uit opiteeg., deze op het opgenblik ontftak:
’er gefchiede. op drie verfchillende plaatzen
een uitbarfting van Vuur , die van een ver-
Tchrikkelyk geraas vergezelt was : ’er kwamen
negen en zeftig Lieden , door dit toeval,.
om. Twee Mannen en een Vrouw,
die op den grond van dezen P u t, ter diepte
van zeven en vyftig vademen waren , wieren
’ér uit opgeheeven , en op een vry aan-
merkelyke afftand voortgeworpen. De lchud-
ding der aarde was zoo geweldig, dat men
een groot getal Viftchen , dood op het water
in een- kleine Beek , op eenigen afftand van
den-Put der Myn,. vond dry ven.
Het zonderlingfte verfchynzel dat ons de
Uitwaaflemingen verfchaffen , is dat gene ,
dat dé Mynwerkers de Bal noemen: het vertoont
zich aan het opperfte gedeelte van de
galleryen der Mynen, onder de gedaante van
een ronde Zak , en waar van het omkleedzel
naar Spinrag gelykt. Wanneer dit foort van
Zak barft , zoo verfpreid zich het Vuur dat
’er in bevat is , door de onderaardfche hooien
, en doet alle de gene omkoomen die het
in-ademen.
De MupbePte , Mbuffette of Damp,.
DTt is een gevaarlyke Damp , die zich ge-"
woonelyk vooral , geduurênde de zomer--
hitte,. in de Koolmynen verheft,.die men bearbeid
Deze Damp gelykt naar een dikke Mift,.
lly bézit de eigenfchappen om de lampen en
brandende kooien ,. langzaamerhand' uit te
dooven , en hy verflikt de Mynwerkers-
zoo zy ’er zich door'laten overvallen. . Hier
om is dit een.grondregel onder hen , dat men
zyn oog , zoo wel op zyn lich t, als op zyn
werk hebben moet. Wanneer zy gewaar
worden dat het licht van hunne lampen ver--
fk a uw t, zoo kiezen zy aanflonds de party
om zich buiten de Myn te begeeven. De.-
uitwerkzelen van dezen Damp zyn , dat zy -
dof en flaaperig maaken ; maar hy werkt
zomtyds- met zoo veel fpoed, dat de Mynwerkers
van de ladders vallen , wanneer zy
in de Mynen afklimmen.
Wanneer men hen by tyds hulp verfchaft,.
zoo kammen hen redden: men brengt hen in
de opens lucht, alwaar zy eenigen tyd bly-
ven leggen5, zonder een-ig teeken van ieeven
t&. geevfin... Het krachtigfle middel is dat.
men een gras zode. uitfleekt,, en de zieke op
zyn buik lecht; indiervoegen, dat zyn monè
op de opening kpomt,. en men plaatft de
gras zod.e op zyn hoofd. Zoo hy niet lam
voor den Damp blootgeflelt ge weeft is, zoo’
koomt hy langzamerhand weder b y , even
als o f hy uit eenen diepen flaap ontwaakten,.
Andere geeven hem laauw Water met Bran-
dewyn in.; dit mengzel verfchaft hem een.
overvloedige braaking van zwarte ftoffe,.
maar de zieke behoud-doorgaans een-ftuip-
trekkende hoeft ,. voor het overige van zyn-
leeven-i
Deze verfchfikkelyke uitwerkzelen worden
door een ftilftaande lucht voortgebracht,,
die haare veerkracht verlooren heeft , om
dat zy met zuure zwavelachtige deeltjes beladen
is- Om zich voor deze geva-aren niet
'bloot te ftellen , zoo laat men , voor dat
men zich in de Putten om te arbeiden , begeeft
, ’er een brandende Kaars in nederdalen
, om den ftaat der lucht,, te onderzoeken.
'
. Gelukkiglyk, heerfchen deze Uitwaafïiv
mingen niet altoos in de Mynen ; .en behal-
ven d it , is men ten uitterfte zorgvuldig,,
om van alle de middelen gebruik te maaken,,
die de Konft verfchaffen kan , om de om-
vloeying der lucht in de onderaardfche hooien
j te bevorderen. Hiertoe., opent men;
een horifontalé ga-llery, aan den voet van
den Berg; en de gallery , maakt met de Putten
der Myn ,. een foort van fpuit ,-die de:
ververfching der lucht, bevordert. Maar wat
men ook in ’t werk ftellen mag, is^niet.veiliger
als het werktuig, van Sbitton..
U I T W E R P Z E L E N , D r e k , Ex-
crementum. Dit woord, word in een meer
o f min uitgebreide zin gebruikt ;• het betee-
ként in ’t algemeen alle de ftoffe, ’t-zy vloei--
bare, o f vafte-, die uit het lichaam der Die*-
ren , uitgeworpen word , om dat zy overtollig,
nutteloos^ o f Ichadelyk- is*- De Uic-
w-erpzelen verfchillen in de Dieren in even-
redigheit van. het- verfchü van hunne, Poorten.,
en de verfcheidenheit van hun voed- ,
zei. De Drek- der Dieren is: voor het groot-
fte gedeelte, eén uitmuntende meft, waar vair
den aart verfchilt;-: en is dus by gevolg?
