is , en geen tanden heeft. Z y lecht hare
eyeren pp de plaatzen, alwaar men Truffels
heeft, om dat dit het yoedzel is van de
Wormen die ’er uit voortkomen. Deze Wormen
knagen de Truffels , voeden ’er zich
mede, en veranderen in V liegen, waar van
het lichaam met lange , dikke , en lievige
hairen bezet is. De kleur van haar borll- .
fchild en die van haar lichaam is roodachtig
, én met bruin geflipt. Men kan zelfs
de plaatzen ontdekken^ op welke de Truffels
onder de aarde verborgen zyn, wanneer men
acht geeft, waar deze zwermen van kleine
Vliegen zweven.
De Vliegen van de gezwellen van bet Hoornvee
, zyn by uitflek wollig, gelyk de Hommels
; zy maken gelyk deze veel gerucht onder
het vliegen, maar zy hebben alleen een
mond en twee vleugelen , in plaats dat de
Hommels vier vleugelen en een fnuit hebben.
Het is op de Stieren, Koeyén, Oflen
en Herten, dat déze lloutmoedige Vlieg, hare
eyeren-lecht. De Damharten,. Kameelen
én Rendieren , zyn 'er méde niet van be-
vryd. Z y kruipt onder hun hair, en maakt
dóór een werktuig dat zy aan haar achter-
Ite gedeelte“ heeft, én dat men met een in-,
cifiemefch vergelyken kan, een infnyding in
dé huït van het Die r, en lechf ’er'hare eye-
ren o f jongen in, want men weet niet o fz y
éyerbarende ó f leventbarende is. Dit inci-
fiemefch o f boor., heeft een verwond'eri'ngs-
waardigen vorm. Het is een fchubachtige
Cylinder, die uit vier buizen te zamen ge-
llelt is , die ..zich gelyk die van een verre-
kyker verlengen ; dé laatfle eindigt in drie
h takjes, waar van de Vlieg zich bedient, om
h it vel Van het Dier te doorboren. Doorgaans
fchynen deze fteken de Dieren in het
minde geen nadeel toé te brengen ; maar
wanneer de. Vlieg zomtyds een zenuuw ve-
zei raakt, zoo maakt het Dier fptongen ,
loopt uit al zyne macht, en word verwoed.
Zoo ras het Infèft, dat uit het ei voort-
koomt, by zyne geboorte de vochten begint
in te zuigen, die de wond vervullen , zoo
zwelt het. gedoken deel op , en word een
knobbel; de grootfte hebben zedien o f zeventien
lynen middellyn aan hunnen voet-
fleun , en iets meer als een duim hoogte,
Naauwlyks zyn deze knobbels in het begin
van den winter, en zelfs gedurende den winter
zichtbaar, fchoon zy in den voorgaan-
den herfd gevormt zyn.
De Landlieden weten wel dat deze gezwellen
o f knobbels door een Vlieg veroorzaakt
worden, maar zy vergiffen zich in het
foort. Zy gelooven dat zy van dat foort
van wreede Vlieg voortkomen ,die men Haat
noemt1, die met verwoedheit het bloed uit
de aderen van deze Dieren uitzuigt; in plaats
dat die gene die de gezwellen veroorzaakt,
alleen een fnedp met naar in cifiemefch geeft,
die doorgaans niet zeer fmertelyk is,, en be-
halven dit geen angel noch eenig. werktuig
heeft, ’ t geen gëfchikt is , om het bloed in
te zuigen. Het is gewonelyk op het jonge
Hoornvee , dat men deze. gezwellen vind ,.
en zeldzaam op de ouden. Men ontdekt'
zomtyds tot dertig o f veertig van deze bulten
op een Dier; het is gewonelyk op het
Hoornvee, ’t geen in de bosachtige landen
graaft, dat men deze knobbels ontdekt; waar
uit men beflüit dat de Vliegen'die hen veroorzaken
de bolfchen bewonen.
Het fchynt dat de wormen die deze ge-,
zwellen bewonen , geen ongemak aan- hunnen
Gaftheer toebrengen , jvant het Dier
blyft echter gezond, vermagert niet, en behoud
zyne eetluft;. men heeft zelfs Boeren
die het jonge Vee, dat déze gezwellen lieeft,
hoger fchatten als dat gene.dat het niet heeft;
de ondervinding heeft hen geleert dat het
deze voorkeur verdient. Men heeft redenen
om te vermoeden, dat deze wonden
het zelfde uitwerkzel' ais de brandingen op
het Dier dóen, die meer nut als nadeel uitwerken
, met de nadeelige vochten af te leiden.
Wanneer den .Worm tot zynen Haat
van volkomenheit gekomen is , zoo gaat liy
door de ppehing van het gezwel uit, en laat
zich ter aarde vallen. Het is opmerkenswaardig
dat hy altoos den morgen hier toe
verkiéft, wanneer de koude van den nacht
voorby is , en voordat de hitte van dendacli
zich doet gevoelen; even als o f hy bewufi-
héit had, dat de koelheit van de lucht hem
zou doen bezwymen , en dat de hitte hem
zou verdrogen , zoo hy zich alsdan op weg
bevond. Deze Worm verbergt zich in de
eene o f andere holligheit, o f onder een Heen,
alwaar hy zyne gedaante verwilfelingen ondergaat.
