
B r o ek to ch t, wetering, loopende van den Bennemeer naar Medemblik, I
B r o ek v e ld en , pold. in de Z.-Holl. gem. Zwammerdam, 838 bnnd, gr, I
B ro ek z ijd e rp o ld e r , pold. in de Utr. gem. Abcoude-Proostdij-en-Aas- I
dom, 300 bnnd. groot. I
B r o e r e slo o t, vaart uit het Tjeukemeer naar de Tjonger, tusschen I
Vierhuizen en Westergaast.
B rom m e len , buurt in de Limb. gem. Genl. Zij had in 1840 met I
Broek 225, in 1860 alleen 99 inw.
B ron b eok , koloniaal invaliden-gesticht in de gem. Arnhem aan den I
Velpschen weg. Het was een nieuw landgoed, toen Koning Willem III I
die hofstede in Maart 1854 aankocht. Sedert werd het bescheiden I
landhuis in een koninklijk paleis herschapen, waar een koninklijk balling, I
de Graaf de Chambord, in 1859 eenige maanden achtereen de Nederland- I
sehe gastvrijheid leerde kennen. Nog datzelfde jaar, 15 October, droeg I
de Koning dit landgoed aan den Nederlandschen Staat over, onder voor- I
waarde, dat dit goed tot een koloniaal invalidenhuis zou worden in- I
gericht en nimmer van die bestemming vervreemd. Sedert met verschil. I
lende bijgebouwen.vermeerderd, is het zoowel een bekoorlijke rustplaats I
voor de Veteranen van het Oost-Indische leger als een getuigenis voor I
den weldadigen inborst van Koning Willem III.
Brong o rg a , buurt in de Friesehe gem. Schoterland, onder Mildam. I
Zij had in 1840 42 inwoners. In vorige eeuwen was zij een dorp, doch I
de kerk, de staten van Haren en Tamminga en het vorstelijk lusthuis Caro- I
linaburg, die Brongerga eens versierden, zijn allen reeds voor jaren gesloopt. I
Bronkhorst, of Bronekhorst, heerl. in Geld., uitmakend.e het I
west, deel der gem. Steenderen, bevattende het steedje Bronkhorst en I
de kerkbnurt Olburgen.
Oude kronieken vermelden als eerste Heer van dit gebied Ja n van Bronk- I
hörst, die omtrent het jaa r 1035 leefde. Doch de eerste, die in een echt charter I
voorkomt, was Adam van Bronkhorst, getuige van Graaf Gerhard I
van Gelder in een oorkonde, tusschen 1127 en 1131 uitgevaardigd. I
Zijne opvolgers werden sedert als leden van het edelste Gelder- I
sehe geslacht aangeduid en verkregen in dit Hertogdom het grootste I
aanzien. De Heeren van Bronkhorst zijn ook bezitters van Kenkum I
(Redichem), Batenburg, Borculo, Homoet, Wisch, Styrum en andere I
goederen in Gelderland en aangrenzende oorden geweest, en aan vorste- I
lijke geslachten vermaagschapt. Sedert 1811 is deze heerlijkheid bij I
Steenderen ingelijfd.
Het steedje Bronkhorst, aan den IJssel, 2 uur ten zuiden van Zutphen I
gelegen, is zeer klein. Het had in 1860 278 inw., in 49 bewoonde en I
8 onbewoonde huizen. Gedurende den Spaanschen oorlog leed het-veel I
door plnndering, en werd in 1633, 1666 en 1770 hevig door brand ge- I
teisterd. E r is een slot, dat vtfdr 1828 veel grooter en aanzienlijker was. I
Door het Bronkhorsterveer, dat met ponten wordt hediend, heeft dit I
steedje gemeenschap met het groote Veluwsche dorp Brummen, E r zijn
in de nabuurschap 2 steenbakkerijen.
Bronneger, of B r o n g e r , geh. in de Drenthsche gem. Borger.
Bronnens, geh. in de Gron. gem. ten Boer, bij Lellens.
Bronwershaven, kant. van ’t Zeeuwsche arrondissement Goes, b e vattende
de 13 gemeenten : Bronwershaven, Zonnemaire, Dreischor, Noord-
gouwe, Kerkwerve, Serooskerke, Duivendijke, Elkerzee, Ellemeet, Renesse,
Haamstede, Burgh, Noordwelle.
B r o n w e r sh a v e n , kerk. ring van de klassis Zierikzee der Herv.
Kerk, bevattende de 9 gemeenten: Brouwershaven, Burgh, Dreischor, E lkerzee,
Haamstede, Noordgouwo, Renesse-en-Noordwelle, Serooskerke,
Zonnemaire. E r zijn 10 kerken.
Brouwershaven, gem. in de prov. Zeeland, op Schouwen, in het
noorden door de Grevelinge bespoeld, en in het oosten door Zonnemaire,
in het zuiden door Kerkwerve, in het westen door Duivendijke bepaald.
De grond, samengesteld uit de stad Brouwershaven, den Grooten-Jacobs-
polder, de Inlaag, den Zuider-Nieuwlandpolder, den Geest-Nieuwlandpolder,
den Noorder-Nieuwlandpolder, den st.-Christoffelpolder en den Keetpolder,
is 226 hund. groot en bestaat uit zeeklei, die buiten de kom der ge-
meente ruime oogsten van tarwe, rogge, gerst, haver, boonen, erwten,
aardappelen, meekrap en mangelworteis oplevert. De bevolking van Brouwershaven
is in onze eeuw snel toegenomen. In 1822 beliep het aantal
ingezetenen 822, in 1840 1266, en in 1870 1739, die zieh in laatstge-
noemd jaar onderscheidden in 1669 Herv., 12 L u th ., 36 Christ.-Geref.
en 22 Roomsch-Kath.
Brouwershaven dankt zijne stichting aan de afdamming der Duvenee,
ten gevolge waarvan Graaf Floris, daartoe door Pie te r Nobel en diens
broeder bewogen, in 1285 het plan vorm de, te dezer plaatse eene stad
aan te leggen. Doch nog in de 15de eeuw was Brouwershaven niet meer
dan een dorp, de hoofdplaats eener heerlijkheid, die in 1461 onder de
geslachten van Borssele, van Bergen en Bolle verdeeld was. In 1589
kregen de ingezetenen van Prins Willem I verlof, de plaats te bewallen,
waardoor Brouwershaven in 1590 en vervolgens onder de Zeeuwsche smal-
! steden werd gerekend.
In 1426 werd v<5or Brouwershaven een bloedige zeeslag geleverd tus-
[ sehen de vloot van den Hertog van Glocester, den gemaal van Gravin
fJakoba van Beijeren, en Hertog Filips van Bourgondië.
De stad wordt door wallen en grachten omringd, doch haar laatste
| Poorthuis is reeds in 1820 gesloopt. Zij heeft ruim 300 huizen, die van
leene toenemende welvaart getuigen. Aan het einde der ruime Haven is
: het marktplein, dat sedert December 1829 met het beeid van een van
[Brouwershaven’s grootste inboorlingen, Jacob Cats, is versierd.
I De voornaamste gebouwen van Brouwershaven zijn het Stadhuis, (waarop
[ een Mio exemplaar van Cats’ Gedichten wordt bewaard, met eigenhan-
j fog door den dichter geteekende opdracht en sierlijke zilveren sloten, die
1 3 *