zaad van een foort vari Al fem kruid is, andere
dat het de zaadhuisjes , o f de botjes der
bladeren en bloemen van eenige andere Planten
zyn ,- ’t zy van den Zedoariewortel , of
van het Alfemkruid, o f van den kleinen Cy-
prejfenhoom : men bekoomt het üit het Ko-
ningryk Boutan , en uit Caramaniën , ’t
geen een Noordelyk Landfchap van Perfiën
is.
Tavernier zecht, gelyk mede Herman, dat
het Zeverzaad , het zaad van een foort van
Averuit i s , en dat de Inwoonders hen met
Wannen inzamelen , om dat zy het zaad met
de handen niet durven aanraken, in het denkbeeld
zynde, dat de minfte aanraking met de
vingers , het-zou doen verderven. Hoe het
ook zyn mag, het Zeverzaad is om deszelfs
groote bitterheit-, een uitmuntent vvormdo-
dent middel : het word mede voor maagver-
Rerkende en opftyging keerende, gehouden :
het word met nut in de purgeerende aftrek-
zels gebruikt, wanneer de lymerige ftoffen
het uitwerkzei der purgeermiddelenbeletten..
Z E U G B . D it is het wyfje van het
mannetjes Varken: zie op het artikel W ild.-*
ZWYN,
Z I E R T J E S , zie C h iq u e s .
. Z I L V E R , Argentum. Dit is een wit
en volmaakt Metaal, dat. na het Goud , het
fchoonfte , rekbaarfte , en het koRbaarRe,
Metaal is.
Men vind het Zil ver zomtyds zuiver enna-
tuurlyk gevormt in de Mynen; maar dit metaal
is gewonelyk , gelyk de andere , met
vreemde Roffen vermengt. Men vind het
onder zeer verfchillende vormen en kleuren.
Men befchouwt met vermaak in ,het Kabinet
van de Koning van Vrankryk, én andere,
groote Kabinetten in de kafferi der Edelge-
ileentens, deze ryke fpéeling der Natuur in
de ertzen van het Goud , Zilver , en andere
metalen. Men merkt’er netswyze, booms-
wyze , hairswyze , gebladerde , en andere
fborten van zeer bezienswaardige Ertzen in
op.M
en heeft Zilvermynen in alle de vier
Werelddeelen.; maar ’er zyn Landftreken ,
gelyk in Amerika, die veel ryker Mynen als
de andere, bevatten. Europa ontbreekt haar
niet. Men zecht, dat men in Saxen , en in
het Land van.Ha.nover ,. veel. Zilvermynen
heeft:- men heeft te Hartz eèri Ruk ZiTvèr
van een zooaanmerkelyke grootte gevonden*
datmen ’er,wanneer hetgeüagén was,eèn ta-
fel van vervaardigde, waar aan vier en twin^
tig perzonen zitten konden.- Vrankeryk 'ia
’er mede niet geheel van ontbloot. Men.
heeft in de Dictionaire Encyclopedique ^ ondereen
gezichtpunt, alle'de Landlchappen,
van Vrankeryk vereenigt, in wélke men Zilvermynen
vind. Te St. Maria in de Mynen ,,
heeft men verfcheide Koper- en Loodinynen.
die Zilver bevatten. Van ValencetotLions,.
ziet men langs de oevers van de Rhone, een-
groot getal Boeren die onledig zyn met kléine
Rukjes Goud en Zil ver te zoeken : zy winnen
met deze inzameling , dertig o f veertig-
franfche Rui vers-daags.
■ Mén kan zonder fchrik niet gedenken,aan
hoe veel gevaren.en arbeid de Menfchen zich-
bloot Rellen , om de- Metalen uit de ingewanden
der aarde op te delven.
■ De Zilvermynen te Salféberyt in Zweden,
bied aan de Weetgierige Natuur-Onderzoe—
kers., een der fchoonRe Schouwfpelen aan.
Men daalt in deze Myn langs drie wyde monden
neder , die naar putten gelyken , waar
van men den grond niet ziet. Een halve
ton, die door een kabèltouw onderReunt
wórd, dient tot een trap om in deze afgronden
neder te dalen , dóór middel van een
werktuig,, ’t geen door het water omgaat.
. Men begrype de grootheit van het gevaar lig-*
telyk : men is alleen -tót de helft in de ton bev
at, in welke men maar op een been Raat.
Men heeft tot: medgezel een Wachter, die.
zoo zwart als een Smid is , hy houd een
toorts in de hand, en heft, op een treurige
toon,, e'en akelig gezang op. Wanneer men
tot op de helft nedergedaalt is, zoó begint
men een-groote koude gewaar te worden :
men boord waterRromen die van-alle zydén
afRorten; einde lyk,.-na een half uur-dus nedergedaalt
te hebben,, zoo bevind men-zich
op den bodem van den afgrond. De vrees
verdwynt alsdan: men word niets verfèhrik--
kents. meer gewaar; in tegendeel fchittért
alles in.- deze ónderaardfche Rreken : men
treed eerR in een foort van groote zaal , die
door pyl'arèn van: Zifvër-Ertz- onderReunt
•word'; vier groote galleryën lopen ’eropuit:
Het licht ’t geen dient om de Werklieden te
•verlichten , word op.honderlei wyzen door
het zilver van het gewelf te rug-gekaatR, en
fpiegelt zich in de beek die midden door de
Myn .Rroomu. Mep .ziet. hier allerlei; Landaarden':
eenige trekken karren voort : andere
zyn onledig met Reenen te rollen : een ;
ieder heeft hier zyne bezigheit, het is een
ónderaardfche Stad. Men vind. hier Herbergen,
Huizen, Stallen en Paarden; maar
het \ta*eemdRe dat zich aan de o ogen opd
o e t, is een Windmolen, die geRadig in
dit onlderaardfche hol. omgaat, en. dient om
het water op te malen..