Zyne huk verhart zich., en word
een vafte doos o f tonnetje , in welke hy
zich in een Nymph verandert, en vervolgens
tot den Haat van Vlieg overgaat. Vermits dit
tonnetje de hardheit van hoorn-, en de dikte
van marokkei.nleder heeft, zoo heeft Ier de
Natuur een opening in gevormt, om de Vlieg
uitgang te verfchaffen. Men heeft omtrent
6 0 . ■ den
< r
den kop een klein deel, ’ t geen even als een
aangevoegt fluk is , en het geen in zynen
geheelen omtrek alleen door een zeer breu-
kige band vaftgehecht is, deze word verbroken
door den eerflen flo o t, die ’ er de Vlieg
met haren kop tegens geeft. Wanneer deze
band verbroken is , zoo valt de deur neder,
en het Dier bevind zich in vryheifl.
Wy hebben de Azen - Vliegen op het woord
A z ynwormpjes befchreven.
De Vreemde Vliegen.
ü
Men geeft de naam van Gehoornde Vliegen
aan een foort van Schildvleugelige In-
léélen die men in Amerika vind, en die aan-
merkelyk om hunne- vreemde gedaante zyn.
Deze gehoornde Vliegen zyn ongemeen groot;
zy hebben gewopelyk twee en een halve
duim lengte van den kop tot ean den Haart,
zonder ’er dé hals-, de kop en de hoornen
onder te rekenen. Haar lichaam is eirond,
.en beflaat omtrent twee en een halve duim
in omtrek. De rug is met bruine en groen-
.achtige vleugelen bedekt, zy zyn van een
vafte zelfftandigheit, glad, gelyk, met zwart
gefpikkelt, en even als met een vernis bedekt.
Dit paar vleugelen, ’ t geen tot fche-
den dient, bedekt andere die veel fynder ,
veel dunder en te zamengevouwen zyn, maar
het Infect fpreid hen uit, wanneer het vliegen
wil. Onder deze vliesachtige vleugelen
is noch een ander paar witachtige ■ vleugelen
geplaatft, die zoo dun als de blaas van
een Karpe'r zyn. Met alle deze vleugelen
vliegen de2e Infeften echter nie.t beter; zy
doen niets anders als ronddrayen,- ’ t zy dat
de wind deze vleugelen overvvint, of dat deze
Infeften geen krachten genoeg bezitten,
.om hen te doen bewegen.
De kop van deze Vliegen maakt maar een
eenig fluk met haren hals uit. - De zelfftandigheit
die deze deelen uitmaakt is zoo hart
als hoorn, zwart gepolyft, en zoo glansryk
als git. Men merkt aan den kop twee hoornen
op, een onder en een boven. De hoorn
van het opperfte gedeelte is gekromt, omtrent
drie duimen lang, hol, en van dezelve
zelfllandigheit als het overige van den kop;
het opperfte gedeelte van dezen hoorn is
rond, het onderfte een weinig gootswys uit-
geholt, en geheel aan de onder zyde met
Kort, rosachtig, en dicht dons be ze t,’t geen
zoo zacht als fluweel is. De- hoorn van het
.onderfte gedeelte ’is een derde gedeelte korter
als-die van het opperfte, en raakt deze
op een plaats van de onderfte oppervlakte
aan. Deze Vlieg heeft drie zwarte pooten
aan iedere zyde , zy zyn omtrent drie duimen
lang, in drie deelen verdeelt, en het
laatfte is in een fport van vier vingeren o f
klaaüwtjes gefmaldeelt, op welke zy ruft;
zy gaat vry fnel voort.
Welke nafpöringen den Vader Lahat ook
heeft mogen doen,zoo heeft hy echter nooit
konnen ontdekken , waar to’c deze twee
hoornen dienden , die hem van geen ander
nut als tot de verdediging van het dier fche-
nen te konnen dienen. De mond is onder
den onderften hoorn geplaatft ; hy is met
kleine uitwafichen o f punten bezet, die tot
tanden verflrekken. Deze Vliegen koomen
voort en voeden zich van de zelfllandigheit
en in ’t hart van de boomen; die men Zyde-
Kous noemt. Het.is in der daat op deze plaats
alleen dat men haar vind, en zelfs alleen in
het hart.van de boome’n die verrotten. Wanneer
de Vader Labat eenige van deze gehoorn-
1de Vliegen hebben wilde, en hy ’ er geen op
deze boomen vond die begonnen te verrotten
, zoo deet hy maar eenige hakken met
een b y l in den flam geeven , even als men
op Martenique d o e t, om uit de Palmboom
Wormen te bekoomen ; hy was alsdan verzekert
van ’ er gehoornde Vliegen, geduuren-
'de drié.of vier maanden op te zullen vinden,
om dat deze vliegen , haare eijere.n in deze
fpleeten koomen leggen.
De Heer Le Page du Pratz zecht, dat men
in Louifiana zoo veei foorten van Vliegen,
en zelfs een grooter getal, als in Vrankryk
heeft. Volgens dezen Reiziger is een der
middelen, om ’er zich voor te bewaren, dat
men, om dé twee dagen, des morgens en des
avonds, een weinig zwavel in de vertrekken
brand. Dit foort van Infeften heeft een fyne
reuk , en koomt’ er niet weder , als acht da-
.geri hier na. Het Eiland Cayenne bevat een
zoo groote meenigte Vliegen en Infeften van
allerlei foort, darmen het met recht hetln-
feflen Eiland zou konnen noemen.
Men heeft nog een meenigte andere foorten
van Vliegen, waar van wy op haare by-
zondere namen fpreeken.
V L I E G E N D E D R A A K , Draco volant.
Men geeft dezen naam aan een Haagdis,
die vleugelen als een Vledermuis heeft,
’ zy heeft vier poocen en verbergt zich in de
holen. Nikolaas. Grimmuts ■> heeft ’er een in
Aaaaa 3 ’ f c