meer o f'm in v voor verfchillende gronden j;
nuttig;-want men oordeeelt van het-verfchu
door de uitwerking , tuflchen de meft Qef
Paarden , die der Koeyen , de keutels-der'
v . Schaam
Schaapen , en de meft der Duiven. Zie het
artikel M e st, , y 1
De Drek word mede in de Genéeskonft
en in de Konften gebruikt. De Honden Drek^
die onder de naamvan Album Greecum, word
gebruikt om zeker foort van Leder met oud
Yzèrwerk zwart te verwen, De Drek der
P a am v e n word tegens de vallende ziekte gebruikt;
die der Ekfters , tegens den rooden-
loop; die der Zwaluwentegens de ontftee-
kingen der keel., en het graveelzuchtig ko-
lyk; die der Muil-Ezêls, om het zweeten te
verwekken ; die der H o e n d e r e n , tegébs de
roode fnydingen der Paarden ; die der Rot-
ten) om het hair'te doen grpeyen ; die der
Paarden, tegens het zydeweé; die der' Duiven
en Marters , om de Muskus 'na tè maaken
; en eindelyk die der Menfcben , om de
peftgezwellen tot rypheit te brengen, enz.
U I T W E R P Z E L E N o-f V O O R T B
R E N G Z E L E N d e r V U U R B R A K
E N D E B E R G E N , Producta Igne vo-
rnörum. Dit zyn zelfflandigheden die door
de ontbinding van andere delf bare lichamen
gev.ormt worden , die^ door de werking van
een onderaardfch vuur, o f gekalkbrand, ge-
lyk de eigendyke Steenen der brandende ,
Bergen , o f half in Glas verandert, en porieachtig
geworden , gelyk de Puimfteerren,
of geheel in Glas verandert zyn , gelyk het
Glas der Brandende Bergen , o f der Gbfidi-
aanfche Steen ; in een woord , alle de Poorten
van Lavaas , zyn Voortbrengzelen der
Brandende Bergen, Zie deze woorden♦
U M B U A. Deze naam geeft men te
Congo , aan de Tamanduaguacu van Bra*
zil, zie.op bet artikel T am a n d u a .
U N A U , Dit is een wanfchapen D ie r ,
van het ’Eiland Marignan : het is een groöt
foort van A i , ’t geen een zonderling Dier
is, waar van wy op het woord Luiaart ge*
fprooken hebben.
U R A N O M O R P H IT E S . Dezenaam
geeft men aan de Steenen die met afbeeldingen
verziert zyn , welke toevallig hemelfche lic*
namen verbeelden.
U R E S , De Duitfchers geeven dit Dier
de naam van Aürochs , het gelykt naar den
gemeerien Os , zoo wel in de uitwendige- gedaante
van het lichaam als in de kleur van
liet hair ; maar het verfchilt ’er in grootte
'van , welke die van den Olyphant■ naby
koomt, als mede dóór zyne korte en dilcke
hoornen , en door een bos gekroesde hairen
diev het op den voorkop heeft. Men zecht,
dat deze - hairen een foort van Muskus reuk
hebben. Eenige van deze Dieren hebben een
lange; andere een korte baart.
.Men vind'hen in Poolen , Pruiften, Lyf-
land en Rusland. De Poplen geeven aan dit
foort van Os , de naam van Tur, Dit Dier
heeft een verfchrikkelyke fterktë , en zyne'
oogen zyn vol vuur. De Gauloifche jeugd,
oeffende zich door de jacht van deze Dieren.
Die gene behaalde,den Prys, die het groótfte
getal van derzelver hoornen te rug brachten,
’ t geen bewyzen van zyne Overwinningen
waren. De huit der Ures is hart en dik.
Men maakt van zyne hoornen, gelyk van die
der Offen, verfchillende werken.
U R U B I T I N G A . Dit is een fchoone
Braziljaanfche V o g e l, die men inden rang
der Arenden plaatft. Ruifcb ze ch t, dat hy
’er na gelykt , en dat hy de grootte van een
Gans van zes maanden heeft* Hy verfchilt
van den Urutaurana , een ander foort van
Braziljaanfche Arend : ten ifte , door zyne
bruine en zwarte kleur: ten 2de , door zyne
Arends-oogen : ten 3de, om dat zyne poo-
ten met geel gefchakeert zyn: ten 4de,-om
dat zynen ftaart twee kleuren heeft, waar
van het ènderfté w i t , tot aan de derde pen
I's , en hét overige zwart; en ten 5de, om
dat hy geen kuif heeft.
U R U T A U R A N A . Dit is een foort
van Braziljaanfche Arend , wiens kuif uit
vier zwarte vederen beftaat; de twee mid*
delfte, zyn twee vingersbfeedte hoog; de zy-
waarrffche zyn ve-el kleinder: deze Vogel
heeft een zwarte bek en geele pooten , al*
1'e de bovenfte vederen zyn bruin , maar de
©ndèrfte zyn witachtig; alles is met zwarte
vederen gefchakeert, die fchubswys gefchikt
fcyn.
U S Q .U IË P A T L L Dit* is een viervoetig
Dier , van het Landfchap Guatimaki
in de Ooft-Indiën , ’t geen in liftigheit en
doorflepenheit, naar een Vofch gelykt. V o lgens
de Schi*yver"van het Woordenboek van
het R y k der Dieren, is dit Dier twee palmen
R r r r a lang,
fff;«. 1 ■
fk
i lii
IJK
M[ÉHI I
ifep