. De ryk-Re ,. en avervloedigRe- Zilvermynen
, zyn in-. Amerika ; maar vooral in de
koude LandRreken van dit Werelddeel,. gelyk
Potofi, een der Landfchappen van Peru..
De luchtSgefieltheit van Potofi is zoo
koud , dat.de Spaanfche Vrouwen ’ er vo.or-
raaals niet baren, konden -: zy waren genoodzaakt
om zich twintig, o f dertig uuren
• van daar te begeeven, om een. zagter lucht’
is genieten. Maar thans baren- zy met zoo
veel gemak in Potofi ,. als... de- Indiaanfohe'
Vrouwen van dat Landfchap :• zoo ligtelyk
gewend zich het - Menfchelyk geflacht aan
alle foorten. van Luchtfireken..
: De groeven van. de Mynen van Potofi,.
waren.- eerR, op een- geringe diepte.., onder
den Berg; maar thans moet men haar in
verfchrikkelyke holen zoeken , en volgen,'
alwaar meu ze naauwl.yks ontmoet , na dat
men vier-hondert-trappen , nedergedaalt is.
Deze aderen , fchoon altoos zeer ryk zynde,
worden van dach tot dach moe ij ely leer
om te be-arbeiden ; en den arbeid word
veel ri-podlöttiger voor de Werklieden,, om
de dampen die uit de Myn opRygen. Mem
vind zomtyds metaal-aderen , die dampen
uitgeven die. zoo fchadelyk zyn, dat zy de
Werklieden op het oogenblik doen omkomen
;. men is alsdan genoodzaakt om haar
te dempen , en- ze te v-Tlatem. Men verplicht
de Parochiën , van de nabuurfchap(
van Potofi, om alle jaren een zei e r getal.
Indianen tot de be-arbeiding d,er Mynen ,
te leveren :' men ziet hen zich. met weerz
in , van hunne Vrouwen en kinderen vergezelt,
hier naar toe bègeven. Ten eincie
van een. jaar, Raat men hen toe om weder
naar hunne wooningën- te keeren , om dat
l>yna alle de Werklieden, die gedurende
een zeker gedeelte van hunnen leeftyd in
de Mynen "ge-arbeid hebben,. lam, aan ver-•
fdheide van hunne leden zyn. Zonder het
Haraguaafch Kruid, waar van de Myn werkers
het-afkookzel drinken, en het gene
zy bywyze van tabak kaauwen , zou mén
genoodzaakt zyn , om. de. Mynen van Potofi
te verlaten-y die echter tot de mi.nft-
gevaaijyke ■ behoor en-, , De Menfchelykheit
zou zidderen . wanneer zy hoorden aan h o e -
veel Indianen dezen arbeid het, leven reeds--
gek-oR heeft,,ën noch dagelyks koR. .. .
Schoon de Mynen van Potofi en Lipes,.
altoos haren roem van rykdom behouden ,
zoo heeft- men echter in het Jaar 1712,
die van Oruvo, acht uuren van Aricia, en
die van Ollarha , naby Cuscó ontdekt, en-
deze worden voor noch ryker gehouden.
De E r tz , die het ryk-Re en het gemak-
kelykRe te be-arbeiden is ,. die men in de
Zilvermynen van Peru vind, is die gene
die w it o f graauw , en met roode o f witte
vlakken gèmengt is.. De overvloedigRe-
plaatzen zyn die gene ,. alwaar twee aderen
el kanderen, kruifien , o f dwars door een lopen.
:
De rykRe Ziiver-Ertz , na de natuurly-
k e , is de hoornachtigé Zilver-Ertz-, zy-
zwigt onder den hamer , even als Lood ;
zy kan , even als, hoorn gefneden worden,
en is door Arfenikum gemineralifeert. Deze
Erts is des te r.yker_, hoe zwartachtiger
zy is : men vind ’e r , in welke het verlies-
der .vreemde Roffen , niet meer als tien
ponden, van de hondert ponden Ertz is..
Na deze, komen in rykheit, de roode Z il—
ver-Ertzen , die dan eens troswys zyn , o f
andere gedaantens hebben, zomtyds zyn zy
zwart met. roode vlakken., o f rood , gelyk.
de Cinaber. • ,
Men bekoomt het Zilver uit de Ertz ,.
’ c zy met haar- met Kwikzilver, te amalgameren,.
’ t zy met andere handel wyzen te.
volgen,, gelyk men zulks omtrent de andere.'
Ertzen ,. volgens haren aart, in acht
neemt.. Het is in het Woordenboek der Scheikunde,
dat men de befchryving van deze be-
' afbeiding , op een klare en naauwkeurige.
wyze vporgeRelt vinden kan. <
Wanneer men Zilver betekenen w i l, dat
het fynfie, en-van-alle vreemde Roffen ge-
zuivert is , zop-zecht men Zilver, van twaalf
penningen :. iedere penning beffaat uit vier
en twintig greinen,. Wanneer het Zilver;
met vreemde Roffen vermengt is, zoo trekt
. men het gewicht van het inmengzel, o f alliage
, van het hoofd gewicht at : het Zilver
, by voorbeeld , dat een^ twaalfde gedeelte
vreemde Roffe be v a t, is Zilver van
elf penningen. t
Het Zilver door het falpeterachtige. zuur
, ontbonden zyn de.., geeft kriRallen d ié ,