin moet
in tegendeel kleine pooten en dunne beenen
hebben , haar achterfle'gedeelte‘móet vol en
breed , de borft breed, de hals lang én ge-
kromt , en de kop mager en klein zyn. Men
ontdekt den ouderdom van de Muil-Ezels en
Muil-Ezelinnen aan de tanden , gelyk die der
'Paarden. ^ Véele- lieden oordeelén over de
hoogte dié zy krygën zullen, uit dié van hunne
been en , die in den ouderdom van zes maanden
hunnen: volkomen groei verk-reegen hebben;
en.die alsdan, zoö men zecht ?/de helft
van -dè hoögté van dén Muil-Ezel •uitmaken.
De Muil-Ezels flaah alleen achter uit* Men
moet hen niet voor den ouderdom Van zes
jaaren laten arbeiden' bchalven d it , ftèmt
hun voedzel en de wyze op welke men hen
rcgeeren moet', volkomen met die der Paarden
over een. Z y worden door het drinken
v e t, en beminnen gelyk de Ezels ,• om te rollen
wanneer zy Uitruilen; fchoon dfteen zoo
gemeen dier in de warme Landen , als zeldzaam
p de koude Landen is , Zöo wëdeïftaat
bet echter de winter vry wel. I en zelfs beter
ais oen Ezel,
XL D e e l .
De deelen van den Muil-Ezel, van welke
men gebruik in de Genceskonft maakt, zyn
de nagels , de pis én de mift. De nagelen
van den Muil-Ezel, inwendig gebruikt, van
twaalf greinen tot twee fcrupels, zyn nuttig
om de "te overvloedige maandflonden te fluiten,
als .mede allerlei vloeden; men gebruikt
hen mede als een rookmiddel* De pis en
derzelver bezinkzel , neemt de ekfleroogen
weg, en verzagt de jichtpynen: men bedient
’er zich bywyze van een floving van. De
mifl van dit dier - is nuttig om de vloed van
de roodeloop en maandflonden te flremmen,
en is mede zweetdryvent*
M U I L P A A R T , dit i s , volgens het
gemeene gevoelen , een laflbeefl dat van een
ltier en een Merrie , o f van een flier en een
Ezelin voortgeteelt word.. Dit dier h e e ft,
zoo men ze ch t, de muil en Haart van een
Koé,breede lendenen, pooten als een Paart,
en een foort van kleine hoornen: het is by
uitflek flerk , en kan zeven o f acht hondert
ponden dragen. Eenige Schryyers zeggen,
dat men dit dier in Auvergne in Vrankryk,
en in Spanje vind.
M U I L -W E S P E N . Men geeft deze
naam aan een foort van Wespen, welke niet
tot de vermeerdering van het foort gefohikt
zyn , en welke men Werkfiers noemt, om
dat zy met de zorgen van den arbeid in den
Wespen-nefl, en in het veld belaft zyn : dit
heeft mede in een foort van By én plaats. De
angel van deze Wespen is veel fcherper als
die van de Byën* Zie op de woorden B y e n
en W es pen *
M U I Ïv , Mus, Dit is een klein dier, dat
tot het geflacht der Rot behoort. De Muizen,
zecht de Heeofe Bujfon, die'veel klein-
,der ■ ais 4 é Rotten zyn , zyn mede talryker,
véél gemeender, en meer algemeen verfpreid;
zy hebben dezelve natüurlyke-begrippen, dezelve
geftekheit, en dezelven aarc, en ver-
fchillen in wéinig andere zaken van de Rotten
, als alleen door de zwakheit, en door
de gewoontens die dezelve vergezellen.. Z y
zyn uit den aartbloohartig, gemeenzaam door
no odzakelykheiten' de vrees o f de mOod-
druft beftuuren alle haare bewegingen ; zy
koomen uit haare holen niet, als om aas te
zoeken; zyverwyderen.’er zich niet van.:,
keeren’ér op het geringftè gerucht wéder in,
en begeven zich niet getyk de Rotten, van
het'ecne huis naar het andere , ten minften
Q ZOO