
Oldenzaal heeft een beroemd gymnasium.
Tôt de historische herinneringen van deze stad behooren : de brand
van 5 Nov. 1429, die, bebalve de kerk, nagenoeg de geheele stad ver-
woestte; de inneming door de Gelderschen, in 1503 en 1509; het weer-
staan der Geldersche wapenen, in 1517; het bezetten der stad door de
Spanjaarden, in 1580; de overgave aan Prins Manrits, den 22 October
1597 ; de verovering door de Spanjaarden onder Spinola, den 6 Augus-
tiis 1605; de verovering door de Staatschen onder Graaf Ernst Casimir van
Nassau-Dietz, den 1 Angustus 1626; de bezetting door de Münsterschen,
in den herfst van 1665; de vernieuwde bezetting door de Münsterschen,
in 1672; het doortrekken der Pruisen, in 1787; net doortrekken der
Gealliëerden, gevolgd door de Franschen, in den winter van 1794 op
1795; het tegenstribbelen van eenige schutterplichtigen, in December
1830 en Januari 1831 ; de opening van het spoorweg-station Oldenzaal
voor het verkeer met Almelo en Bentheim, den 18 October 1865.
Uitmnntende wandelwegen omringen de stad, zoo naar den hoogen
Tankenberg ais naar andere punten, die bevallige vergezichten opleveren.
Oldenzeel, geh. onder het d. Kropswolde in de Gron. gem. Hoogezand.
Oldenzijl, d. met eene Herv. kerk in de Gron. gem. Uithuistermeden.
Het telde binnen de kom in 1870 229 inw.
Oldermanskaag, pold. van 19 bund. in de N.-Holl. gem. Schagen.
Oldeouwer, of Oldotrwer, b. met dorpsrechten in de Friesche gem.
Doniawerstal. Het telde in 1811 99, in 1840 112, in 1875 166 nw.,
die van het geh. de Scharren (in 1840 66) medegerekend. Eene vroegere
kerk stond aan den Ouden-Rijn, een tweede aan de Dijksloot, doch
beiden zijn afgebroken.
Oldetrÿne, d. met eene Herv. kerk in de Friesche gem. West-
Stellingwerf. Het telde in 1840 264, in 1871 279, in 1875 361 inw.,
daaronder begrepen die van een deel van de b. Oude-Lindedijk (in
1840 24) medegerekend.
Oldijk, geh. in de Gron. gem. Bailo.
Oldijk, geh. in de Gron. gem. Eenrnm.
Oldorp, geh. in de Gron. gem. Uithuizen, op de helling van een
terp gebouwd.
Old-Ruitenborg, havez. in de Overijsselsche gem. Ambt-Vollenhove,
aan de zuidzijde der stad Yollenhove. De rijzende en dalende grond
der tuinen, de fraaie beplanting der dreven en het schilderachtige plekje
waar de overblijfsels van het kasteel Tontenbnrg zich onder lommer ver-
schnilen, vormen deze havez. tôt eene schoone lnstplaats.
Olem, gèh. in de N.-Brab. gem. Son-en-Breugel.
O l e r , b. in de Limb. gem. Grathem, in 1840 met 288, in 1870 met
273 inw.
O lid am , havez. in de Overijsselsche gem. Goor, o. a. bezeten door de
geslachten Hoevel en Ripperda.
O l i e s la g e r s p o ld e r , pold. in de Zeeuwsche gem. Retranchement, in
1803 bedijkt en na ondervloeiing in 1808 herdijkt, 185 bund. groot.
O lie z a n d , pold. in de N.-Brab. gem. Oosterhout, ruim 22 bond, groot.
oiing, of oiingen, geh. in de Gron. gem. Appingedam.
O lla n d , d. met eene R.-Kath. kerk in de N.-Brab. gem. st.-Oedenrode.
Het had met Houtum in 1840 799 inw.
Olst, gem. in Overijssel, bepaald door de gem. Wijhe, Raalte en
Diepenveen in Overijssel en Voorst, Epe en Heerde in Geld. Zij wordt
door den IJssel en de staatsspoorweglijn Deventer—Zwolle doorsneden
en bevat deels kleilanden, deels zandgronden (diluvium), te zamen 5981
bund. In 1822 had zij 2803, in 1840 3470, in 1875 4334 inw., in
laatstgen. jaa r onderscheiden in : 3140 Herv., 22 C h r . -G e r e f . , 4 Doopsgez.,
2 Luth., 1 Angl., 1182 R.-Kath. en 12 Isr. De landbouw, veeteelt en
steenbakkerij geven den meesten ingezetenen het noodige. De gem. bevat
de d. Olst, Wezepe en Welsum, de wijk of kerkb. Boskamp, benevens de
b. Overwetering, Middel, Duur en Hengforden.
Het d. Olst is eene aanzienlijke plaats, die reeds in eene oorkonde van
Keizer Hendrik I I I van den jare 1046 wordt genoemd. Het heeft eene fraaie
Herv. kerk, staande de R.-Kath. kerk 10 min. ten zuidoosten van daar,
ter plaatse van de voorm. havez. Boskamp. Olst had in 1840 823, in
1870 1068 inw. (waarvan in laatstgen. jaa r 182 buiten de kom).
oiterterp, klein maar schilderachtig gelegen d. in de Friesche gem.
Opsterland, met eene Herv. kerk. Het had in 1811 72, in 1840 154, in
1875 175 inw. Op het einde der vorige eeuw lag hier veel woeste
grond, doch door Mr. Ambrosius Ayso van Boelens, die hier het nog
bestaande landhuis stichtte, is de streek geheel beplant met geboomte of
tôt akkers ontgonnen. Oiterterp is daardoor een der bekoorlijkste oorden
van Friesland geworden.
Omkommerpolder (st.), of Rubeerpolder, pold. in de N.-Brab.
gem. Steenbergen, in 1482 door Graaf Engelbert van Nassau ter bedij-
king uitgegeven en 324 bund. groot.
Omloop, geh. onder he t d. Surhuisterveen in de Friesche gemeente
Achtkarspelen.
O m m e d ÿ ksehe-polder, pold. van 181 bund. in de Z.-Holl. gem.
Voorschoten.
Ommel, of Ommolen, d. met een kl. kapel in de N.-Brab. gem
Asten. Het telde in 1840 242 inw. Het klooster Mariaschoot is in de
18de eeuw naar Nunheim verplaatst.
Ommelanden, drie landstreken in Gron., die met de stad Groningen
en hare bezittingen in vroegere eeuwen de prov. Stad-en-Lande uitmaakten.
Zij waren Hunsego, Fivelgo en ’t Westerkwartier.